Friese Grouw:lustoord voor echte waterratten Met Ot en Sien door Roden Pikmeer Leekstermeer Maarsseveense Plassen Dagje gluren in mooi Maarssen PAGINA 10 DONDERDAG 5 JULI 1990 de start al. „Als je dan hier de café's bin nenkomt dan hoor je al die schippers 'blazen'. Fantastisch is dat man". Grouw bereidt ook het nageslacht voor op een grootse carrière op het water. De zeilscholen Anja en Oer 't Hout in Grouw en het iets verderop gelegen Pean krij gen jaarlijks vele aanmeldingen van jeugdigen die onder deskundige leiding de fijne kneepjes van het zeilen onder de knie proberen te krijgen. Alles in Grouw is bijna op het water geënt. Vanuit Grouw zijn ook rondvaarten te maken. Zelfs het skutsjesilen is-per rond vaartboot te volgen. Fietstochten raken ook steeds meer in. Af en toe moet de fiets op de pont als je van Grouw bijvoorbeeld 'naar Eernewou- de wilt (wel even van te voren informe ren bij de VW of de pont vaart), maar als dat geen bezwaar is en een zuchtje wind je niet klein kan krijgen, dan is het goed trappen rond de Friese meren. Doet Grouw nog aan een stukie kunst en cultuur? De Sint Pieterkerk is de blik vanger van het dorp: vanaf het Pikmeer een baken in het waterland. De kerk is genoemd naar St. Pieter de bescherm heilige van de vissers, en bezit een Van Dam-orgel uit 1883. Tussen Grouw en Wartena bevindt zich bovendien een mineralogisch muse um. Hein Sleiffer, van oorsprong mijn- bouwkundig ingenieur en tientallen ja ren stenenzoeker van professie, heeft in een boerderij een museum ingericht met duizenden ertsen, mineralen, diaman ten, robijnen, smaragden, etc. Alle objec ten heeft hij zelf gevonden. Er liggen prachtige voorwerpen uit het Atlasge bergte: 120 miljoen jaar oud. Aan de muur hangen oude wijsheden, zoals "smaragd sterkt het geheugen en is goed tegen epilepsie". Zelf heeft Sleiffer een ketting met een malachiet-steen om zijn hals. „Ik weet niet of het waar is. Laat het maar suggestie zijn, maar ik ben van mijn rheuma af'. En zo is Grouw er niet alleen voor de waterratten, maar ook nog voor de zie ken. Het Pikmeer grenst aan het gezellige plaatsje Grouw1. Het is een langwerpig meer van ongeveer 70 ha. In een adem moeten echter ook de Wijde Ee, de Prin- cenhof en de Oude Venen worden genoemd. Het Pikmeer loopt namelijk door en bestrijkt dit hele watergebied tussen Grouw en Eernewoude. Daardoor ont staat een uitgestrekt geheel van 770 hectare. Het plassengebied is in de 17de en 18de eeuw ontstaan door vervening. Er is op grote schaal moerasflora, terwijl er ook een rijk vogelleven is. Door de weste lijke helft van het Pikmeer loopt de betonde vaargeul van het Prinses Mar grietkanaal (van zuidwest naar noordoost). Het recreatieve gedeelte op het Pikmeer (zeilboten, surfers, motorbootjes) heeft dan ook vooral aan de ooste lijke kant van het meer plaats. Aan de noordkant van het Pikmeer (nabij het bungalow- campingpark Yn'e Lijte), staat bij de ingang van het Prinses Margrietkanaal een gerestaureerde watermolen van het spinnekopmodel, de Haensmole uit de 18e eeuw. In het Pikmeer liggen twee eilandjes. Het Kleine Eiland is in particuliere handen. Het Grote Eiland geldt als starteiland van zeilwedstrijden. Beide ei landen waren vroeger veel groter en waren begin 1900 nog door een smalle strook verbonden. Op de laatste dinsdagochtend van mei is het in de jachthaven van Grouw behaaglijk rustig. Nog geen gillende toeristen in flitsende Bermuda's, nog geen Duitsers die genieten van "das überragende Pikmeer". Tamme eenden lopen op het terras van het theehuis en mussen trippelen als stamgasten over de formica tafeltjes. Grouw is op deze mooie dag op haar fraaist. En dat de radip een popmuziekje weergeeft en niet het Friese volkslied of anderzijds een melancholiek wijsje van een Friese troubadour - dat moet dan maar. De koffiemelk is tenminste van de Friesche Vlag. Met pompebledden op de blauw-witte strepen. Door André Vis In de zomer is het in Grouw een gekken huis. Het dorp telt dank zij de forensen 7000 inwoners, maar in juli en augustus kan de middenstand de waar niet aansle pen. En dat allemaal dank zij het onvol prezen Pikmeer met zijn uitlopers in de Wijde Ee en de Princenhof. De Friese wa teren maken Grouw tot El Dorado voor de watersportliefhebber. Een strand is in Grouw niet te vinden. Even verderop in Terhorne, daar waar het Prinses Margrietkanaal en het Sneeker Meer elkaar vinden, daar heb ben ze een kunstmatig strand aangelegd. Maar in Grouw, nee hoor. "Het is hier al lemaal zo venig, hè. Veen, klei". Het Pikmeer en Grouw zijn er vooral voor de zeilliefhebbers, de botenmaniak- ken en de windsurfers. "Maar dat windsurfen is iets van de laatste jaren". Grouw vaart vooral wel bij de Duit sers. Jaarlijks presenteert de gemeente zich dan ook op de grote watersporten- toonstelling in Düsseldorf. Dat werpt in de zomer vrucht af: de stroom komt op gang met Pinksteren en is in de zomer maanden niet meer te stoppen. Aan wie er een dagje op uit wil heeft Nederland heel wat te bieden, vandaag wat op water recreatie gerichte tips. Maar echt 'leven' doet Grouw voor het jaarlijkse hoogtepunt: het skutsjesilen. Dit jaar is het op zaterdag 14 juli zover. Dan zal het dorp Grouw zijn omgetoverd tot een mega-stad naar Friese maatsta ven. Traditiegetrouw vormt Grouw het vertrekpunt van de elf dagen met het skutsje Friesland rond. Het skutsjesilen is strijd in de puurste zin van het woord. De bemanning van de majestueuze sche pen strydt tegen water en wind, en op de kant zitten tienduizenden liefhebbers die hun favorieten aanvuren. Want het skutsje Oeral Thus is niet alleen van schipper Anne Tjerkstra, maar van heel Joure. Het is de trots van het dorp. Het skutsjesilen is een bezienswaardigheid. Dat begint de avond voorafgaande aan Op de grens van Drenthe en Friesland ligt het Leekstermeer. Een kilometer of drie van Leek en ongeveer vijf kilometer van Roden. Het Leekstermeer is een beschermd natuurgebied van ongeveer 180 hectare. Tot dat natuurgebied behoren ook de oevers. De oevers, vcfbr het grootste deel bestaande uit rietkragen met hier en daar elzebosjes, zijn rijk aan natuur schoon. We treffen er vele verschillende plantensoorten aan waaronder reuk gras, gewone zegge, koekkoeksbloem, dotterbloem, valeriaan maar ook zeldza me soorten als de ronde zegge, waterdrieblad, waterscheerling en veenpluis. Het meer met zijn dichte rietkragen is een ideale broedplaats voor de vele wa tervogels zoals de slobeend, kuifeend, wilde eend, watersnip en bruine kieken dief. Ook rietvogels - karekiet en rietzanger - zijn er volop. Kortom, ideaal voor natuur- en vogelliefhebbers. Maar evenzo voor vissers-is het Leekstermeer een zeer populaire bestemming. Het meer leent zich ook bijzonder goed voor surfen, zeilen en kanovaren. Speedboten zijn op het Leekstermeer niet toegestaan. Beroepsvaart en grote recreatievaart is er niet. De diepgang varieert van 0,75 tot 1,75 meter met een harde zandbodem. Camping Cnossen is het grote watersportcentrum aan het Leekstermeer compleet met jachthaven. Er worden boten verhuurd en het is mogelijk om er surf- en zeillessen te nemen. Het terrein van het Recreatiecen trum Maarsseveense Plassen was vroeger veengebied. Door het bag geren van veen voor het maken van turf ontstond in de 17de en 18de eeuw een onregelmatig plassenlandschap. Na de turfwinning, omstreeks 1900, begonnen achtergebleven verveners op de onvergraven smalle akkers en langs de wegen met het telen van groenten voor de nabijgelegen stad Utrecht. Breed hadden zij het, onder andere vanwege de slechte bereik baarheid en de onvoldoende droog- legging, niet. De meeste tuinders hielden het dan ook voor gezien. In 1955 was voor de stadsuitbrei ding van Utrecht en voor een indus trieterrein van Maarssen een grote hoeveelheid goed ophoogzand nodig, dat in het plassengebied ruim voor handen was. Dit feit, en het gegeven dat het omliggende stedelijke gebied grote behoefte aan recreatie had, leidde tot het afgraven van miljoenen kubieke meters zand. Hierna werden recreatieve voorzieningen in en om de ontstane plassen aangelegd, zoals stranden, zonneweiden, zwem- en viswater, later samengevoegd tot Re creatiecentrum Maarsseveense Pias- In het overblijvende moerasgebied werden kavels samengevoegd tot een natuurreservaat. Ot en Sien. Nooit geweten dat het Drentse Roden de geboorteplaats was van dit illustere duo. En bovendien de woonplaats' van dit door de tekenaar Jetses gecreëerde tweetal. In werkelijkheid is dat natuurlijk ook niet zo, maar het had heel goed gekund want Roden ontpopt zich inderdaad als het dorp waar Ot en Sien hun ondeugende streken en kattekwaad in hun jeugdjaren zouden hebben kunnen uitgehaald. Door Alphons Weierink Niet voor niets staat er in het centrum - op de Brink en bij de hervormde kerk - efen fraai standbeeld van Ot en Sien. Ro den maakt dan ook goede sier met Ot en Sien. Er is welhaast geen folder in en over Roden te vinden of er staat wel iets vermeld over Ot en Sien. Toegegeven, het ligt ook voor de hand om aan de hand van dit tweetal Roden te promoten. Veel mensen brengen alleen al om die reden een bezoek aan dit sfeervolle Noord drentse dorp, dat samen met elf andere dorpen en buurtschappen de gemeente Roden vormt met in totaal 18.000 inwo ners. Maar Roden wordt zonder twijfel tekort gedaan als wordt gesteld dat Ot en Sien de enige trekpleister. Daarvoor biedt de omgeving nog teveel andere be zienswaardigheden. Het aardige daarbij is dat jong én oud volop aan hun trekken kunnen komen. Dat geldt zeker voor het fraaie Muse um Kinderwereld. Een museum dat is ondergebracht in het even sfeervolle als toepasselijke Pieterhuys aan de Brink. Dichtbij Ot en Sien dus. De ouderen kun nen hier hun hart ophalen aan allerlei ou de en minder oude stukken speelgoed waarmee men vroeger als kind speelde. Voor de jongeren is het leuk om te zien ken naar de havezathe Mensinge. Een prachtig gelegen en door grachten omge ven landgoed dat nog tot 1985 werd be woond. De havezathe geldt nu als een museum en iedereen kan vrij rondlopen in alle vertrekken. Bovendien kan op het landgoed heer lijk worden gewandeld. In het Mensinge- bos bijvoorbeeld. Het betreft hier een bos met een zeer gevarieerde begroeiing; dat is het resultaat van een beheer dat er op is gericht het bos een natuurlijk aan zien te geven. Een aantal bomen wordt bewust niet gekapt en krijgt aldus de kans oud te worden. De natuur rondom Roden is toch af wisselend. In het zuiden van de gemeen te bossen, vennen, beekjes en zandver stuivingen. Daar is het schitterend om te wandelen, te fietsen of met de auto ritjes te maken. De VW in Roden beschikt over diverse routebeschrijvingen. In het noorden van de gemeente is het wat 'ka ler', meer 'polderachtiger'. Daar ligt ook het Leekstermeer. Genoemd naar het en kele kilometers verderop gelegen Leek. In deze plaats ligt ook het landgoed Ni- enoord. Zeventig hectare groot met volop mogelijkheden om fietsend dan wel wandelend van de natuur te genie ten. Op het landgoed verder het Natio naal Rijtuigenmuseum en een groot jeugdpark met modeltreinen en -boten, een speeltuin, dieren, ooievaars, rond vaartboten, camping en zwembad. Voor de inwendige mens zijn de facili teiten in Roden ook prima. Volop keus uit eetgelegenheden. Maar wie in dit ka der het nuttige met het aangename wil verenigen zou eigenlijk naar het dorpje Peize moeten. Daar, aan de Hoofdstraat, staat de herbergbrouwerij De Peizer Hopbel, ondergebracht in een fraai ge restaureerde Saksische boerderij. De brouwerij, waar Peizer Hopbel Bier wordt gebrouwen, kan worden bezich tigd, er is een proeflokaal voor allerlei bieren en in een van de twee restaurants kan lekker worden gegeten. De koningin was er onlangs ook nog, dus wie er naar toe gaat bevindt zich in goed gezelschap. Riante buitenhuizen van kooplieden, een rijke flora en fauna, historische grachtenpanden, aantrekkelijke wandel- en fietsroutes, een markant kasteel vol kunstschatten, een recreatiepark en water, vooral veel water. Dat zijn de belangrijkste ingrediënten van een ongetwijfeld succesvol dagje uit naar Maarssen, in het hartje van de provincie Utrecht. door Anja Kruise We beginnen onze dagtocht in Oud-Zui len, een pittoresk dorpje onder de rook van Maarssen. Boven de bomen steken de torens van het 13de eeuwse Slot Zuy- len uit. Het is een van de meest karakte ristieke middeleeuwse kastelen van ons land, dat sinds 1952 als museum voor het publiek is opengesteld. Het rijtje adellijke slothouders ver meldt onder meer Frank van Borsselen en zijn echtgenote Jacoba van Beieren en de 18de eeuwse romanschrijfster Bel le van Zuylen. Vele generaties brachten een rijke verzameling bijeen van pronte familieportretten, stijlvol meubilair en teer porselein en glas. De collectie geeft een goed beeld van hoe de woning van een Utrechts edelman er door de eeuwen heen uitzag. Zeker voor literatuurliefhebbers is Slot Zuylen dit jaar overigens een 'must': precies twee en een halve eeuw geleden werd Belle van Zuylen geboren. Vandaar de tentoonstelling, van 7 juli tot en met 21 oktober, over haar leven en werk in het slot. Ook wie niet is geïnteresseerd in het wel en wee van de mooie Belle, zou de oprijlaan met haar statige eiken moeten oprijden. De slangemuur, de vorstelijke architectuur van het slot, de wachters- Op de Brink in Roden staat het duoOten Sien schit terend ont- deugend te (foto GPD) waarmee hun (grootouders zich ooit ver maakten. Ook in groepsverband is een bezoek aan het museum de moeite waard. Een schoolreisje bijvoorbeeld maar ook een dagje uit voor ouderen kan heel goed. Het museum is het hele jaar door ge opend. Wie een bezoekje wil brengen aan de olie- en korenmolen Woldzigt moet naar het enkele kilometers buiten Roden gele gen Roderwolde. Bij mooi weer is het aan te bevelen deze afstand met de fiets te overbruggen. Fietsen meenemen hoeft niet, die zijn in Roden te huur. De molen, een zogeheten bovenkruier, is de enige in Nederland waar nog olie wordt geslagen en waar graan wordt gemalen. In die zin is Woldzigt uniek. De molen is volledig bedrijfsklaar en wordt nog re gelmatig gebruikt waarvoor hij in 1852 werd gebouwd. In een van de zijvleugels van het molencomplex is het Nederlands Graanmuseum ondergebracht. De mo len en het museum zijn geopend van 1 mei tot 1 oktober. Eenmaal terug in Roden loont het be slist de moeite een wandelingetje te ma- poort met zijn wapenschilden en de zoe te geur van bloemen en struiken in de prachtige kasteeltuin: tien tegen één dat u meteen bent verkocht. Vraag vantevo- ren wel even op welke dagen en tijden Slot Zuylen voor het publiek is geopend. Na Slot Zuylen verlaten we Oud-Zui len en rijden langs de hier idyllisch slin gerende rivier de Vecht richting Maars sen. Goed is te zien dat Maarssen in de tijd van de lucratieve handel op Oost-In- dië, net als vele andere Vechtdorpen ove rigens, een recreatieoord was voor rijke Amsterdammers die er een tweede huis lieten bouwen, vaak een kopie van hun Amsterdamse grachtenhuis. Deze bui tenhuizen werden gebouwd als geldbe legging, maar ook om van de natuur te genieten. Vandaar dat bij dit soort ver blijven meestal prachtige tuinen waren aangelegd. Een van de mooiste voorbeelden van wat de 17de eeuw de Vechtstreek heeft gebracht aan bouwkundige pracht en praal, is het huis Goudestein. Het is be reikbaar door in het begin van de dorps kom de auto te laten staan en direct na de ophaalbrug linksaf de Lange Gracht (overgaand in de Herengracht) in te slaan en dit weggetje ongeveer een kilometer lang te volgen. Let onderweg vooral op de fraaie, gro tendeels 18de eeuwse panden aan beide oeverzijden van de Vecht, met name aan de Herengracht. De aangesloten rij mo numenten vormt een van de twee be" schermde dorpsgezichten van Maarssen. De panden tonen een grote verscheiden heid van gevelsoorten en stralen onmis kenbaar een oer-Hollandse gezelligheid uit. We konden nauwelijks de neiging onderdrukken om by elk raam even naar binnen te gluren... Dan staan we voor het met sierlijke goudkleurige krulletters versierde hek van Goudestein. Het huis werd in de 17dde eeuw gebouwd door de Amster damse burgemeester Joan Huydecoper. Tegenwoordig doet het dienst als ge meentehuis. Bij de afdeling voorlichting is de VW-informatiepost gevestigd, waar onder andere fiets- en wandelrou tes verkrijgbaar zijn, die langs de vele historische plekjes in dit fraaie stukje Nederland voeren. Het vrij toegankelijke park rond Goudestein werd in de vorige eeuw aan gelegd, in Engelse landschapsstijl. Uiter aard stond er een theekoepel, indertijd een echt statussymbool. Maar glorie kan vergaan: de theekoepel is inmiddels om gebouwd tot volière. Enkele minuten van het dorp ligt het Recreatiecentrum Maarsseveense Plas sen, een dagrecreatieterrein met vele mo gelijkheden op het gebied van zwem men, zeilen, waterfietsen, trimmen, sur fen, vissen, kanovaren, duiken, paardrij den en kamperen. Met name voor kinde ren een heerlijk besluit van dit 'dagje Maarssen'. theekoe pel ge bouwde huis, herin nert nog aan de tijd dat rijke Amster dam- hun bui ten aan de Vecht vestig den. GPD)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 10