Rotte knieën als souvenir 'Het Moment van 1978' achtervolgt Rob Rensenbrink nog steeds Gianluca Vialli Het slangemens Rob Rensenbrink in de slag met een speler van Uruguay. Rob Rensenbrink staat in de ge- schiedboeken van het wereld kampioenschap voetbal geno teerd als de man die twee fina les verloor, die tijdens het WK in Argentinië het duizendste doelpunt produceerde en in datzelfde toernooi achter Mario Kempes als tweede op de top- scorerslijst eindigde. Het voor malige 'slangemens' zou veel liever de geschiedenis ingegaan zijn als de speler die Nederland in Buenos Aires met vrijwel de laatste trap van de wedstrijd aan de wereldtitel hielp. Maar het is bekend hoe het Rensenbrink en Oranje in het stadion van River Plate verging. De bal ketste van de paal het met papiersnippers bezaaide veld weer in en in de verlenging braken Marjo Kempes en Da niël Bertoni het Nederlandse verzet. Rob Rensenbrink, inmiddels 42, vader van een zoon van negen tien en een dochter van zestien, acht kilo zwaarder dan in zijn voetbaljaren, wordt niet graag meer aan dat 'klotemoment' van 25 juni 1978 herinnerd. ,,Als de mensen erover begin nen, krijg ik steeds weer het ge voel dat ze het me kwalijk ne men dat ik die kans niet heb be nut. Ik kan maar niet begrijpen waarom sommigen het een reu zekans vonden. Het was juist een hele moeilijke situatie. De bal stuiterde, de hoek was klein en doelman Fillol kwam uit zijn doel rennen. Dan heb je een beetje geluk nodig om te scoren. Gaat die bal erin dan kan nie mand ons meer de wereltitel ontnemen". Genoegen Ondanks die ene bittere herin nering kijkt de Oostzaner met meer genoegen op het WK van 1978 terug dan dat van 1974. ,,Ik denk dat we rekening houdend met de kwaliteit in Argentinië een grotere prestatie hebben geleverd dan in West- Duitsland. In 1974 waren we beresterk, maar wie had er in 1978 in het buitenland gehobrd van Brandts, Poortvliet en die blonde jongen, hoe heet-ie ook al weer, o ja, Piet Wildschut? Niemand toch. Die zouden vier jaar eerder niet aan de bak zijn gekomen. Desondanks hebben we in de tweede ronde tegen Oosten- rijk, West-Duits- land en Italië heel sterk gespeeld. Te gen Italië hebben we een beetje geluk gehad, maar dat was vier jaar daar voor tegen Brazilië ook het geval. Als we tegen de Brazi lianen in de eerste minuten op achter stand waren geko men, hadden we niks te zeggen ge had en zo'n doel punt als Neeskens later maakte was een heel bijzondere te lang duurt, kunnen wij de discipline opbrengen, die nodig is om iets te bereiken. Je leeft van wedstrijd naar wedstrijd en des te verder je komt, des te prettiger wordt het gevoel, dat zich van je meester maakt." Afzien „Toch was ik in Argentinië in de laatste twee wedstrijden he lemaal op. Zowel lichamelijk als geestelijk liep ik op m'n tandvlees. Ook in de voorberei- „Tijdens zo'n toer nooi moet je echt een beetje geluk hebben. Dat hebben we twee jaar gele- den tijdens het EK in West-Duitsland toch ook ge zien. Ik moet lachen om de mensen die zeggen dat we nu wel even wereldkampioen wor den. Die weten niet wat er alle maal voor komt kijken. Neder landers zijn net als de Duitsers echte toernooivoetballers. In te genstelling tot de Schotten en Engelsen, voor wie het allemaal De meeste Italianen hebben hun hoop op veel doelpunten vooral gevestigd op deze 25-jarige spits. Vialli bezit de gave om met een individuele actie een wedstnjd te beslissen. Zijn grootste kwaliteit is de de marrage en het opportunisme om op het juiste moment om toe te slaan. Zijn eer ste stappen in het professionele voetbal zette hij bij de club van zijn geboortestad Cremonese. In de zomer van 1984 ver huisde hij als jeugd-international naar Sampdoria. Twee jaar later maakte hij al zijn eerste WK mee. Vialli speelde in Mexico alle wedstrijden, telkens als inval ler voor Bruno Conti. Sindsdien bezit Vi alli een basisplaats. Met Sampdona won hij nog geen landstitel, maar wel drie Itali aanse bekers en speelde hij twee keer in de finale van de Europa Cup voor beker winnaars. ding op het WK heb ik ver schrikkelijk moeten afzien. Dat was vooral in 1974 het geval, toen Michels op het laatste mo ment de macht van Fadrhonc overnam. Michels liet ons in Zeist duurlopen maken rondom de vier velden. Zwartkruis stuurde ons vier jaar later het bos in en dan kon je nog wel eens een stuk afsnijden, maar daar kreeg je bij Michels de kans niet voor. Ik ben die twee weken in Zeist met pijn doorge komen. Het was bloedheet en ik had een paar geweldige blaren op m'n voeten". Als herinnering aan de twee WK's bezit Rob Rensenbrink twee zilveren medailles. Die van Argentinië heeft hij pas de dag na de finale ontvangen. Het verhaal wil dat Oranje de prijs uitreiking door de omstreden president Videla heeft geboy cot, maar daar is Rensenbrink niets van bekend. „Van dat soort afspraken weet ik niets af. Als we wereldkampioen waren geworden, zou Ruud Krol, voor zover mij bekend, de beker gewoon in ontvangst genomen hebben". Rob Rensenbrink heeft het in Oranje tot 46 wedstrijden en 14 doelpunten gebracht. Zijn laatste interland speelde hij op 2 mei 1979 in Chorzov te gen Polen. Zijn bes te wedstrijden wa ren die tegen België (5-0) op 25 april 1976 in Rotterdam en die tegen Oos- tenrijk (5-1) op 14 juni in het Argen tijnse Cordoba. In de eerste wedstrijd scoorde hij drie keer en speelde hij de bij de Rode Duivels debuteren de Eric Gerets helemaal dol. Rensenbrink: „Ik speelde het liefst tegen agressieve tegen standers, jongens die snel hap ten. Ik had de meeste moeite met tegenstanders, die een af wachtende houding aannamen- ,die achteruit liepen en die zich niet lieten uitspelen. Dan moest ik de bal afspelen en dat vond ik niet leuk". Operaties Rob Rensenbrink heeft aan zijn voetbalcarrière bij OSV, DWS, Club Brugge, Anderlecht, Port land Timbers en Toulouse, zoals hij zelf zegt, 'twee rotte knieën' overgehouden. Hij is twee me nisci kwijtgeraakt en hij heeft in totaal zes knie-operaties on dergaan, waarvan zelfs vier na zijn afscheid als prof-voetbal ler. In zijn nadagen heeft hij nog een seizoen bij OSV ge speeld en Joop Stoffelen heeft zes jaar een beroep op hem kun nen doen voor de oud-interna tionals, maar acht maanden ge leden heeft het slangemens de finitief de handdoek geworpen. „Het ging gewoon niet meer. Ik zakte steeds door m'n knie heen. Ik heb dezelfde kwaal als Ruud Gullit: afbrokkeling van het kraakbeen. Ik ben door de zelfde professor geopereerd". Rob Rensenbrink heeft zijn voetbalcenten goed besteed. In Oostzaan bezit hij een prachtig huis. Hij heeft het gekocht van de revenuen van zijn eerste gro te transfer: die naar Club Brug ge. Hij volgt het voetbal nog nauwgezet en hij zou best jeugdtrainer bij een grote club willen worden. Het probleem is evenwel dat hij geen diploma bezit. „Misschien ga ik dat toch nog halen, want ik wil echt nog een beetje actief blijven. Van origine ben ik timmerman, maar daar begin ik niet meer aan".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 57