De losbol in de kuisheidsgordel
Expositie over de gedwongen
bekering tot het burgerfatsoen
ZATERDAG 23 JUNI 1990
PAGINA 27
Het gezin als hoeksteen van de samenlevingkerk en staat hebben sinds 1500 een harde strijd gestreden om het zo ver te krijgen. De
volkse losbandigheid liet zich niet zonder meer in strenge patronen vangen. Tot 20 augustus wordt in het Zeeuws Museum in
Middelburg een expositie gehouden over vrijen en trouwen tussen 1500 en 1800. Kent, en versint, Eer datje mint, dichtte Jacob Cats
bijna vier eeuwen geleden. Het verhaal van de harde leer en de weerbarstige praktijk.
door Jan van Damme
hoe ze elkaar moesten benaderen. Een
frisse adem en gekamd haar werden voor
beide partijen van belang geacht. Wie
zich aan die richtlijnen hield maakte gro
te kans tijdens de zondagse strandwan
deling of in de schouwburg een visje aan
de haak te slaan. Ook bij de jongeren be
hoorde het initiatief van de man uit te
gaan. 'De vryers komt het toe de vrysters
eerst te vraghen, Haer eerst te soecken
aen, te biddente behaghen; Het meisje
doet genoegh als sy hem antwoord geeft.
Als sy hem staet te spraeck, en sy haer
toont beleeft'. Het was een toneelspel,
waarbij enige veinzerij geen kwaad kon.
De minnaar mocht op zijn tijd een traan
tje wegpinken, dat maakte het vrouwen
hart zacht.
Ook in de onschuldig ogende vrijerij-
boekjes wordt de dubieuze rol van de
vrouwen benadrukt. Doortrapt waren ze,
dat mocht nooit uit het oog worden ver
loren. '...Bedrieght die u bedrieghen, Sy
leggenter op aen om u in 't slaep te wieg-
hen; Maeckt datse zijn betrapt, en vallen
in het net, Dat van haer was voor u
ghespannen en geset'.
Vleselijke lust
De standenmaatschappij stond geen
vrije keuze van huwelijkspartners toe.
Rijk trouwde niet met arm, jong liet zich
niet in met oud. Het was zaak, wisten
Cats en de zijnen, te allen tijde je ver
stand te gebruiken. Vleselijke lust en
geldzucht waren slechte raadgevers, die
een 'ongelijk' huwelijk in de hand werk
ten. Wee de oude snoeper, die een groen
blaadje wilde plukken; hij zou zijn scho
ne binnen de kortste keren in andermans
bed treffen.
De ouderlijke bemoeienis met de part
nerkeuze was zeker in de lagere kringen
verwaarloosbaar. Of zoonlief nu drie of
vier vriendinnetjes versleet mits van
vergelijkbare komaf deed er niet toe.
Engelse historici hebben in hun archie
ven het verhaal opgediept van de leerjon
gen Roger Lowe, die in juni 1663 eeuwige
trouw beloofde aan Mary Naylor. Toch
vroeg Roger een half jaar later aan Ann
Barrow, die verkering had met de broer
van zijn Mary, of zij niets voor hem voel
de. Uiteindelijk trouwde hij vier jaar la
ter met Emm Potter. De amoureuze om
zwervingen van Roger staan niet op zich,
aangenomen wordt dat ook jongeren op
het continent niet meteen aan hun eerste
'verkering' bleven hangen.
De ouders vonden het allemaal best.
Meneer pastoor moest er in de meeste ge
vallen aan te pas komen om uit de hand
gelopen vrijages te verbieden. In 'De be
ter geregelde Christenhuishouding' een
boekje dat in 1801 in Emmerik ver
scheen, doet een pastoor verslag van zijn
inspanningen op dat vlak. De 20-jarige
boerendochter Barbara maakt het vol
gens hem al te bont, drie jongelieden
heeft de zieleherder des nachts onder
haar raam waar genomen. Barbara weet
van niet^ en ook haar ouders houden de
boot af. Pas na lang aandringen beloven
ze beterschap. "Nooit", zegt de pastoor,
"nooit zal het hier in de gemeente deu
gen als de jonkheid niet op en houd gelyk
de uilen en vleermuizen met de nagt te
zwieren".
Verboden vertier
De moralisten en geestelijken kwamen
als overwinnaars uit de strijd. Het leven
van alledag werd gekuist. Kermissen
werden in de loop van de negentiende
eeuw in vele plaatsen verboden vertier.
Dartele en onbeschaamde samenkom
sten, waar gezongen en gedanst werd
de zogenaamde labbayen konden
evenmin als volksgebruik stand houden.
Zelfs over de winterse spinavond werd
hel en verdoemenis gepredikt, omdat
jongelieden de werksters maar al te vaak
met een bezoek vereerden. Een fuifje
rond het spinnewiel kon er echt niet mee
door.
De verdringing van alles wat met
seksualiteit te maken had, was ook in het
taalgebruik merkbaar. Gat en aarsje
werden onbetamelijke woorden. Plee en
zeiken werden eerst net gevonden, maar
moesten laten vervangen worden door
wc en pissen. Tegenwoordig behelpen
we ons met plassen en wie het netjes
wil zeggen toilet of handen wassen. De
seksuele voorlichting is er door. de taal-
kuising niet gemakkelijker op gewor
den. Geslachtelijke samenleving, vagina,
vulva en penis zijn medische termen,
waarmee lang niet iedereen raad weet.
(Tentoonstelling Kent, en versint.
Eer datje mint, Vrijen en trouwen
1500-1800, Zeeuws Museum Middel
burg tot en met 19 augustus, dinsdag tot
en met vrijdag 10-17 uur, zaterdag tot
en met maandag 13.30-17 uur.
In vervlogen eeuwen werd het nachtvrij-
en genoemd. De verliefde Johannes, al
dan niet onder begeleiding van nieuws
gierige strijdmakkers, klopte in het holst
van de nacht op het venster van de scho
ne Pieternella. Bekend is dat de onver-
schrokkene maar al te dikwijls óp niet
in! het bed van zijn geliefde terecht
kwam.
En dan? In een tijd dat nog niemand
met voorbehoedmiddelen in zijn achter
zak liep, moet het bij handje vasthouden
en bij het fluisteren van lieve woordjes
zijn gebleven. Althans, dat werd lange
tijd afgeleid uit het geringe aantal bui
tenechtelijke zwangerschappen. De
laatste jaren wint de overtuiging veld dat
de jongeren niet zo groen waren en zeer
goed wisten hoe ze een zwangerschap
konden vermijden.
Het nachtvrijen hield als volksgebruik
stand tot in de negentiende eeuw. Toen
wonnen de fatsoensrakkers en geestelij
ken, die al jaren lang hun afschuw over
de onkuise handelingen van de jeugd
hadden verkondigd. Het venster bleef
voortaan gesloten, hoe dringend Johan
nes er ook op klopte.
Het is een voorbeeld van veranderen
de zeden. De periode tussen 1500 en 1800
j biedt voor de Noordelijke Nederlanden
een beeld van een oprukkend burgerfat
soen, dat steeds minder ruimte liet voor
vrolijke losbandigheid. Op de tentoon
stelling Kent, en versint, Eer datje mint
worden de opvattingen over vrijen en
trouwen in dat pré-industriële tijdperk
voor het voetlicht gebracht. Het vrijen
moet in dat verband los van de huidige,
eng-seksuele betekenis worden gezien,
het heeft betrekking op de omgangsvor
men vóór het huwelijk.
Waarschuwing
Kent en versint is één van de hartekreten
van Jacob Cats. ï^as op dat je niet te vlug
je hart verpandt, was de wijze les van de
dichter des vaderlands. In zijn tijd hij
leefde van 1577 tot 1660 moet die waar
schuwing voor vrijwel alle groepen in de
samenleving bedoeld geweest zijn. Het
huwelijk was een betrekkelijk jong insti
tuut, in de late Middeleeuwen kon er ook
zonder boterbriefje worden samen ge
woond. De kerken spanden zich in de
tijd van Cats allerwegen in om de huwe
lijksverbintenis tot een algemeen geac
cepteerde instelling te maken. Een ver
bintenis voor het leven, daarover kon
geen onduidelijkheid bestaan.
Burgerlijke overheden steunden de
kerkelijke politiek. Hoe vaak kwam het
niet voor dat de minnaar een zwangere
vrouw in de steek liet en weigerde het
kind te erkennen? Meestal vervielen die
bedrogen moeders tot de bedelstaf, ze
moesten bij de welgestelden om genade
brood smeken en hun kinderen kwamen
in het circuit van de armenzorg terecht.
De machthebbers hadden er alle belang
bij het veilige gezin, het officiële huwe
lijk te propageren. Losbandigheid gaat
gepaard met armoede, was de bood
schap. Dus is het maar beter een kuis le
ven in een ordelijk, door de man gedomi
neerd huishouden te leiden.
De opkomst van het gezin is slechts
eén kenmerk van een wijd verbreide ver
burgerlijking. Het was de Cultuurhistori
cus Johan Huizinga, die begin deze eeuw
al schreef dat het dagelijks leven 500 jaar
geleden veel scherpere contouren had
dan tegenwoordig. Vreugde en leed, ge
luk en rampspoed maakten veel los in
het persoonlijk leven. Naarmate de af
standen tussen elite en volk kleiner wer
den en regeringen meer greep kregen op
hun onderdanen werden de emoties in
strakkere banen geleid.
Secreten
Die ontwikkeling van het gevoelsleven is
terug te vinden in de manieren- of eti
quetteboeken. De socioloog Norbert Eli-
as ziet in die boeken een vorm van priva
tisering, menselijke 'activiteiten werden
hoe langer hoe meer aan het zicht ont
trokken. Vijf eeuwen geleden moest in
Amsterdam het op straat wateren verbo
den worden. In de loop van de zeventien
de eeuw deden de toiletten als secreten
of heimelijke gemakken hun intrede in
de woonhuizen. Menselijke ontlasting
werd uit het dagelijks leven geweerd,
openlijk spuwen was uit den boze, waan
zinnigen werden in dolhuizen gestopt en
publieke straffen als geseling verloren
hun aantrekkelijkheid. Tot na 1700 wa
ren verkering of hpwelijk aangelegenhe
den, waarmee de hele buurtgemeen
schap zich bemoeide; doen ze het met el
kaar, durven ze het wel, die vragen waren
brandende kwesties. Later bleef de voor
pret gereserveerd voor de kleine kring
van het huiselijker geworden gezin.
Twee prenten die te zien zijn op de tentoonstelling 'Kent, en versint, Eer datje
mint, Vrijen en trouwen 1500-1800. die in Middelburg wordt gehouden. Boven
Jan Hen, met op de achtergrond zijn vrouw, hiernaast twee geliefden die zich
overgeven aan de nachtvrijage. (foto-s gpd>
De expositie over vrijen en trouwen
geeft een indruk van de strijd tussen de
middeleeuwse losbandigheid en de veld
winnende burgerzin. De voorstelling op
een zestiende-eeuws gebrandschilderd
glas in loodraampje laat niets aan dub
belzinnigheid te wensen over: 'hier hoort
wat in' staat er op de banderol, die een
naakte vrouw vlak bij haar kruis houdt.
Het mollige liefdespaar van Cesar van
Everdingen, geschilderd in het derde
kwart van de zeventiende eeuw, zal even
eens stof tot conversatie hebben gege
ven. Meer versluierd, maar voor de tijd
genoten niet minder duidelijk, is de mi
niatuur Mei in het Maastrichtse getijden-
ooek dat rond 1525 werd gemaakt. De
aardbeien, kelkbloemen en vogel in de
-and van de afbeelding zijn symbolen
voor zingenot.
Verpreutsing
Het staat vast dat de pikante, hier en daar
prikkelende kunstuitingen de meest
waarheidsgetrouwe weergave zijn van
het volkse leven. Kerk en elite hadden
echter de aanval ingezet tegen alles wat
vuns en vies was. Seks moest binnen de
veilige muren van de echtelijke slaapka
mer worden weggestopt. Het nachtvrijen
is een laat slachtoffer van het zedelijk
heidsoffensief. De verpreutsing was een
internationaal verschijnsel.
De jacht op de kouseband, een volks
gebruik in Engelse dorpen, kon rond
1800 ook niet meer door de beugel. Tot
die tijd was het zo dat vrijgezellen op de
trouwdag van een dorpsgenoot de kou
seband van de bruid moesten zien te ver
overen. Eerst gebeurde dat tijdens de
kerkdienst; later werd het na afloop van
de inzegening een renpartij naar het huis
van de bruid, waar de snelste vrijgezel de
kouseband mocht afdoen. In de negen
tiende eeuw weigerden.de boerendoch
ters hun rokken voor de hijgende vrijge-
zellenclub op te tillen. Een band om de
schoen bleek een minderwaardig alter
natief, waarvoor de jonge heren zich niet
in het zweet wensten te lopen. Want, was
de redenering, als ze voor een schoen
band kiest zal ze wel lelijke benen heb
ben.
De rokken werden niet meer opgetild.
Cats schreef het in 1625 in zijn bestseller
Houwelick: een meisje, een vrouw moet
kuis zijn, ze behoort in alles een afwach
tende houding aan te nemen en in het hu
welijk is ze ondergeschikt aan de man. In
rijm zegt Cats dat zo:
Al kreegh uw wederpaer de witte laze-
rije
Al kreegh uw wederpaer de swarte ra-
sernye
Al kreegh uw wederpaer het aldervuyl-
ste zeer
Hij blijft uw man, uw voogt, uw hooft
en overheer.
Het rollenpatroon was in die eeuwen
een zaak van ongemeen belang. Wie was
de baas in dat nog lang niet overal even
geregelde gezinsleven? Voor Cats en an
dere moralisten was het een uitgemaakte
zaak. Voor het volk in de straat was het
dat niet. Aan het eind van de Middeleeu
wen vormden man en vrouw een econo
mische eenheid, ze moesten samen zor
gen dat er brood op de plank kwam. Dat
rollenpatroon veranderde toen de maat
schappelijke ontwikkeling een schei
ding tussen werk en gezin met zich mee
bracht. De vrouw bleef achter in huiselij
ke kring, haar echtgenoot nam de verant
woordelijkheid voor het buitenwerk op
zich.
Strijd
Dat de man de broek aan had, was in de
dagelijkse praktijk niet meteen vanzelf
sprekend. De talrijke spotprenten, die
aan de schlemielige echtgenoot werden
gewijd, geven dat aan. De strijd om de
broek was een dikwijls terugkerend the
ma. Een over elkaar heen buitelend vrou
wengezelschap verbeeldt die strijd, de
eigenaar van het begeerde kledingstuk
staat als een eenzame zielepoot op de
achtergrond. Ook Jan Hen, van beroep
kippenverzorger, was een geliefd onder
werp van tekenaars. Meneer Hen zat toch
maar mooi onder de plak van zijn serpen
ten Griet. In de zeventiende eeuw had
het volkstoneel veel stukken op het re
pertoire, waarin de bazige vrouw, die
zich niet 'stil en sedig' hield, op de hak
werd genomen.
In vrijerijboekjes, vrije vertalingen
van de arte amandi van de Romeinse
dichter Ovidius, werd geliefden verteld
J .JM?