De zwakte van de sterke arm
'Veel aanslagen zijn niet te voorkomen'
ZATERDAG 16 JUN11990
EXTRA
^BJJ^G^AJ^JE^^IDSCH^A^HEN^DAGB^D
PAGINA 23
De manier waarop de hoofdofficier van justitie laatst
reageerde op de IRA-aanslag in Roermond, typeert de
ogenschijnlijke machteloosheid van de Nederlandse
overheid tegenover terroristische acties in ons land. Na de
'dramatische vergissing' van het verboden Ierse
Republikeinse Leger, die in koelen bloede twee Australiërs
doodschoot, prees de man de politie de hemel in. Vanwege
het snelle begin van het onderzoek. Met geen woord werd
gesproken over de kansen dat de daders zouden worden
gepakt. En dat is maar goed ook, want onderhand is het een
gewoonte geworden dat de opsporing van terroristen veelal
berust op toeval. "Het is de kunst om bezig te blijven, om
informatie te blijven verzamelen en die te vergelijken met
reeds beschikbare gegevens. Soms ontdek je dan een
verband met een aanslag".
door Jos Heymans
Jarenlang heeft Nederland zich in
slaap gesust met de gedachte dat ter
rorisme een zaak van buitenlanders
was. Terreuracties om politieke rede
nen. zoals bomaanslagen, vliegtuig
kapingen, gijzelingen en ontvoerin
gen, kwamen hier niet voor. Zo heette
het. Er werd dan meteen bij gezegd
dat terroristen in het Midden-Oosten
(de fanatieke Islamitische actiegroe
pen) te vinden waren. En in Libië
(splintergroeperingen al dan niet van
de PLO), in Noord-Ierland (IRA), Ita
lië (Rode Brigades), Frankrijk (Action
Directe), Spanje (ETA), België (CCC)
en in Duitsland (RAF). En inderdaad,
tot aan het begin van de jaren zeventig
was Nederland gevrijwaard van ter-
De gijzelingsacties van de Moluk-
kers leidden begin zeventig tot de op
richting van de Bijzondere Zaken
Centrale (BZC) van de Centrale Re
cherche Informatiedienst CRI). De
afdeling houdt zich bezig met het ver
garen van inlichtingen over terreur
groepen, maar is ook daadwerkelijk
betrokken bij het onderzoek naar ge
pleegde aanslagen.
"Aan de ene kant hebben we een bi
bliotheekfunctie. We vergaren infor
matie, analyseren- die en doen veel
aan research. Daarnaast zijn we ook
'executief bezig, we ondersteunen
het recherche-onderzoek. Dat ge
beurt dan overigens wel onder leiding
van het plaatselijke korps en de offi
cier van justitie", is de uitleg van Bas
Barendregt, hoofd van de Bijzondere
Zaken Centrale van de CRI.
Gouden koets
De BZC was amper opgericht, toen in
september 1974 de Franse ambassa
deur in Den Haag en een aantal van
zijn medewerkers door Japanse terro
risten werden gegijzeld. De overheid
stond machteloos en kwam aanvan
kelijk niet verder dan het leggen van
een cordon van léger en politie rond
het bezette gebouw en het omleiden
van de Gouden Koets op Prinsjesdag.
In de onderhandelingen kregen de
terroristen volledig hun zin: de vrijla
ting van een maatje uit een Franse ge
vangenis, een vrije aftocht naar het
Midden-Oosten en een som geld. Het
door premier Den Uyl aangevoerde
argument dat "de levens van de gijze
laars voorop stonden" moest de kri
tiek op de wel erg toegeeflijke hou
ding van de overheid weerleggen.
Terroristische acties zijn sindsdien
weliswaar geen schering en inslag,
ons land wordt toch wel met enige re
gelmaat geconfronteerd met aansla
gen of met terroristen die hier een tij
delijke schuilplaats zoeken. Af en toe
komt het tot arrestaties (IRA en RAF),
meestal op aanwijzing van een bui
tenlandse inlichtingendienst. Dat
loopt niet altijd volgens plan, zoals de
arrestatie van het RAF-lid Wackerna-
gel in Amsterdam waarbij een politie
man het leven verloor.
De Nederlandse politie is ten op
zichte van het buitenland weinig er
varen in de bestrijding van (politiek)
terrorisme, daar waar het gaat om be
scherming van personen en gebou
wen. Daar kun je aan de ene kant blij
om zijn, het betekent immers dat het
ons land vrijwel ontbreekt aan profes
sionele terroristische organisaties.
Anderzijds leven we niet op een ei
land en hebben we dus ook te maken
met terreurdaden van buitenlanders
op Nederlands grondgebied. Vooral
de IRA en sinds vorig jaar ook de
ETA met een reeks aanslagen op
Spaanse diplomatieke doelen in Den
Haag lijken Nederland te hebben
ontdekt als een land waar met weinig
risico geslaagde terreurdaden kun
nen worden gepleegd.
Barendregt: "Veel aanslagen kunnen
niet worden voorkomen, domweg
omdat ze niet verwacht hadden kun
nen worden. Dat wil niet zeggen dat
wij niet voor onze taak berekend zou
den zijn, want die aanslagen komen
overal voor. In Duitsland, in België,
ja. zelfs in Noord-Ierland. En het bete
kent ook niet dat we in vergelijking
met het buitenland te weinig informa
tie hebben. Door de constante uitwis
seling van gegevens is onze kennis de
kennis van alle landen".
Maatregelen
"Wat wij doen, is informatie analyse
ren. Op grond daarvan schatten we in
of er mogelijk een terreuractie op
komst is. Dat doe je bijvoorbeeld aan
de hand van uitspraken van terroris
tenleiders of van bewegingen van be
kende terroristen, die voortdurend in
de gaten worden gehouden. Als er
werkelijk een aanslag dreigt, sturen
we een waarschuwing uit en worden
maatregelen getroffen. Wat voor
maatregelen mag ik niet zeggen. Des
ondanks vinden de aanslagen toch
plaats. Domweg omdat je niet weet
waar en wanneer die zal plaatsvin
den".
Vóór de aanslag in Roermond was
er een waarschuwing uitgegaan van
hetBandeskriminalambt in Wiesba
den. Barendregt wil daar slechts in z'n
algemeenheid op reageren. "Als wij
waarschuwingen binnenkrijgen,
gaan die niet automatisch door naar
de korpsen. We analyseren zelf of de
waarschuwing juist is. Pas daarna
lichten we de korpsen in en treffen we
maatregelen". Het is, voor zover Ba
rendregt bekend, nooit voorgekomen
dat ten onrechte een waarschuwing
terzijde is gelegd. "Er is geen situatie
geweest waarin een aanslag heeft
plaatsgehad, waarvan we de waar
schuwing hebben genegeerd".
Volgens drs. Cees Visser van het In
stituut Clingendael, expert op het ge
bied van terroristische organisaties,
hebben de IRA-aanslagen in ons land
vooral te maken met de lokatie van de
Britse kazernes op het Europese vas
teland. "Niet alleen in Nederland, ook
in Duitsland en België is de IRA ac
tief. Ik denk niet dat men hier aansla
gen pleegt, omdat de kans op succes
groter zou zijn. Buitenlandse terroris
ten zijn onze taal niet machtig en lo
pen daardoor het risico sneller op te
vallen".
Leen van der Linden, voorzitter van
de Nederlandse Politiebond, heeft er
in het verleden voor gepleit om terro
rismebestrijding over te hevelen naar
het leger, dat daarvoor beter is uitge
rust. De politie beschikt volgens Van
der Linden nauwelijks over bewape
ning om een terroristische actie af te
slaan. En bovendien zijn politiemen
sen helemaal niet opgeleid om perso
nen en gebouwen tegen aanslagen te
beschermen. Het past ook niet in het
beeld van Nederland, waar ministers
en andere politici vrijelijk en zonder
enige bescherming van een groep vei
ligheidsagenten de luchpauze door
brengen aan de kade van de Hofvij-
Van der Linden kreeg in december
van het vorig jaar het grootste gelijk
van de wereld, toen onder de ogen van
een surveillerende politieagent vanaf
het dak van een auto drie granaten
werden afgevilurd op de woning van
de Spaanse ambassadeur in Den
Haag. De politieman had helemaal
niets gezien, maar dat mocht hem
volgens de ministers Hirsch Ballin
Een van de laatste acties van de Rara-beweging. Terwijl hun maat René Riemersma moest terecht staan, gooiden de leden van de terreurgroep
in de buurt van het Amsterdamse Paleis van Justitie met stenen naar de ME.
(Justitie) en Dales (Binnenlandse Za
ken) in antwoord op Kamervragen
niet kwalijk worden genomen. "De
politiefunctionarissen belast met het
toezicht hadden geen instructies in
het bijzonder op verdachte voertui
gen te letten. Van hen wordt verwacht
dat zij alert zijn op die zaken die op
vallend zijn, gezien hun taakstelling
onder deze omstandigheden".
Toch is ons land niet onvoorbereid
op terroristische aanslagen. De be
strijding loopt langs twee lijnen: het
verzamelen van inlichtingen ter voor
koming van aanslagen (BVD, CRI) en
het daadwerkelijk optreden bij ter
reuracties. Daarvoor zijn er enkele
bijzondere bijstandseenheden, van de
rijkspolitie (precisieschutters), de
krijgsmacht, het korps mariniers (dat
in 1974 groot succes oogstte bij de be
vrijding van een gegijzeld zangkoor in
de Scheveningse gevangenis) en een
afzettingseenheid van de Koninklijke
Landmacht. De Landelijke Bijstands-
groep Terreurbestrijding is in 1981
opgegaan in de BZC.
Visser kan zich ergeren aan het
soms hulpeloos ogende onderzoek
van de politie na een terroristische
aanslag. "Er wordt meestal ontzet
tend geheimzinnig gedaan, terwijl dat
nergens op slaat. Neem nu de aanslag
in Roermond. De politie weigerde te
zeggen om hoeveel daders het ging,
terwijl ooggetuigen dat al lang in het
openbaar hadden verklaard. De En
gelsen zijn daar veel makkelijker in.
Die roepen meteen uit hoeveel daders
bij een aanslag zijn betrokken. Daar
hoef je ook absoluut niet geheimzin
nig over te doen".
De terreurexpert herinnert zich de
ergernis van Britse politiemensen,
twee jaar geleden, die vanwege de
aanslagen in Roermond en Nieuw
Bergen naar Nederland waren geko
men. "Het duurde, geloof ik, ruim
twee dagen voordat de Nederlandse
politie had vastgesteld dat de ontplof
fing van de auto door een explosief
was veroorzaakt. Dat was geen beste
beurt tegenover de Britten. Zelf heb
ik me vreselijk geërgerd aan het feit
dat bij de laatste aanslag in Roermond
de lichamen van de twee gedode
Australiërs dertien uur lang op het
plein hebben gelegen. Waar was dat
goed voor? Ik vind dat een schande".
Voorzichtig
CRI-man Barendregt meent dat Vis
ser niet goed op de hoogte is. "De aan
slag in Roermond werd 's avonds laat
Een stille uiting van afkeer tegen geweld. Precies op de plek waar twee Australische toeristen 'bij vergissing'
werden neergeknald door IRA-terroristen lag nog dagen na de aanslag een bos bloemen. Er hing een kaartje
aan met een niet mis te verstane tekst': 'IRA-scum', wat zoveel betekent als 'IRA-tuig'. itotoanpi
gepleegd. We moesten wachten op
het daglicht, voordat het sporenon
derzoek kon beginnen. En daar moet
je zeer voorzichtig mee zijn. Van de
IRA is bekend dat ze op de plek van
de aanslag wel eens extra explosie
ven, booby-traps, aanbrengen. Dat
kan het uren duren, voordat de lijken
kunnen worden verwijderd".
Het soms knullige optreden van de
politie een dramatisch dieptepunt
was de dood van de gegijzelde kolonel
Van der Kieft uit Apeldoorn, die bij de
bevrijdingsactie in de buurt van Arn
hem door een politiekogel werd ge
troffen heeft niet alleen te maken
met een gebrek aan opleiding en ma
teriaal, maar ook met de vraag hoe
veel macht bij de bestrijding van ter
rorisme mag worden gegeven aan op
sporingsdiensten. Het gevaar dat de
rechtstaat moet wijken voor een poli
tiestaat. is niet denkbeeldig. Op het
hoogtepunt van de strijd tegen de Ro
te Armee Fraktion (RAF) beschikten
de Duitse autoriteiten vanwege het
staatsbelang over zoveel bevoegdhe
den. dat de privacy en andere demo
cratische rechten in de knel kwamen.
Het Bundeskriminalamt in het
Westduitse Wiesbaden ging zelfs de
gangen na van mensen, die hun ener
gierekening niet automatisch maar
contant betaalden. De opsporings
dienst vond dat typisch terroristisch
gedrag. Bij ons zal dat niet gauw ge
beuren. Toen de Tweede Kamer in
1987 felle kritiek uitte op de BVD en
de CRI omdat nog geen spoor was ge
vonden van de daders van de Makro-
branden, wees minister Korthals Al-
tes van justitie op de grenzen van de
wet. "We zullen ons niet laten verlei
den tot middelen buiten het rechtsbe
stel, dat zou een overwinning zijn
voor de terreurgroepen. We houden
ons aan de grenzen en dat betekent
dat er concrete verdenkingen tegen
concrete personen moeten zijn. Die
moeten worden vertaald in wettig
verkregen bewijsmateriaal. Met al
leen vermoedens komen we ner-
Onmacht
Mooie woorden van de minister, maar
het kenmerkte wel de onmacht van
politie en Justitie om het politiek ter
rorisme van de Revolutionaire Anti
Racistiese Axie (RaRa) verant
woordelijk voor de vier branden
aan te pakken. De directie van het
moederbedrijf van de Makro, SHV,
was dan ook uiterst teleurgesteld. Be
sloot na zestien maanden van terreur
ten einde raad te voldoen aan de eis
van RaRa om haar investeringen uit
Zuid-Afrika terug te trekken. "We
hebben niet het gevoel", aldus een
SHV-verklaring, "dat Justitie vol
doende bescherming aan onze vesti
gingen en personeel kan of wil geven
voor langere tijd".
Met massale arrestaties probeerde
de overheid de actiegroep, die ook
verantwoordelijk is voor het doorsnij
den van benzineslangen van Shell, te
imponeren. Maar bijna alle verdach
ten moesten wegens gebrek aan be
wijs worden vrijgelaten. Slechts één
activist kwam voor de rechter en
werd, na een aanvankelijke veroorde
ling, in hoger beroep vrijgesproken.
Barendregt: "Toch is het uiteindelijke
resultaat niet slecht geweest. Er was
in die tijd sprake van een gewelddadi
ge spiraal naar boven. Daar moest een
einde aan komen. We dachten vol
doende bewijs te hebben om de ver
dachten veroordeeld te krijgen. Dat is
niet gelukt, maar we hebben RaRa
wel uit de anonimiteit gehaald. En ik
moet vaststellen dat er nooit meer
Makrobranden zijn geweest".
"Opsporing en vervolging van ter
roristen is een uiterst moeilijke zaak",
meent Visser. "Ik geloof niet dat Ne
derland daarin veel slechter is dan an
dere landen. Kijk eens naar Duits
land. Daar lukt het de politie ook niet
om de daders van de IRA-aanslag bij
Dortmund te pakken. Ze raken ze
zelfs kwijt tijdens een achtervolging".
Volgens CRI-man Barendregt is op
sporing vaak een kwestie van geduld.
"Het is de kunst om bezig te blijven,
om informatie te blijven verzamelen
en die te vergelijken met reeds be
schikbare gegevens. Soms ontdek je
een verband met een aanslag, die dan
alsnog kan worden opgelost".
Terrorisme is volgens Visser met
succes te bestrijden. "Landen als
Frankrijk, Belgie en Italië hebben dat
aangetoond. De Fransen hebben Ac
tion Directe volledig opgerold, van de
Belgische CCC hoor je niets meer en
van de Rode Brigades in Italië is ook
bijna niets meer over. Het kan dus
wel, maar dat vergt een enorme in
spanning".
En dat is vaak een onmogelijkheid
voor de Nederlandse politie. CRI-
woordvoerder Jaap de Waard: "We
hebben relatief gezien het kleinste po
litiekorps van Europa. Dat is een
weliswaar een politiek probleem,
maar het betekent wel dat de politie
prioriteiten moet stellen. Dat geldt
voor alles, voor terrorismebestrijding,
voor de aanpak van andere
van criminaliteit en zelfs
keerspolitie".