Komen zeeën
en oceanen
uit de ruimte?
De revolutie van de twintigste eeuw: de milieubeweging
M =P i =1WHM
Stralingsmeter voor
bewoners Tsjernobyl
Zoutarm tijdens zwangerschap halveert gewichtstoename
Baby's besmetten moeders
Betere voorspelling
wondgenezing
na beenamputatie
DINSDAG 26 JUNI 19
NIJMEGEN (GPD) -
Vrouwen die tijdens hun
zwangerschap een zoutarm
dieet volgen, nemen onge
veer de helft minder in ge
wicht toe dan vrouwen die
geen dieet volgen. Voor de
bloeddruk maakt het al dan
niet volgen van een dieet
geen verschil. Ook het ge
wicht en de conditie van het
kind veranderen niet onder
invloed van een zoutarm di
eet.
Dat alles blijkt uit een on
derzoek van de arts E.
Steegers, die werkzaam is
op de afdeling obstetrie/gy
naecologie van het Acade
misch Ziekenhuis Nijme
gen St. Radboud. Steegers
promoveerde vandaag op
dit onderzoek aan de Ka
tholieke Universiteit
Nijmegen.
Het verschil in gewicht
wordt veroorzaakt doordat
vrouwen met een zoutarm
dieet minder extra vocht
ophopen. Tijdens de zwan
gerschap neemt de hoeveel
heid vocht normaal met
zo'n zeven procent toe. Ook
de gebruikelijke vettoena-
me blijft achterwege. Bij
het merendeel van de vrou
wen met een dieet nam de
hoeveelheid vet juist af.
Kort na de bevalling wogen
deze vrouwen dan ook min
der dan voor hun zwanger
schap.
Het onderzoek van
Sfeegers had als achter
grond de vraag of een zout
arm dieet zwangerschaps
vergiftiging kan voorko
men. Dit vaak optredende
ziektebeeld dat meestal in
het laatste deel van de
zwangerschap ontstaat,
wordt gekenmerkt door een
verhoogde bloeddruk, ei
witten in de urine en vocht-
ophoging. In ernstige geval
len kan dat tot zwanger
schapsstuipen leiden.
De oorzaak van een zwan
gerschapsvergiftiging is
nog onduidelijk. In Neder
land is de gedachte echter
wijdverbreid dat een zout
arm dieet een zwanger
schapsvergiftiging kan
voorkomen. Om deze vraag
te beantwoorden, is in 1985
een onderzoek begonnen
waarin onder andere het
Academisch Ziekenhuis
Nijmegen deelneemt. Dat
onderzoek zal naar schat
ting in 1993 zijn afgerond.
Vooruitlopend op de uit
slag hiervan heeft Steegers
met zijn onderzoek willen
vaststellen wat er nu pre
cies gebeurt in de zout- en
waterhuishouding van de
vrouw tijdens de zwanger
schap. Hij ziet in zijn bevin
dingen op dit moment geen
aanleiding een voorkeur uit
te spreken voor het wel of
niet volgen van een zout
arm dieet. Steegers: „Bij ge
zonde vrouwen maakt het
voor de kwaliteit van de
zwangerschap en de condi
tie van het kind geen ver
schil".
SAN FRANCISCO (GPD) - Het
Russische drama waarbij 264
mensen met aids besmet raakten
door het gebruik van ongesterili
seerde injectiespuiten in zieken
huizen, levert ook het weten
schappelijke bewijs dat een be
smette zuigeling zijn moeder bij
borstvoeding kan infecteren.
Deze besmettingsroute is nooit
eerder beschreven. Vandaar dat
dokter Irina Kuznetsova van het
Centrale Research Instituut voor
Epidemiologie in Moskou dit on
derzoeksresultaat op het Zesde
Internationale Aidscongres in
San Francisco heeft gepresen
teerd.
Het drama had plaats in de zie
kenhuizen van de steden Elista,
Rostov aan de Don en Volgograd
in het gebied ten noorden van de
Kaukasus. Onder de besmetten
bevonden zich 152 kinderen. La
ter bleken ook twaalf moeders te
zijn besmet, van wie alleen de
kinderen tot de ziekenhuispatiën
ten behoorden. Twee van deze
moeders bleken bij nader onder
zoek seropositieve sekspartners
te hebben, drie van de moeders
kregen jaren eerder in een van de
ziekenhuizen een injectie of
bloedtransfusie.
Maar de besmetting van zeven
moeders, allen uit Elista, kon aan
vankelijk niet worden verklaard.
Om er zeker van te zijn dat zij
geen seksueel contact met een
seropositieve man hadden, wer
den 51.000 volwassen mannen (35
procent van de mannelijke bevol
king van Elista) op aids getest.
Niemand bleek seropositief.
Deze zeven moeders kunnen
derhalve alleen besmet zijn ge
raakt door het zogen van hun
het ziekenhuis besmette baby's. I
Alle baby's bleken soms bloed in
de mond te hebben gehad door
kleine inwendige bloedingen. De
zogende moeders hadden allen
last gehad van kloven en barstjes
in de tepels.
Vandaar de conclusie dat de in
fectie via dit bloed-bloed-contact
moet hebben plaatsgevonden.
"Onzin en onmogelijk" was in 1986 de reactie van de meeste sterren
kundigen na de bekendmaking van enige collega's dat onze aarde elk
uur door honderden waterrijke 'mini-kometen' wordt getroffen. Maar
onlangs laaide de discussie weer op na een merkwaardige reeks van
waarnemingen waarvan in het blad 'New Scientist' verslag werd ge
daan. Vinden er in de bovenlagen van onze dampkring onophoudelijk
ijle 'waterplenzen' plaats? Sterker nog: is al het water van zeeën en
oceanen niet van de aarde maar uit de ruimte afkomstig?
Van onze correspondent Ben Apeldoorn
John Olivero, een astronoom van de universiteit van Pennsylva
nia, die geld had gekregen voor zijn onderzoek naar de gesteldheid
van de bovenlagen van de dampkring, toog begin 1989 doodge
moedereerd aan het werk. Olivero was onder andere geïnteres
seerd in de vraag hoeveel waterdamp zich in de bovenlagen van de
dampkring zou bevinden.
Een opname in het ultraviolet van de aarde uit 1986, gemaakt door de satelliet Dynamics Explorer-I. Een van de
vlekjes is wat sterker uivergroot, enkele andere zijn met pijltjes aangegeven. De vraag is of dat werkelijk mini-
kometen zijn. De lichtende ring is het Noorderlicht, dat veel blauw en ultraviolet licht produceert. (foto gpd>
Met toestellen, gevoelig voor een
reeks stralingssoorten, deed hij tot
op heden meer dan 20.000 metin
gen. Aan 111 daarvan merkte hij iets
vreemds: het waterdampgehalte
was ineens ongewoon hoog gewor
den. Gemiddeld elke drie dagen
bleek in het gebied van de atmos
feer dat Olivero met zijn instrumen
ten bestreek, sprake te zijn van ab
normaal hoge concentraties water.
"Je moetje meetapparatuur eens
na laten kijken" was de minzame re
actie van Olivero's collega's. Maar
dat had Olivero al gedaan voordat
hij aan het onderzoek was begon
nen en bovendien werd tussen de
metingen door geregeld geijkt. Die
apparaten waren beslist in orde.
"Wat ik waarneem is trouwens al
in 1986 gezien en gemeten", aldus
Olivero tijdens een werkbespreking
waar hij verslag deed van zijn resul
taten. In 1986 merkten natuurkun
digen van de Iowa-universiteit voor
het eerst iets vreemds op in de bo
venlagen van de dampkring. Niet
vanaf de grond maar op opnamen
van een om aarde cirkelende sa
telliet: de Dynamics Explorer-I, een
kunstmaan die vanaf grote hoogte
geregeld opnamen van de damp
kring maakt in het ultraviolet.
Vermetele theorie
kelijk voor elektronische vuiltjes
hield. Maar toen men wat beter
keek bleken de vlekjes elk gemid
deld drie minuten zichtbaar te zijn
en een oppervlak te beslaan bijna zo
groot als de provincie Utrecht. Aan
gezien waterdamp ultraviolette
straling absorbeert en waterdamp
vrijwel het enige kon zijn dat die
vlekjes (in feite 'uv-tekorten') daar
veroorzaakte, kon hét haast niet an
ders dan dat de vlekjes door water-
hoeveelheden ter plekke werden
veroorzaakt.
Op grond van de satellietopna
men lanceerden Louis Frank en zijn
collega's van de Iowa-universiteit
een wel heel vermetele theorie: de
aarde wordt vanuit de ruimte beko
geld met mini-kometen die elk be
stonden uit ruwweg honderd ton
waterijs van een heel brosse, dus ge
makkelijk uiteenvallende, samen
stelling.
Als gevolg van de aantrekkings
kracht van de aarde vielen de mas
sa's al op duizenden kilometers af
stand van de aarde geheel uiteen en
wat er uiteindelijk de dampkring
binnenkwam was niet meer dan een
ijle 'plens' water verspreid over een
oppervlak van enkele duizenden
vierkante kilometers.
Het ging overigens niet om kin
derachtige hoeveelheden water,
want al spoedig bleek dat de Dyna
mics Explorer-I elk etmaal gemid
deld maar liefst 30.000 van die vlek
jes registreerde. Een simpel reken
sommetje leerde Frank dat daar
door elke dag driemiljoen ton water
in de dampkring terecht komt en
dat die hoeveelheid voldoende is
om binnen twee miljard jaar al het
water op aarde te doen ontstaan.
Daarmee rees meteen de vraag of
de huidige watervoorraden op aar
de niet juist afkomstig zijn uit de
ruimte in plaats van op onze planeet
zelf ontstaan door toedoen van vul
kanische en atmosferische proces
sen in de begintijd van de aarde.
'Vallende sterren'
Franks theorie kwam meteen onder
zwaar wetenschappelijk spervuur
te liggen. Sterrenkundigen wezen
er op dat met de 'waterplenzen' on
vermijdelijk ook de nodige hoeveel-
heden stof de dampkring binnen
zouden komen die daar, door de
zeer hoge snelheden, het verbran
dingsproces teweeg zouden bren
gen dat in de volksmond bekend
staat als 'vallende sterren' (meteo
ren genoemd). Elke waterplens zou
dan vergezeld gaan van een minu
ten durend stukje vuurwerk in de
vorm van een groot aantal meteo-
Dergelijke 'meteoorregens' tre
den echter slechts enkele malen per
eeuw op en hebben bovendien een
ietwat andere oorsprong dan de wa
terige mini-komeetjes van Louis
Frank en zijn medestanders.
Bovendien zou, aldus de critici,
het dampkringloze maanoppervlak,
waar sedert de Apollo-vluchten een
aantal zeer gevoelige seismometers
zijn gestationeerd, vrijwel onafge
broken moeten trillen als gevolg
van de vele inslaande mini-kome
ten. Trillingen door inslaande voor
werpen zijn door de seismometer
echter betrekkelijk zelden geregi
streerd.
Deze vaststaande feiten leken de
doodsteek voor de theorie maar on
dertussen bleef men zitten met al
die verschijnende en weer verdwij
nende vlekjes op de satellietopna-
Uit onverwachte hoek dook hulp
op. Om de beweringen van Frank
voor eens en voor altijd naar het rijk
der fabelen te verwijzen, speurde de
astronoom Tom Gehrels met be
hulp van de Space-Watchtelescoop
van de Kitt Peaksterrenwacht in
Arizona een tijdlang de hemel af.
Om alle twijfel uit te sluiten was de
telescoop uitgerust met een elektro
nische beeldversterker en daarmee
moesten, zo had Gehrels uitgere
kend, Franks mini-komeetjes, vlak
voordat deze de dampkring binnen
kwamen, op de opnamen als licht-
vlekjes zijn te zien.
Overeenstemming
Gehrels verwachtte niets verdachts
te zien maar dat pakte heel anders
uit. Op een groot aantal opnamen
van de Space-Watchtelescoop ble
ken inderdaad vage lichtvlekken en
-vegen voor te komen en wel nage
noeg evenveel als op grond van de
satellietopnamen werd voorspeld.
Ook Olivero's waarnemingen, el
ke drie dagen een 'waterplens' in
het door hem gemeten gebied hoog
in de atmosfeer, zijn in overeen
stemming met de kunstmaanbeel-
den en met de registraties van Tom
Gehrels.
Frank zelf komt, op basis van de
grootte van het gebied dat door Oli
vero's instrumenten werd bestre
ken, uit op een om de twee dagen
optredende verhoging van de wa
terdampconcentratie, een (accepta
bel) verschil van een dag dus.
De sterrenkundigen staan nu
voor een dilemma: enerzijds de sa-
tellietbeelden en zowel Gehrels' als
Olivero's waarnemingsresultaten,
anderzijds de afwezigheid van over
vloedige hoeveelheden 'vallende
sterren' en van geregeld optredende
maantrillingen.
"En vergeet ook even niet", zegt
Alex Dessier, een astronoom van de
Rice-universiteit in Houston, "dat
elk brok van een paar decimeter
groot in de onmiddellijke omgeving
van de aarde onherroepelijk door
militaire verkenningssatellieten
zou worden gesignaleerd".
Wat het ook voor verschijnsel is,
het is reëel want het is de laatste ja
ren door diverse onderzoekers met
diverse instrumenten waargeno
men. De enige plausibele verkla
ring ervoor, water, is tevens de
meest omstreden.
Bewoners van een aantal plaatsen
rondom Tsjernobyl krijgen stra
lingsmeters. Hiermee kunnen ze de
.stralingsbelasting meten die hun
omgeving veroorzaakt. Ook worden,
re apparatuur waarmee gemeten
kan worden hoeveel van het radio
actieve cesium ze binnen hebben
gekregen en in hun lichaam is opge
hoopt. De metingen worden door
deskundigen begeleid.
Dat staat in de beschrijving van
een internationaal onderzoekspro
ject onder leiding van het IAEA, het
Internationale Atoom Energie
Agentschap te Wenen. Met dit pro
ject, waaraan honderd mensen deel
nemen, moeten opnieuw de schat
tingen van de radioactieve gevolgen
van het ongeluk met de kerncentra
le bij Tsjernobyl van april 1986 wor
den gemaakt.
Onlangs is besloten tot evacuatie
van 200.000 mensen in een gebied
op 100 tot 120 kilometer ten noor
den van Tsjernobyl. Dit vanwege de
strenge leefregels waaraan deze
mensen moeten voldoen. Zo moe
ten kinderen uitsluitend op asfalt
lopen en spelen om zoveel mogelijk
te voorkomen dat ze radioactief
zand binnenkrijgen. De asfaltwe
gen worden bovendien dagelijks
schoongèspoeld om de stralingsbe
lasting zo gering mogelijk te hou
den. Ook zijn er berichten over een
toenemend aantal (stralings)ziekten
en erfelijke afwijkingen bij mens en
dier.
Sovjet kosmonaut
Gretsjko in
Artis Planetarium
AMSTERDAM (ANP) - De Sovjet-
Russische kosmonaut Georgi
Gretsjko houdt op 3 juli een lezing
in het Artis Planetarium in Amster
dam over de bemande ruimtevaart
in zijn land. Hij zal een groot aantal
dia's vertonen door hemzelf en door
zijn collega's in de ruimte gemaakt.
Gretsjko, die tevens constructeur
is van ruimteschepen, maakte in
1975 een vlucht van een maand aan
boord het ruimtestation Saljoet-4.
Eind 1977 begin 1978 vestigde hij
een (record)vlucht van ruim drie
maanden in de Saljoet-6 en in 1985
woonde en werkte hij tien dagen in
het ruimtestation Saljoet-7.
Daarmee komen de internationq ge r
evacuatie na e®ipia;
ernstig ongeluk met een kernceii^
trale onder druk te staan. De Nedei-
landse overheid hanteert als ee ron
stralingsbelasting van 250 milliSieeeu
vert vlak na het ongeluk als norijwei
voor evacuatie en vindt dat mensejper
terug kunnen keren in het ontruirq
de gebied als ze in de rest van hui F
leven hooguit 250 milliSievert strqdiei
ling oplopen. De Russische norqaan
voor evacuatie is 350 milliSieverjten
maar is volgens Yuri Tsjerbak, vicqma
voorzitter van de commissie voqkie
Milieu en Kernenergie van de OqZi.i
perste Sovjet, op grond van de gëbv
meten gevolgen veel te soepe||—
Tsjerbak beveelt e
100 milliSievert a«
AMSTERDAM (ANP) - De chiruri
drs. B. Dwars van het Academiscl
Ziekenhuis Vrije Universiteit Am
sterdam (AZVUA) heeft een nieuw<
methode ontwikkeld om betrouw
baarder voorspellingen te doei
over het genezen van de wond
een beenamputatie. De methode
die berust op het bepalen van c'
taliteit van de beenhuid, maakt he:
mogelijk het laagste niveau var
putatie vast te stellen waarop nog
een goede genezing te verwachter
Dwars promoveert vrijdag a«
VU op een proefschrift over de
thode. Het is een variatie op de be-
staande scintigrafische techniek.
Volgens Dwars is de methode snel
nauwelijks belastend voor de pa
tiënt en zijn de resultaten betrouw
baar. Dat is een belangrijk gegeven
omdqt bij 30 procent van de circj
vijfduizend amputaties die jaarlijks
in Nederland worden uitgevoerc
problemen met de wondgenezing
ontstaan.
De doorbloeding van de been
huid wordt bepaald op plaatsen
waar de amputatie meestal word
uitgevoerd. Speciale bandages ge
ven zeer plaatselijk een tegendruk
Tegelijk krijgt de patiënt onder-
huids een met radioactief jodium
gemerkte vloeistof ingespoten,
waardoor een gamma-camera
verloop van de radioactiviteit kan
vastleggen. Uit dit onderzoek kan
de arts conclusies trekken ov(
doorbloeding van de huid.
De laatste eeuw heeft de houding
van de mens ten aanzien van de na
tuur een revolutionaire verandering
ondergaan. Dat leidde tot de groot
ste sociale beweging van de twintig
ste eeuw: de milieubeweging, waar
van de aanhang dwars door alle reli
gieuze, politieke en nationale
scheidslijnen heenloopt en wel is
omschreven als "het grootste mon
sterverbond sinds de Kruistoch
ten". Dat stelt de Amerikaanse his
toricus John McCormick, die in zijn
recente boek 'Gobal environmental
movement: Reclaiming Paradise'
als eerste de geschiedenis schetst
van de internationale milieubewe
ging.
Waar het McCormick om gaat bij
deze omwenteling met 'Coperni
caanse proporties', is dat vooron
derstellingen die eeuwen golden, in
enkele decennia onderuit zijn ge
haald. De idee is achterhaald dat de
mens meester is over de natuur en
naar eigen goeddunken kan be
schikken over wat deze hem ople
vert. Gebleken is dat de natuur niet
oneindig kan worden gebruikt en
dat misbruik onze gezondheid be
dreigt.
Hoewel de belangrijkste omslag
in ons denken over de natuur plaats
heeft in de jaren zestig van onze
eeuw, is verontrusting over mense
lijk ingrijpen in de natuur zeer oud.
Zo'n 2400 jaar geleden al waar
schuwde Platö voor ontbossing en
erosie in de heuvels van Attica als
gevolg van het op te grote schaal la
ten grazen van vee en kappen van
hout voor brandstof. De bezorgd
heid bleef echter incidenteel.
Een eerste echte doorbraak heeft
plaats aan het begin van de negen
tiende eeuw met de opkomst van de
Romantiek. Waar voorheen de
AANTASTING VAN HET
NEDERLANDSE BOS
VERZURING
VAN DE
BODEM
de verspreiding van verzurende
stoffen. (1986)
2800 3600-
3600 4400
I I 4400 5200
ESS3 5200 6000
mol/ha/jaar ÏSM 6000 - 6800
angst voor de natuur de mens
dwong haar te beheersen, wordt nu
de natuur niet langer gezien als vij
andig aan de mens. Bij een kleine
groep mensen, veelal kunstenaars,
schrijvers en dichters was er een
sterk verlangen naar de wilde, niet
door mensenhanden aangetaste na
tuur.
Er was een toenemende' belang
stelling voor de natuur wat bleek uit
de opkomst van verschillende we
tenschappelijke natuurstudies,
zoals de biologie. De ontdekking
van Darwin dat de mens afstamt
van de aap en dus deel uitmaakt van
de natuur en er niet tegenover staat,
maakte de verwantschap met de na
tuur groter. Het door de nieuwe we
tenschappen ontwikkelde inzicht in
de natuur zorgde tevens voor grote
re morele verantwoordelijkheid.
De bemoeienis met de natuur be
perkte zich in de negentiende eeuw
in eerste instantie tot verschillende
organisaties die zich inzetten 1
behoud van natuurschoon en be
scherming van wilde diersoorten.
De bezorgdheid had deels een eco
nomische oorzaak. Er heerste i
zekere vrees voor de beschikbaar
heid van natuurlijke hulpbronnen.
Om uitputting te voorkomen moest
niet alleen misbruik en verspilling
worden tegengegaan, maar tevens
manieren worden gevonden voor
duurzamer gebruik van de hulp
bronnen.
Niet grensgebonden
Al vrij snel werd duidelijk dat
milieuproblemen niet grensgebon
den waren. Om problemen effectief
aan te pakken bleek internationale
samenwerking onontbeerlijk te
zijn. Vanaf het begin van de twintig
ste eeuw zijn dan ook verscheidene
pogingen ondernomen om tot zo'n
samenwerking te komen. In 1940
riep de toenmalige president van de
Verenigde Staten, Theodore Roose
velt op tot een internationale confe
rentie, maar pas na de Tweede We
reldoorlog leek de tijd rijp voor der
gelijke ondernemingen.
De grote omwenteling had plaats
in de jaren zestig. In deze periode
groeide de beweging uit van een
kleine groep betrokken weten
schappers tot een wereldwijd vert
akte beweging. De aandacht ging
niet langer alleen uit naar bedreigde
vogels of wildpark in een ander we
relddeel, maar naar de directe
leefomgeving van de mens. Het is
het begin van de zogenaamde
'milieuproblematiek'. Luchtvervui
ling, verzuring en dergelijke wor
den nieuwe onderwerpen naast het
redden van de walvis, de zeehond of
de olifant.
McCormick legt het begin van deze
ontwikkeling op het moment dat in
de Verenigde Staten het boek 'Dode
Lente' van Rachel Carson ver
schijnt. Dit boek, dat een internatio
nale bestseller wordt, beschrijft de
verwoestende gevolgen van het in
tensieve gebruik van chemische be
strijdingsmiddelen in de landbouw.
In de media worden in deze tijd al
lerlei milieurampen breed uitgeme
ten zoals de gevolgen van boven
grondse kernproeven of de eerste
olietankerrampen. In toenemende
mate werden de mensen zich be
wust van de gevaren die de moder
ne samenleving met zich mee
brengt.
Van invloed waren ook de zoge
noemde 'onheilsprofeten' die pessi
mistische voorspellingen gaven
over het lot van de aarde als de men
sen hun leefgedrag niet zouden ver
anderen. Of nu de bevolkingstoena
me of de ongebreidelde economi
sche groei de oorzaken waren van
de ondergang van de wereld was on
derwerp van een langdurige contro
verse. Over het algemeen was de
milieubeweging, beïnvloed als ze
was door andere sociale bewegin
gen uit de jaren zestig, anti-kapita
listisch.
Ze verzetten zich tegen de wester
se overproduktie en wilden de groei
beperken. Ze kregen voor een deel
hun gelijk in 'Het rapport v«...
Club van Rome' onder de tite
'Grenzen aan de groei'. Dit rapport,
dat in 1972 verscheen, heeft grot<
invloed gehad op de publieke opi
Mijlpaal
In datzelfde jaar had ook een be
langrijke internationale milieucon
ferentie plaats in Stockholm, opge
zet door de Verenigde Naties. Vol*
gens McCormick is deze conferen
tie te beschouwen als een mijlpaa
in de milieugeschiedenis. Niet al
leen komt er nu eindelijk een inter
nationaal milieuplan (UNEP), maat
voor het eerst spelen ook de ontwik
kelingslanden een belangrijke rol.
Vanaf dan is de geschiedenis var
de milieubeweging eigenlijk
succes-story. Ondanks voorspellin
gen dat het hier zou g:
voorbijgaand fenomeen dat uitein
delijk zou doodlopen op gebrek
publieke belangstelling, is dit niet
gebeurd. De milieuproblematiek is
overal doorgedrongen. Had eind ja
ren zestig alleen de PSP een notitie
over het milieu in haar verkiezings
programma, nu durft geen politieke
partij dit onderwerp nog over té
slaan.
Of de geschiedenis van de milieu;
beweging er één is met een goede
afloop moet nog worden afgewacht.
McCormick geeft in zijn boek een
indrukwekkende lijst van instellin
gen, organisaties en internationale
verdragen die in kprte tijd tot stand
zijn gekomen. Daarnaast geeft hij
ook een overzicht van de geweldige
problemen die er nog liggen. Bo
vendien geven de verdragen geen
garantie voor daadwerkelijke uit
voering en dus verbetering van het
milieu.
(John McCormick 'Global
mental movement Reclaiming paradi-L
sc', 259 pag., Bclhaven press, Londen.
ISBN 1 85293 096 1.)