m i =iM
Invloed tv op gedrag
niet alleen negatief
Ruimtekanon van 800 meter lang
Jurist niet blind voor realiteit
Beenmergpunctie onnodig
voor bepalen ijzertekort
Geen 'ijzeren koppeling'
groei en energieverbruik
'Japanse Edison'
presenteert motor
die op water loopt
WHO steunt toch
aidsconferentie
WOENSDAG 9 MEI 1990
PAGINA 11
EINDREDACTIE HANS SONDER?
ROTTERDAM (GPD) - Gewoon bloed afnemen volstaat om de oorzaak
van bloedarmoede bij reumapatiënten op te sporen en daarmee is een
beenmergpunctie niet meer nodig. Dat heeft Gerard Vreugdenhil, vorige
week gepromoveerd aan de Rotterdamse Erasmus Universiteit, ontdekt.
Reuma veroorzaakt klachten als moeheid, gewrichtspijnen en stijfheid
van de gewrichten, waardoor patiënten beperkt zijn in hun beweeglijheid.
Reumapatiënten hebben vaak bloedarmoede, waardoor hun klachten over
moeheid kunnen toenemen. De twee meest voorkomende oorzaken van
bloedarmoede zijn ijzertekort en anemie (bloedarmoede) bij chronische
ziekten. Het is niet eenvoudig een onderscheid te maken tussen deze twee
oorzaken.
Onderzoek van Vreugdenhil laat zien dat uit bepaalde eiwitten in het
bloed, alsmede uit de hoeveelheid hemoglobine in de rode bloedlichaam
pjes, is vast te stellen wat het ijzertekort is.
Bloedarmoede dat is veroorzaakt door ijzergebrek, is te behandelen
door het geven van ijzer. Uit het onderzoek blijkt dat bij bloedarmoede bij
chronische ziekten deze behandeling weinig resultaat heeft. Bij deze pa
tiënten is een middel dat ijzer uit de ijzervoorraden van het lichaam
losmaakt, wel effectief. Over de oorzaak van bloedarmoede bij chronische
ziekten vond Vreugdenhil dat in het bloed van deze patiënten een stof
voorkomt die de bloedaanmaak kan remmen. De aanwezigheid van deze
stof, Tumor Necrosis Factor, lijkt volgens Vreugdenhil van oorzakelijke
betekenis voor bloedarmoede van chronische ziekten.
Het elektriciteitsgebruik is sinds
1977 met 21 procent gestegen, ter
wijl het totale energiegebruik in die
periode met twee procent toenam.
Dat schrijft de Algemene Energie-
raad in een advies aan de minister
van Economische Zaken over ener
giebesparing.
Energie wordt voor vele toepas
singen gebruikt, zoals verwarming,
elektriciteit en transport. Sinds de
oliecrisis begin jaren zeventig be
vordert de overheid energiebespa
ring. De Algemene Energieraad
heeft onderzocht welke vruchten
dit beleid heeft afgeworpen en wel
ke besparingsmogelijkheden nog
onbenut zijn. Daartoe is het energie
gebruik van het jaar 1977 vergele
ken met dat van 1988, het laatste
jaar waarover volledige gegevens
beschikbaar zijn.
Het is echter onduidelijk waarom
het jaar 1977 is gekozen. Na dit jaar
was het energiegebruik sterk in be
weging: eerst vond er tot 1979 een
toename plaats met tien procent,
vervolgens een daling met vijftien
procent tot 1983, waarna het ener
giegebruik weer steeg. Deze ont
wikkeling wordt vaak verklaard als
samenhangend met de
sche crisis eind jaren zeventig, be
gin jaren tachtig en de economische
opleving in de periode daarna.
Tussen 1977 en 1988 is het totale
energiegebruik met twee procent
gestegen, bij een groei van het Bru
to Nationaal Produkt (de waarde
van de goederen en diensten die
jaarlijks worden geproduceerd) met
24 percent. Dit is een breuk met het
verleden. In de periode 1960 tot 1970
steeg het energiegebruik bijna twee
keer zo snel als het Bruto Nationaal
Produkt. Daarna werd vaak de
theorie van de "yzéren koppeling"
gebruikt, die er vanuit ging dat één
procent groei van het Bruto Natio
naal Produkt een groei van even
eens één procent van het energiege
bruik vereiste.
Op die ijzeren koppeling baseer
de de overheid de energiescenario's
en derhalve ook de behoefte aan
kerncentrales. Uit het advies van de
Algemene Energieraad blijkt dat de
ijzeren koppeling niet bestaat.
Hooguit kan men stellen dat de
groei van het elektriciteitsgebruik
van 21 procent in de beschouwde
periode vrijwel gelijk op gaat met
de groei van 24 procent van het Bru
to Nationaal Produkt.
Ontwikkeling
Per sector heeft zich de volgende
ontwikkeling voorgedaan:
Het brandstofgebruik per wo
ning voor verwarmingsdoeleinden
nam af met 38 procent, maar het
elektriciteitsgebruik per woning
bleef gelijk. Het aantal woningen
nam met een miljoen toe, zodat het
totale energiegebruik in woningen
daalde met 21 procent.
Het aantal kilometers dat werd
gereisd steeg met 21 procent tot 151
miljard kilometer. Omdat auto's
zuiniger werden, nam het energie
gebruik door het personenverkeer
met slechts vijf percent toe.
In de industrie is de warmtebe
hoefte een stuk gedaald, terwijl het
elektriciteitsgebruik met 26 procent
is gestegen. De som van daling van
verwarming en toename van
stroom geeft voor de industrie een
daling van het totale energiege
bruik met negen procent.
Bij de overige economische sec
toren (land- en tuinbouw, dienstver
lening en overheid) bleef het ener
giegebruik nagenoeg gelijk, terwijl
daar een aanzienlijke produktie-
groei werd gehaald. Tussen 1977 en
1988 steeg het aandeel van de
'dienstverlening' in het Bruto Na
tionaal Produkt van 37 naar 56 pro
cent.
De invloed van het overheidsbe
leid op deze ontwikkelingen is vol
gens de Energieraad moeilijk vast
te stellen. De isolatieprogramma's
hebben wel effect gehad, maar bij
het verkeer kan dit niet worden ge
zegd. Bovendien zijn de energiesta
tistieken onvoldoende.
HERMAN DAMVELD
Veel Amerikaanse onderzoekers beweren dat de televisie meer agressief gedrag tot gevolg
heeft. Prof. dr. Oene Wiegman van de vakgroep psychologie aan de Universiteit Twente
vindt dat verband veel te zwart-wit. "Er is geen enkele grond voor om te beweren dat de
samenleving door de televisie drie maal zo agressiefis. De tv kan namelijk ook een positie
ve invloed hebben op het gedrag van mensen. Dat neemt echter niet weg dat agressieve
beelden agressief gedrag veroorzaken".
"Een tijd geleden hebben we een
experiment gedaan met een band
recorder. We lieten een persoon
luisteren naar een band waarop een
stem heel snel sprak. Wat bleek? De
proefpersoon ging zelf ook heel snel
praten. Hij nam dus het gedrag over
van de spreker op de band", vertelt
Wiegman.
door
Wim Raayen
Met dit voorbeeld geeft hij aan dat
mensen heel gemakkelijk zijn te be
ïnvloeden. Mensen imiteren, vaak
onbewust, gedragingen van ande
ren. Dat gebeurt ook bij agressieve
beelden op de televisie. Wiegman:
"Er is duidelijk een aantoonbaar
verband tussen agressieve televisie
programma's en agressief gedrag.
In Nederland hebben wij laborato
riumonderzoek gedaan naar het ef
fect van dergelijke film voorbeel
den. Daaruit bleek dat kleuters be
duidend agressiever werden na het
zien van een agressieve film".
In tegenstelling tot zijn Ameri
kaanse collega's heeft Wiegman ook
andere soorten gedragingen bestu
deerd. Zo bleek uit het onderzoek
dat prosociaal -tegenovergestelde
van agressief- gedrag, waarbij ie
mand een ander bevoordeelt of
steunt, door prosociale filmbeelden
kan worden overgedragen. "Het is
dus niet zo dat de televisie alleen ne-
gatief gedrag veroorzaakt. Ameri
kaanse onderzoekers verdedigen
die stelling wei en laten daarvoor
veel factoren achterwege. Zo komt
de wetenschap in dienst te staan
van een bepaalde boodschap. Voor
al mensen die denken dat de duivel
in de televisie zit, voelen zich ge
steund door die wetenschappelijke
bijval".
Door aan te tonen dat het niet zo
zwart-wit ligt, hebben we veel kri
tiek over ons heen gekregen. We
hebben namelijk alle oude resulta
ten van toch gerenormeerde onder
zoekers op de helling gezet. Toen de
Amerikanen met een boek kwamen
over de invloed van de televisie op
gedrag, kwamen wij met een tegen-
boekje. Dat is ons natuurlijk niet in
dank afgenomen".
Op de vraag of de televisie het ge
middelde gedrag van mensen agres
siever heeft gemaakt kan volgens
de hoogleraar pamelijk geen ant
woord worden gegeven. "Om dat te
onderzoeken zijn we eigenlijk te
laat, zoals bij veel onderzoek naar
effecten. Als je de waarheid wil we
ten, dan had het onderzoek moeten
beginnen toen de tv nog niet was in
geburgerd. Zodoende had het ver
schil gemeten kunnen worden".
Onderzoek
De resultaten van kortstondig labo
ratoriumonderzoek geven geen ant
woord op de vraag hoe mensen op
lagere termijn op de televisie reage
ren. Daarom hebben Wiegman en
zijn Nederlandse collega's tegelijk
met onderzoekers uit de Verenigde
Staten, Finland, Polen, Australië en
Israël een grote groep kinderen (van
zeven tot elf jaar oud) gevolgd voor
een periode van drie jaar. In Neder
land deden 466 kinderen mee aan
het onderzoek. Ze moesten op een
programmalijst invullen welke pro
gramma's ze hadden gezien. Om het
agressieve gedrag van de kinderen
te meten werd de zogenaamde peer
rating techniek gebruikt.
"De kinderen kregen daarbij een
lijst waarop een aantal agressieve
gedragingen stond genoemd en ze
moesten daarbij aangeven wie van
hun klasgenoten zich hieraan wel
eens schuldig maakte. Ook prosoci
aal gedrag werd in ons onderzoek
gemeten", aldus Wiegman.
Uit het onderzoek blijkt dat er een
significant verband bestaat tussen
agressie en het kijken naar geweld
op de televisie. Toch bieden de re
sultaten weinig steun voor de hypo
these dat het kijken naar geweldadi-
ge beelden leidt tot agressief ge
drag. "Er kwam eveneens uit dat
kijken naar geweld nauw samen
hangt met het kijken naar televisie
in het algemeen, dus inclusief pro-
sociale beelden. Kinderen die veel
naar agressieve beelden kijken,
staan ook bloot aan prosociale tele
visiebeelden en die mogen niet ge
scheiden van elkaar worden beke
ken".
Intelligentie
Bij laboratoriumexperimenten kun
je agressieve van prosociale beel
den gescheiden onderzoeken. In de
werkelijkheid is dat niet mogelijk.
Wiegman: "Daarom kun je op grond
van resultaten van ons lange ter
mijn-onderzoek niet concluderen
dat agressieve beelden leiden tot
een verhoging van agressief gedrag,
noch dat prosociale beelden proso
ciaal gedrag oproepen".
Er zijn ook nog andere problemen
die langdurig onderzoek in de wer
kelijkheid bemoeilijken. Zo is intel
ligentie een storende factor. Intelli
gente kinderen kijken doorgaans
minder televisie en staan dan ook
minder bloot aan geweld, terwijl de
ze kinderen doorgaans minder fy
siek agressief gedrag vertonen.
Stellingen
Voorstandurs van un werkuluk
riegoereuze wijzuging van du
spelling van du Needurlantsu
taal diennun zig tu reejaalie-
zeerun, dat un derguluku dras-
tiesu vuranduring van ut woort-
beelt voor veelun vurlies van kot-
baaru tijt en voor du maatsgapij
als guheel grootu naadeelugu
konsukwenties kan buteekunun.
Doordat de overheid dikwijls na
laat, de In verband met weg
werkzaamheden tijdelijk ge
plaatste verkeersborden na beë-
eindiging der werkzaamheden
onmiddellijk te verwijderen, on
dermijnt zij zeil de gedragsge
trouwheid van de burgers.
(P. van der Kooij. Rijks Univ. Leiden)
Een minister van verkeer en wa
terstaat die in het zicht van een
nauwelijks beheersbare zee
spiegelstijging het graven van
holen tot haar prioriteit maakt,
heeft alle reden zich zorgen te
maken over de kwaliteit van het
Noordzeewater.
De sloop van het middeleeuwse
Utrecht zoals in de 18de eeuw
aangevangen met de vernieu
wing der voorgevels, wordt
thans met rijkssubsidie voltooid
bij de restauratie van de achter
gelegen bouwdelen.
Het eerste van hun vier ambtsja
ren dienen ministers ook zichzelf
te salariëren als zijnde in oplei
ding.
(Rogier Versteeg, Rijks Univ. Leiden)
Clint Eastwood tijdens een van de vele knokpartijen in de speelfilm De Prijsvechter.
Hoewel de VS blijven vasthouden
aan discriminerende reisbeperkin
gen voor aidspatiënten en met het
aidsvirus besmette personen, heeft
de Wereld Gezondheidsorganisatie
WHO besloten de zesde Internatio
nale Aidsconferentie, eind juni in
San Francisco, toch te steunen.
Evenals bij de vijf voorgaande In
ternationale Aidsconferenties is de
WHO mede-sponsor.
"Ook wanneer wij ernstige geval
len van crimineel gedrag willen on
derzoeken", zegt Wiegman, "stuiten
we op die problemen. Een aantal ja
ren geleden was er in de VS een
spelletje Russisch roulette op de tv
te zien. Kort na de uitzending ble
ken diverse mensen het te hebben
nagedaan, met als gevolg een aantal
dodelijke slachtoffer. De weten
schap was helaas niet bij machte te
bewijzen dat de desbetreffende uit
zending daaraan schuldig was. Er
bleven namelijk een aantal kwes
ties onbeantwoord waaronder de
vraag of deze mensen zich vroeg of
laat niet op een andere 'heroïsche'
wijze van het leven zouden hebben
beroofd. Dit neemt niet weg dat dit
'spelletje' voorheen in de Westerse
wereld onbekend was en plotseling
toevallig na die uitzending popu
lair werd".
Onderzoekers van de Amerikaanse
Sandia National Laboratories
(SNL) werken een plan uit voor de
bouw van een 800 meter lang 'ka
non' waarmee ladingen tot onge
veer 100 kilogram zwaar voor een
veel lager bedrag in de ruimte kun
nen worden 'geschoten' dan bij ge
bruik van conventionele raketten.
Maar voordat de eerste dreunen van
het kanon zullen daveren moeten
eerst nog de nodige barrières wor
den geslecht. Eén daarvan is de
vraag hoe je aan de stroom moet ko
men die het kanon gaat consume-
door Ben Apeldoorn
In plaats van kruit als explosie
middel bij het afschieten van grana
ten gebruikt het kanon van de SNL-
onderzoekers stroom. Het principe
ervan is dan ook niet hetzelfde als
van de bekende, conventionele ka
nonnen, zoals die van een tank of
van de 'Dikke Bertha's die in de
Eerste Wereldoorlog vanuit Duits
land zware granaten over Zuid-
Limburg heen België in schoten. De
werking van het kanon lijkt
enigszins op dat van magnetische
apparatuur dat het aandrijfmecha
nisme regelt van experimentele
treinen die boven hun spoor zwe
ven.
De loop van het nog te bouwen
kanon bestaat uit een groot aantal
zware, cirkelvormige spoelen waar
door gedurende een kort moment
een geweldig grote stroom loopt.
Midden in de draadspoelen zweeft
een soort magnetische 'emmer', een
450 kilogram zware aluminium cy
linder die aan één kant open is,
voorzien van enkele supergeleiden
de magneten. De stroomstoten in de
spoelen veroorzaken in en rond de
magneten een dermate sterke in-
ductiestroom dat de emmer een
enorme versnelling, meer dan dui
zend maal de zwaartekracht (1.000
g), ondervindt. In vakkringen wordt
het electromagnetische 'kanon' dan
ook wel 'massa-aandrijver' ge
noemd. In de plannen van de SNL-
onderzoeksgroep bevat de emmer
een 400 kilogram zwaar projectiel
dat een rakettrap en de nuttige la
ding herbergt.
Eenmaal in de buurt van de 'vuur
mond' gekomen, aan het uiteinde
van de 800 meter lange loop, wordt
de emmer ineens afgeremd en het
projectiel schiet het luchtruim in
met een snelheid van zes kilometer
per seconde. In de bovenlagen van
de atmosfeer ontbrandt de raket-
trap die de snelheid van de nuttige
lading nog verder opvoert om deze
te brengen in een parkeerbaan om
de aarde.
De onderzoekers wijzen er op dat
de nuttige massa in verhouding tot
het totale lanceergewicht veel gro
ter is dan bij gangbare lanceringen
met behulp van grote raketten die
behalve hun lading ook nog zichzelf
omhoog moeten stuwen en maar
een fractie van de totale lanceer-
massa naar het uiteindelijke doel
kunnen brengen.
Goedkoper
Volgens de natuurkundige Miles
Palmer van de voor het Amerikaan
se ministerie van defensie werken
de Internationale Organisatie voor
Wetenschappelijke Toepassingen
kan het kanon 10.000 kleine satellie
ten of andere nuttige ladingen veel
goedkoper in een baan om de aarde
brengen dan conventionele raket
ten.
De vraag rijst natuurlijk wie er
nu, behalve de beheersorganisatie
van het kanon, bij zoveel kleine
kunstmaantjes is gebaat, maar Pal
mer denkt vooral aan bevoorra
dingspakketten (lucht, water en
voedsel) voor het toekomstige inter
nationale ruimtestation (Space Sta
tion) en materiaal voor expedities
naar de maan en de planeet Mars.
Het is dus zaak om al die 'schoten'
feilloos te richten om de pakketten
in de gewenste baan te krijgen. Dat
is te bereiken door het kanon on
wrikbaar te verankeren i
paalde richting. Het afvuren moet
ook zoveel mogelijk tijdens kalm,
windstil weer gebeuren want één
flinke windruk hier beneden kan
boven toch al gauw zo'n 50 kilome
ter schelen.
Problemen
Maar voordat het elektromagneti
sche kanon vuurklaar is moeten
nog de nodige, merendeels techni
sche problemen worden overwon
nen. De plaats waar het kanon moet
komen is in ieder geval reeds be
kend: het zal worden opgebouwd
op de westkust van het Hawaiiaan-
se eiland Kauai. Daar begint het eer
ste probleem want het het afschie
ten is allerminst geruisloos. Elk
vliegtuig dat door de geluidsbarriè
re gaat produceert een luchtdruk-
rimpel die we kunnen horen als een
zware dreun.
Door de enorme snelheid waar
mee het projectiel de loop verlaat
zijn die supersonische dreunen op
een groot deel van het eiland te ho-
Daarnaast is er het probleem van
de versnelling (meer dan 1.000 g)
waartegen vele soortea satellieton
derdelen in hun huidige uitvoering
niet bestand zijn en bovendien
zoekt men nog naar een oplossing
voor de intense luchtwrijving.
Lezing 'Vooruitgang in de wetenschap'
Yoshiro Nakamatsu met in zijn
handen de Enerex, de motor waar
mee hij zegt dat auto's op water
kunnen rijden. (foto ap>
MONROEVILLE - De uitvinder
van de floppy disk en het digitale
horloge, Yoshiro Nakamatsu, heeft
op een uitvindersbeurs in de Vere
nigde Staten zijn nieuwste uitvin
ding gepresenteerd: een motor die
op leidingwater loopt.
Nakamatsu, die 'de Japanse
Edison' wordt genoemd, zegt dat
het vermogen van zijn schone mo
tor drie keer zo groot is als dat van
een standaard benzinemotor. De
motor, de Enerex, is volgens de uit
vinder voor alle doeleinden te ge
bruiken. De Japanner is van plan
om een speciaal voertuig te ontwer
pen dat loopt op de Enerex.
De 62-jarige Japanner, die meer
dan 2.000 uitvindingen op zijn naam
heeft staan, zegt creatief te blijven
door te luisteren naar dé Vijfde
Symphonie van Beethoven en te
zwemmen. "Uitvinden doe ik het
beste onder water", zegt hij.
LEIDEN - Juristen letten niet al
leen op de lettertjes van de wet. Zij
zijn zich er wel degelijk van bewusi
dat recht een sociaal feit is en staan
niet los te van de werkelijkheid. De
rechtswetenschappers bekomme
ren zich erom hoe het recht in de sa
menleving werkt en wat voor in
vloed het heeft op het gedrag van
mensen. Zij zijn niet blind voor ge
volgen die het recht kan hebben
voor de maatschappij, in het econo
misch leven of de volksgezondheid.
Een voorbeeld: wanneer een gas
buis wordt vernield bij graafwerk
zaamheden, zal het graafbedrijf de
schade aan de buis moeten vergoe
den. Maar hoe zit het met de schade
van een van gas afhankelijk bedrijf
dat door het incident komt stil te
liggen, met de groothandel die goe
deren te laat krijgt van dat bedrijf
en met de winkels die de klanten
door te late bevoorrading 'nee' moe
ten verkopen? De juridische plicht
tot schadevergoeding moet op eco
nomische gronden op een bepaald
punt ophouden.
Zo kunnen ook de belangen van
de volksgezondheid in het recht
doorwerken. Een geneesmiddelen
fabriek, die juridisch volledig aan
sprakelijk is voor de gevolgen van
het testen van een nieuw medicijn
op mensen, zal de ontwikkeling van
nieuv/e middelen terughoudend be
naderen. Dat kan een rem op de ont
wikkeling van nieuwe geneesmid
delen (tegen aids?) betekenen.
De rechtswetenschap 'dnder-
houdt nauwe banden met de werke
lijkheid, zo betoogde de jurist mr.
A.M. Hol van de Leidse universiteit
onder meer in twee lezingen. Hij
deed dat bij het Studium Generale
(voor eenieder toegankelijke colle
ges) van de universiteit.
Het thema van de lezingen was
'Voortgang en vooruitgang in de
rechtswetenschap'. "De vooruit
gang is moeilijk te meten. Wetboe
ken zijn wegwerpartikelen: de pro
blematiek verandert voortdurend".
Systematisering en wegpoetsen van
tegenstrijdigheden, dat is volgens
Hol vooruitgang in het recht.
Theater
Op basis van kritiek op de rechtswe
tenschap van de Duitse socioloog
Hans Albert, die in Nederland enige
weerklank heeft gevonden, belicht
te mr. Hol de relatie tussen het recht
als wetenschap en recht in de prak
tijk van verschillende kanten.
Zo bestaat er kritiek op het feit
dat de wetenschapper te veel op de
stoel van de rechter of andere prak
tijkjuristen zou zitten. Hol: "Het is
juist de taak van de wetenschapper
om de praktijkjurist, of dat nu de
rechter, advocaat of bedrijfsjurist
is, te adviseren, door aan te geven
wat de consequenties in de maat
schappij zijn. De wetenschapper
moet zich onthouden van een oor
deel over wat het beste zou zijn".
Hol bestrijdt dat de rechtsge
leerdheid niet zou openstaan voor
kritiek. "Elke juridische procedure
kun je zien als een realistische thea
ter-enscenering. De kritische bena
dering van het recht krijgt in de
rechtszaal in zijn volle omvang ge
stalte, doordat beide partijen volop
kritiek kunnen geven op elkanders
interpretatie van de wet. Op de uni
versiteit zijn de juridische weten
schappers en studenten niet plotse
ling immuun voor kritiek".
Het verwijt dat jvlristen eenzijdig
bezig zijn en uit zijn op uitspraken
die zij op onbetwistbare bronnen
(wetten, rechtspraak of gezagheb
bende wetenschappers) kunnen te-
Een rechtszaak kun je zien als een realistische theater-enscenering. De
kritische benadering van het recht krijgt in de rechtszaal in zijn volle om
vang gestalte. Urchlef-llIurtrmUe»
rugvoeren oordeelt Hol evenmin bezig met het bekritiseren van uit-
gegrond. "De praktijkjurist moet spraken van rechters",
zich op een gegeven moment bij de Hol zet zich af tegen het technolo-
uitspraak van een rechter neerleg- gisch denken dat de Duitser Albert
gen. Voor een wetenschapper kan in het recht wil invoeren. Dat den
deze uitspraak echter betwistbaar ken gaat ervan uit dat de politiek
zijn. Een belangrijk deel van het het eens wordt over welke doelen in
rechtswetenschappelijk bedrijf is de samenleving moeten worden na
gestreefd. Het recht moet dan aan
geven hoe die doelen worden be
reikt. "Dat antwoord kan de jurist
niet geven. Het recht is niet louter
een instrument. Het probeert ook
allerlei waarden, die door grote
groepen worden onderschreven, ge
stalte te geven", aldus Hol.
Albert hekelt de oordelen waarop
de jurist zich baseert: waardeoorde
len die niet zijn gebaseerd op prak-
tijkgegevens, niet empirisch zijn
onderbouwd. Hol: "Het is te simpel
alleen die uitspraken wetenschap
pelijk te noemen die empirisch zijn
te onderbouwen". Hij wijst op de
exacte wetenschap, die met behulp
van een deeltjesversneller conclu-
sies verbindt aan computergestuur
de waarnemingen. Of deeltjes op
subatomair niveau serieus waar
neembaar zijn is volgens hem even
min zonder voorbehoud te zeggen.
Hol bestrijdt ook dat het recht
zijn morele oordelen (zoals: 'men
mag het leven van een mens niet be
ëindigen') niet in de praktijk aan
kritiek blootstelt. "De vraag of af
schaffing van het strafrechtelijke
verbod op euthanasie het risico ver
groot op nazi-achtige praktijken
kan gewoon op de maatschappelij
ke gevolgen worden getoetst", illu
streerde hij dit.
Met juristen hebben wiskundigen
weinig gemeen. Eén markant ver
schil is niet terecht, vindt Hol: "De
juridische wetenschap wordt vaak
bekritiseerd en de wiskundige niet.
Wiskundigen kunnen hun werk
doen zonder dat de beleidsmakers
in Den Haag hen storen".