'Ik heb hier geschilderd met de bijl' De enige bewoner van het Binnenhof Afscheid van rentmeester Stefels van de Hoge Veluwe Huismeester Van Bokhoven: 'Ik begrijp echt niets van politiek' ZATERDAG 28 JULI 1990 Omdat hem niets zo lokte als de tropen, studeerde hij in Wagenin- gen af in de tropische bosbouw. Maar het leven wil nog wel eens andere paden uitleggen dan die van onze hartewensen, en de jungle van ir. C.J. Stefels kwam, heel wat dichter bij huis, te liggen in het recreatiegroen van de Veluwe. Maar bijzonder was het wel niemand in ons land beheerde zoveel bos als deze regelaar met het grote hart voor de natuur. "Ik zei wel eens: van Dieren naar Ede kan ik helemaal over eigen grond lopen. Links, rechts, voor je, achter je, overal lagen de natuurgebieden die ik beheerde". Het was de tijd dat de nu 62-jarige Stefels zijn baan als inspecteur Gelderland bij Natuurmonumenten nog combineerde met het di recteurschap van het grootste en drukbezochtste nationale park, de 5500 ha aan bos, heide en stuifzanden van De Hoge Veluwe. De combinatie eiste zoveel tijd en energie dat hij een jaar of vijf jaar geleden Natuurmonumenten verliet. Vanwege de vut neemt hij afscheid van het park waaraan hij zijn hart verloor. door Ary Jassies Met snelle passen gaat zijn kaarsrechte figuur voort over de heide die vanaf de donkere heuvel voortgolft naar de nevel achtige verten van het Deelerwoud. "Dit is eèn vari mijn favoriete plekken. Die witte berken daar op dat weidse open veld, heel ver weg die blauwachtige schemering van de stuwwal van het Dee lerwoud... ik stop hier nogal eens. Ik ben toch wel wat nerveus van aard. Ik sta dan hier om me te ontspannen, de schoon heid van het landschap te ondergaan, en ja, ook wel om een enkele keer te besef fen dat je er zelf het een en ander aan hebt bijgedragen". "Ach, vergeleken met een boom is ons leven kort. Maar ik heb altijd sterk ge voeld dat je een opgave hebt. Hoe raar het ook klinkt, ik voel me op de Hoge Ve luwe rentmeester van mevrouw Kröller, terwijl ze toch al voor de oorlog gestor ven is. Ik ben protestant-christelijk op gevoed, ik voel me rentmeester omdat ik, zoals in het oude testament van de mens als rentmeester wordt gezegd, een op dracht heb door te geven. Mevrouw Kröl ler wilde in dit park de volmaakte harmo nie bereiken tussen natuur en cultuur. Als directeur heb ik vanaf 1977 in die geest gewerkt. Kom we gaan verder, ook daarginder in de vlakte heb ik heel veel bomen laten weghakken". Op zijn belastingformulier vult hij als beroep rentmeester in. "Mijn functie is dus directeur. Maar ik voel me rentmees ter in de zin van het beheren van de na tuur, het doorgeven aan het nageslacht van wat er is". Vrolijk lachend marcheert hij verder over een stuk hei van een wil de, savanna-achtige schoonheid. Stefels' beheer bestond op deze plek, tot verba zing van zijn wandelgezel, uit het laten wegkappen van een compleet bos aan oerachtige vliegdennen. "Het gaat mij om het landschap en de esthetiek. De niet onder woorden te brengen gevoe lens die het bij de bezoekers zal oproe pen". Vooruitziend Ir. Stefels, de oud-beheerder van vele grote Gelderse natuurterreinen en thans o.m. nog voorzitter van de Nederlandse Bosbouw Vereniging, is in het maar schaars voorhanden Nederlandse woud een deskundige van grote naam. "Een man met een vooruitziende blik", vindt Henk Vonhoff, Gronings commissiris van de koningin die ook voorzitter is van de stichting nationaal park Hoge Velu we. "Onder zijn leiding is het beheer op langere termijn van terreinen, fauna, ge bouwen, wegen en paden uitgezet". De laatste jaren diende hij alleen nog dit nationale park van on-Nederlandse allure dat deze zomer weer tientallen na tionaliteiten door wildbaan en museum gang ziet voorbijtrekken. "Ja hoor", barst hij op zijn kantoortje in lachen uit, "vanmorgen trof ik weer Japanners en Denen bij de ingang. Where's the white bike? De halve wereld kent dit park, de kwaliteit van de service-verlening die ik altijd volledig voorop heb gesteld. Ik ben dan wel bosbouwer, maar toen ik hier in 1977 kwam heb ik de hele zaak op de schop genomen: de brochures, de gid sen, de wandelroutes, de jaargidsjes, de wegbewijzering in het park, enfin de hele sgntekraam". Al meteen na de begroeting in zijn klei ne en eenvoudige werkkamer blijkt hij een heel andere man dan de wat vorme lijke, stijve figuur zoals die op de buiten wereld overkomt. Een radde prater, veel gelach en het ene mooie verhaal na het andere. "Ik zie u naar dat oude bruine bureautje en die oude bruine kast kijken. Het zijn Pander-meubelen van ver voor de oorlog. Zijn ze niet prachtig? Toen ik hier kwam was alles rijksmeubilair, saai grijs chroom. Het eerste wat ik zei was: dat verdom ik. Deze meubeltjes bleken al eeuwen opgeslagen in een loods. Ze zijn van de eerste rentmeester van me vrouw Kröller geweest. Geen hond wilde ze hebben. Iedereen zei: Stefels, ze zijn te oud, alleen al dat bureau is een ontzet ting. Dat klopte, de laadjes rollen niet, het is hoogst onbruikbaar. Maar ik ben toch geen administrateur, ik schrijf mijn bevindingen ook op een A-4tje. Dikke boekwerken verdwijnen in de vergetel heid van zo'n kast. En dan: ook ik ben toch rentmeester van mevrouw Kröller? Het waren haar meubeltjes". Met indringende blik kijkt hij de be zoeker aan. "Ik voel me hier een schakel in een serie van rentmeesters van me vrouw". Papiertjes Later op de ochtend bukt hij zijn lange, magere gestalte op het plein voor het be zoekerscentrum om twee snippertjes pa pier op te rapen. "Dat gebeurt volstrekt automatisch. Ik heb een paar freak-ver-, schijnselen. Zéér gevoelig ben ik voor de aanwezigheid van afval, voor het weg- flikkeren van blik en papier zoals dat nergens zo erg gebeurt als in dit wel vaartsland. Ik kan er absoluut niet tegen, ik heb overal voor containers gezorgd. De rest pik ik zoveel mogelijk zelf van de grond op. En verder vind ik dus dat de Nederlanders al op de lagere school moe ten leren dat zulk gedrag niet well done is". Met lange passen beent hij het bezoe kerscentrum in. "Het eerste dat ik in '77 heb aangepakt. Omdat een ander freak verschijnsel van mij de dienstverlening is aan het publiek dat naar dit schitteren de park komt voor een mooie dag". Bij de koffie passeert een groot aantal onderwerpen in hoog tempo de revue. "Nee hoor", knikt hij ernstig, "het bezoe kersaantal hoeft echt niet hoger dan die half miljoen van nu. Je moet heel erg op passen dat je het beeld en de belevings waarde niet kapot maakt. Over het weren van de auto's bij de ingang, en andere 's Morgens wordt hij gewekt door het geluid van snaterende zwanen in de Hofvijver. In de keuken wordt hij pas echt wakker door de drukte op het Binnenhof. Vandaag is het rustig op zijn erf. Geen schreeuwende demon stranten. Zijn buurman Ruud Lubbers is op vakantie. Een enkele toerist schuifelt langs het keukenraam. Ook voor huismeester Van Bokhoven is het reces aangebroken. Samen met zijn vrouw is hij de enige bewoner van het Binnenhof. Zijn leven wordt be paald door ministers. Als die beslui ten nemen die de bevolking niet aan staat, krijgt de huismeester al gauw heel Nederland op de stoep. Het af gelopen jaar barricadeerden boeren zijn voordeur. 'Toen kon mijn vrouw het huis gewoon niet in". door Carine Neefjes Als een politiebijstandsteam bekijkt het echtpaar Van Bokhoven of een aange kondigde demonstratie 'uit de hand zal lopen'. Bij zingende verpleegsters zijn voorzorgsmaatregelen overbodig. Maar toen de boeren met zware tractoren naar Den Haag kwamen, ging mevrouw Van Bokhoven het huis niet uit. Voor- en ach terdeuren werden afgeschermd met au tomatische veiligheidsslagbomen. En fa milie en vrienden werden afgebeld, want "jullie kunnen er toch niet in". Het echtpaar ervaart de acties op het woonerf niet als een inbreuk op hun pri vacy. Mevrouw Van Bokhoven kan zich een leven zonder spandoeken nauwe lijks indenken. "Als ze maar niet met eie ren en tomaten gaan gooien". Zelfs de werkster in huize Van Bokhoven wordt afgeleid door de gebeurtenissen op het Huismeester Van Bokhoven: "Regelmatig staat hier 's avonds laat ongewenst bezoek voor mijn deur Binnenhof. "Het is moeilijk om hier een meisje te houden, want het liefst kijkt ze onafgebroken door het keukenraam", vertelt de huismeester lachend. Zijn pand grenst aan de Eerste Kamer. Dag en nacht waakt de huismeester over het huis van de senatoren. In de gang naar zijn huiskamer hangen drie moni tors. "Regelmatig staat hier 's avonds laat ongewenst bezoek voor mijn deur", ver telt Van Bokhoven. "Dat zijn mensen die door alle mazen van de wet heen vallen. Meestal bezitten ze geen cent en zijn ze de wanhoop nabij. Ze komen hier hun recht halen. En ik geef ze groot gelijk". Van Bokhoven laat de ontredderden nooit binnen. "Ze komen toch niet voor mij. Ze willen hieestal mijn buurman Ruud Lubbers spreken. Hun laatste red der in nood. Maar de minister-president heeft daar geen tijd voor. Dan stuur ik ze naar het ombudsteam van het parle ment. Dat helpt ze wel verder". Nog geen twee maanden geleden is Van Bokhoven acht keer lastig gevallen door een insluiper. Via de steigers aan het Buitenhof was hij binnengedrongen, waardoor het alarm niet was afgegaan, en dan zat de indringer aan de regerings tafel. "Hü wilde Kok spreken". De huis meester haalt z'n schouders op. Hij slaapt er niet minder om. Door de 24- uurs beveilingsdienst in de Tweede Ka mer en in het 'Torentje-van-Ruud' voelt hij zich juist extra veilig. Eerder werkte Van Bokhoven als be- veilingsambtenaar aan de overkant, de Tweede Kamer. "Daar", knikt hij, "is de sfeer heel anders; ze zeggen er je en jij te gen elkaar"1. Van Bokhoven houdt daar niet van. "En ik ken bewindslieden die dat niet leuk vinden", zegt hij. "Kijk, ka merleden worden opeens minister. Het past gewoon niet als dan de bewindsman binnenkomt met hooggeleerde ambtena ren en zijn vroegere collega zegt 'hallo Koos'. Dat kan niet in dit politieke we reldje". In de Eerste Kamer is hij beter op zijn plaats. Alle medewerkers zeggen hier u tegen elkaar. Jarenlang werkte Van Bok hoven met een man op één kamer wiens voornaam hij niet kende. Ze zeiden me neer tegen elkaar. Zijn nieuwe kamerge-, noot is een oude vriend van hem. Die noemt hij wel bij zijn voornaam. Maar zo gauw er een vreemde binnenkomt, zeg gen ze weer u tegen elkaar. De 45-jarige huismeester voelt zich pri ma thuis in het politieke wereldje. Zijn wortels liggen in een welgesteld horeca- nest en hij is gewend geraakt om "met notabele lieden om te gaan". Tot zo'n 15 jaar geleden interesseerde politiek hem geen fluit. Nooit zette hij een voet op zijn huidige woonerf: het Binnenhof. Zijn enige politieke daad verrichtte hij eens in de vier jaar, een wandeling naar de stembus. Bijna vierentwintig uur per dag wordt hij nu doodgegooid met nieu we wetten, opstandige Kamerleden en uit het veld geslagen ministers. Maar de politiek boeit hem nog steeds züdelings. "Ik zeg het u eerlijk, ik begrijp er gewoon niets van". Als voorbeeld noemt hij het gedonder met de OV-jaarkaart. "Wekenlang staat er in alle kranten dat zo'n kaart eigenlijk financieel niet haalbaar is. En op een goe de dag wordt zomaar besloten dat die kaart er wel moet komen. Zoiets begrijp ik gewoon niet". De huismeester mompelt wat over het rare partijen-stelsel. Dat de belangen van de partij vaak zwaarder wegen dan die van het volk. Meer mag hij niet zeggen, want ook de huismeester wordt door een voorlichter gemaand te praten als een politicus. Een heel enkele keer vindt hij het wel interessant wat er in zijn 'huis' gebeurt. "Bijvoorbeeld de herziening van de belastingwet. Dan houd ik mijn oren goed open. U begrijpt zeker wel dat ik vind dat ik te veel belasting betaal", zegt de WD-er. Hij was zeer teleurgesteld over de val van het vorige kabinet. Maar hij ergert zich niet nu hij de vice-premier en minis ter van Financiën, Wim Kok, wat vaker over zijn erf ziet schuivelen. "Een intege re man. Ik heb wat minder contact met hem nu hij minister is. Toen hij nog ka merlid was, zagen we elkaar vaker. Nu heeft hü het te druk voor een gezellig praatje". De contacten tussen kamerleden en huismeester zün intensief. Van Bokho ven functioneert als het manusje van al les voor de senatoren. Hü duikt in de kast om Kamerstukken op te diepen, regelt lunches en vergaderingen en zorgt bü hoofdpün ook voor een asperientje en een glas water. Van Bokhoven heeft een zwak voor de Eerste Kamer. "En die moet ook beslist niet worden afgeschaft", kan hü niet na laten te zeggen. Hü vindt het prachtig als 'zün' hard werkende mensen erin slagen een wet tegen te houden. De inhoud doet er weinig toe. "Ik vind het spannend als Eerste Ka merleden in de vergaderzaal spreken. Als ze een overtuigend betoog houden, zie je de gezichten van de bewindslieden betrekken. Hier wordt een spel gespeeld tussen intelligente mensen. Dan is het toch schitterend als een politicus onder uit wordt gehaald. Ook ik geniet van een aangeslagen Maü-Weggen". vervoersmogelijkheden binnen het park, wordt al veel nagedacht. Alles stuit op de financiën. En tja:' huiïkarrén of elektri sche treintjes? De mensen die binnen tien minuten rijden de Van Goghs willen zien, roepen dan weer: sorry mijnheer Stefels, maar toevallig hebben we met die mooie dennen van jou niets te ma ken. Ach, en u vindt dat we met dat nieu we ondergrondse museum toch bezig zijn meer mensen hier naar toe te lok ken? Onzin. Het is een rare vergelijking, maar een restaurant dat wacht met het vervangen van de stoelen tot ze versleten zijn, dat restaurant bestaat niet lang". Dure natuur? Nu is het middag in de bossen, grijze sluiers zonlicht hangen aan het dichte bladerdak boven de weg naar een van de heidevelden, en Stefels praat honderduit over het beheer van dit immense land schap waarin de natuur nog een beetje oerkracht heeft. Aan het eind van het ge sprek in het bezoekerscentrum heeft de directeur van de multinational aan bos en hei zich zoals een man met hart voor de zaak betaamt toch nog een beetje kwaad gemaakt. "U zegt dat 25 gulden entree voor twee volwassenen met twee kinderen en een auto te veel is voor een arbeidersgezin dat ook wel eens van het park wil genie- ten. Nonsens. Als ze naar Slagharen gaan, kunnen ze ook 100 gulden beste den. De natuur wordt duur betaald, zegt u? Flauwekul. Het jachtslot, het Kröller- Müller-museum, wat hebben wij niet al lemaal te bieden? Buiten de poort huur je een fiets voor 8 gulden, hier heb je onze witte fiets voor niets, het entreekaartje heb je er al weer uit. Ach, die kritiek werd vroeger ook wel door de politiek geuit. Burgers Bush kost 16 gulden per persoon, ik noem maar wat. Ik zeg u: we hebben hier een model-publiek. Zouden we het gratis doen, dan kwam er een heel ander publiek, dan zou je veel meer toe zichthouders nodig hebben. Mijn stand punt is: je hebt een geringe drempel no dig om de ongemotiveerden hier weg te houden". Het woud treedt terug en kale donker gele velden met buntgras en eenzame bo- mengroepjes trekken langs het auto- raampje voorbij. Wat heeft u hier eigen lijk het mooist gevonden, wil de passa gier weten van de chauffeur. Stefels moet er een half kilometeije over naden ken. "Het beheer van landschap, in de zin van het doen van ingrepen", antwoordt hij, "kijk, je krijgt eerder te veel bomen dan te weinig. Pas je niet op dan groeit elk landschap dicht. Ik noem het schilde ren met de bijl. Ook denkende aan de op gave van mevrouw Kröller, heb ik ook op deze plek heel veel bomen laten kappen. Het landschap is weer opengemaakt, zoals het, van origine stuifzand, ook vroeger was. Het ging me ook om de es thetiek: hoe de mensen de rust, de schoonheid van dit weidse landschap ondergaan. Een omgeving die ze wat doet, die ze behaagt: ze kunnen het mischien niet zeggen, maar ze zullen het zeker voelen. Dat was voor mij het mooi ste. Het doorgeven ook, he, u begrijpt het wel". Hij kijkt zwijgend voor zich uit, ook zelf een beetje aangedaan door die blik op dat landschap van het eigen innerlijk. "Ja hoor, dat was zo ongelooflijk mooi om te doen". Vloeken Zwijgend kijken we uit over de golvende donkerbruine vlakte van het bos waarin hij de bijl liet zingen. "Aan onze bosre- servaten zal ik natuurlijk nooit.komen. Het is toch ook de afwisseling. Ach, ik ben geen man die op de Hoge Veluwe rondloopt met een loep om een driebla- dig hompelepompje te ontdekken. Ik kijk meer naar het landschap. Iedereen vloekt tegen het verdwynen van de hei door het buntgras. Als ik in oktober op de Compagniesberg sta, die geelgouden herfstkleuren van het buntgras, het is van een zo ontzagwekkende schoonheid, het maakt je van binnen stil, het roept toch ook weer iets in je op, enfin u be grijpt". We begrijpen. Binnenkort neemt Ste-. fels afscheid van het nationale park dat tot de mooiste in West-Europa behoort mede omdat hij in zijn park directeur was, en in zün hart rentmeester. "Ik ga niet als zovelen de ene agenda voor de andere inwisselen. Ik bhjf alleen voorzit ter van de Nederlandse Bosbouw Vere niging en de Oosterbeekse Postzegel Vereniging. En tja, dan zou ik nog weL heel graag een onderzoek willen doen naar het beheer van de rentmeesters van. mevrouw Kröller van toen tot nu". Ir. Stefels bij een van de plekken waar hij het bos van de Hoge Veluwe liet kappen. "Omdat ik de mensen wat wil laten ondergaan

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 31