'De kwaliteitsgrens is in zicht'
NEDERLAND
Grote zorg om de
gezondheidszorg
Dag van de Verpleging in teken van strijd voor meer waardering
ZATERDAG 12 MEI 1990
Ooit riep the International Council of Nurses de twaalfde mei
uit tot Dag van de Verpleging. Ziekenhuispatiënten krijgen
in het kader daarvan een bonbon of een roos;
verpleegkundigen organiseren een manifestatie of
symposium. Dit jaar is het personeel in de ziekenhuizen niet
zo in de stemming om feest te vieren. De acties voor meer
waardering van hun werk in materiële en immateriële zin,
overschaduwen de dag van de verpleging. Met man en
macht wordt eraan gewerkt de kwaliteit van zorg in stand te
houden. De grens is echter bijna bereikt en wordt hier en
daar al overschreden. "Het woord is aan het Nederlandse
publiek. Hoeveel heeft de maatschappij over voor
verzorging van patiënten?"
door Anje Romein
De afgelopen vijftien jaar is er binnen de
ziekenhuizen veel veranderd. De ver
pleegster en de enkele verpleger van wel
eer zijn verpleegkundigen geworden. Ze
verrichten in de praktijk medische han
delingen en zijn meer betrokken bij de
organisatie van de instelling dan vroe
ger. Ze zijn tot veel in staat, maar tot wei
nig bevoegd. Ze hebben alleen nog maar
ernstig zieke patiënten onder hun hoede
die intensieve zorg vragen. Een patiënt
die zichzelf maar enigszins kan redden,
wordt al naar huis gestuurd. Daarnaast
moeten de verpleegkundigen hetzelfde
werk met veel minder mensen zien te
klaren.
Goed imago
De buitenwacht heeft die ontwikkeling
niet meegemaakt. De meeste mensen re
kenen nog op de zorg van 'die lieve zus
ter'. "Verpleegkundigen hebben een te
goed imago: Ze werken hard, met een
glimlach op het gelaat. Het zijn te nette,
menslievende werknemers, die zich al
leen om het welzijn van mensen bekom
meren', geeft een verpleegkundige weer.
'Een verpleegster wordt gezien als troos
tende, liefdevolle en altijd klaarstaande
moederfiguur', zegt een ander, en zo sta
pelen de clichés zich op.
"Toch zie je aan het hardnekkig voort
levende'beeld van de zuster die de pa
tiënt een aai over de bol geeft, dat patiën
ten niet merken dat de zorg minder
wordt", zegt Annet de Wit, stafmedewer
ker bij de Nederlandse Maatschappij
voor Verpleegkunde. Dat de zorg hier en
daar al afneemt, moet volgens haar wel
naar buiten gebracht. "Als ik hoor dat
een patiënt zijn gehoorapparaat niet in
en zijn bril niet op krijgt, omdat hij an
ders te druk is, dan is dat een duidelijk
voorbeeld van afnemende kwaliteit van
zorg".
Mr. L. Vandeputte-Niemegeers, ver
pleegkundig directeur van het VU-Zie-
kenhuis in Amsterdam, weet zeker dat in
'haar' ziekenhuis de kwaliteit van zorg
op peil is gebleven. Dat lukt alleen door
verpleegkundig personeel vast te hou
den en veel te werven. Maar ook door
geen patiënten op te nemen van wie je
weet datje ze niet die zorg kunt geven die
nodig is. "Patiënten in het ziekenhuis
zullen hier weinig van merken, maar as
pirant- patiënten wel. Wij hebben de ver
antwoordelijkheid om zorg te verlenen.
Maar met het oog op de kwaliteit, kun
nen we niet iedereen opnemen".
Zo gebeurt het in de Randstad niet zel
den dat een ambulance vreselijk veel
moeite moet doen om een leeg bed op de
intensive-care te vinden. Soms tot aan
Brussel of Duitsland toe. Vandeputte
noemt een voorbeeld van een moeder die
van een tweeling was bevallen. Beide ba
by's moesten behandeld worden. Het
ene kind kon in Groningen terecht, het
andere in Maastricht en de moeder zelf
bleef in Amsterdam.
Afhankelijk
"Ik vind dat de maatschappij.nou maar
eens moet zeggen wat het wil", zegt Van
deputte. "Heeft men er niet méér voor
over, dan blijven zulke situaties bestaan
en moet men er niet raar van opkijken
dat iemand die in Rotterdam woont in
Groningen opgenomen moet worden.
Probleem is dat mensen daar nu abso
luut niet over nadenken. Pas als je zelf in
het ziekenhuis ligt, realiseer je je hoe af
hankelijk je bent van verpleegkundi
gen".
Vandeputte vindt het begrijpelijk dat
de doorsnee burger weinig of geen idee
heeft van wat zich in de verpleegkunde
afspeelt. "Als je in een ziekenhuis komt,
ben je öf doodziek óf je bent op bezoek".
Maar de politiek dient beter te weten.
Binnen de beroepsgroep bereikte de er
gernis over die onwetendheid vorig jaar
een climax. Verpleegkundigen eisten
waardering voor hun vak.
"Wij zijn geen nonnen meer', riepen
verpleegkundigen vorig jaar tijdens de
grote demonstratie in Den Haag. Maar na
een jaar lijkt er nog weinig te zijn verbe
terd. "De politiek heeft jarenlang gepro
fiteerd van de zekerheid dat verpleeg
kundigen hun patiënten toch niet in de
steek laten", zegt J. van Oosterhoudt, di
rectrice van opleidingsinstituut Floren
ce Nightingale ("een zeer potige tante,
die streed voor een betere honorering en
betere status van verpleegkundigen") in
Den Haag. Vandaar die reactie over die
nonnen. Toch vind ik dat je beter kunt
zeggen wat je dan wèl doet, zodat de bui
tenwacht zich realiseert waar wij mee be
zig zijn. Misschien moeten we met een
landelijke actie duidelijk maken wat er
in de verpleegkunde gebeurt. Iedereen
moet ervan doordrongen worden dat de
hele gezondheidszorg in elkaar valt als
geen verpleegkundigen zijn".
De publiciteit van de afgelopen maa
den, meent Van Oosterhoudt van Floren
ce Nightingale, is allesbehalve een recla
me voor het vak. De hoge werkdruk e
het magere salaris krijgen alle aandach
terwijl het vak meer inhoudt. "Het is ee
zelfstandige professie op hoog niveau. E
moet alleen nog duidelijk gemaakt w£
exact de inhoud is. Als dat goed is oir
schreven, komt een passende honore
ring vanzelf', verwacht de directrice.
"De oorzaak voor de huidige onder
waardering ligt in het simpele feit dat de
verpleging van oudsher een vrouwenbe
roep is. Het is niet anders", zegt Vande
putte. En Annet de Wit van de NMV:
"Verpleegkundigen zien verzorgen vaak
niet als een vorm van deskundigheid
maar als een verlengstuk van hun vrouw
zijn".
Statusverhoging
De komst van veel technische appara
tuur had wat dit betreft twee gevolgen: er
kwamen meer mannen in het vak en ver
pleegkundigen gingen als een soort van
zelfsprekendheid steeds meer medische
handelingen verrichten. Het geven van
een injectie of bloedprik bijvoorbeeld of
het intraveneus toedienen van medicij
nen (direct in het bloed). "Verpleegkun
digen grepen dat met beide handen aan",
meent Annet de Wit, "in de hoop iets van
de witte uitstraling van een arts over zich
"Voor de verantwoordelijkheid die een verpleegkundige met zich draagt, moet zij of hij ook beloond worden. De verhouding tiLSsen verantwoordelijk
heid en beloning is nu niet in evenwicht. <Archi
te krijgen. Ze zagen het als statusverho
ging". De wet op de geneeskunst uit 1875
verbiedt het, maar in de praktijk is het'nu
de normaalste zaak .van de wereld.
De omschrijving van het vak is een van
de aandachtsgebieden van de verpleeg-
wetenschap, sinds een paar jaar een af
studeerrichting aan de Rijksuniversiteit
Limburg. De nog jonge wetenschap
houdt zich bezig met de problematiek
van het verpleegkundig handelen en
denkt na over doorliggen, pijn, immobi
liteit en eenzaamheid.
Drs. H. Smeets, voorzitter van de vak
groep verplegingswetenschap: "Er is nu
nog geen verantwoordelijkheid. Voor
een leerling-verpeegkundige drukt die
verantwoording als werknemer (je wordt
er immers voor betaald) extra zwaar. In
de eerste twee jaar van dé in-serviceop-
leiding zijn de meeste afvallers te vinden.
Bovendien staat de verpleegkunde erom
bekend dat veel vrouwen er na hun oplei
ding mee ophouden, omdat ze trouwen
of kinderen krijgen.
Assistenten
Maar iedere afvaller is er in de verpleeg-
kunde momenteel een te veel. Er moeten
nog een te grote overlapping tussen ver
pleegkundig handelen en medisch han
delen. Het vak schreeuwt om een betere
definiëring. Daarbij gaat het ook om de
bescherming van het beroep. Iedereen
mag verplegen, maar niet iedereen mag
zich verpleegkundige noemen".
Volgens Smeets heeft zich de afgelo
pen jaren een rationalisering in de ver
pleging voltrokken. "Het handelen is
minder gevoelsmatig, maar veel meer
beredeneerd. Het is veel effectiever,
waardoor er minder fouten gemaakt
worden. Toch is er meer kennis over me
disch handelen dan over verpleegkundig
handelen".
Frustratie
Het beroep is de laatste jaren heel wat
zwaarder geworden. Niet alleen omdat
hetzelfde werk door minder mensen
moet gebeuren, maar ook doordat de pa
tiënten die in het ziekenhuis liggen alle
maal zwaar ziek zijn.
De betrokkenheid bij de patiënten is
groot. Was het vroeger zo dat je voor de
hele dag één taak kreeg opgedragen, bij
voorbeeld 'jij zorgt vandaag voor alle me
dicijnen', nu is één verpleegkundige veel
meer bij bepaalde patiënten betrokken.
"Dat maakt datje verantwoordelijk bent
voor een bepaalde patiënt. Dan ben je
veel meer bij de organisatie betrokken",
aldus G. Olthof van het FN-instituut.
De onmogelijkheid om met de patiën
ten te praten, is het grootste probleem
voor de verpleegkundigen, denkt Olthof.
"Er haken geen leerlingen af omdat ze te
weinig verdienen. Juist door de frustra
tie dat ze niet voldoende voor hun patiën
ten kunnen doen, vertrekken ze".
Vandeputte ziet het iets anders. "Dat
van dat praatje vind ik wel meevallen.
Alsof dat vroeger beter was. Onder het
wassen heb je een kwartier om met een
patiënt te praten. Dat kan toch prima te
gelijkertijd?" Volgens haar vallen de
meeste leerlingen af, omdat ze op te jeug
dige leeftijd (je kunt al op je zeventiende
aan de in-serviceopleiding beginnen) te
maken krijgen met ernstig zieke patiën
ten. "Je zult in de eerste week van je op
leiding al geconfronteerd worden met
vijf sterfgevallen".
Voor mensen die de hbo-v (hogere be
roepsopleiding verpleegkunde) volgen,
ligt het iets makkelijker. Die houden het
dan ook over het algemeen langer vol. Ze
zijn iets ouder en dragen tijdens hun eer
ste praktijkervaring tijdens hun stage
i geworven èn vastgehouden wor
den. Met aanvullende cursussen of het
creëren van de mogelijkheid van part-ti
me. werken of verbeterren van carrière
mogelijkheden. Verpleegwetenschapper
Smeets ziet een mogelijkheid in het split
sen van HBOV'ers, en wat hij noemt as
sistenten. Bovendien moet het vak ont
daan worden van allerlei huishoudelijke
klussen. "We moeten van het idee af dat
iedereen verpleegkundige genoemd
moet worden", vindt Smeets.
De leidinggevende taken zouden in
handen moeten zijn van verpleegkund
gen: HBOV'ers en mensen die de in-sei
viceopleiding hebben afgerond. De op
leiding moet dan ook op dat leiding ge
ven gericht zijn. De uitvoerende taken
laatje over aan anderen: mensen in oplei
ding en mbo'ers. Daar zit namelijk
groot arsenaal aan toekomstig personeel.
"Er zijn nooit zoveel mensen te vinden
die op hbo-niveau de verpleging ingaan.
Dat potentieel loopt terug. Door mensen
binnen te halen die minder hoog ge
schoold zijn, kom je tegemoet aan de
dreigende tekorten. Natuurlijk hoeven
alleen de mensen die dat echt willen een
leidinggevende functie in te nemen.
Maar die groep moetje dan ook meer sa
laris geven".
Nu gebeurt het steeds vaker dat fami
lie of vrienden een helpende hand bie
den in het ziekenhuis. Vandeputte: "Dat
vind ik niet zo'n gevaarlijke ontwikke
ling, zolang het maar niet uitgroeit tot
een factor waar je altijd op kunt rekenen.
Je kunt een patiënt niet isoleren van zijn
omgeving. Binnen zekere grenzen is
hulp van die kant dan ook toelaatbaar.
Net zoals vaders en moeders hun kinde
ren in het ziekenhuis wassen en eten ge
ven, kan dat ook met volwassenen. Als je
bang bent in het ziekenhuis, wat is er dan
prettiger dan iemand van je eigen omge
ving in de buurt?"
Annet de Wit is minder enthousiast
over deze trend: "Ik vind het zeer gevaar
lijk. Een vrijwilliger of familielid heeft
niet voldoende kennis van zaken. Soms
is iemand zo ziek, dat je moet weten hoe
je die patiënt eten moet geven. En wie is
er verantwoordelijk als er iets mis gaat?
Die risico's blijven in de doofpot, maar
kun je wel beredeneren".
Niet iedereen is ervan overtuigd dat het
inzetten van meer personeel op langere
termijn genoeg soelaas biedt. "Je zou de
efficiëncy misschien ook kunnen verho
gen door beter materieel. Zo kan vervan
ging van onhandige oude po-stoelen heel
wat werk lichter maken".
Salaris
En hoe belangrijk is een hoger salaris?
Verpleegkundig-directeur Vandeputte
vindt die honorering van belang. Het
moet de aanzet zijn om uit de vicieuze
cirkel te komen. "Voor de verantwoorde
lijkheid die een verpleegkundige met
zich draagt, moet zij of hij ook beloond
worden. De verhouding tussen verant
woordelijkheid en beloning is nu niet in
evenwicht. Als een verpleegkundige, een
fout maakt, kan dat een kwestie van le
ven of dood zijn. Voor iemand met een
heao-diploma ligt dat heel wat anders.
Toch wordt die laatste beter betaald".
Van Oosterhoudt gelooft niet dat de
toestroom van leerlingen door een betere
beloning toeneemt. "Met een hogere sa
laris zijn we niet uit de problemen. Het
gaat om meer mensen, zodat de kwaliteit
van zorg goed is. En die mensen komen
allemaal uit sociale motieven, niet omdat
ze veel geld kunnen verdienen".
Verpleegkundigen in verzet tegen de bestaande situatie in ziekenhuizen. De grens van de kwaliteit is in zicht en hier
en daar zelfs overschreden.