'Trimmers te gierig om
zich te laten keuren'
Cardioloog pleit voor jaarlijkse controle
'Kleding kan beslissen
over winst en verlies'
Golf: niet om de sport
maar om erbij te horen
PAGINA 1
MAANDAG 18 JUNI 1990
De meter, die in het stuur van de
fietsergometer is gemonteerd,
verspringt per minuut. Van 200 watt
naar 225, van 225 naar 250 en zo door.
Het trappen gaat steeds zwaarder. Als
de 275 is gepasseerd, blijft de hartslag
hangen op om en nabij 165 slagen per
minuut. Ook als de 350 watt wordt
bereikt. "Kom er maar af" zegt Jan
Paul van Mantgem, "het heeft geen
verder te gaan. Je zit aan je plafond".
Anderhalve minuut later is het
gebonk in de borst terug gelopen tot 85
slagen per minuut. Van Mantgem
waarderend: "Een zeer fraai herstel.
Uitstekende conditie".
Iemand die tegen de vijftig
loopt maakt zich wel eens zor
gen. Moet men op die leeftijd
nog deelnemen aan kwart-
triathlons, zware skitochten
over hoge Alpen. Elfsteden
tochten op de schaats, wieler
klassiekers over 260 kilome
ter en meer van dat soort on
zin? Als een zeer geleerde
Amerikaanse meneer in een
proefschrift beweert dat trim
men onder bepaalde voor
waarden eerder ongezond is
dan gezond, en het landelijk
ochtendblad die woorden ver
werkt in een artikel onder de
prikkelende kop: 'De dood
loopt mee', dan roept die
enigszins bejaarde trimmer
uiteraard onmiddellijk: "On
zin". Maar het verhaal knaagt
wel. Zodanig zelfs dat hij zich
ter keuring van hart en krans
slagaders wat eerder dan nor
maal bij zijn vriend de cardio
loog meldt.
door
Rob van den
Dobbelsteen
Gewoonlijk laat hij zich eens
per jaar keuren. In de maand
mei. De ene keer neemt hij
slechts plaats op de fietser
gometer: de andere keer
wordt er ook nog een echocar-
diografisch onderzoek ge
daan. Jan Paul van Mantgem:
"Meer is echt niet nodig. Ie
mand die regelmatig traint,
hoeft niet om de haverklap te
worden gekeurd. Je moet ook
niet weer overdrijven. Als ie
mand hier een keuring heeft
ondergaan, dan is de kans erg
klein dat-ie tijdens het trim
men zomaar dood neervalt.
Dan geef ik hem bij wijze van
spreken een paar jaar garan
tie".
Extreme belasting
Een op het eerste gezicht kras
se uitspraak in een tijd dat een
onbehoorlijk groot aantal
wielrenners zo maar overleed.
Die waren toch ook atleten die
uit en te na waren onder
zocht? Van Mantgem, 41 jaar,
zelf een verwoed fietser (vorig
jaar legde hij de 260 kilometer
tussen Parijs en Roubaix nog
af met een gemiddelde van
boven de 30 kilometer per
uur) en medisch adviseur van
een groot aantal profcou
reurs: "Wielrenners vormen
een heel ander verhaal. Dan
praat je over extreme belas
tingen. Die leiden lichamelijk
een heel ander leven. Zelfs de
kleinste aangeboren afwij
king, kan dan al fataal zijn.
Zoals is gebleken".
Het grote misverstand. Top
sport, en zeker wielrennen,
mag nooit en te nimmer wor
den vergeleken met recreatie
sport. "Want", doceert Van
Mantgem, "topsport kan in
een aantal gevallen inderdaad
behoorlijk ongezond zijn;
trimmen is dat beslist niet.
Mits men tenminste voldoet
aan een aantal voorwaarden.
Iemand die trimt moet reke
ning houden met zijn leeftijd,
z'n voorafgaande ziektege
schiedenis, z'n geslacht, z'n
gewicht en z'n basisconditie
en andere risicofactoren. Ik
bedoel er dit mee: een gezette
veertiger die de hele dag ro
kend in z'n auto zit en last
heeft van een hoge bloeddruk,
moet niet ineens tien kilome
ter gaan hollen. Dat is niet
eens slecht; dat is zelfs enorm
gevaarlijk". En als hij zich
vooraf eerst laat keuren? Van
Mantgem: "Daar ligt juist het
grote probleem. Dat doen de
meeste mensen niet. Dat vin
den ze te duur. Een keuring
bij een Sport Medisch Advies
Centrum komt op geloof ik
honderdzestig gulden. Het
klinkt ongelooflijk, maar dat
hebben de meeste mensen er
niet voor over. Stom, want
driehonderd guldens voor een
tienduizend kilometerbeurt
van de auto worden rustig be
taald. Want stel je voor zeg,
dat de remmen ineens zouden
weigeren".
Van Mantgem claimt dat
een goeie medische keuring
de eventuele zwakke plekken
van hart en kransslagaders er
in de meeste gevallen onver
biddelijk uithaalt. "Een ge
vaarlijke zaak is bijvoorbeeld
een verdikking van de hart
spier bij de overgang van de
linker hartkamer naar de li
chaamsslagader. Een echo-
cardiografisch onderzoek
haalt een dergelijke afwijking
er meteen uit. Als we dat bij
iemand constateren, advise
ren we hem onmiddellijk met
sporten te stoppen. Hetzelfde
geldt trouwens voor vernau
wingen van de kransslagader
die er uitkomen bij inspan-
ningstesten op de fietser
gometer."
Mort d'amour
Waarop de cardioloog minder
vat heeft, zijn hartkamer-rit
mestoornissen en hersen
bloedingen. Van Mantem:
"Ritmestoornissen kunnen
optreden bij zeer goed ge
trainde sporters met een ex
treem lage hartslag. Er doen
zich dan ineens tussenslagen
voor die dodelijk kunnen zijn.
En wat hersenbloedingen op
basis van een aangeboren
zwakte betreft; die manifeste
ren zich vaak al op jeugdige
leeftijd. Het werd vroeger nog
wel eens een Mort d'Amour
genoemd. Jongelui overlijden
plotseling tijdens het vrijen.
De bloeddruk wordt zo hoog
dat een ader met een zwakke
plek knapt. Vergelijk het
maar met een fietsband waar
teveel lucht in komt. Op te
sporen valt zo'n zwakke plek
niet".
Maar iemand die op die ma-
r tijdens het lopen van een
halve marathon aan zijn einde
komt, haalt wel de voorpagina
van de meeste kranten. Van
Mantgem: "Ja, dat is zo. En
meteen wordt daarmee de
suggestie gewekt dat het lo
pen van een halve marathon
ongezond zou zijn. Nonsens.
Zolang je tenminste aan de
voorwaarden voldoet die ik
eerder heb genoemd. Je hebt
van die mensen die vrijdag
avond in de kroeg besluiten
om voortaan elke zaterdag
een uur te gaan hardlopen. Le
vensgevaarlijk. Dat kan niet
zomaar. Als je nooit wat hebt
gedaan, moet je je eerst laten
keuren. En aan de hand van
de uitslag daarvan, ga je dan
langzaam beginnen".
Waarbij regelmaat belang
rijker is dan intensiteit. Van
Mantgem: "Eens in de week
een stuk hollen heeft geen en
kele zin en is nog gevaarlijk
ook. Wie wil gaan trimmen,
moet beginnen met vier, vijf
keer in de week tien minuten
heel rustig wat te gaan draven
en desnoods te wandelen. Pas
daarna kan hij het schema
heel kalm aan wat gaan uit
breiden. Waarbij hij steeds re
kening moet houden ik
Trimmen
is.niet
ongezond
maar je
moet wel je
beperkingen
kennen.
(foto Loek
Zuuyder-
duin)
kom er steeds weer op terug,
maar het is ook zo verrekte be
langrijk met die voorwaar
den".
Maar betekent dat ook dat je
min of meer met sporten dient
te stoppen als je 'op leeftijd
komt'? Van Mantgem: "Wel
nee. Je moetje alleen aanpas
sen. Ik merk het aan mezelf.
Alles wordt anders. Ik ben een
geweldige snoeper, 's Winters,
als ik minder fiets, kom ik al
tijd een paar kilogram aan.
Vroeger was dat er in de lente
iu heb ik daar veel
moeite mee. Dat heb je
te accepteren. Ga je for
door minder te eten of
zo, dan heb je goeie kans datje
lichaam gaat protesteren. En
dan ben je verder van huis".
Het nog altijd verkondigde
verhaal dat trimmers door te
trimmen afvallen, zou Van
Mantgem nu wel eens voor al
tijd en eeuwig naar de
schroothoop willen verwij
zen. "Als je jong bent mis
schien. Maar verder word je
alleen maar slanker door min
der te eten en te drinken. Wat
ik alleen wel heb gemerkt,
maar misschien is dat wel heel
persoonlijk, datje minder be
hoefte .krijgt aan snoepen en
alcohol drinken
ment dat je hard traint. Van
anderen heb ik die geluiden
ook wel eens gehoord. Het
wel eens aardig zijn als daar
een onderzoek naar werd ge
daan".
Zoals hij het ook wel
aardig zou vinden als dat
tenminste mogelijk zou zijn
wanneer er een onderzoek zou
worden verricht
geestelijk welzijn van trim
mers. Van Mantgem: "Ik vind
dat geestelijke aspect zeker zo
belangrijk als het lichamelij
ke. Ik werk soms 85
week, maak erg lange dagen
en als ik dan 's avonds hele
maal afgepeigerd thuiskom,
dan kost het me wel
moeite m'n traingsspullen
aan te doen en een stuk te
gaan fietsen. Maar ik doe het.
Want ik weet dat ik me na een
uurtje rammen door de polder
en een lekker douche, weer
helemaal het heertje voel. En
echt, dat kan die man die met
een sigaret in de ene hand en
een pilsje en een zak chips bij
de andere hand uitgezakt voor
de televisie naar Medisch
Centrum West zit te kijken on
mogelijk zeggen".
Tri-atleet Mark Koks kan dagen denken
over wat hij zal aantrekken
Een echte Jansen Tila-
nus. Dat was pas je ware.
Louis Davids gebruikte de
merknaam zelfs voor een
van zijn beroemdste lied
jes, 'De Voetbalmatch'.
"Twintig jongens liepen in
d'r Jansen Tilanus, los
in het midden op een gras
veld rond..." zong de klei
ne man al ver voor de
Tweede Wereldoorlog.
Maar ook daarna waren de
baadjes en broekjes van
deze firma niet van de lij
ven van de voetballende
medemens af te branden.
De grote revolutie begon in de
jaren zestig en is eigenlijk nog
steeds aan de gang. De heren
Jansen Tilanus ruimden
langzaam maar zeker het veld
om vanaf de zijlijn toe te kij
ken hoe andere merken de
sporters op steeds efficiëntere
en blitsere wijze begonnen te
kleden. Voorlopers: de skiërs,
de zwemmers en - vanaf het
moment dat de sport in 1980
aan zijn stormachtige opmars
begon - de triathlonners.
Vooral die laatsten experi
menteerden dat het een aard
had. Mark Koks: "Logisch.
Kleding kan zeker in onze
sport beslissen over winst of
verlies."
Koks (24) wordt door ken
ners beschouwd als "mis
schien wel het grootste
triathlon-talent" van Neder
land. Hij 'ontdekte' op het
CIOS in Heerenveen min of
meer de triathlon. Binnen
EINDREDACTIE
HENK HOUTMAN EN
HENRIETTE v.d. HOEVEN
twee jaar stoof hij naar de top
van de Nederlandse tri-sport,
geschraagd door een meer
dan normale aanleg voor zo
wel fietsen als lopen. Zwem
men 'deed' hij qr aanvankelijk
bij, omdat het nu eenmaal
moest, maar sinds hij een half
jaar geleden professional is
geworden, heeft hij zich de af
gelopen winter bij de training
vooral op dat onderdeel ge
richt.
Ellende
Een echte kledingfreak wil
Mark Koks zich niet noemen.
"Maar" zegt hij, "zeker bij
wintertriathlons zit ik al drie
dagen voor de wedstrijd te be
denken wat ik zal aantrekken.
Kleed je je te warm dan ga je
zo zweten dat de spanning op
je spieren wegvalt; doe je te
weinig aan dan heb je kans
dat je spieren verstijven.
Vroeger moet dat helemaal
een ellende zijn geweest om
dat je bijna geen keus had. Nu
heb ik speciale pakken voor
alle weersomstandigheden".
Toen de triathlon in 1980 in
Nederland werd geïntrodu
ceerd, verkleedden de deelne
mers zich twee keer. Eerst tus
sen het zwemmen en het fiet
sen en vervolgens nog eens
tussen het fietsen en het lo
pen. Een zenuwenklus. Rob
Barel, nog altijd Neèrlands
beste op de korte afstanden,
was een van de eersten die het
belang zag van zo'n kort mo
gelijke verkleedtijd. Hij trok
na het zwemmen al meteen
een atletiekbroekje en atle-
tiekschoentjes aan zodat hij
zo vanaf de racefiets aan het
loopnummer kon beginnen.
Amerika
Mark Koks: "In Amerika was
toen al het triathlonpak ont
wikkeld. Dat was een pak
waarin je alles kon doen:
zwemmen, fietsen en lopen.
In het begin keek men er hier
geloof ik nogal vreemd tegen
aan. Maar na een jaar liep ie
dere triatleet er in rond. Ik
Het probleem speelt al jaren en zal voorlopig niet worden opge
lost. Jan Ebbinge: "De meeste mensen die gaan golfen, doen
dat niet om de sport, maar omdat ze erbij willen horen. Daar
heb je natuurlijk niet zoveel aan. Ik bedoel: voor die mensen is
het best leuk en de clubkas vaart er wel bij, maar het peil van
het Nederlandse golf gaat er niet door omhoog. Onze beste gol
fer, Ruud Bos, staat 95ste op de Europese ranglijst. Dat zegt vol
doende".
Jan Ebbinge (43) is hoofdredacteur van het maandblad Golf,
televisiecommentator bij Eurosport en golfmedewerker van
NRC/Handelsblad. Zelf figureerde hij met een handicap van 5
ooit in de Nederlandse subtop en hij heeft een verfrissende kijk
op wat door velen 'de sport van de toekomst' wordt genoemd.
Ebbinge: "Sport van de toekomst? Ik help het ze hopen. Ik ge
loof er nog niet zo in".
Hoezo? In tien jaar liep het ledental van de Nederlandse Golf
Federatie (NGF) toch op van 16.000 naar 45.000 en verspreid
over het land liggen er nu al 53 officiële banen. Gevoegd bij de
3 niet gehomologeerde pisten, betekent dat een bestand van
Mark Koks:"Misschien dat helemaal niks aan uiteindelijk de beste resulaten zal opleveren.
moet zeggen: ik ben er nooit
zo van weg geweest. Ik had er
vooral bij het lopen nogal last
van. Ik vond die wielerpijpen
te strak. En bij het fietsen had
ik het in het begin vaak ver
schrikkelijk koud.
Koks denkt nog wel eens
met schrik terug aan die be
ginperiode. "Je kwam voor de
meest onverwachte dingen te
staan. Op een gegeven mo
ment bedacht iemand dat je
met het aantrekken van sok
ken veel teveel tijd kwijt was.
Je kon net zo goed zonder. Ik
zag daar wel wat in. Met als ge
volg dat ik bij het lopen kan
jers Van blaren op m'n voeten
kreeg. Nu trouwens niet meer,
maar dat ligt ook weer aan de
schoenen die ik draag. Het is
echt een kwestie van voortdu
rend uitproberen van nieuw
ontwikkeld materiaal". Tot op
het belachelijke af soms.
Loopschoentjes hebben bij de
triatleten nog wel veters, maar
worden niet meer gestrikt.
Een schuifknop snoert de
schoenen in een enkele secon
de vast aan de voet. Fiets-
schoentjes - reeds vastgezet
op de pedalen - worden pas tij
dens het rijden met klitteband
aangetrokken en er zijn al lie
den die toch weer atletiek-
schoenen tijdens het fietsen
dragen (een tijd lang uit de
mode omdat je via de slappe
loopzooi je kracht niet goed
over het pedaal kunt verde
len) nu iemand erin is ge
slaagd een speciale pedaal in
de vorm van een voetzool te
construeren.
Nieuwe pedaal
Koks: "Ze blijven bezig en ik
moet zeggen dat ik met de
nieuwe pedaal ook ga experi
menteren. Elke seconde telt
en als je tussen het fietsen en
lopen niet meer hoeft te wisse
len... Mij lijkt het heerlijk. Dat
aan- en uittrekken van schoe
nen is toch altijd een ver
schrikkelijk nerveus gedoe.
Als het niet meer nodig is, kan
dat vooral bij de run-bike-run
wedstrijden veel voordeel op
leveren."
Run-bike-run (eerst lopen,
dan fietsen en dan weer lopen)
is een afgeleide van de
triathlon en is vooral populair
bij de vele tri-atleten die niet
van zwemmen houden. Mark
Koks: "Ik gebruik die run-
bike-run's ook om te experi
menteren. Ik hou nogal van
ruimzittende kleding, maar
op een gegeven moment
merkte ik dat bij het fietsen de
wind van bovenin zo mijn
shirt inblies. Dat is niet goed
voor je lichaam en bovendien
houdt het nog tegen ook.
Daarom heb ik nu weer strak
kere shirts. Daar moet je dan
ook weer mee oppassen want
dat kan gaan schuren over je
tepels die daar dan weer heel
pijnlijk van worden en soms
zelfs gaan bloeden. Dat heb ik
opgelost door er van tevoren
wat tape overheen te plak-
Geertje Wielma
Gegoochel en geëxperimen-
teer met sportkleding. Men is
er nu al bijna een kwart eeuw
mee bezig. Ook al omdat er
steeds betere (lees snellere)
stoffen worden ontdekt. Kijk
alleen maar naar de waterzui-
gende badpakken waarmee
Geertje Wielema zich in het
begin van de jaren vijftig door
het water moest wringen en
naar de waterafstotende licht
gewicht floddertjes die heden
ten dage de lichamen van de
gezusters Muis strak en vol
strekt plooiloos omspannen.
Mark Koks:"Toch denk ik wel
eens: misschien dat helemaal
niks aan uiteindelijk de beste
resultaten zal opleveren".
101
Ebbinge: "Zie je, dat bedoel ik nou. Het zijn geen courses,
maar banen; het zijn ook geen clubs, maar stokken. Er is steeds
gezegd, ook door de NGF: Laten we nou eerst proberen dat
kakkineuze imago van ons af te krijgen. Maar dat lukt niet. En
waarom niet? Omdat juist de nieuwelingen, de mensen die er
bij willen horen, hun bal niet in de bosjes slaan, maar in de
rough. Want dat staat sjieker".
Zeker als hij er ook nog de nieuwe baan in Diemen als voor
beeld bij haalt. Golfcentre Amstelborgh werd aangelegd met de
uitdrukkelijke bedoeling golf'open te breken'. Maar fulmineert
Ebbinge, ten eerste worden de leden consequent members ge
noemd, ten tweede wordt er niet gesproken over een clubhuis,
maar over een clubhouse en ik zo nog wel uren doorgaan. Zo
wordt het nooit wat".
Zeker niet als je daarbij bedenkt wat golf kost. Jan Ebbinge:
"Nou ik moet zeggen: dat is toch wel verbeterd de laatste jaren.
Goedkoop is golf nog altijd niet, maar voor 22 kun je bijvoor
beeld al een rondje over de baan van Spaarnwoude maken. En
zo zijn er nog wel meer voorbeelden. Wat je alleen wel hebt: je
mag pas op de baan spelen als je een golfvaardigheidbewijs
hebt. Daarvoor moet je lessen nemen en die zijn niet goed
koop".
Toch vreemd. Waarom is in Ierland zo'n vaardigheidsbewijs
geen voorwaarde terwijl er in Nederland onmiddellijk een
baancommissaris voor je neus staat als je het waagt zonder zo'n
diploma de baan,te betreden. Jan Ebbinge: "Tsja. Dat is een
verschil in cultuur, in opvattingen".
Maar het gevolg is wel dat het in een arm land als Ierland
krioelt van de goeie golfers, terwijl de beste Nederlandse pro
fessional zich maar net tussen de beste honderd van Europa
heeft weten te wringen. Jan Ebbinge: "Dat is natuurlijk wel zo
maar iemand die nog nooit heeft gegolfd, kun je niet zomaar de
baan opsturen. Die zou alle andere spelers, die achter hem ko
men, verschrikkelijk ophouden". 1
Maar dat geldt voor Ierland toch zeker net zo goed? Ebbinge:
"Nee, niet helemaal. Daar leer je al op heel jonge leeftijd golfen
op de baan om de hoek. Hier, in Nederland, is bijna geen golf-
jeugd
Rijst de vraag waarom dan niet. Ebbinge: "Daar kan ik maar
één antwoord op geven: het belang van een goeie jeugdopvang
wordt bijna niet ingezien. Er zijn hier en daar wel wat scholings
mogelijkheden en in Alphen aan de Rijn worden scholen uitge
nodigd om eens te komen spelen. Maar helaès is dat een grote
uitzondering. Ik ben toch bang dat veel golfbestuurders er het
nut niet van inzien omdat ze golf meer beschouwen als een so
ciëteit in de open lucht dan als een sport. Ja, en dan kom je geen
stap verder natuurlijk."