Kille moordenaar of zieke geest?
Dokter O. de enige die in Nederland tweemaal tot levenslang werd veroordeeld
Berkelse arts later toch vrijgelaten
Profiel van de eerste moord
Profiel van de tweede moord
ZATERDAG 28 APRIL 1990
PAGINA 39
Lennaert Nijgh reconstrueerde de beroemdste moordzaken
uit de vaderlandse geschiedenis. Vandaag een nieuwe afle
vering van de serie Moord Doodslag: de zaak-dokter O.
Plaats en tijd: 24 september 1952 in hef huis van de dader in Berkel
(ZH).
Slachtoffer: de 30-jarige echtgenote van dokter O., moeder van zijn
drie kinderen.
Dader: Johannes Franciscus Albertus Marinus 0., geboren 30 okto
ber 191 6, huisarts in Berkel-Rodenrijs (ZH).
Motief: haat van de dader jegens zijn schoonmoeder en zijn vrouw.
Het huwelijk staat bovendien de verhouding in de weg tussen de dok
ter en de 20-jarige Nellie, het voormalige dienstmeisje van het gezin.
Afloop: na een zeer geruchtmakend en bewogen proces wordt O. ver
oordeeld tot levenslange gevangenisstraf. Hij houdt vol onschuldig te
zijn.
Plaats en tijd: 5 februari 1958, in de strafgevangenis van Leeuwar
den.
Slachtoffer: de wegens gifmoord op zijn vrouw tot levenslang veroor
deelde Arie Lodder.
Dader: dezelfde dokter O.
Motief: een zper ingewikkeld plan van O. moet het laten lijken alsof
Lodder ook mevrouw O. heeft vergiftigd. Om dat te doen slagen, moet
Lodder in de gevangenis komen te overlijden.
Afloop: ook nu ontkent O. aanvankelijk bij hoog en bij laag. Hij krijgt
voor de tweede maal levenslang. In 1962 wordt het vonnis in hoger be
roep bekrachtigd.
Dr. O. Het zou de naam kunnen zijn van
een griezelige schurk uit een James
Bond-verhaal. Want ook in dit geval
geldt: You only live twice je leeft maar
twee keer. De Berkelse arts is tot dusver
de enige in de geschiedenis van de Ne
derlandse rechtspraak die tweemaal tot
levenslang is veroordeeld. Het lijkt net
zo'n onmogelijke straf als de vonnissen
van 130 jaar gevangenis en langer, die in
de Verenigde Staten wel eens worden
uitgesproken. Maar het geval van dokter
O. is nog veel onwaarschijnlijker: hij
kreeg voor de tweede keer levenslange
gevangenisstraf, terwijl hij al tot levens
lang was veroordeeld en in de gevange
nis zat.
Liefdeloos
O. wordt geboren in Nederlandsch-In-
dië, waar zijn vader beroepsmilitair is in
het Koninklijk Nederlandsch-Indisch
Leger. Als zovelen gaat hij naar het moe
derland voor zijn studie. Hij is intelligent
en kan goed leren, in 1947 studeert hij af
als arts en trouwt met de zes jaar jongere
leraarsdochter Arnolda ('N.ol') van Eyl.
Van het begin af botert het niet tussen de
schoonfamilie en de jonge arts. Zijn
schoonmoeder is zelfs woedend als haaf
dochter kort na het huwelijk al in ver
wachting raakt. Is O. niet katholiek ge
noeg, of is het zijn Indische afkomst die
de familie niet zint?
Er worden drie kinderen geboren, die
vader O. volgens latere getuigen ruw en
liefdeloos behandelt. Het huwelijk lijdt
al snel schipbreuk. Helemaal als in 1951
het 20-jarige dienstmeisje Nellie ten to
nele verschijnt. Als mevrouw O. met
haar kinderen uit logeren is bij haar ou
ders, begint haar man een verhouding
met Nellie. Pas in 1952 komt mevrouw O.
daarachter. Ze wil als goed katholiek ab
soluut niet scheiden. Nellie moet de deur
uit. O. voelt zich het slachtoffer van
schoonmoeder en echtgenote, hij zit tus-
Mevrouw O. is vaak ziek. In de loop
van 1952 wordt dat erger en haar man
laat haar opnemen in het St. Franciscus-
Gasthuis in Rotterdam. Hij is bang dat ze
aan een hersentumor lijdt, zegt O. Maar
de artsen in Rotterdam kunnen niets vin
den. De klachten zijn vermoeidheid,
hoofdpijn en haaruitval. Ook zou ze aan
toevallen lijden, volgens dokter O. In
Rotterdam blijkt daar evenmin iets van.
In het dorp vertelt O. aan wie het maar
horen wil dat het met zijn vrouw afloopt.
Hij hu'ilt er zelfs bij. Inmiddels dient hij
zijn vrouw waarschijnlijk met enige re
gelmaat arsenicum toe, maar in een hoe
veelheid die met direct fatale gevolgen
heeft. Waarschijnlijk dient het om de
'ziekte' van zijn vrouw te veroorzaken,
die deel uitmaakt van het moordplan.
Aangezien O. altijd is blijven ontkennen,
berusten conclusies als deze op vermoe-
'Bediend'
De verhouding met Nellie wordt inmid
dels voortgezet. Het lijkt een ordinair ge
val van overspel dat ten slotte uitloopt op
moord, maar hoe is dat mogelijk bij een
man die zo intelligent is als deze arts?
Een getuige-deskundige in de zaak zal la
ter de affaire-Nellie afdoen als iets dat
nauwelijks een rol heeft gespeeld bij
dokter O.
In 1952 ligt mevrouw weer ziek. Vol
gens het door haar man bedachte scena
rio wordt hij binnenkort de jonge we
duwnaar voor wiens gezin Nellie zal ko
men zorgen. Hij heeft haar ten huwelijk
gevraagd en zij heeft ja gezegd, ze her
haalt dat zelfs tijdens hun laatste samen
zijn. Dokter O. vertelt begin september
aan de burgemeester van Berkel-Roden-
rijs dat zijn vrouw de avond tevoren de
laatste sacramenten heeft ontvangen.
Letterlijk zegt hij dat ze 'bediend' is,
zoals dat heet. De burgemeester spreekt
later de kapelaan en heeft het over me
vrouw O. De kapelaan weet echter van
niets.
Voortdurend speelt O. de rol van de
ontroostbare man wiens vrouw op ster
ven ligt. In feite is dat ook zo: de dokter
heeft op 23 september cyaankali besteld
voor een bepaald urine-onderzoek, hoe
wel daar kant en klare preparaten voor in
de handel zijn. De bestelling valt op; de
fabriek in Rotterdam belt zelfs terug om
te horen of het geen vergissing is.
Poeder
Dokter O. moet alles goed overdacht
hebben. Hij komt tot het gruwelijke be
sluit om zijn vrouw te vermoorden waar
haar moeder bij is.
Maandagmiddag 22 september belt O.
zijn schoonmoeder op en vraagt haar of
zij in verband met de ziekte van haar
dochter wil komen helpen. Mevrouw
Van Eyl is er de volgende dag. Haar
dochter lijkt niet zo erg ziek, ze is zelfs ta
melijk opgewekt.
Op woensdagmiddag geeft dokter O.
zijn vrouw een poeder, volgens hem een
kinine-preparaat dat de Rotterdamse
arts Ten Berg heeft voorgeschreven om
de eetlust op te wekken. Mevrouw O.
ldaagt dat het erg bitter is en haar man
zegt dat hij er 's avonds wat suiker bij zal
doen.
Na het eten zijn ze met z'n vijven: ook
de moeder van dokter O. is er, en een
dienstmeisje. Ze spelen een spelletje hal
ma; mevrouw O. is heel opgewekt en vro
lijk. Om acht uur krijgt ze haar medicijn
weer, dat haar man klaarmaakt in de keu
ken.
"Wat vies, wat zoet!" roept ze, "je weet
dat ik niet van zoet hou!" Even later moet
ze overgeven en raakt vrijwel meteen be
wusteloos.
"Nol, wat dóe je nou, je laat mij toch
niet alleen met de kinderen!" is de reac
tie van O. Zijn schoonmoeder stelt voor
een andere arts te waarschuwen, maar O.
zegt dat het daar toch te laat voor is. Na
een uur geeft hij zijn vrouw een injectie.
Na twee uur wordt de pastoor gewaar
schuwd voor de laatste sacramenten. Als
zijn vrouw dood is, zegt de dokter: "Ik
ben blij dat we samen voor haar gezorgd
hebben".
Alarm
Er moet al argwaan in de familie hebben
bestaan. De volgende dag zegt een zuster
van het slachtoffer tegen haar moeder
dat ze aangifte moet doen. Inmiddels
zorgt een collega van O. voor de overlij
densakte en vult op diens gezag als
doodsoorzaak 'hersentumor' in.
Maar een andere arts, blijkbaar door ie
mand gewaarschuwd, slaat alarm en het
lichaam wordt in beslag genomen. Zater
dagochtend 27 september onderzoekt
prof. Steenhouwer op verzoek van de au
toriteiten het lichaam van mevrouw O.
op sporen van gif en in de maaginhoud
wordt 6,7 milligram blauwzuur gevon
den. Dokter O. wordt gearresteerd.
Vrijwel meteen komt er een aantal rare
zaken boven water: er is geknoeid met
het gifkastje in de huisapotheek, zowel
met de cyaankali als met een aantal fles
sen tonicum. En een aantal drankjes
blijkt zowel arsenicum als cyaankali te
bevatten. Dat diende om de zelfmoord
theorie te onderbouwen, die O. in een la
ter stadium te berde zal brengen.
Eerst houdt hij het op een per ongeluk
vergiftigde partij tonicum, maar hij
maakt fouten: er is er al een fles tonicum
afgeleverd aan een patiënte en die is niet
vergiftigd. O. beschuldigt zelfs zijn
schoonmoeder van de moord, maar het
haalt niets uit. Daarna vervalt de ver
dachte in een nors stilzwijgen. Hij ont
waakt pas uit zijn apathische houding als
er een nieuwe verdediger ten tonele ver
schijnt: mr. Huygens. Dan komt hij ook
met de zelfmoord-theorie op de proppen.
Mr. Huygens vraagt zelfs ontslag van
rechtsvervolging aan, maar dat weigert
de rechtbank.
Briefjes-drama
"Lieve John. Als je deze brief leest, die ik
zal verbergen op een plaats waar jij al
leen hem kunt vinden en die je dus te zij
ner tijd in handen zal komen, zul je be
grijpen dat ik suïcide heb gepleegd. Het
is niet om jou of de kinderen of om wie
ook, maar ik voel me zo ellendig, een
wrak, ik weet dat ik toch nooit beter kan
worden... je hoeft niet bang te zijn dat jij
verdacht zidt worden..."
Deze in drukletters geschreven brief
komt volgens de verdachte uit een mapje
met foto's van zijn kinderen. Hij heeft het
gevonden bij het opruimen van zijn cel in
het huis van bewaring. Direct daarna
duikt nóg een briefje op, dat gevonden
wordt in de portefeuille van O., die hij bij
zijn internering had moeten afgeven.
Hoewel het bedrog er duimendik boven
op ligt, houdt deze kwestie de behande
ling van de zaak een hele tijd tegen. Ten
slotte verklaren vier handschriftdeskun
digen in januari 1954 dat de briefjes vals
zijn.
De justitie, tot het uiterste getergd,
zorgt op 28 januari 1954 voor nog een uni
cum in de rechtspraak: mr. Huygens
wordt gearresteerd, men verdenkt hem
van het 'fabriceren' van het materiaal en
hij zit een maand lang vast op het politie
bureau van Wassenaar. Ook een broer
van O. wordt nog vastgehouden, maar er
is niets te bewijzen. Hoe O. aan de brief
jes komt is een raadsel, maar hij bezit het
talent om mensen te manipuleren en is
ook in gevangenschap in staat iedereen
voor zich aan het werk te zetten en tot
nog veel meer dan iemand ooit voor mo
gelijk houdt, zoals later zal blijken.
Het is weer een op het eerste gezicht
geniale vondst van dokter O. om met het
briefje tevens het vergelijkingsmateriaal
te leveren. Pech heeft hij ook hier weer
bij: de recherche beschikt over een huis
houdboekje van mevrouw O. waar toe
vallig een stuk blokschrift van haar hand
in staat.
In de bioscopen is in de jaren vijftig
een pauzereclame te zien: In de Film Van
Uw Leven Speelt God De Hoofdrol - wie
zou de regisseur dan zijn? Een regisseur
is er zeker verlóren gegaan in deze arts.
Maar de werkelijkheid steekt anders in
elkaar, minder logisch dan in O.'s scena
rio het geval is.
Gevechten in toga
Uiteindelijk, anderhalf jaar na de dood
van zijn vrouw, staat O. voor zijn rech
ters. Er volgen acht dagen, tijdens welke
de zaak eerder op een veldslag tussen
verdediger mr. Huygens en president
mr. Veldman gaat lijken dan op een pro
ces tegen dokter O.
De verdediging probeert van meet af
aan een bres te slaan in de bewijsvoering,
wat mogelijk wordt gemaakt door het
halsstarrige ontkennen van de verdach
te. Onwillekeurig komt de vraag naar vo
ren: gelooft mr. Huygens werkelijk in de
onschuld van zijn cliënt? Het is zelden
voorgekomen dat de verdediging eigen
getuige-deskundigen laat opdraven.
Hier gebeurt het, en het zijn niet de eer
ste de besten. Dokter William Bentley
Purchase, de officiële lijkschouwer van
het Londense St. Pancrasziekenhuis en
een ster op zijn gebied, komt verklaren
dat de doodsoorzaak niet beslist cy
aankali hoeft te zijn en er wordt uitput
tend geredetwist over de al dan niet mo
gelijke aanwezigheid van een hersen
tumor.
Van meet af aan is de sfeer gespannen
en op de zevende dag van het proces
komt het tot een uitbarsting tussen ver
dediging en rechters. Lachende derde is
natuurlijk O. Dan is er nog de getuige-
deskundige prof. Carp, die het psychia
trisch rapport heeft opgesteld en later ge
deeltelijk op zijn conclusie, volledige
toerekeningsvatbaarheid, terugkomt.
Nederland, gebukt onder het verlies
van de idealen uit de dagen vlak na de be
vrijding, het grauwe leven van de jaren
vijftig en de voortdurend zwaarder wor
dende druk van de Koude Oorlog, smult
van de rechtbankverslagen, die bijna pa-
ginavullend worden.
Eind 1954 wordt alles in hoger beroep
nog eens dunnetjes overgedaan, inclu
sief lugubere details als de vraag: Wat is
er gebeurd met de hersenen van het
slachtoffer? Antwoord: weggegooid.
Ten slotte helpt het O. allemaal niet.
Hij krijgt ook in hoger beroep levens
lang. "Het hof heeft een onschuldige ver
oordeeld!" roept hij in zijn laatste woord
pathetisch uit.
Het vervolg
Het kan niet ontkend worden dat O. over
de gave moet hebben beschikt om men
sen naar zijn hand te zetten. Hij weet in
de jaren die volgen op zijn veroordeling
iedereen aan het werk te krijgen, bezeten
als hij is van revisie van de zaak, iets dat
bij meer langgestraften voorkomt. In de
gevangenis van Leeuwarden sluit hij
vriendschap met iemand die veel met
hem gemeen heeft: Arie Lodder. Deze
had ook zijn vrouw vergiftigd en was ook
door dik en dun blijven ontkennen. Lod
der is ook tot levenslang veroordeeld.
Lodder wordt op 5 februari 1958 's mor
gens dood in zijn cel gevonden.
Meteen maakt dokter O. zijn eerste
fout: als de gevangenbewaarder O.'s cel
openmaakt, die naast die van Lodder is,
vraagt de dokter opgewonden: "Wat is er
met Lodder aan de hand?" Maar hij kan
onmogelijk weten dat er iets met Lodder
In de cel van Lodder wordt een flesje
gevonden met cyaankali. Tevens ont
vangt de directeur van de gevangenis
een brief van Lodder, waarin deze na zes
jaar ineens bekent indertijd als patiënt
van O. een verhouding te hebben gehad
met diens vrouw. Toen ze in verwachting
raakte, had hij haar vergiftigd, door haar
wijs te maken dat een kleine hoeveelheid
cyaankali de zwangerschap wel zou af
breken, maar in werkelijkheid om van
haar af te zijn. Eenzelfde brief heeft dok
ter O. in zijn bezit Lodder schrijft daar
in dat hij begrepen heeft hoe de vork in
de steel zit en dat hij geprobeerd heeft O.
te doden met gif, maar dat hij inziet dat
alles verloren is en daarom maar zelf
moord pleegt.
Zoals bij succesfilms wel meer voor
komt. is het tweede deel veel minder.
Geen zinnig mens zou dit rare, complexe
verhaal ook maar in de verste verte gelo
ven. Het is ook al te gemakkelijk te ont
zenuwen. Toch volgt er een proces in de
ze moordzaak van de eeuw, de eerste
waarbij het niet nodig is de dader in ver
zekerde bewaring te stellen. Men neemt
er de tijd voor. Tot in mei 1962. Dan
wordt de Berkelse arts voor de tweede
maal in hoger beroep veroordeeld tot le
venslange gevangenisstraf, hoe onge
rijmd die straf voor een levenslang ver
oordeelde ook mag zijn.
Vreemd
Een vreemde man, deze dokter met zijn
IQ van 128, die eerst een moord pleegt
om zich van zijn huwelijk te bevrijden,
maar in plaats van de vrijheid levenslan
ge gevangenisstraf krijgt, waaruit hij
denkt te kunnen ontsnappen door nog
- een moord te plegen zodat hij nog een
keer tot levenslang wordt veroordeeld
Wat zegt een intelligentie-quotiënt? In
beide gevallen mislukt het plan van O.
Afgezien van morele aspecten is hij twe'e
keer bezig op een manier die van weinig
werkelijkheidszin getuigt.
Achteraf gezien kan men zich afvragen
wat de term toerekeningsvatbaar eigen
lijk inhoudt. Een kille moordenaar, die
met een niets ontziende precisie bezig is
zijn vrouw uit de weg te ruimen, gaat die
zo ver dat hij bewust een spel opvoert,
compleet met echte tranen of hebben we
hier te maken met een gespleten per
soonlijkheid die verstrikt is geraakt in ei
gen gedachtenspinsels?
De waarheid is misschien dat ook nor
male mensen gek en gevaarlijk kunnen
zijn.
Bronnen: 'Moordenaarswerk', door
mr. Hans van Straten, Arbeiderspers,
19G4. Jaargangen Haarlems Dagblad,
Wereldkroniek e.a.