'Kleintje' watersport
op Alkmaardermeer
Oisterwijk trots
©p groene imago
Zeewater is nu pure nostalgie
Kastelen
en natuur
trekkers
van Mook
De 'parel' van
Noord-Brabant'
Leeghwater
Schokland
en Urk
Mookerheide
PAGINA 20
MAANDAG 9 JULI 1990
Wie er een dagje op uit wil heeft Nederland heel wat te bieden.
De komende weken wat op watersport gerichte tips.
Oisterwijk is vooral vanwege het
'groen' een geliefd vakantieoord.
De vele kampeerboerderijen,
bungalowparken, hotels en
pensions, uitgaansgelegenheden
en maar liefst zeven campings zijn
er het bewijs van.
Door
Peter ten Cate
Het stadje zelf is ook aantrekkelijk, niet
in 't minst door de vele zonovergoten ter
rasjes aan het marktplein De Lind, dat
met de Dorps- en Kerkstraat hét centrum
van Oisterwijk vormt. Schuin tegenover
het in een schilderachtig pandje onder
gebrachte VW-kantoor (De Lind 57)
staat in een parkje een duizendjarige lin
de. Op het bankje rondom de voet van de
'reus' is het prima lommerrijk toeven.
Recht tegenover de VW pronkt het
statige, bijna een eeuw oude raadhuis.
Daarvoor staat -opvallend voor een Bra
bantse plaats waar linden doorgaans het
Wonderlijk toch. Maar enkele tien
tallen meters banjeren door een stuk
os, waar de januaristorm duidelijk
n sporen heeft achtergelaten, en je
beland al in een oase van rust. Het in
dringende lawaai van de weg, maakt
plaats voor het vrolijk gesnater van
eenden en zingende vogels. Vanaf de
?rs van de Van Esschenven, één
de vele vennetjes ten zuiden van
Oisterwijk, openbaart zich een schit
terend panorama. Een met waterle
lies bedekte, eilandjesrijke en door
bomen en struiken .ingepakte' plas.
Een romantisch spiegelende water
partij als hét voorbeeld van pure, on
gerepte natuur. Geen wonder, dat dit
onegveer 2000 ha grote vennen-, hei-
e- en bosgebied wel de „parel van
Noord-Brabant" wordt genoemd.
Dat toeristen, recreanten en dagjes-
isen er anno 1990 nóg van kunnen
genieten, is te danken aan mr. P.G.
Tienhoven, die in 1905 aan de
wieg stond van de natuurbescher
ming in Noord-Brabant. Hij richtte
toen de Vereniging tot Behoud van
Natuurmonumenten op. Tot het einde
de jaren twintig was zij vrijwel
de enige die Brabantse natuu^terrei-
door aankoop veilig stelde en zo
het indrukwekkende bezit van de
Oisterwijkse vennen, aangrenzende
Kampinasche Heide en de Loonse en
Drunense duinen verwierf.
straatbeeld bepalen- een grote uit 1795
daterende eik. Van alle bij de komst van
de Fransen geplante 'Vrijheidsbomen' is
alleen de Oisterwijkse nog over. Naar het
raadhuis leidt overigens, tussen twee rij
en oude linden door, het smalle zogehe
ten .Trouwlaantje'. De Maaskeitjes van 't
pad pleegden, volgens insiders, een re
gelrechte aanslag op de hakken van me
nig bruidje-
In dit Vincent van Gogh-jaar mogen
we ook niet de banden van de Van Goghs
met' Oisterwijk vergeten. Broer Theo
volgde namelijk van 1871 tot 1873 voort
gezet onderwijs aan de Franse school in
Oisterwijk, waar .meester Felix' de scep
ter zwaaide. Vincent, die toen in een
kunsthandel in Den Haag werkte, in één
van z'n brieven aan Theo: "Je zult het wel
benauwd hebben op je wandelingen naar
Oisterwijk" en "Ik beklaag je datje iede
re dag naar Oisterwijk moet met dit hon-
deweer".
In de school werd later overigens siga
renfabriek De Huifkar gevestigd. Deze
naam is nog terug te vinden op de gevel
van het oude pand aan De Lind, iets
voorbij het raadhuis, waarin nu een zaak
in campingartikelen is gevestigd.
Wie van kerken houdt, komt in Oister
wijk ook volop aan z'n trekken. In de
Kerkstraat staat het pittoreske uit 1809
daterende Napoleonskerkje. Deze NH-
kerk, genoemd naar Lodewijk Napoleon
en gebouwd met een gift van 7000 gulden
van Napoleon, staat op de Monumenten
lijst en is in 1972 gerestaureerd. Het staat
in schril contrast met de grote, majestu
euze St. Petruskerk aan het Kerkplein.
De bouwheer van deze bijna een eeuw
oude neo-Gotische kerk was dr.P. Cuy-
pers, die onder meer ook het Amster
damse Centraal Station en het Rijksmu
seum bouwde.
Verder is er nog de Joanneskerk aan
het eind van De Lind, vernoemd naar de
Heilige Joannes van Oisterwijk, één van
de martelaren uit Gorinchem, die in 1572
om het geloof in Brielle ter dood werd ge
bracht.
De rijke historie van Oisterwijk is zelfs
in de horeca-business terug te vinden.
Hotel De Swaen en St. Joriske aan De
Lind, bijvoorbeeld, waren enkele eeu
wen geleden al herbergen, waar getuigen
na de geboorte-aangifte op het raadhuis
werden onthaald op, een heildronk. Bij
St. Joriske zijn de oude muurankers bij
de jongste restauratie weer aangebracht.
Gezinnen kunnen in Oisterwijk ook
hun hart ophalen. Openluchtbad Staal-
bergven is een strand- en recreatiebad
met o.a. familieglijbaan, speeltuin en
springkussen. Verder zijn er nog het sub
tropische zwembad De Parel, met
jetstream, whirlpool en wildwaterkolk,
en het overdekte zwembad De Leye. En
bij 'Piet Plezier' aan de Vennenlaan kan
jong en oud zich vermaken met allerlei
attracties. Ook behoren in Oisterwijk
puzzel-, kano- en huifkarritten tot de mo
gelijkheden en zijn er o.a. een natuur-
met poppentheater en een vogelpark.
De Schermer, de Beemster, de Heerhugowaard, de Purmer en de Wormer zijn
in de zeventiende eeuw een prooi voor ingenieur Jan Adriaensz. Leeghwater
geworden. De man heeft zijn naam eer aan gedaan. Zelfs de Haarlemmermeer,
zijn grote uitdaging, is drooggelegd, al duurde die klus ondanks de hulp van
stoomgemalen wel meer dan drie jaar.
Bovendien heeft Leeghwater, die in Midden-Beemster een borstbeeld kreeg,
het Hollandse polderlandschap verrijkt met windmolens, de bekende boven
kruier. Daarvan zijn een aantal bestand zijn gebleken tegen de tand des tijds
en werden anderen gerestaureerd.
Aan de Noordervaart, de provinciale weg van Alkmaar richting Hoorn, is een
van die molens aan de Schermer in Schermerhorn als museum ingericht. De
molen is tot in de nok te beklimmen en de opengewerkte delen maken duide
lijk hoe het apparaat werkt. Bij voldoende wind zet de molenaar het gevaarte
in werking en wordt er water opgepompt. Er zijn voor de liefhebbers fraaie
molentekeningen en posters te koop.
Het terrasje van
hotel De Swaen,
een etablissement
dat Oisterwijk al
vele eeuwen een
eigen gezicht
geeft.
(foto Charel tendeloo)
Het water ten zuiden van Alkmaar
heeft Leeghwater ongemoeid
gelaten, waardoor drie eeuwen
later in het Noorderkwartier nog
steeds volop ruimte is voor
waterrecreatie. Op oude
toeristenkaarten prijkt nog de
naam Langemeer. Vraag in de
omgeving van Alkmaar naar de
kortste weg en tien tegen een dat
niemand het antwoord weet. Van 't
Langemeer, dat op toeristische
kaarten nog wel voorkomt-, heeft
niemand ooit gehoord. Alleen
Alkmaardermeer is ingeburgerd.
Wat zuidelijker, in Castricum,
Limmen of Uitgeest, van
oorsprong tuindersdorpen, heeft
men het over 't Uitgeestermeer, in
feite de naam het zuidelijke deel
van het water.
Door
Jan Kees van der Pauw
Het Alkmaardermeer is bij uitstek ge
schikt voor kleine watersport. In de
jachthavens van Uitgeest en Akersloot
liggen bij het begin van het seizoen nog
wel wat grotere zeiljachten, maar dat zijn
voor het merendeel boten die er in win-
terberging zijn geweest. De meeste
schippers met een boot van acht meter of
meer hebben het op het meer wel gezien
en kiezen voor ruimer water en dus een
van de IJsselmeer-stadjes als thuisha-
Voor een dagje actieve watersport kan
men op het Alkmaardermeer goed te
recht. Uitgeest is dan een mooi vertrek
punt omdat het een NS-station "heeft en
ook per auto (A-9) goed bereikbaar is. Er
is bovendien van alles te huur: roeiboten
(voor hengelliefhebbers), zeilplanken en
kleine zeilboten.
Wie nog nooit op een surfplank heeft
gestaan kan er les krijgen. Speedboat-
adepten en waterskiërs kunnen terecht
op de Deilings, een deel van het Alk-
maardërmeer dat met oranje boeien is af
gebakend. Ze moeten wel geregistreerd
zijn en een vergunning van de provincie
kunnen tonen als de RP-61 van de rijks
politie te water, die Akersloot als thuis
haven heeft, komt controleren.
Die vergunningen, voor een heel sei
zoen, maar ook voor een week, zijn by de
politiebureaus in de dorpen rond het
meer verkrijgbaar. Op zondag geldt ech
ter ook voor vergunninghouders van elf
uur tot half vier een verbod om snel te va
ren. Voor de ski-jets, de nieuwste bron
van ergernis van zeilers, hengelaars en
andere rustzoekers, gelden dezelfde re
gels.
Is er rond het meer de afgelopen jaren
weinig veranderd de pont over het
Noordhollands Kanaal vaart nog steeds
van één markant navigatie-punt zijn
de zeilers beroofd: de drie ovens bij
Akersloot waarin sinds de jaren twintig
zeeschelpen, opgevist langs het Noord
hollandse strand, werden gebrand om tot
ongebluste kalk te worden verwerkt. De
drie ovens zijn in 1976 afgebroken en
twee jaar later weer 'opgebouwd in het
Zuiderzee-museum van Enkhuizen.
Daar zijn ze nu de blikvangers van de be
zoekers die per boot het museum nade
ren. Je waant je, als je daar aan komt va
ren, dan ook even op het Alkmaarder
meer in plaats van op het IJsselmeer.
Dat indrukwekkende Zuiderzeemuse
um heeft dit seizoen trouwens een op
merkelijke attractie. Het Urker kwartier
wordt vanaf 1 juli bevolkt door mensen
die allen een band met Urk hebben en
een soort 'tableau vivant' vormen. Ze
beelden Urkers uit die in het jaar 1905 le
ven. Ze spreken zelfs het dialect uit die
tijd, ook tegen bezoekers die wat over die
periode, toen Urk nog een eiland was,
willen weten.
Vanuit Alkmaar kan men zich ook la
ten varen. Er kan geboekt wórden voor
diverse boottochten. Woltheus Cruises,
die ANWB-leden korting geeft en ook
aan faciliteiten voor rolstoelgebruikers
heeft gedacht, vaart vanaf de Kanaalka
de onder meer naar de Zaanse Schans,
Amsterdam en Broek op Langedijk met
z'n Broeker veiling, de oudste groente
veiling ter wereld.
Bij de tochten richting Zaanstreek
vaart men over het meer en krijgt men
een fraai beeld van het Noordhollandse
polderlandschap met z'n karakteristieke
stolpboerderijen. Wie zo'n dag te lang
duurt kan ook vanaf de Friese Poort in
stappen voor een grachtenrondvaart van
drie kwartier, waarbij de 'molen van
Piet' wordt gepasseerd.
Flevoland zou feitelijk moeten worden
geschrapt van het lijstje provincies dat
in het kader van 'Nederland waterland'
een bezoek waard is. Natuurlijk bezit
de provincie in onder meer Almere en
Lelystad een aantal prachtige
jachthavens. Maar daar waar
watersporters in het verleden de
zeilen konden hijsen, groeit nu op
onmetelijke akkers koolzaad, gras,
piepers en mais. Langs een lineaal
getrokken sloten en vaarten nodigen
nu niet direct uit tot een
pleziervaartje. Alleen het IJsselmeer,
de IJsseldelta en het Veluwemeer
vormen nog overblijfselen van de
enorme watermassa's die hier ooit op
vaderlandse bodem klotsten.
Door
Jan Bengevoord
Op hét voormalige eiland Schokland aan
de weg tussen Ens en Nagele in de
Noordoostpolder kan de bezoeker van
Flevoland nog even wegdromen in een
waterrijk yerleden. Wie zich met enige
fantasie voorstelt dat de onmetelijke
landbouwgronden om het eilandje
schuimende golven zijn, krijgt even het
"Robinson Crusoë-gevoel. De houten
huisjes, het kerkje en het kanon maken
echter duidelijk dat het leven op dit
mini-eilandje z'n oerhollandse gangetje
ging.
De bewoners - waarschijnlijk streken de
eersten in de vijfde eeuw op het eilandje
neer- leefden van de visserij, handel en
jutterij, onderhielden het vuur dat
diende als een baken voor schepen,
gingen zondags trouw ter kerke en
staken na gedane arbeid de vlam in een
proseleinen pijpje. Veel huisraad,
kaarten en andere overblijfselen in het
huidige museum herinneren aan de
eilandbewoners van weleer.
De museum-directie ontvouwde onlangs
ambitieuze plannen voor een ecologisch
museum. Daartoe zijn de ingrediënten
aanwezig. Want behalve veel vondsten
die herinneren aan de eilandbewoners is
bij Schokland in het Van der Lijn-
reservaat een ongerept stuk
Zuiderzeebodem met zwerfstenen en
fossielen bewaard gebleven. Een bezoek
aan het voormalige eilandje kan dan ook
uitstekend worden gecombineerd met
een flinke wandeling langs de
voormalige kustlijn en delen van de
zeebodem. Het kerkje is inmiddels weer
gerestaureerd en voorzien van een
preekstoel.
Een nog springlevende herinnering aan
de Zuiderzee-glorie van weleer vormt
Urk. Een deel van de bewoners van dit
voormalige Zuiderzee-eiland kiest nog
altijd het ruime sop. Een ander deel is
overgeschakeld op de IJsselmeervissery
of verdient aan de stroom toeristen die
het plaatsje jaarlijks bezoekt. De haven
vormt de belangrijkste toeristische
attractie.
Ook een wandeling langs de dyk is de
moeite waard. In de verte is de lange ry
windmolens zichtbaar, het intieme
vuurtorentje brengt 's avonds de
eilandsfeer terug en over het water
maakt de uit het water optorende
Flevocentrale duidelijk dat de tijden van
potkachel en petroleumlamp slechts nog
in nostalgisch ingerichte horeca
gelegenheden wordt opgeroepen. De
'wandeling voert ook langs het
monument ter nagedachtenis aan de vele
vissers die hun broodwinning met de
dood moesten bekopen.
Vanaf Urk leidt de Ketelbrug naar de
Op slechts enkele plaatsen is in de pro
vincie Flevoland de herinnering be
waard gebleven aan de tijd dat de Zui
derzee nog als een omvangrijke Neder
landse binnenzee de kusten onveilig
maakte. Wie tussen de uitgestrekte
gras- en bouwlanden over kaarsrechti-
ge wegen door de provincie rijdt kan
zich maar moeilijk een voorstelling
maken dat dit stuk Nederland ooit
werd bewoond door garnalen, mosse
len en haringen. Toch heeft de natuur
er ooit uit gezien zoals het huidige
Waddengebied%mct slikken en schor
ren, slenken en geulen, duizenden wa-
tervogels op zoek naar een zecpiertje
en door stormen opgezweepte water
massa's. Nederland waterland in z'n
meest ongetemde gedaante.
Op het voormalige Zuiderzee-eiland
Schokland herleeft een stukje van die
geschiedenis. In de luwte van het sinds
de middeleeuwen gestaag afbrokke
lende eiland vond menig Zuiderzee
visser beschutting tegen striemende
stormen.
Op het andere eiland, Urk, is de herin
nering nog grotendeels levend geble
ven. Wie op de kade langs de vissers
schepen wandelt kan nog de lucht van
de zee opsnuiven. Maar ook het nieuwe
land is op sommige plaatsen verras
send. Want daar waar veel natuur ver
dween met de polderwoede, ontstond
een van de belangrijkste watervogel-
gebieden van Europa: de Oostvaar-
dersplassen
Flevopolder. Een eindje zuidwestelijk
van Lelystad vinden we pal tegen de
IJsselmeerdijk een van de belangrijkste
watervogelgebieden van Europa. In de
Oostvaardersplassen nam de door
inpolderingen geplaagde natuur het heft
in eigen hand. Wie daarvan kennis wil
nemen, slaat even voorbij Lelystad-
Haven linksaf de Knardijk op.
Al aan het begin van de Knardijk begint
het vogelavontuur. Enorme troepen
vogels vliegen in lange rijen af en aan
tussen het zompige moeras en het
IJsselmeer. Het zijn vooral aalscholvers
die in lange formaties de Urker
palingvissers op IJsselmeer
concurrentie aandoen, maar af en toe
weerklinkt ook een luid 'gak-gak-gak'
van ganzen.
Vogelbescherming heeft langs de
Knardijk een vogelobservatiehut
ingericht. Deze hut geldt als het Mekka
van vogelkijkgenot, want in alle
jaargetijden trekken hier zo ongeveer
alle watervogelsoorten voorbij die
Europa nog rijk is. Voor veel soorten zyn
de Oostvaardersplaatsen inmiddels het
belangrijkste overwinteringsgebied of
halteplaats voor vogels op doorreis.
Nergens kan dit beter worden bekeken
dan op deze plek.
Verderop ligt nog een observatiehut, die
speciaal toegankelijk is gemaakt voor
rolstoelers. Vanaf deze plaats starten ook
vele excursies naar onder meer een van
de aalscholverkolonies. Wie daaraan wil
deelnemen, moet zich wel vooraf
informeren over de mogelijkheden bij
het Natuurinformatiecentrum De
Trekvogel, want dit gebied is slechts
onder leiding van gidsen toegankelijk.
Bladerend in het Verkade album
Onze groote rivieren krijg je het
gevoel dat het stroomgebied van
de Maas tot de mooiste
natuurgebieden van ons land
behoort. De auteur, dr. Jac. P.
Thijsse, heeft het over een "groote
majestueuze rivier", „een rijken
plantengroei", „oude jaagpaden"
en „forsche kasteelmuren langs de
oevers". De tijd heeft een forse
streep door deze bloemlezing
gehaald, dat neemt niet weg dat
het noorden en midden van
Limburg nog heel wat op het
recreatieve vlak te bieden hebben.
Door
Guus Ferrée
Rivierwandelingen over jaagpaden langs
kastelen of wat daar van over is zijn bijna
niet meer uitvoerbaar, de stenen resten
van het verleden hebben in de afgelopen
vijftig jaar echter niet al te veel geleden.
Sterker nog, een kasteel als dat van Ar-
cen is enige tijd geleden zodanig in oude
luister hersteld dat het een attractie van
internationale allure is geworden. Maar
daarover later meer.
Mook, Sambeek, Well, Ooijen, Arcen,
Grubbenvorst, het is een illuster rijtje na
men van plaatsen dat garant staat voor
een geslaagd (meerdaags) verblijf in het
Limburgse land. Zeker voor hen die een
beetje van vaderlandse geschiedenis
houden.
"Den tachtig jarigen oorlog heeft veel
heviger dan de meesten wel meenen,
langs de oevers van de Maas gewoed.
Niet alleen de bevestigde steden hebben
hun belegeringen en verrassingen ge
kend, maar elk kasteel heeft aanranding
en verwoesting te verduren gehad. Well,
Geesteren, Blitterswijk, Oijen, Arcen, al
lemaal hebben ze er aan moeten geloven.
Die kastelen zijn anno 1990 nog steeds
schilderachtige plaatsen om te bezoe
ken. Zoals de kasteeltuinen van Arcen.
Nog niet zo heel lang geleden vormde dit
uit 1653 stammend slot een bouwvallig
geheel dat vooral door toedoen van Duit
se troepen in de Tweede Wereldoorlog
veel had geleden.
Voor die tijd was het kasteel, dat is ge
grondvest op de resten van een 14de
eeuwse voorganger, het domicilie van de
Duitse kunstschilder professor
Friedrich Agust Deusser. Nadat de Deus-j
sers waren overleden erfde de chauffeur
van de familie de miljoenen tellende er
fenis.
De restanten van het kasteel werden in
1976 door het Limburgs landschap aanV
gekocht en tien jaar later in erfpacht van
de B.V. Kasteeltuinen Arcen gegeven.
Twee jaar geleden werd het gerenoveer
de kasteel alsmede prachtig aangelegde
tuinen door Prins Bernhard geopend.
Het landgoed is veranderd in een 32 hec
tare groot lusthof dat de grootste bloe
men- en plantentuin van ons land her
bergt. Een van de* fraaiste onderdelen is
een rosarium waar 20.000 rozen worden
geteeld.
Interessant is ook de nieuw aangeleg
de 1,2 kilometer lange rotswand waarin
een begaanbare kloof van zo'n 500 meter
langs wilde watervallen en een weelderi-i
ge, exotische begroeing voert. In het kas
teel zelf worden regelmatig exposities;
gehouden waarin kunst maar ook bloe-i
men en planten in het middelpunt staan.
In de gewelven wordt goed voor de in
wendige mens gezorgd. De kasteeltui
nen van Arcen zijn tot november ge
opend.
Wie Arcen noemt denkt ook direct aan
de ambachtelijke brouwerij waar het
fameuse Hertog Jan bier wordt gebrou
wen. Ook deze activiteit dient op het toe
ristische lijstje te worden geplaatst. Het
oude stadje, dat nog steeds over een his
torisch centrum beschikt, heeft ook een
bekende klokkengieterij binnen de poor
ten.
In en om Mook komt vooral de natuur
liefhebber aan z'n trekken. De Mooker
heide, de Mookerschans, de Sint Jans-
berg en het Zevendal zijn natuurmonu
menten waar rust, schoonheid en rijke
natuur vormen hier een ijzersterke drie
eenheid. In totaal gaat het om vele hon
derden hectaren die vol staan van bijzon
dere flora.
De massa-recreant zijn ze in het brons
groene eikenhout echter niet vergeten.
De Mooker plas is na wat kunstgrepen
uitgegroeid tot een zomerse trekpleister
van allure. Op sommige plaatsen bevin
den zich jachthavens. Veel oevers be
staan uit zandstranden.Vanzelfsprekend
is ook de surfer een bekende verschij
ning op deze goed toegankelijke plassen.
De Mooker plas is een water vol his
torische diepgang. Ofschoon de ge
leerden niet precies weten wanneer
het meer is ontstaan is het wel zeker
dat het vele honderden jaren oud is.
De bekende slag op de Mookerheide
(1574) speelde zich in de onmiddellij
ke nabijheid van dit meer af. Voorts is
de naam van dit meer verbonden met
de legende van "Kiste Trui" die haar
hele leven naar een verdwenen schat
van de slag op de Mookerheide heeft
gezocht. Volgens de overlevering zou
deze schat zich in of in de onmiddel
lijke nabijheid van het meer bevin
den.
De Mooker plas ligt in een heidege
bied dat vroeger veel groter was. Het
strekte zich uit tot aan de stadswallen
van Nijmegen. Dit tachtig hectare
groot natuurgebied is sinds 1926 in
het bezit van de Vereniging tot Be
houd van Natuurmonumenten.