Komen zeeën en oceanen uit de ruimte? De revolutie van de twintigste eeuw: de milieubeweging M =P i =1WHM Stralingsmeter voor bewoners Tsjernobyl Zoutarm tijdens zwangerschap halveert gewichtstoename Baby's besmetten moeders Betere voorspelling wondgenezing na beenamputatie DINSDAG 26 JUNI 19 NIJMEGEN (GPD) - Vrouwen die tijdens hun zwangerschap een zoutarm dieet volgen, nemen onge veer de helft minder in ge wicht toe dan vrouwen die geen dieet volgen. Voor de bloeddruk maakt het al dan niet volgen van een dieet geen verschil. Ook het ge wicht en de conditie van het kind veranderen niet onder invloed van een zoutarm di eet. Dat alles blijkt uit een on derzoek van de arts E. Steegers, die werkzaam is op de afdeling obstetrie/gy naecologie van het Acade misch Ziekenhuis Nijme gen St. Radboud. Steegers promoveerde vandaag op dit onderzoek aan de Ka tholieke Universiteit Nijmegen. Het verschil in gewicht wordt veroorzaakt doordat vrouwen met een zoutarm dieet minder extra vocht ophopen. Tijdens de zwan gerschap neemt de hoeveel heid vocht normaal met zo'n zeven procent toe. Ook de gebruikelijke vettoena- me blijft achterwege. Bij het merendeel van de vrou wen met een dieet nam de hoeveelheid vet juist af. Kort na de bevalling wogen deze vrouwen dan ook min der dan voor hun zwanger schap. Het onderzoek van Sfeegers had als achter grond de vraag of een zout arm dieet zwangerschaps vergiftiging kan voorko men. Dit vaak optredende ziektebeeld dat meestal in het laatste deel van de zwangerschap ontstaat, wordt gekenmerkt door een verhoogde bloeddruk, ei witten in de urine en vocht- ophoging. In ernstige geval len kan dat tot zwanger schapsstuipen leiden. De oorzaak van een zwan gerschapsvergiftiging is nog onduidelijk. In Neder land is de gedachte echter wijdverbreid dat een zout arm dieet een zwanger schapsvergiftiging kan voorkomen. Om deze vraag te beantwoorden, is in 1985 een onderzoek begonnen waarin onder andere het Academisch Ziekenhuis Nijmegen deelneemt. Dat onderzoek zal naar schat ting in 1993 zijn afgerond. Vooruitlopend op de uit slag hiervan heeft Steegers met zijn onderzoek willen vaststellen wat er nu pre cies gebeurt in de zout- en waterhuishouding van de vrouw tijdens de zwanger schap. Hij ziet in zijn bevin dingen op dit moment geen aanleiding een voorkeur uit te spreken voor het wel of niet volgen van een zout arm dieet. Steegers: „Bij ge zonde vrouwen maakt het voor de kwaliteit van de zwangerschap en de condi tie van het kind geen ver schil". SAN FRANCISCO (GPD) - Het Russische drama waarbij 264 mensen met aids besmet raakten door het gebruik van ongesterili seerde injectiespuiten in zieken huizen, levert ook het weten schappelijke bewijs dat een be smette zuigeling zijn moeder bij borstvoeding kan infecteren. Deze besmettingsroute is nooit eerder beschreven. Vandaar dat dokter Irina Kuznetsova van het Centrale Research Instituut voor Epidemiologie in Moskou dit on derzoeksresultaat op het Zesde Internationale Aidscongres in San Francisco heeft gepresen teerd. Het drama had plaats in de zie kenhuizen van de steden Elista, Rostov aan de Don en Volgograd in het gebied ten noorden van de Kaukasus. Onder de besmetten bevonden zich 152 kinderen. La ter bleken ook twaalf moeders te zijn besmet, van wie alleen de kinderen tot de ziekenhuispatiën ten behoorden. Twee van deze moeders bleken bij nader onder zoek seropositieve sekspartners te hebben, drie van de moeders kregen jaren eerder in een van de ziekenhuizen een injectie of bloedtransfusie. Maar de besmetting van zeven moeders, allen uit Elista, kon aan vankelijk niet worden verklaard. Om er zeker van te zijn dat zij geen seksueel contact met een seropositieve man hadden, wer den 51.000 volwassen mannen (35 procent van de mannelijke bevol king van Elista) op aids getest. Niemand bleek seropositief. Deze zeven moeders kunnen derhalve alleen besmet zijn ge raakt door het zogen van hun het ziekenhuis besmette baby's. I Alle baby's bleken soms bloed in de mond te hebben gehad door kleine inwendige bloedingen. De zogende moeders hadden allen last gehad van kloven en barstjes in de tepels. Vandaar de conclusie dat de in fectie via dit bloed-bloed-contact moet hebben plaatsgevonden. "Onzin en onmogelijk" was in 1986 de reactie van de meeste sterren kundigen na de bekendmaking van enige collega's dat onze aarde elk uur door honderden waterrijke 'mini-kometen' wordt getroffen. Maar onlangs laaide de discussie weer op na een merkwaardige reeks van waarnemingen waarvan in het blad 'New Scientist' verslag werd ge daan. Vinden er in de bovenlagen van onze dampkring onophoudelijk ijle 'waterplenzen' plaats? Sterker nog: is al het water van zeeën en oceanen niet van de aarde maar uit de ruimte afkomstig? Van onze correspondent Ben Apeldoorn John Olivero, een astronoom van de universiteit van Pennsylva nia, die geld had gekregen voor zijn onderzoek naar de gesteldheid van de bovenlagen van de dampkring, toog begin 1989 doodge moedereerd aan het werk. Olivero was onder andere geïnteres seerd in de vraag hoeveel waterdamp zich in de bovenlagen van de dampkring zou bevinden. Een opname in het ultraviolet van de aarde uit 1986, gemaakt door de satelliet Dynamics Explorer-I. Een van de vlekjes is wat sterker uivergroot, enkele andere zijn met pijltjes aangegeven. De vraag is of dat werkelijk mini- kometen zijn. De lichtende ring is het Noorderlicht, dat veel blauw en ultraviolet licht produceert. (foto gpd> Met toestellen, gevoelig voor een reeks stralingssoorten, deed hij tot op heden meer dan 20.000 metin gen. Aan 111 daarvan merkte hij iets vreemds: het waterdampgehalte was ineens ongewoon hoog gewor den. Gemiddeld elke drie dagen bleek in het gebied van de atmos feer dat Olivero met zijn instrumen ten bestreek, sprake te zijn van ab normaal hoge concentraties water. "Je moetje meetapparatuur eens na laten kijken" was de minzame re actie van Olivero's collega's. Maar dat had Olivero al gedaan voordat hij aan het onderzoek was begon nen en bovendien werd tussen de metingen door geregeld geijkt. Die apparaten waren beslist in orde. "Wat ik waarneem is trouwens al in 1986 gezien en gemeten", aldus Olivero tijdens een werkbespreking waar hij verslag deed van zijn resul taten. In 1986 merkten natuurkun digen van de Iowa-universiteit voor het eerst iets vreemds op in de bo venlagen van de dampkring. Niet vanaf de grond maar op opnamen van een om aarde cirkelende sa telliet: de Dynamics Explorer-I, een kunstmaan die vanaf grote hoogte geregeld opnamen van de damp kring maakt in het ultraviolet. Vermetele theorie kelijk voor elektronische vuiltjes hield. Maar toen men wat beter keek bleken de vlekjes elk gemid deld drie minuten zichtbaar te zijn en een oppervlak te beslaan bijna zo groot als de provincie Utrecht. Aan gezien waterdamp ultraviolette straling absorbeert en waterdamp vrijwel het enige kon zijn dat die vlekjes (in feite 'uv-tekorten') daar veroorzaakte, kon hét haast niet an ders dan dat de vlekjes door water- hoeveelheden ter plekke werden veroorzaakt. Op grond van de satellietopna men lanceerden Louis Frank en zijn collega's van de Iowa-universiteit een wel heel vermetele theorie: de aarde wordt vanuit de ruimte beko geld met mini-kometen die elk be stonden uit ruwweg honderd ton waterijs van een heel brosse, dus ge makkelijk uiteenvallende, samen stelling. Als gevolg van de aantrekkings kracht van de aarde vielen de mas sa's al op duizenden kilometers af stand van de aarde geheel uiteen en wat er uiteindelijk de dampkring binnenkwam was niet meer dan een ijle 'plens' water verspreid over een oppervlak van enkele duizenden vierkante kilometers. Het ging overigens niet om kin derachtige hoeveelheden water, want al spoedig bleek dat de Dyna mics Explorer-I elk etmaal gemid deld maar liefst 30.000 van die vlek jes registreerde. Een simpel reken sommetje leerde Frank dat daar door elke dag driemiljoen ton water in de dampkring terecht komt en dat die hoeveelheid voldoende is om binnen twee miljard jaar al het water op aarde te doen ontstaan. Daarmee rees meteen de vraag of de huidige watervoorraden op aar de niet juist afkomstig zijn uit de ruimte in plaats van op onze planeet zelf ontstaan door toedoen van vul kanische en atmosferische proces sen in de begintijd van de aarde. 'Vallende sterren' Franks theorie kwam meteen onder zwaar wetenschappelijk spervuur te liggen. Sterrenkundigen wezen er op dat met de 'waterplenzen' on vermijdelijk ook de nodige hoeveel- heden stof de dampkring binnen zouden komen die daar, door de zeer hoge snelheden, het verbran dingsproces teweeg zouden bren gen dat in de volksmond bekend staat als 'vallende sterren' (meteo ren genoemd). Elke waterplens zou dan vergezeld gaan van een minu ten durend stukje vuurwerk in de vorm van een groot aantal meteo- Dergelijke 'meteoorregens' tre den echter slechts enkele malen per eeuw op en hebben bovendien een ietwat andere oorsprong dan de wa terige mini-komeetjes van Louis Frank en zijn medestanders. Bovendien zou, aldus de critici, het dampkringloze maanoppervlak, waar sedert de Apollo-vluchten een aantal zeer gevoelige seismometers zijn gestationeerd, vrijwel onafge broken moeten trillen als gevolg van de vele inslaande mini-kome ten. Trillingen door inslaande voor werpen zijn door de seismometer echter betrekkelijk zelden geregi streerd. Deze vaststaande feiten leken de doodsteek voor de theorie maar on dertussen bleef men zitten met al die verschijnende en weer verdwij nende vlekjes op de satellietopna- Uit onverwachte hoek dook hulp op. Om de beweringen van Frank voor eens en voor altijd naar het rijk der fabelen te verwijzen, speurde de astronoom Tom Gehrels met be hulp van de Space-Watchtelescoop van de Kitt Peaksterrenwacht in Arizona een tijdlang de hemel af. Om alle twijfel uit te sluiten was de telescoop uitgerust met een elektro nische beeldversterker en daarmee moesten, zo had Gehrels uitgere kend, Franks mini-komeetjes, vlak voordat deze de dampkring binnen kwamen, op de opnamen als licht- vlekjes zijn te zien. Overeenstemming Gehrels verwachtte niets verdachts te zien maar dat pakte heel anders uit. Op een groot aantal opnamen van de Space-Watchtelescoop ble ken inderdaad vage lichtvlekken en -vegen voor te komen en wel nage noeg evenveel als op grond van de satellietopnamen werd voorspeld. Ook Olivero's waarnemingen, el ke drie dagen een 'waterplens' in het door hem gemeten gebied hoog in de atmosfeer, zijn in overeen stemming met de kunstmaanbeel- den en met de registraties van Tom Gehrels. Frank zelf komt, op basis van de grootte van het gebied dat door Oli vero's instrumenten werd bestre ken, uit op een om de twee dagen optredende verhoging van de wa terdampconcentratie, een (accepta bel) verschil van een dag dus. De sterrenkundigen staan nu voor een dilemma: enerzijds de sa- tellietbeelden en zowel Gehrels' als Olivero's waarnemingsresultaten, anderzijds de afwezigheid van over vloedige hoeveelheden 'vallende sterren' en van geregeld optredende maantrillingen. "En vergeet ook even niet", zegt Alex Dessier, een astronoom van de Rice-universiteit in Houston, "dat elk brok van een paar decimeter groot in de onmiddellijke omgeving van de aarde onherroepelijk door militaire verkenningssatellieten zou worden gesignaleerd". Wat het ook voor verschijnsel is, het is reëel want het is de laatste ja ren door diverse onderzoekers met diverse instrumenten waargeno men. De enige plausibele verkla ring ervoor, water, is tevens de meest omstreden. Bewoners van een aantal plaatsen rondom Tsjernobyl krijgen stra lingsmeters. Hiermee kunnen ze de .stralingsbelasting meten die hun omgeving veroorzaakt. Ook worden, re apparatuur waarmee gemeten kan worden hoeveel van het radio actieve cesium ze binnen hebben gekregen en in hun lichaam is opge hoopt. De metingen worden door deskundigen begeleid. Dat staat in de beschrijving van een internationaal onderzoekspro ject onder leiding van het IAEA, het Internationale Atoom Energie Agentschap te Wenen. Met dit pro ject, waaraan honderd mensen deel nemen, moeten opnieuw de schat tingen van de radioactieve gevolgen van het ongeluk met de kerncentra le bij Tsjernobyl van april 1986 wor den gemaakt. Onlangs is besloten tot evacuatie van 200.000 mensen in een gebied op 100 tot 120 kilometer ten noor den van Tsjernobyl. Dit vanwege de strenge leefregels waaraan deze mensen moeten voldoen. Zo moe ten kinderen uitsluitend op asfalt lopen en spelen om zoveel mogelijk te voorkomen dat ze radioactief zand binnenkrijgen. De asfaltwe gen worden bovendien dagelijks schoongèspoeld om de stralingsbe lasting zo gering mogelijk te hou den. Ook zijn er berichten over een toenemend aantal (stralings)ziekten en erfelijke afwijkingen bij mens en dier. Sovjet kosmonaut Gretsjko in Artis Planetarium AMSTERDAM (ANP) - De Sovjet- Russische kosmonaut Georgi Gretsjko houdt op 3 juli een lezing in het Artis Planetarium in Amster dam over de bemande ruimtevaart in zijn land. Hij zal een groot aantal dia's vertonen door hemzelf en door zijn collega's in de ruimte gemaakt. Gretsjko, die tevens constructeur is van ruimteschepen, maakte in 1975 een vlucht van een maand aan boord het ruimtestation Saljoet-4. Eind 1977 begin 1978 vestigde hij een (record)vlucht van ruim drie maanden in de Saljoet-6 en in 1985 woonde en werkte hij tien dagen in het ruimtestation Saljoet-7. Daarmee komen de internationq ge r evacuatie na e®ipia; ernstig ongeluk met een kernceii^ trale onder druk te staan. De Nedei- landse overheid hanteert als ee ron stralingsbelasting van 250 milliSieeeu vert vlak na het ongeluk als norijwei voor evacuatie en vindt dat mensejper terug kunnen keren in het ontruirq de gebied als ze in de rest van hui F leven hooguit 250 milliSievert strqdiei ling oplopen. De Russische norqaan voor evacuatie is 350 milliSieverjten maar is volgens Yuri Tsjerbak, vicqma voorzitter van de commissie voqkie Milieu en Kernenergie van de OqZi.i perste Sovjet, op grond van de gëbv meten gevolgen veel te soepe||— Tsjerbak beveelt e 100 milliSievert a« AMSTERDAM (ANP) - De chiruri drs. B. Dwars van het Academiscl Ziekenhuis Vrije Universiteit Am sterdam (AZVUA) heeft een nieuw< methode ontwikkeld om betrouw baarder voorspellingen te doei over het genezen van de wond een beenamputatie. De methode die berust op het bepalen van c' taliteit van de beenhuid, maakt he: mogelijk het laagste niveau var putatie vast te stellen waarop nog een goede genezing te verwachter Dwars promoveert vrijdag a« VU op een proefschrift over de thode. Het is een variatie op de be- staande scintigrafische techniek. Volgens Dwars is de methode snel nauwelijks belastend voor de pa tiënt en zijn de resultaten betrouw baar. Dat is een belangrijk gegeven omdqt bij 30 procent van de circj vijfduizend amputaties die jaarlijks in Nederland worden uitgevoerc problemen met de wondgenezing ontstaan. De doorbloeding van de been huid wordt bepaald op plaatsen waar de amputatie meestal word uitgevoerd. Speciale bandages ge ven zeer plaatselijk een tegendruk Tegelijk krijgt de patiënt onder- huids een met radioactief jodium gemerkte vloeistof ingespoten, waardoor een gamma-camera verloop van de radioactiviteit kan vastleggen. Uit dit onderzoek kan de arts conclusies trekken ov( doorbloeding van de huid. De laatste eeuw heeft de houding van de mens ten aanzien van de na tuur een revolutionaire verandering ondergaan. Dat leidde tot de groot ste sociale beweging van de twintig ste eeuw: de milieubeweging, waar van de aanhang dwars door alle reli gieuze, politieke en nationale scheidslijnen heenloopt en wel is omschreven als "het grootste mon sterverbond sinds de Kruistoch ten". Dat stelt de Amerikaanse his toricus John McCormick, die in zijn recente boek 'Gobal environmental movement: Reclaiming Paradise' als eerste de geschiedenis schetst van de internationale milieubewe ging. Waar het McCormick om gaat bij deze omwenteling met 'Coperni caanse proporties', is dat vooron derstellingen die eeuwen golden, in enkele decennia onderuit zijn ge haald. De idee is achterhaald dat de mens meester is over de natuur en naar eigen goeddunken kan be schikken over wat deze hem ople vert. Gebleken is dat de natuur niet oneindig kan worden gebruikt en dat misbruik onze gezondheid be dreigt. Hoewel de belangrijkste omslag in ons denken over de natuur plaats heeft in de jaren zestig van onze eeuw, is verontrusting over mense lijk ingrijpen in de natuur zeer oud. Zo'n 2400 jaar geleden al waar schuwde Platö voor ontbossing en erosie in de heuvels van Attica als gevolg van het op te grote schaal la ten grazen van vee en kappen van hout voor brandstof. De bezorgd heid bleef echter incidenteel. Een eerste echte doorbraak heeft plaats aan het begin van de negen tiende eeuw met de opkomst van de Romantiek. Waar voorheen de AANTASTING VAN HET NEDERLANDSE BOS VERZURING VAN DE BODEM de verspreiding van verzurende stoffen. (1986) 2800 3600- 3600 4400 I I 4400 5200 ESS3 5200 6000 mol/ha/jaar ÏSM 6000 - 6800 angst voor de natuur de mens dwong haar te beheersen, wordt nu de natuur niet langer gezien als vij andig aan de mens. Bij een kleine groep mensen, veelal kunstenaars, schrijvers en dichters was er een sterk verlangen naar de wilde, niet door mensenhanden aangetaste na tuur. Er was een toenemende' belang stelling voor de natuur wat bleek uit de opkomst van verschillende we tenschappelijke natuurstudies, zoals de biologie. De ontdekking van Darwin dat de mens afstamt van de aap en dus deel uitmaakt van de natuur en er niet tegenover staat, maakte de verwantschap met de na tuur groter. Het door de nieuwe we tenschappen ontwikkelde inzicht in de natuur zorgde tevens voor grote re morele verantwoordelijkheid. De bemoeienis met de natuur be perkte zich in de negentiende eeuw in eerste instantie tot verschillende organisaties die zich inzetten 1 behoud van natuurschoon en be scherming van wilde diersoorten. De bezorgdheid had deels een eco nomische oorzaak. Er heerste i zekere vrees voor de beschikbaar heid van natuurlijke hulpbronnen. Om uitputting te voorkomen moest niet alleen misbruik en verspilling worden tegengegaan, maar tevens manieren worden gevonden voor duurzamer gebruik van de hulp bronnen. Niet grensgebonden Al vrij snel werd duidelijk dat milieuproblemen niet grensgebon den waren. Om problemen effectief aan te pakken bleek internationale samenwerking onontbeerlijk te zijn. Vanaf het begin van de twintig ste eeuw zijn dan ook verscheidene pogingen ondernomen om tot zo'n samenwerking te komen. In 1940 riep de toenmalige president van de Verenigde Staten, Theodore Roose velt op tot een internationale confe rentie, maar pas na de Tweede We reldoorlog leek de tijd rijp voor der gelijke ondernemingen. De grote omwenteling had plaats in de jaren zestig. In deze periode groeide de beweging uit van een kleine groep betrokken weten schappers tot een wereldwijd vert akte beweging. De aandacht ging niet langer alleen uit naar bedreigde vogels of wildpark in een ander we relddeel, maar naar de directe leefomgeving van de mens. Het is het begin van de zogenaamde 'milieuproblematiek'. Luchtvervui ling, verzuring en dergelijke wor den nieuwe onderwerpen naast het redden van de walvis, de zeehond of de olifant. McCormick legt het begin van deze ontwikkeling op het moment dat in de Verenigde Staten het boek 'Dode Lente' van Rachel Carson ver schijnt. Dit boek, dat een internatio nale bestseller wordt, beschrijft de verwoestende gevolgen van het in tensieve gebruik van chemische be strijdingsmiddelen in de landbouw. In de media worden in deze tijd al lerlei milieurampen breed uitgeme ten zoals de gevolgen van boven grondse kernproeven of de eerste olietankerrampen. In toenemende mate werden de mensen zich be wust van de gevaren die de moder ne samenleving met zich mee brengt. Van invloed waren ook de zoge noemde 'onheilsprofeten' die pessi mistische voorspellingen gaven over het lot van de aarde als de men sen hun leefgedrag niet zouden ver anderen. Of nu de bevolkingstoena me of de ongebreidelde economi sche groei de oorzaken waren van de ondergang van de wereld was on derwerp van een langdurige contro verse. Over het algemeen was de milieubeweging, beïnvloed als ze was door andere sociale bewegin gen uit de jaren zestig, anti-kapita listisch. Ze verzetten zich tegen de wester se overproduktie en wilden de groei beperken. Ze kregen voor een deel hun gelijk in 'Het rapport v«... Club van Rome' onder de tite 'Grenzen aan de groei'. Dit rapport, dat in 1972 verscheen, heeft grot< invloed gehad op de publieke opi Mijlpaal In datzelfde jaar had ook een be langrijke internationale milieucon ferentie plaats in Stockholm, opge zet door de Verenigde Naties. Vol* gens McCormick is deze conferen tie te beschouwen als een mijlpaa in de milieugeschiedenis. Niet al leen komt er nu eindelijk een inter nationaal milieuplan (UNEP), maat voor het eerst spelen ook de ontwik kelingslanden een belangrijke rol. Vanaf dan is de geschiedenis var de milieubeweging eigenlijk succes-story. Ondanks voorspellin gen dat het hier zou g: voorbijgaand fenomeen dat uitein delijk zou doodlopen op gebrek publieke belangstelling, is dit niet gebeurd. De milieuproblematiek is overal doorgedrongen. Had eind ja ren zestig alleen de PSP een notitie over het milieu in haar verkiezings programma, nu durft geen politieke partij dit onderwerp nog over té slaan. Of de geschiedenis van de milieu; beweging er één is met een goede afloop moet nog worden afgewacht. McCormick geeft in zijn boek een indrukwekkende lijst van instellin gen, organisaties en internationale verdragen die in kprte tijd tot stand zijn gekomen. Daarnaast geeft hij ook een overzicht van de geweldige problemen die er nog liggen. Bo vendien geven de verdragen geen garantie voor daadwerkelijke uit voering en dus verbetering van het milieu. (John McCormick 'Global mental movement Reclaiming paradi-L sc', 259 pag., Bclhaven press, Londen. ISBN 1 85293 096 1.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 18