A;:--
ZATERDAG 19 MEI 1990
PAGINA 27
Geen spat veranderd. Of het moet zijn
humeur zijn. De laatste ontmoeting da
teert alweer van juli 1977. Johan Nees-
kens had zojuist een nieuw contract gete
kend bij FC Barcelona. Gegarandeerd
jaarinkomen: ruim driekwart miljoen
gulden. Een ongehoord bedrag voor die
tijd. Hij was er wel blij mee. Maar het ge
sprek in die flat aan een donkere Aveni-
da in het zuidwesten van Barcelona was
niet prettig. Ongemakkelijk zelfs. Toen
zijn vrouw even naar de keuken liep,
bleek waarom. Het zat niet goed met die
twee. Johan: "Sorry hoor, maar ze heeft
liever niet dat ik hier met anderen kom".
Er klonk iets droevigs in zijn stem.
Nu, bijna dertien jaar later, aan het ont
bijt in hotel Barbizon Centre in Amster
dam, is er van die onderhuidse droefenis
niets meer over. Paul Newman-blauwe
ogen vonken uit een bruingebrand an-
gelface. En er is toch zo veel gebeurd
sinds die tijd. Gescheiden, hertrouwd,
Amerika, Groningen, Zwitserland en al
tijd weer die berichten over seks, drugs
en rock roll. Neeskens: "Ja, heb jij het
ook gehoord? Waar ze dat allemaal van
daan hebben gehaald".
Zelf geschreven
Johan heeft een boek geschreven. Titel:
'Neeskens'. Het arriveert deze week in de
boekwinkels en ter promotie is de voor
malige- 'breker van het middenveld'
vanuit de Alpen naar de Lage Landen af
gedaald om in diverse boekwinkels zijn
fraai gekafte levensverhaal van een
handtekening te voorzien. Dat alles erin
staat, in dat boek, dat zou hij niet durven
beweren, want ieder mens heeft tenslotte
recht op z'n geheimpjes. Maar: "Ik zweer
je, ik heb heel weinig achter gehouden".
Neeskens heeft zijn biografie zelf ge
schreven. Tenminste, dat beweert Robin
Logjes. "Laat ik het zo zeggen", vertelt
Logjes, "Johan heeft alles op tape gezet
en wij hebben voor de afwerking ge
zorgd". Met 'wij' wordt het bedrijfje Me
dia Management Consultancy be
doeld. Logjes bestiert het samen met
Joop de Vogel, ook al een man die er rots
vast van overtuigd is dat "binnen een
week de opdracht de deur uitgaat voor
een tweede druk". Terwijl de eerste toch
al tienduizend exemplaren omvat. De
Vogel, niet gehinderd door ook maar het
geringste pessimisme: "Het leest als een
trein en met dat WK in aantocht... Kan
niet missen, geheide bestseller. Al is het
natuurlijk wel knap rottig dat net dat lul
lige boekie van Gullit er tussendoor is ge
komen".
Maar echt bezorgd maaxt hij zich niet
over die kleine kink in de kabel. Nees
kens trouwens evenmin. "Het is hun
zaak, niet de mijne", onthult hij, luchtig
jes naar het tweetal wijzend. Aan zijn lijf
geen polonaise. Ooit, hij was nog maar
net twintig, plukten twee vriendjes hem
financieel volkomen kaal. "Daar heb ik
van geleerd. Ik stop mijn geld niet meer
in zaken. Je ziet het aan Krol, aan Suur-
bier, aan Van Hanegem. Voordat je het
weet zit je aan de grond. Kan mij niet
meer gebeuren. Ik ben financieel onaf
hankelijk. Komt er een mooie club die
vraagt of ik trainer wil worden, dan zeg ik
'graag'. Komt-ie niet, dan is er nog geen
man overboord".
Nuchter
Hij woont sinds drie jaar in Zwitserland,
samen met zijn vrouw en twee dochters
van respectievelijk drie jaar en acht
maanden. Ergens tussen Zürich en Lu-
zern. Het bevalt hem er prima. Nuchtere
lui, die Zwitsers. Zitten tenminste niet
aan je te trekken als je boodschappen
gaat doen in het plaatselijke winkelcen
trum. Iets wat hij in Barcelona nog altijd
niet hoeft te proberen. Als hij daar alleen
nog maar op het vliegveld landt, begint
het gedonder al. ''Kom je terug?"
Vorig jaar november was hij nog bij de
wedstrijd FC Barcelona-Anderlecht.
Werd hij het veld op geroepen. Aardig
heidje. Als hij eraan terugdenkt krijgt hij
nog kippevel. Allemaal zwaaiende witte
zakdoekjes op de volgepakte tribunes.
En dan die toejuichingen: "Nees-kens,
Nees-kens, Nees-keiis". Prachtig.
Het deed hem denken aan die keer dat
hij voor het eerst sinds vijf jaar geen
strafschop meer wilde nemen. Ook bij
Barcelona. "Doe jij het maar", had hij te
gen zijn ploeggenoot Rexach gebaard.
Die sjokte al verbaasd naar de penalty
stip toen het publiek begon te krijsen.
"Rexach no Neeskens si, Rexach no -
Neeskens si". Johan nu: "Ik wist niet wat
ik hoorde. Ik had tegen Salamanca voor
het eerst van mijn leven een pingel ge
mist en ik dacht: laat nu een ander het
maar eens doen. Maar toen die mensen
zo tekeer gingen, toen heb ik 'm toch
maar weer genomen. Hij ging erin trou-
De legendarische 'pingels' van Nees
kens. Geen strafschoppen, maar execu
ties. Een aanloop, een doffe knal, een
rookwolkje op de stip, een doelman die
omdat hij wist dat het toch geen zin
had een krachteloos duikje maakte
naar een of andere hoek en een bal die ra
telend tegen het net omhoog krulde.
"Het is begonnen als een geintje op
de maandagmiddagtraining van Ajax.
Heinzie Stuy op de goal, of Sies Wever,
dat gebeurde ook nog wel eens. Wie het
gekst een pingel kon nemen. Gerrie
Mühren had de mooiste. Die maaide met
zijn rechterbeen eerst expres over de bal
heen en schoot 'm er dan in één bewe
ging met zijn linker in. Een waanzinnig
gezicht, maar het lukte altijd. Ik ben toen
begonnen 'm vol op mijn slof te nemen.
Gewoon, zo hard als ik kon. Dat vonden
ze prachtig, die jongens. Moet je eens in
een echte wedstrijd doen, zeiden ze. Of
Stuy nou Michels heeft getipt of Wever,
dat weet ik niet, maar op een gegeven
moment zei-ie dat ik de strafschopen
maar moest gaan nemen".
In de war
Vijf jaar lang knalde hij onverbiddelijk
raak. Ook in de finale van het toernooi
om het wereldkampioenschap voetbal in
1974. De Duitsers waren nog niet aan de
bal geweest toen Cruijff door Vogts werd
gehaakt. Strafschop. Op het moment dat
Neeskens zijn aanloop nam, schreeuwde
de aanvoerder van het Duitse team,
Franz Beckenbauer tegen doelman Sepp
Maier: "Rechts von dir". Neeskens: "Dat
was me nog nooit gebeurd, ik raakte in
de war. Ik twijfelde, kwam verkeerd uit
en raakte de bal half. Gelukkig ging Mai
er inderdaad naar de rechter hoek.
Befehl ist befehl. Die bal ging dwars door
het midden".
Nederland verloor de eindstrijd als
nog, maar achteraf bezien beschouwt
Neeskens die finale nog altijd als een
noogtepunt in zijn carrière. Vol nostal
gie: "Ach jongen, het was zo'n mooi elf
tal. Zo uitgebalanceerd. Je mag nooit
vergelijken, en zeker niet als je zelf erbij
betrokken bent, maar als je de spelers
van toen en van nu stuk voor stuk onder
de loep neemt, dan zal je merken dat we
De beroemde penalty in de WK-finale van 1974.
Doorgaan
Een voorbeeld schudt hij moeiteloos uit
zijn mouw. "Ik was nog geen week bij
Ajax. Achttien jaar. We liepen door het
Amsterdamse Bos. Onder Michels. En
die Rijnders en Mühren en zo, die bleven
maar doorgaan. Ik kon niet meer. Ik zag
almaar van die zwarte sterretjes. Hele
maal achteraan liep ik. En net toen ik
dacht: zo gaat het niet langer, zag ik
Vasovic langs de kant van een vijver lig
gen. De grote Vasovic, aanvoerder van
Ajax, kotsend op het gras. En toen hoor
de ik hem heel zachtjes roepen: 'Ikke
denk, ik dood'. Ik moest lachen en ineens
kon ik weer doorgaan. Want ik dacht: als
Vasovic nou zo kapot is dat-ie erbij gaat
liggen, dan is het met jou nog niet zo
slecht gesteld. Jij staat nog. Lopen Jo
han, en blijven lopen. En zo is het eigen
lijk altijd gebleven".
toen toch wel heel erg sterk waren. Suur-
bier en Krol als backs, een middenveld
met Jansen, Van Hanegem en Neeskens,
Cruijff voorin..."
Hij geeft Nederland een kans, in het
nakende toernooi om het wereldkam
pioenschap voetbal, zeer zeker. Maar de
kwaliteit van de wedstrijden in de voor
ronden maakt hem behoedzaam. "Niet
best, niet best. Zo rommelig allemaal".
Maar speelde Oranje in 1974 dan de pan
nen van het dak? Na het bloedstollende,
beslissende duel tegen België (0-0 in het
Olympisch Stadion van Amsterdam) was
bondscoach Fadrhonc zo opgelucht, dat
hij de verbouwereerde Johan Neeskens
een klapzoen vol op de mond toediende.
De voormalige Tsjechoslowaak, trillend
van emotie in dat magnifieke koeter
waals van hem: "lek heb zo'n enorme res
pect voor dat knul, dat iek wel moest hem
kusje geven".
Neeskens nu: "Dat kwam omdat ik
tien dagen daarvoor een hersenschud
ding had opgelopen. Ik zou helemaal niet
meedoen. Maar dinsdags voelde ik me al
weer zó goed dat ik tegen meneer Fadr
honc heb gezegd: stel me maar op. Ik had
nog wel wat hoofdpijn, maar Van Hane
gem kon ook al niet meedoen. Ik moest
gewoon. Ik heb toen Van Himst uitge
schakeld. Dat vond hij niet leuk. Hij
vond me een schopper, zat maar te lullen
of ik niets anders kon. Deed me niets.
Kritiek heeft me nooit wat gedaan. Zeker
niet als die van een tegenstander kwam.
Het stimuleerde me juist. Als ze begon
nen te mekkeren wist ik dat ik goed zat'\
Maar was Johan Neeskens nou werkelijk
zo hard? Of hadden Jan Mulder en Rob
Rensenbrink gelijk toen ze later ver
klaarden dat in Neeskens een goeie ac
teur verloren was gegaan. Een acteur die
zich als hij maar even de kans kreeg
graag schurkte tegen het roestvrijstalen
imago dat hij bij het Nederlandse voet
balvolk had opgebouwd.
Daar lag hij. Kermend en kronkelend
als een in de buik geschoten frontsol
daat. Dat zag er zeer ernstig uit. Alsof hij
nooit meer zou opstaan. Maar zie, een
natte spons op de gekwetste plek, even
trekkebenen en hup, daar ging-ie weer.
Begeleid door een donderend applaus
van de tribuneklanten.
Aanstellen
Neeskens, grijnzend: "Ik heb me gerust
wel eens aangesteld als dat in het belang
was van het elftal. Maar ik geloof van me
zelf dat ik echt wel hard was. Had ik net
mijn neus gebroken, kopte ik de ballen
toch weer steenhard het strafschopge
bied uit. Dat deed wel pijn, maar heel
eventjes maar. Ik heb in Amerika nog
een tijdje zaalvoetbal gespeeld. Smeerde
ik vaseline op m'n dijen en maakte ik sli
dings van vijf meter. Zo over de vloer.
Had ik wel een paar schaafwonden na
tuurlijk, maar het publiek vond het
prachtig. En het inspireerde je ploegge
noten. Daar ging het me vooral om".
Amerika. Hij babbelt er vrij makkelijk
over. Niet echt de leukste tijd van zijn le
ven, dat is waar. "Maar ik heb geen gehei
men. Ik zat er een tijdje in de put. Lo
gisch. Mijn huwelijk ging eraan en Weis-
weiler, de trainer van Cosmos, zag het
niet in me zitten terwijl ik hem nog zelf
had aanbevolen. En dan had je natuurlijk
nog Wim Rijsbergen die al die verhalen
over me vertelde. Maar echt er klopte
geen bal van", zegt hij. Wim Rijsbergen
vindt het volstrekt onnodig te reageren
op die uitspraak ("Neeskens zelf weet
wel beter"), Neeskens dan weer: "Het is
allemaal zo ontzettend overdreven. Zie
ik er dan uit als een vent die aan de cocai
ne heeft gezeten en weet ik veel hoeveel
flessen whisky per dag heeft opgezopen?
Ik ben notabene maar drie kilo zwaarder
dan in mijn Ajax-tijd. En ook dat alleen
maar omdat ik bijna een jaar niet heb
kunnen trainen wegens een knie-opera
tie".
Hij staat op, strijkt zich vergenoegd over
het inderdaad nog steeds strakke buikje,
kijkt triomfantelijk naar de fotograaf en
zegt: "Waar wil je me hebben, makker?"
Op weg naar de Amsterdamste plek van
Amsterdam, het Leidseplein, wordt hij
even sentimenteel. "He, dat is even lek
ker. Niks mooiers dan Amsterdam 's
ochtends als de zon schijnt. Hier bereid
den wij ons op zondagmorgen met Ajax
altijd voor als we een thuiswedstrijd had
den. In de Oesterbar van de schoonou
ders van Pietje Keizer. Dat heb ik nog
wel eens gemist. Vooral in New York.
Daar kom je nooit tot rust. Het lijkt wel of
iedereen daar constant in je rug loopt te
duwen. Je krijgt er zo'n opgejaagd ge
voel".
Maar die tijd is voorbij. Johans Nees
kens rust uit tussen de Alpen. Voor al
tijd, of is het slechts een intermezzo?
Nees, met een vage glimlach: "Kan ik
weinig over zeggen. Ik heb de afgelopen
jaren FC Baar getraind, een derde divi
sieclubje. Straks train ik misschien wel
een grote club. Alles is mogelijk. Bang
voor een afgang ben ik niet. Welnee, ik
heb zo veel meegemaakt. En ik ben
overal sterker uit vandaan gekomen. Ik
heb het voetbal veel gegeven, maar het
voetbal heeft mij ook veel gegeven. Ie
dereen heeft wel eens van die momenten
in z'n leven dat-ie denkt: hier kom ik niet
meer uit. Maar bij mij gebeurde dan al
tijd iets dat ik dacht: Johan doorgaan, ge
woon doorgaan".