Drie voorstellingen
Introdans in Jakarta
'Ik heb het werk van El Greco in staal geschreven
Rotterdam koopt collectie Chabot niet
Contacten leggen in het Verre Oosten
Spotprenten Van der
Hem nog springlevend
Leidse beeldhouwster Irène Prinsen maakt indrukwekkende basiliek
DONDERDAG 26 JULI 1990
KUNST
Gestolen Franse lcunst in catalogus
HILVERSUM/PARIJS (GPD) - Een catalogus met één van de merkwaar
digste kunstcollecties aller tijden is sinds kort in Frankrijk in omloop. De
kunstcatalogus, uitgegeven door de Parijse ministeries van Cultuur en
Binnenlandse Zaken, bevat afbeeldingen van 167 uit Franse musea gesto
len schilderijen en andere kunstvoorwerpen.
Enkele van de topstukken die worden vermeld zijn werken van Claude
Monet zoals 'Camille en haar nicht op het strand van Trouville' en 'Portret
van Jean Monet'. Verder zijn in het boek te vinden; 'Op de renbaan' van
Henri Toulouse-Lautrec, 'Baadster gezeten op een rots' van Auguste Re
noir en 'Voor Nadia Boulanger' van Marc Chagall. In totaal vertegenwoor
digen de in de catalogus afgebeelde werken een waarde van een kleine 200
miljoen gulden.
Volgens Mireille Balestrazzi, hoofd van het Centraal Bureau ter Bestrij:
ding van de Diefstal van Kunstwerken, verdwijnt zeker de helft van het ge
stolen goed naar landen als Japan, de Verenigde Staten, West-Duitsland,
België en Nederland. Uiteindelijk belanden heel wat van die schilderijen
in buitenlandse musea, aldus Balestrazzi, waar ze vervolgens een aantal ja
ren een 'slapend' bestaan leiden. Naar schatting zijn sedert de jaren vijftig
ongeveer 12.000 kunstwerken in Frankrijk gestolen.
ROTTERDAM (GPD) - De be
faamde collectie-Tol, bestaande uit
26 schilderijen van de Rotterdamse
schilder Hendrik Chabot (en naam
gever van de gelijknamige culturele
prijs voor de beeldende kunst)
wordt niet aangekocht door de ge
meente Rotterdam.
Particuliere verkoop lijkt nu on
vermijdelijk. Daarvoor heeft zich al
een kandidaat gemeld. Mevrouw
Tol, de weduwe van de verzamelaar,
zegt 'verontwaardigd en verdrietig
te zijn' over dit besluit van het Rot
terdamse stadsbestuur dat "toch al
zo weinig weet te doen met dit her
denkingsjaar van het bombarde
ment van Rotterdam".
"De heren van de gemeente zijn
niet eens wezen kijken voor ze deze
beslissing namen", aldus mevrouw
Tol. "Zelfs burgemeester Peper, die
me al driejaar geleden, bij de uitrei
king van de Chabot-prijs, persoon
lijk heeft beloofd dat hij eens langs
zou komen, is nooit komen opda
gen".
Hoewel geen van de betrokkenen
een bedrag wil noemen, zou het bij
de aankoop van de schilderijen naar
ruwe schatting gaan om een bedrag
van vijfhonderdduizend gulden.
"Een fooi", volgens weduwe Tol,
die eraan herinnert dat de doeken al
in 1970, dus twintig jaar geleden.
door het hoofd van de afdeling Ge
schiedenis van het Rijksmuseum in
Amsterdam werden geschat op 'ten
minste 25.000 gulden per stuk'. Dat
zou betekenen dat het totaalbedrag
indertijd al op 650.000 gulden uit
kwam en op dit moment bij een gro
te veiling vrijwel zeker ver boven
een miljoen gulden zou opbrengen.
Het gaat hier om de zogeheten
'oorlogsdoeken', een reeks schilde
rijen die Chabot in de Tweede We
reldoorlog heeft geschilderd. Het
bombardement van Rotterdam en
de brandende stad spelen daarbij
een centrale rol. Collectionneur D.
Tol, die in 1982 overleed, had in zijn
testament bepaald dat zijn Chabot-
collectie eerst aan de gemeente Rot
terdam moest worden aangeboden
en, als het stadsbestuur onverhoopt
niet wilde, in tweede instantie aan
het rijk. Bovendien stelde Tol als
voorwaarde dat de collectie als één
geheel zou worden tentoongesteld.
Duitser
Al in 1982 werd op dit testamentair
verzoek van Tol 'in principe afwij
zend' beschikt door het college van
B en W. Sinds het overlijden van Tol
wordt de collectie beheerd door de
Erven D. Tol in een woonhuis in
Rotterdam, waar de schilderijen
ook permanent te bezichtigen zijn
(Hendrik Chabot Museum, op tele
fonische afspraak).
De 73-jarige weduwe heeft de on
derhandelingen over de collectie in
handen gelegd van een notaris. Me
vrouw Tol: "We hebben ook met de
gedachte gespeeld om de hele col
lectie maar naar veilinghuis Sothe
by's te brengen. Mijn man heeft ooit
van een Duitser een bod gehad van
één miljoen gulden. Dat heeft hij ge
weigerd. Hij zei toen: dat is mijn eer
te na, doeken over het bombarde
ment verkopen aan een Duitser. Dat
nooit".
Van onze correspondent Tom Ruijfrok
ARNHEM De injecties
hebben, ze al gehad en deze
week wordt begonnen met
de malaria-kuur. „Als een
toerist aan de diarree raakt,
is dat lastig, maar hij kan
tenminste gewoon verder
gaan met het aflopen van de
attracties. Bij dansers ligt
dat allemaal wat anders".
Zakelijk leider Hans
Focking weet al precies in
welke hoek de gevaren
schuilen wanneer Introdans
dinsdag 31 juli vanuit Arn
hem afreist naar Jakarta, om
daar drie voorstellingen te
geven in het kader van het
Jakarta International Festi
val of the Performing Arts.
Tien jaar geleden was er voor het
laatst een Nederlands dansgezel
schap (het Nationale Ballet) in Indo
nesië te zien. Een berucht bezoek,
want maar liefst veertig procent van
de dansers stond toen niet op het
podium, maar lag in bed. Geveld
door het Indonesische klimaat en
ongebruikelijke voedsel. Dat soort
toestanden hoopt Focking volgen
de week te voorkomen door de dan
sers uitsluitend in het hotel te laten
eten. Een westerse keuken? „Ik
hoop het". Maar Focking beseft dat
hij niet alles in de hand heeft. Voor
het geval het dus toch mis mocht
gaan, hebben alle twintig deelne
mers een noodplan op zak, waarin
vermeld staat wie wie vervangt en
hoe de choreografieën aan de om
standigheden kunnen worden aan
gepast.
In 1988 was Farida Feisol, direc
trice van het Indonesische festival,
in Nederland op zoek naar voorstel
lingen. Ze zag bij Introdans 'White
streams' van Ed Wubbe en was ver
kocht. De groep werd uitgenodigd
voor het festival 1989, op voorwaar
de dat deze choreografie ook in Jak
arta zou worden gebracht. Bedoe
ling was Jakarta op te nemen in een
tournee langs cultuurpaleizen in
Singapore, Taiwan en Hongkong.
Lang zag het ernaar uit dat die
rondreis gerealiseerd zou worden,
maar het lukte uiteindelijk nèt niet
de financiële eindjes aan elkaar te
knopen.
„En dan gaan we niet", zegt
Focking resoluut. „In Nederland
mag er best eens wat bij inschieten,
daar zijn de subsidies nu eenmaal
voor. Maar een tournee moet kos
tendekkend zijn, anders is het risico
veel-te groot".
Ijskast
Dit jaar is het dankzij een reissubsi-
die van het ministerie van buiten
landse zaken wèl mogelijk naar Jak
arta te gaan, al zijn de plannen voor
een Aziatische tour voorlopig in de
ijskast gezet. Voorlopig, want Intro
dans hoopt de rondreis volgend jaar
alsnog te kunnen maken. „Dat is
ook een van de redenen waarom we
deze uitnodiging met beide handen
hebben aangegrepen
het ministerie meebetaalt. De kans
is groot dat we daar in contact kun
nen treden met organisatoren en di
recteuren van festivals en theaters".
Overigens is Introdans, dat in eigen
land met Scapino om de titel 'derde
dansgezelschap van Nederland'
strijdt, ook in gesprek met een Bra
ziliaans impresariaat.
Focking heeft al een goed idee
wat hem en zijn mensen in Jakarta
staat te wachten. Podiumplan en
technische faciliteiten zijn opge
vraagd, en verder kon Introdans
bouwen op de ervaring van choreo
graaf Ed Wubbe, die verleden jaar
als winnaar van de Perspectiefprijs
een studiereis door Indonesië
maakte.
„Het is mij niet bekend of er in het
land groepen zijn die zich met de
westerse dans bezighouden. Als zo
danig is de kunstvorm daar echter
wel bekend, vooral omdat er regel
matig Amerikaanse gezelschappen
komen. De Nederlandse groepen
hebben er, net als over de hele we
reld trouwens, een uitstekende
naam. Dankzij het Nationale Ballet,
maar ook dankzij het Nederlands
Danstheater dat veel in het Verre
Oosten heeft gespeeld".
Heeft Introdans als reizend gezel
schap ruime ervaring met binnen
landse verplaatsingen, een tournee
naar Indonesië is geheel andere
koek. Focking: „Alles, werkelijk al
les moeten we meenemen. Kos
tuums, decors, schoeisel en
schminkdozen, maar ook de eigen
bandrecorder gaat mee. De dansers
zijn nogal gehecht aan hun normale
Introdans proeft aan het Verre Oosten. Zak
"Een tournee moet kostendekkend zijn, anders is
tempo en we willen wat dat betreft Maar - vergelijkingen tussen voet
verrassingen komen te bal en dans zijn al vaker gemaakt -
geen ballet-tape mee te nemen. Dat
hebben we hier niet". Het grootste
probleem was vreemd genoeg het
vinden van genoeg vliegtuigcapaci
teit voor de groep, maar ook dat is
gelukt".
De voorbereidingen op de tournee
komen op een moment dat de ande
re gezelschappen al lang en breed keert'
op vakantie zijn. Het
dans een lang
Dinsdag al stappen de Arnhem
mers in het vliegtuig om in Indone
sië de jetlag te kunnen verwerken,
vrijdag 3, zaterdag 4 en zondag 5 au
gustus staan de voorstellingen in
het gerestaureerde Gedung Kese-
nian Theater van Jakarta op het pro
gramma. Woensdag 8 augustus
keert een deel van het gezelschap -
or Intro- enkelen blijven in Indonesië om va-
geweest, kantie te vieren - in Nederland te-
waarin het gezelschap vooral te rug Lichamelijke problemen voor-
kampen had met veel blessures, behouden natuurlijk.
Jazz-trompettist ontvlucht Cuba
HAVANA (Rtr/AFP) De Cubaanse jazz-trompettist Arturo Sandoval
heeft politiek asiel gevraagd in de Verenigde Staten.
Sandoval was op tournee in Europa met de Amerikaanse jazz-trompet
tist Dizzy Gillepsie en vroeg politiek asiel aan op de ambassade van de Ver
enigde Staten in Athene. Hij is inmiddels samen met zijn vrouw en kinde
ren in Miami aangekomen.
ROTTERDAM Waar de hoofdre
dacteur doorgaans een stroom
woorden nodig heeft, doet de poli
tiek tekenaar het met een penne-
streek. Zo kan hij Lubbers neerzet
ten met zijn five o'clock-shadow en
in een oogopslag weet je dat hij de
premier een boef vindt en diens ka
binet een bende. De hoofdredacteur
mag dat niet zomaar schrijven. Hij
haalt er de sociale minima bij, wijst
er met veel omhaal van 'mitsen' en
'maren' op dat zij erop achteruit, al
thans niet vooruit gaan, en dat de
hogere inkomensgroepen relatief
worden ontzien.
Hij bedoelt misschien wel hetzelf
de als de politieke tekenaar, maar
hoofdartikelen worden na de dag
van verschijning nooit meer gele
zen. Politieke tekeningen worden
soms decennia later nog tentoonge
steld. De politieke tekenaar slaat er
als het ware op los; hij is de straat
vechter van de krant.
Piet van der Hem vervulde die rol
tussen de beide wereldoorlogen
voor verschillende Nederlandse
kranten. Zijn werk is tot en met 28
oktober te zien in de Atlas van
Stolk, onderdeel van het Historisch
Museum aan de Rotterdamse Korte
Hoogstraat. Zijn slachtoffers zijn al
lang dood en begraven, maar zijn
spotprenten zijn nog springlevend.
Van der Hem werd in 1885 in
Friesland geboren. In Amsterdam
behaalde hij zijn akte middelbaar
tekenen. Daarna ging hij studeren
aan de Rijksacademie. In 1907 ver
trok hij, zoals het een aankomend
kunstenaar betaamde, voor een jaar
naar Parijs. Toen hij rond 1909 sterk
de aandacht begon te trekken met
zijn schilderijen en tekeningen, was
men algemeen van oordeel dat zijn
werk uiterst modern en zeer veelbe
lovend was.
In 1914 had Van der Hem genoeg
van de modernisten en specialiseer
de hij zich in het schilderen van por
tretten. In 1922 ontving hij de eer
volle opdracht om het kabinet-Cort
van der Linden te schilderen.
Kennelijk waren de politici van
toen al net zo ijdel als die van tegen
woordig. Als politiek tekenaar van
De Nieuwe Amsterdammer had
Van der Hem verschillende malen
bewindslieden uit het kabinet-Cort
van der Linden gebruikt in zijn car
toons niet altijd even vleiend
en toch poseerden ze gewillig voor
een serieus portret.
De kunstenaar was in 1914 als po
litiek tekenaar begonnen bij het
weekblad De Nieuwe Amsterdam
mer. Na de Eerste Wereldoorlog
raakte het blad in de versukkeling
omdat het nogal veel sympathie aan
de dag legde voor de Russische re
volutie. In 1918 stopte Van der Hem
met zijn medewerking.
Tussen 1918 en 1923 tekende Piet
van der Hem voor bladen als De
Loods en De Vrijheid. Daarna zou
hij twaalf jaar lang verbonden bli j
ven aan de Haagsche Post van S.F.
van Oss, een blad dat werd gedrukt
op rose krantepepier en zich ken
merkte door zijn liberale, onafhan
kelijke opstelling. Een spraakma
kende prent uit die periode is
'Spoor contra auto'. De Nederland
se Spoorwegen procedeerden in die
dagen tegen autobusondernemin
gen het zou nog lang duren voor
dat het openbaar vervoer de handen
ineen zou slaan. De veelvuldige
spellingsvernieuwingen inspireer
den Van der Hem eveneens tot rake
prenten die nu in de Atlas van Stolk
te zien zijn. De karikatuur van Co-
lijn vulde menigmaal de voorpagina
van de HP.
Na 1935 bereikten de tekeningen
van Van der Hem een publiek van
vele tienduizenden krantelezers
toen hij overstapte naar de Haag
sche Courant. Na de Tweede We
reldoorlog ging hij het wat kalmer
aan doen. Tot zijn dood in 1961 wijd
de hij zich voornamelijk aan zijn
specialiteit, het schilderen van por
tretten.
Van onze redacteur
Cees van Hoore
LEIDEN 'Ik schreef de
schilderijen van El Greco in
staal. Zijn tekens, zijn figu
ren en hun theater - ze zijn er
en ze zijn er niet want ze wer
den omgezet in mijn hand
schrift".
De stem van beeldhouw
ster Irène Prinsen weer
kaatst in een garage aan het
Utrechtse Veer in Leiden.
De helft van deze kraakhel
dere ruimte wordt in beslag
genomen door Prinsens
laatste schepping: 'El Greco,
basiliek voor een schilder',
een monumentaal en won
derlijk fijnzinnig beeld
houwwerk. In deze garage is
de basiliek de hele maand
augustus van woensdag tot
en met zondag van 12.00 tot
18.00 uur op afspraak te zien.
In welk museum het een
vaste plaats zal vinden, is
nog niet bekend. Prinsen,
die haar sporen als beeld
houwster al ruimschoots
heeft verdiend, zoekt nog
'onderdak' voor haar werk.
Een kleine basiliek van staal voor El
Greco, een kunstenaar die veel bij
belse taferelen heeft vastgelegd op
zijn doeken. Prinsen schetste een
aantal van die doeken na op stalen
platen en haalde de bijbelse figuren
er daarna met een snijbrander uit.
Het kunstwerk heeft inderdaad
dat 'stille' dat een basiliek ken
merkt. Het dwingt niet alleen ont
zag af maar ook eerbied. Tal van
aangrijpende prachtige voorstellin
gen zijn te zien als je je bevindt in
het beeldhouwwerk. Het lopen in
die overkoepelende ruimte geeft
een vermoeden van eeuwigheid.
Het is een gang, een segment van
het doek of waar de ziel terecht
komt, later. Hier staat een levens
werk dat in twee jaar is gemaakt. De
voorstellingen op de zijwanden
worden telkens onderbroken door
een gladde, stalen plaat. Dat geeft
iets klassieks aan het geheel, brengt
rust aan in het dramatische werk.
Kunst waar je stil van wordt, kunst
ook die je in Leiden maar zelden
aantreft.
"Ja, je kunt mijn beeldhouwwerk
binnengaan", zegt Prinsen als wij in
haar basiliek lopen. Ze wijst op de
vele details in het 'plafond'. Enge
len lijken achterover uit de hemel
neer te storten. Op hun gezichten
een ongelooflijke triestheid. Won
derlijk dat iemand met een snij
brander zoveel expressie weet te
leggen in gezichten. Van een onuit
sprekelijke droefheid is de figuur
van de gekruisigde Christus. Zijn
gezicht is een klacht. In zijn borst is
duidelijk de wond van de lans te
Prinsen: "Ik heb er de literatuur
op nageslagen en nagekeken waar
die wond werd aangebracht. Ergens
boven de zoveelste rib. Dat soort
dingen hou ik goed in de gaten. Met
het maken van gaten in de handen,
voelde ik die gaten zelf. Het klinkt
misschien wat gezwollen, maar bij
het werken aan dit beeld was het
alsof God door mij sprak. Of ik een
werktuig was in de handen van iets
hogers. Ik ben niet katholiek, maar
dat was een indringende ervaring".
Weerstand
Vanonder de overkoepeling kun je,
zo'n twintig meter verder een los
staand, stalen paneel zien staan. Het
is 'de deur van de basiliek'. "Kijk",
zegt Prinsen als we ervoor staan,
"dat gezicht van Christus. Herinner
je je dat veenlijk dat ze destijds bij
Tollund hebben gevonden? Daar
lijkt die Christus op. Het is gek hoe
onder je handen de dingen verande
ren, een eigen karakter krijgen. Ik
heb dan alles wel tot in de details ge
tekend en geconstrueerd, maar al
werkend met de snijbrander ont
stonden er toch allerlei nieuwe sym
bolen en tekens en werd een bijbel
se figuur ineens een Odysseus. De
eeuwen gaan in elkaar over. Als je
die bogen daar bekijkt, heeft het ge
heel toch iets mediterraans. Dat
spreekt mij aan. Ik hou van de
Spaanse beeldhouwers, die vaak
werken in staal. Staal vind ik een
prachtig materiaal. Het biedt weer
stand, het is niet gelikt, je moet het
veroveren. Mijn keuze voor de tech
niek van het snijbranden heeft te
maken met een metafysisch uit
gangspunt. Ik maak kieren in dat
staal, kieren die je even een uitzicht
geven op een andere wereld. Door
met een snijbrander het staal open
te maken laat ik licht in de materie
verschijnen".
"Na een excursie naar Spanje en
een bezoek aan het Prado was ik
enorm gegrepen door het werk van
El .Greco. Ik wilde zijn schilderijen
omzetten in ruimte-kunst, ze diepte
geven. Door deze basiliek te maken
heb ik voor mijzelf het contact wil
len herstellen met historische leef-
en werkvormen. Ik ervaar het ei
gentijdse kunstklimaat als on
vruchtbaar. Ik heb het klassieke
werk van El Greco in mijn eigen
handschrift proberen over te bren
gen naar deze tijd".
Monumentaal
Prinsen is twee jaar bezig geweest
met haar basiliek, die meer dan an
derhalve ton weegt. Daarbij heeft zij
Irène Prinsen: 'Ik
het eigentijdse kunstklimaat als onvruchtbaar'. Ik ivilde El Greco's schilderijen omzetten
veel medewerking ondervonden
van constructiebedrijf Welling,
waar ze mocht werken, en de firma
Groenewegen, waar haar werk nu te
zien is. "Het is een lange en eenza
me weg geweest. Zo'n werk maak je
niet in een gewoon atelier. Dit is
monumentaal. Dat is nou eenmaal
mijn formaat. En daarvoor moet je
de ruimte hebben. Ik wacht nu op
een aanbieding van een museum
dat dit werk wil exposeren. Het
heeft een mooie, lege ruimte nodig,
van zo'n twintig bij dertig meter.
Mijn droom is, dat het in het Prado
in Madrid kpmt te staan. Maar die
kans is natuurlijk niet groot. Ik
denk ook aan het Stedelijk Museum
in Amsterdam of aan Boymans in
Rotterdam. Maar als de gemeente
Leiden er een geschikte plaats voor
weet, hou ik me aanbevolen. Wie
weet, past het in de moderne vleu
gel van De Lakenhal. Die zou toch
eens gebouwd worden?".
Het beeldhouwwerk kan in au
gustus van woensdag tot en met
zondag tussen 12.00 en 18.00 uur
worden bezocht na afspraak <071 -
141058).
de gekruisigde Chris-