OEKEN De eikelvreters van Els Pelgrom SF is conservatief Feest van schoonheid en lijden Leo Vroman, vijfenzeventig jaar Praagse ochtenden veel te laat vertaald LITERATUUR Oude boeken op de Dam WOENSDAG 25 APRIL 1990 Boven de Amsterdamse grachten hangt een mist van regen. Gaslan taarns fluisteren hun eentonig lied door de stad. Deuren van ca fés gaan open, een zacht geroeze moes zweeft over straat. In een van dranklucht verzadigd lokaal bevindt zich een groepje jonge ren. Ze filosoferen over kunst on der het genot van een glas bier of wijn en toasten op de schoonheid. Het heeft iets romantisch; zo'n clubje jonge bohémiens, samen scholend in spaarzaam verlichte ca fés of op rommelige zolderkamers. Een stelletje uitvreters levend voor hun kunst. Anti-kunst in de ogen van het literaire establishment. Het Nederlandse literaire klimaat werd, meer dan een eeuw terug be paald door een hogedrukgebied waarvan het centrum in het hierna maals lag. Tachtig schoof de rijmen de dominees, Beets c.s., opzij, schaf te het Christendom af en haalde go din Schoonheid triomfantelijk bin nen. Geen literatuur van de koude grond, geschreven door oude, be daarde heren met neusgaten vol spruitjeslucht. Literatuur deed je er niet naast, literatuur was leven. De Tachtigers maakten kunst als een vorm van verhevigd leven, samen gebalde emoties in een gespierde taal. Hun taal was zielsmuziek. Ver warde gevoelens leveren verwarde taal op, zo leert de stamelende poé- zie van Gorters 'Verzen' (1890). Een hoeveelheid van indrukken wordt een rivier van proza als in het der tiende hoofdstuk van de roman Enthousiasmerende gids door het rijk van de Tachtigers 'Een liefde' (1887) van Van Deyssel. Het ging er voortaan om een taal te scheppen waarin de allerdiepste ge voelens van een individu konden worden uitgedrukt. Een aantal jongeren, waaronder Kloos, Verwey en Van Eeden, vond elkaar in De Nieuwe Gids, door zijn redakteuren liefkozend N.G. ge noemd. Maar Tachtig betekende veel meer. Het was een manier van leven waartoe ook bepaalde schil ders. componisten en andere kun stenaars zich aangetrokken voel den. Nieuw was de manier waarop tegen kunst werd aangekeken; kunst was iets van de kunstenaar zélf, niet van de gemeenschap. De Genestet, een vrijzinnig-protes tantse dichter, schreef over de hou ding van domineedichter Beets: Ik sticht het volk vanuit mijn wolk. Over Kloos zou je kunnen dichten: Ik zit in de kroeg en ben mezelf ge noeg. Enno Endt vertelt in 'Het Festijn van Tachtig' hoe het allemaal be gon. Het piratenschip De Nieuwe Gids voer uit, klaar om andere sche pen te enteren of naar de kelder te jagen. De warme mensenharten van zijn bemanning en van de stuurlui aan wal, hun sympathisanten, klop ten van verlangen om eens flink te keer te gaan tegen de bekrompen Victoriaanse wereld die hen om ringde. Het schip voer eerst onder de vlag van poézie: de vernieuwing ging van haar uit. Poézie is, aldus Kloos, een wrede vrouw, een Salo me die de dichter tot exaltatie brengt, hem meevoert naar toppen van vreugde en dalen van smart. Zielsvervoering was een sleutel woord in de gedichten van Tachtig. Als Gorter zijn groot episch-lyri- sche gedicht 'Mei' heeft voltooid, is hij aan het einde van zijn krachten. Hij sterft samen met het meisje Mei. Toen hij aan 'Verzen' werkte, 1889- 90, leed zijn gezondheid daar sterk onder. De componist Diepenbrock schreef aan Timmerman over deze tijdelijke ziekte: Gorter lijdt veel, waaraan weet ik niet. maar dat het zoo is heb ik gemerkt. Natuurlijk verkeert dat bij hem in kunst, en zoo zullen wij weer eens aanzitten aan het festijn van zijn lijden. Gorter schreef in 1890: Je moet half dood gaan bij het maken, dan komt er wat van. In het kielzog van de Poëzie volg de het proza. Zola werd als grote voorganger aangewezen, en bij ons zouden vooral Van Deyssel en Net- scher moeite doen om het naturalis me literair gestalte te geven. Endt beschrijft heel boeiend hoezeer Gorter schrok van het experimente le proza van Van Deyssel. Hij wilde 'Een liefde' niet lezen, want hij was bang dat hij zijn eigen werk daarna niet meer zou kunnen voltooien; het zou overbodig worden. Proza en Poëzie gingen toen even hand in hand. Een smeuïge geschiedenis blijft natuurlijk de breuk tussen Kloos en Verwey. Endt probeert interpreta ties in de richting van een homo- erotisch gekleurde relatie af te zwakken. Hij wijst erop dat de lief de, uitgedrukt in klinkende verzen, best alleen tot papier beperkt kan zijn gebleven. Verwey zou een van de zeven nagelen aan Kloos' doods kist worden. Een aantal mislukte re laties leverde voedsel aan zijn me lancholie en stof te over voor een ongebreidelde stroom ik-lyriek. Endt heeft veel aandacht voor de omgeving van de harde kern van Tachtig. Omgeving en kern inspi reerden elkaar wederzijds. De dood van Anna Witsen, een geval van zelf moord, was voor Gorter aanleiding een indringend gedicht te schrij ven. En student Andrew de Graaf, een dispuutgenoot van Gorter, zegt te zijn opgevoed door de Tachtigers. Natuurlijk ging die invloed veel ver der. De naturalistische roman leef de tot ver na de eeuwwiseling voort. De woordenbrij, die het werk van sommige Tachtiger-epigonen veelal onleesbaar maakt, stroomde vrije lijk over de dijk die onze eeuw van de vorige scheidt. Nog in 1948 schreef Bordewijk, de taalekonoom van onze letteren, over de invloed van de beweging: De eenzijdige cul tivering van de vorm ten koste van de inhoud wreekt zich nog steeds: de woordkunst is in onze letteren nog oppermachtig. Endt houdt veel van zijn wilde jonge honden. Hij laat de documen ten meestal voor zich spreken, zon der commentaar, maar er blijkt dui delijk aan welke kant hij staat. Als Gorter in een van zijn studentenle zingen eens doordraaft, zegt Endt: Men vergeve de twintigjarige hoog gestemde clichétaal. Deze liefde is niet onsympathiek omdat ze oprecht en authentiek aandoet. De auteur weet een geluk kig evenwicht tussen liefde en kriti sche distantie te bewaren. Endt is een enthousiasmerende gids door het land der letteren waar Tachti gers eens de scepter zwaaiden. REINOLD VUGS Menig recensent hanteert van tijd tot tijd als maatstaf voor zijn kritiek de vraag: bevat het besproken werk zinnen of uitspraken die zo treffen dat ze, uit het geheel gelicht, een zelfstandig bestaan rechtvaardi gen? Nu ik, ter gelegenheid van de vijfenzeventigste verjaardag van Leo Vroman zijn gedichten door blader, als herkennend en opnieuw verkennend lezer, dwingt het lezen met het potlood bij de hand op vrij wel elke bladzijde tot handelen. Vroman's gedichten smeken om vraagtekens bij twijfel, uitroepte kens bij instemming en persoonlij ke grafische tekens bij ontroering. Hoeveel gedichten bevatten geen prikkelende observaties, superieu re formuleringen, verbijsterende vi sies en geestige terzijdes? Kan men het zich permitteren zo in te breken in het gesloten universum van het gedicht? Het mag van Vroman, die al in '59 schreef: Dat verdomd god- derige van het volmaakt gedicht is tenslotte niet eerlijk genoeg meestal, kortom dan ook, ik zou graag de poëzie die men de laatste eeuwen zo zorgvuldig heeft losgeweekt uit het dagelijks leven, schoongepoetst en opgeplakt, terugbrengen tot een ogenblik in de gebeurtenissen van de dag. Vroman's thematiek is eerlijk en eenvoudig: liefde en vrede, leven en dood. In het veel te vaak en nooit ge noeg geciteerde gedicht 'Vrede' luidt het al: Liefde is een stinkend wonder/van onthoofde wulpsighe- den/als ik voort moet leven zonder- vrede Zonder vrede geen liefde, zonder liefde geen leven. Het lijkt wel of al le gedichten vanuit de stelling 'lief de is het enige' geschreven zijn. Met het sleutelwoord 'bijvoorbeeld' voert hij steeds opnieuw informatie aan over de werkelijkheid, vaak tot in de kleinste details, om de lezer te overtuigen dat er overstelpend be wijs is voor de overeenkomst, ge lijkheid en eenheid van ons, soort genoten. Zijn poëzie is het middel om zich met die bewijslast tot de le zer te richten, in een liefst zo intiem mogelijke relatie, want mens is een zachte machine,/ een ingewikkeld liefje. Met een pennestreek ruimt hij in 'God en Godin' alle conflictstof op dat hoge niveau van de religie op: Er is God genoeg voor allen./ wie God wordt genoemd wordt God/ Ge noemd is genoeg. Het 'ik wil gelezen worden' is in laatste instantie een gedurig werven door een verliefd dichter van een beminnelijke soort genoot. Ter gelegenheid van Vroman's vijfenzeventigste verjaardag ver schijnt in de reeks Schrijverspren tenboeken 'Het Vroman effect. Le ven *en werk van Leo Vroman'. Zoals gebruikelijk in deze reeks be vat het goed gedocumenteerde overzichten zowel van het proza als van de poëzie en het beeldend werk, en uitvoerige bio-en bibliografische aantekeningen. Veel illustraties en enkele detailstudies verlevendigen het geheel. Bijzonder interessant is het artikel 'Het Vroman-effect' van H.C. Hemker die als vakgenoot de betekenis van Vroman als weten schappelijke onderzoeker vaststelt. Vroman's ontdekking dat de ab sorptie van eiwitten uit bloed an ders verloopt dan ooit is aangeno men, maakt hem tot een vooraan staand onderzoeker. Maar het Vro man-effect heeft ook betrekking op zijn poézie, betoogt Hemker. Daarin zijn het poëtische en het natuurwe tenschappelijke op een unieke wij ze met elkaar verstrengeld: de mole culair bioloog kent zijn cellen en mo leculen intiem. Stukken natuur van iedere dimensie gaan onophoude lijk over tot puur menselijke intimi teiten. Vroman kleedt de natuur uit. En nog steeds raakt hij ontroerd door ieder stukje bloot dat hij ont dekt. Hetzij in een gedicht, hetzij in een laboratorium. En deze ontroe ring weet hij direct op de lezer over te brengen. Naar mijn mening is dat het Vroman-effect in de Poëzie. In hetzelde feestelijke kader pas sen de tentoonstelling in het Letter kundig Museum en Documentatie centrum te Den Haag, waar tot 2 september Vromaniana zijn geëx poseerd, een expositie van tekenin gen en illustraties in het Catharina- gasthuis te Gouda, vanaf 27 april, en niet in de laatste plaats de publica tie van een nieuwe bundel gedich ten: 'Toen ik nog leefde'. Daarin blijkt Vroman's bekommering over het bedreigde milieu, in 'Snel- wegggooilland'. Er is een terugblik naar de kamptijd uit 1945 'Uit mijn plakboek van Nasgaokaj', een re flectie over de 'Mei' van Gorter, een reeks computerprogrammaatjes in naar het oorspronkelijke getal'. Tot slot laat ik Vroman zelf aan het woord, diee in het titelgedicht 'Toen ik nog leefde' op zijn beurt het woord geeft aan een stoel. 'Toen ik nog leefde' zei de stoel 'maar toen ik nog niet was bedacht hoe ondraagbaar vond ik toen het gevoel van onder te zijn gebracht in het almachtige gewoel van houtgroeikracht Nu ben ik de bast en de dictatuur binnen die dikke bomen en dat gestuurd worden door de na tuur eindelijk heelhuids ontkomen Nu wordt mijn buik door het zoet ge- Leo Vromt schuur van zitvlakken ingenomen kom maar schoot Voordat ik mijn meer verlichte dood dan iaat ik in dit heelal onderga {n het peinz o dadelijk de tijd Een van de eigenschappen waarop het science Fiction-genre zich laat voorstaan is het aspect van vernieu wing. Dat is eigenaardig omdat van alle literatuur juist SF het meest conservatief is. De thema's, de toe komstschouwingen. wichelarijen en fantasieën de kosmische Hel den en Schurken, de fascistoïde verheerlijking van de eenling en zijn onverbiddelijke gelijk, de aan wellust grenzende uitingen van ge weld en het bekrompen zwart-witte gedachtengoed staan wezenlijke verandering en vernieuwing voor goed in de weg. SF holt per definitie achter de feiten aan. Men extrapo leert vanuit bestaande feiten, her schikt die feiten en meent dan een volstrekt nieuwe toekomst onder ogen te zien. Juist vanwege die be grenzing en het gebrek aan inhoud en diepgang, kan SF nooit volwaar dige literatuur zijn, een waardering waar het genre naar snakt. Natuurlijk zijn er wel schillen in kwaliteit binnen de SF- lectuur. Sommige auteurs als Orson Scott Card en Gene Wolfe leveren fraaie complexe produkten die op onnavolgbare wijze het bij de fans begeerde 'sense of wonder' oproe pen. Dergelijke schrijvers weten het rationele perspectief zodanig te verdraaien dat men 'anders' tegen de wereld en haar tobbende bewo ners aankijkt dan voorheen. Als er bij SF al sprake kan zijn van vernie- wing -en dat kan niet betoogde ik zojuist- dan vindt men die bij de be gaafde SF-schrijver. Omdat het einde van de doodlo pende SF-steeg gestaag nadert, wordt elk wijkplekje, elke blinde zijstraat wanhopig aangeprezen als vernieuwing, als beslissende door braak naar onbegrensde toekomst visies. Allemaal drog en groot spraak. SF doorbreekt geen gren zen, maar past zich hooguit aan aan de tijdgeest. Zo was het in de zesti gerjaren toen de New Wave met Mi chael Moorcock als belangrijkste exponent het genre een tijdelijk en bizar nieuw leven inblies. Zo is het ook nu met de zogenaamde cyber punk waarin fragiele schakels zijn geknutseld tussen de technologische wereld en de georganiseerde wereld van ontevredenen, de subculturele wereld van de popmuziek vol visio naire ongrijpbaarheid en anarchie op straatniveau. Aldus Bruce Ster ling in zijn opgewonden voorwoord in de bundel CyberpunkSF. een boek vol eigentijdse SF-verhalen. Bepaalde centrale thema's, meldt deze voorman onder veel meer. dui ken met vaste regelmaat in het cy berpunk-genre op. Het thema van li chaamsvernieuwing: kunstmatige ledematen, ingeplante circuits, laserchirurgie, genetische wijzigin gen: computer interfaces in de her sens. kunstmatige intelligentie, neu- rochemie; technieken die op radica le wijze het wezen van de mens, de aard van het beestje herscheppen. Over vernieuwing gesproken: waar hebben we dit sinds Franken stein meer gehoord? De inhoud van CYberpunkSF bevestigt alleen maar de onmacht tot vernieuwing. Veel poppraat en rebellen en drugs. En veel computertalk. Ontdaan van alle technologische jargon, is cyber punk weinig meer dan computerfic tie, op een eigentijds toontje ui tentreuren herhaald. Een nauwkeuriger beeld van cy berpunk krijgt men door lezing van Zenumagiër van de Canadese au teur William Gibson. Het verhaal speelt zich af in een verstedelijkete samenleving waarin -volgens die vreselijke stereotiepe SFtradiitie- weer enkele supermensen een hoofdrol spelen. Hier is dat vooral Case, een zogenaamde computer cowboy, iemand die zich kan in pluggen op computers en zo toe gang krijgt tot de matrixruimte, de wereld van elektronische bestan den en programma's. Wie de film Tron heeft gezien, weet wat wordt bedoeld. Ook verder niets nieuws onder de zon. Veel misdaad, veel ge weld, machtige wereldfirma's, de rebel, de kunstmens, de liefde, en eind goed al goed. Zenumagiër is een spannend SF-thriller en Gibson is een vaardig auteur die ondanks het mallotige computerjargon een vlot verhaal weet te vertellen. Niet minder maar vooral niet meer. Als iets de onveranderlijkheid van SF aantoont, is het de cyberpunk wel. ROB VOOREN CyberpunkSF. samengesteld door Bruce Sterling. Uitg. Meulenhoff 24.50: Zenumagiër. William Gibson. Uitg. Meulenhoff 29.50 ris lekker op mijn r pootafdrukken na jan je tapijt' WIM VEGT 'Toen ik nog leefde' verschijnt deze zo mer bij Qucrido. Het Vroman-effect. Over leven en werk van Leo Vroman is een uitgave van het Letterkundig Mu seum Den Haag, 29,50. Merkwaardige titel voor schitterend verhaal Fiction Gegniffel stijgt op bij twaalfplus sers als ze de titel 'De eikelvreters' lezen, maar achter deze enigszins dubieuze titel en nogal onaantrek kelijke omslagillustratie schuilt een juweeltje van vertelkunst. De titel van het nieuwste boek van Els Pelgrom verwijst natuurlijk naar de schrijnende armoede die erin beschreven wordt: mensen die zo weinig hebben, dat ze uit pure wanhoop de 'bellota's' eten, de eet bare vruchten van een eikeboom. Maar hij wekt in dit geval meer de lachlust op. Waarom het boek niet simpel 'Santiago' genoemd, naar de hoofdpersoon die in ik-vorm het verhaal vertelt? Of 'Curro', zoals zijn bijnaam luidt? En waarom niet de luchtiger en voor kinderen aan trekkelijkere illustratietechniek van The Tjong Khing, net als op De olifantsberg of De straat waar niets gebeurt? Schrijfster en/of uit gever zullen ongetwijfeld hun re den ervoor gehad hebben, maar mij is die in eerste instantie onduide lijk. De buitenkant van een boek moet liefde op het eerste gezicht zijn en dat is het in dit geval niet. Gelukkig verdwijnt de twijfel over de kwaliteit van het boek als je aan het lezen slaat. Het leven van de straatarme Santiago pakt je en laat je niet meer los. De Spaanse Burgeroorlog (-1936- 1939) is al lang voorbij als Santiago zijn verhaal begint. Het is rond 1945 in Spanje. Andalusië om precies te zijn. Santiago is tien jaar. Samen met vader, moeder en oma, Manoio van vier, Diego van twee en een pas geboren tweeling woont hij in een grotwoning. Zijn schoenen zijn van oude autoband gemaakt en het ge zin heeft geen geld om brandhout te kopen. Dus sprokkelt Santiago dat stiekem in het bos van het klooster. Daar ligt genoeg, maar niemand mag er aan komen. Wat er dan met je kan gebeuren, maakt Santiago een keer van nabij mee: Langs de brede weg naar omlaag kwam een brandende fakkel naar ons toe hol len. Toen zagen we dat het geen fak kel was, maar een man met een bos quelito. Oma vertelt hoe dat komt: Die guardas! Het is eerder gebeurd, hier niet mac het hout niet Als ze je betrappen, gooien prop in de olie gedrenkt papier oj gebakken eieren. wat vodden op je takken, en steken het aan. En dan laten ze je gaan. De tegenstelling tussen rijk en arm wordt door Pelgrom via zorgvuldi ge gedoseerde voorbeelden geïllu streerd: We waren nog altijd zo arm dat we vaak geen elastiek in onze onderbroek hadden. Dan liepen maar zonder, wan pen, daar had je Witbrood is ongekende luxe. Aard appel met knoflook is gebruikelijk, Maar de abt van het klooster, Don Florencio, die ook maar moeilijk van de dienstmeisjes afkan blijven, geeft zijn hond Hirohito (genoemd naar een vriendje van Franco) een ontbijt van biefstuk, twee gebakken i en wit brood. Een dier is ook schepsel Gods. Ik zorg goed voor door zijn vader van school werd mijn Hirohito, zo verklaart hij. San- haald. Werken als herder betekent die kant op. Hij had tiago draait het op zo'n moment zeven lange dagen in ijzige kou en moeten vastbinden, voor de ogen, alleen al door het feit zinderende hitte achter een kudde dat hij hoort praten over biefstuk en geiten aansjouwen. Alles wat een enkele peseta oplevert, pakt Santia go aan. Of het nou een slim handel- In de loop van de honderdachten- tje met sinaasappels en pepers is of negentig bladzijden vergeet je te werk in de bouw. Als hij maar niet maken te hebben met een door Els te lang uit zijn dorp of van huis weg Pelgrom gecreëerde verhaalfiguur, moet. Dat kan hij absoluut niet aan, Het is alsof Santiago ons hoogstper- want ondanks de harde opvoeding soonlijk op zijn eigen, ietwat simpe- die hij krijgt, houdt Santiago ziels- le, maar o zo gevoelige manier het veel van zijn vader en moeder. te ko- verhaal van zijn leven vertelt, vanaf Geestelijk verandert hij wezenlijk nodig, zijn tiende tot aan het moment dat door die eerste sexuele ervaring, hij op zijn zestiende voor het eerst Prachtig beschrijft Pelgrom hoe hij met een meisje in het stro belandt: vanaf dat moment de wereld met Het is voor mij de eerste keer, fluis- andere ogen ziet. Dat is tevens het terde ik verlegen. Geeft niks, zei zij, einde van het boek: de hoofdper- we doen het gewoon nog een keer. soon is volwassen geworden en Lichamelijk is Santiago al jaren hoort nu thuis in een boek voor vol- een man, gehard en gestaald als hij is door zwaar lichamelijk werk van af het ogenblik dat hij op zijn tiende Riphagen, Bart Middelburg René ter Steege. Reconstructie van de handel en wandel van de Nederlandse 'Al Capone' die in de Tweede Wereldoorlog zeker tweehonderd mensen de dood heeft in gejaagd. Uitg. De Arbeiderspers 29,90 Memoriaal van het klooster, José Sara- mago. Nederlandse vertaling van een Portugees meesterwerk, waarin religie, intriges, liefde en macht een belangrijke rol spelen. Uitg. De Arbeiderspers 49,90 Herfstmelk, Anna Windschneider. Herinneringen van een boerin uit Neder- Beieren. Uitg. De Arbeiderspers 25,- Moordenaarswerk, Hans van Straten. Een selectie uit de markantste Neder landse moordzaken van de jaren 1844- 1964. Uitg. De Arbeiderspers 39,90 Meisje in Stilte, Raphaële Billetdoux. Herdruk van een poëtisch debuut. Uitg. De Arbeiderspers 29,90 Mindere goden, Herman Stevens. Een liefdesroman waarin tragiek en ontgoo cheling met elkaar wedijveren in de con- tekst van de medische wereld. Uitg. De Arbeiderspers 29,90 De afgewende stad, Helene Nolthe- nius. Een oudere vrouw worstelt met haar verlangen naar eenzaamheid en zelf standigheid in een oud Engels decor. Herdruk Uitg. Querido 27,50 Bedrog, Philip Roth. Roman over het liegen van alle mannen en vrouwen in bed. Uitg. Meulenhoff 29,50 De Poolse weg. Noud Bles. Een 55-jari- ge arts gaat op zoek naar verandering en schitterend verhaal uit raakt verstrengeld Van De eikelvreters zal ook me nige volwassene kunnen genieten. Alle Spanje-gangers die het Ibe risch schiereiland slechts kennen van de drukbevolkte, zonnige stran den met de torenflats, kunnen via dit boek iets leren van de geschiede nis van het Spaanse volk. Het is bo vendien een schitterend verhaal uit de mond van een rasverteller die haar woorden op een goudschaaltje LirfdésverhLÏ weegt. sprookje met folkloristische elementen. CASPER MARKESTEIJN Uitg. In de Knipscheer 25 Een land waar een toneelschrijver president wordt, moet ook andere goede auteurs hebben. In Tsjechos- lowakije konden jarenlang allerlei boeken niet gepubliceerd worden. Sommige van deze boeken versche nen toch, maar alleen in het buiten land. Ivan Klima (geb. 1931) was tij dens de Praagse lente (1968) mede werker van het tijdschrift van de Tsjechische schrijversbond. Tien jaar later was hij betrokken bij Charta '77, een organisatie die pleit te voor meer mensenrechten. Ivan Klima kreeg moeilijkheden met zijn werk en zijn 'Ma vesela jitra' moest in Canada verschijnen. Inmiddels heeft Charta '77 resul taten geboekt en kan de geschiede nis herschreven worden. De vroege re dissident en auteur Vaclav Havel is nu de populairste president die Tsjechoslowakije ooit had. En Kli- ma's 'Praagse ochtenden' werd door Kees Mercks in het Neder lands vertaald. Tien jaar te laat? Ja zeker, met als enige voordeel dat de kennis van de laatste politieke ont wikkelingen de tragiek van deze prachtige verhalenbundel nog dui delijker maakt. Klima beschrijft in zeven verhalen, netjes verdeeld over de ochtenden van de week, hartverscheurend over allerlei aspecten van de Tsjechoslowaakse samenleving. In de zeventiger jaren ging deze lang zaam maar zeker naar de bliksem: onderdrukking van andersdenken den, corruptie en economische ach teruitgang gingen hand in hand. Klima laat zien wat dat betekende voor de mens in de straat. Welk ef fect deze achteruitgang had op het gezin, op de winkels, op de zieken huizen, enzovoort. Klima laat elk verhaal in een andere omgeving spelen. Zo heet donder dagmorgen 'een erotisch verhaal' en wordt zaterdagmorgen 'het die- venverhaal' genoemd. In deze ver halen demonstreert Klima zijn hu moristische kwaliteiten. Het eroti sche verhaal vertelt van de beleve nissen bij een autoreparatie. In het dievenverhaal bouwt de hoofdper soon met wat kennissen illegaal een garage. De meest aangrijpende stukken uit de bundel vond ik 'vrij dag-morgen ziekenbroederverhaal met een in doos gelegd verhaal' en het laatste: 'zondagmorgen een dwazen verhaal eln het ziekenbroederverhaal schetst Klima niet alleen de tekort komingen in de verzorging. Wat vooral duidelijk wordt, is de onver schilligheid, het menselijk tekort. Daarbij bouwt Klima extra verras singen in het verhaal. Dat is niet al leen verhaaltechnisch interessant, ook de afloop heeft een onverwach te, aparte wending. Het laatste verhaal ('een dwazenver- haal') is zeer mooi. De hoofdper soon, meneer Klima, komt in een dorpje terecht. Hij is daar voor zijn rust en om even uit het gezicht van de politie te zijn. Hij gaat op bezoek bij een vriend, een jonge dominee en komt enkele bijzondere figuren tegen, waaronder een aardig hoer tje. Het verhaal krijgt een extra di mensie als tijdens een overstroming een andere vriend van Klima, de kritische professor, op bezoek komt. Klima's meesterschap ligt vooral in zijn prachtige, onderkoelde stijl. Zijn liefde voor land en vrienden is tussen de regels goed te lezen. Kli ma kent de spreuk: 'men kastijdt wie men liefheeft'. En dus krijgt zijn eigen land Tsjechoslowakije ervan langs. Helaas is deze natie voor het merendeel zo bang dat ze alleen in' de slaapkamer en in de kroeg voor de waarheid durft uit te komen. En dan moet men nog de zekerheid heb ben dat de toehoorder nog bezopener is dan de spreker en datje echtgeno te zich niet meteen de volgende dag van je laat scheiden. Deze kritiek komt des te harder aan als de spot bijna achteloos opduikt. Ik probeer de nog de sportberichten van giste ren door te lezen, maar rond kerst gebeurt er niet veel op sportgebied en de overige rubrieken in de krant brengen als bekend helemaal geen informatie, in geen enkele tijd van het jaar. Tien jaar te laat vertaald, maar een goede vertaling van een prachtig JOS DAMEN De acht zaligheden, Arie van der Lugt. Trilogie over de Brabantse Kempen. M &P uitgeverij ƒ29,90 Voortijdig afscheid, Ellie Wolf. Als eerste in een reeks van vier antiquarische boekenactiviteiten zal op 27 mei de Dam in Amster dam bol staan van tweedehands en/of antiquarische boeken en prenten. Daarbij zullen fotografi sche boeken in het centrum van de belangstelling staan. Alle denkbare stijlen van fotografe ren, camera's, donkere kamer technieken en onderwerpen. Tegelijk loopt in de Nieuwe Kerk de tentoonstelling van de 'World Press Photo' en is het werk van de Tsjechische foto graaf Stanislav Tuma te zien. Op 24 juni volgt dan 'Boeken aan de Amstel' met extra aan dacht voor Annie M.G.Schmidt. Op 22 juli 'Boeken op de Dam' waarbij de schilderkunst in de picture centraal staat. En op 19 augustus 'Boeken aan de Amstel rondom het onderwerp scheep vaart. Authentiek verslag van een kind in de oorlog Uitg. Kok Educatief 12,50 Duyvels End, T.Coraghessan Boyle. Een hecht en cynisch epos waarin lijnen worden getrokken van de tweede helft van de zeventiende eeuw naar de tweede helft van de twintigste eeuw. mUitg. Contact Non fiction Bronovo, Van 's Gravenhaagsche Diako- nessen-Inrichting tot Ziekenhuis Brono vo 1865-1990. Prof. dr. M.J. van Lieburg. Uitg. Kok 95.- Kees van Geelkerken, De rechterhand van Musseri, Bart van den Boom. Achter grondverhaal over de drijvende kracht achter de NSB Uitg Veen 26,90 De nieuwe man, Vijf toonaangevende vrouwen (Renate Dorrestein, Gerda van Dijk, Else-Marie van den Eerenbeemt, Annemarie Grewel en Iteke Weeda) bo gen zich in het kader van de emancipatie beweging over de Nieuwe Man. ls nij meegegroeid met zijn vrouwelijke tegen speler? Uitg. Nijgh en Van Ditmar Kinderboeken Nachtschadutu, Annelies Tock. Een sfeerrijk verhaal over wolven, elfen en bossen. Uitg. Altiora Averbode 17,95 Op zoek naar de rode viking. Karei Verleyen. Een avontuurlijk verhaal van een jonge Eskimo in Groenland. Uitg. Al- Kromhout. Jonas is zo'n jongen die altijd met zijn neus in een boek zit en dan ge beuren er de gekste dingen. Uitg. Quer ido Tijd en ruimte bij oom Albert, Russell Stannard. De speciale relativiteitstheorie voor kinderen verklaard. Tijd, ruimte en gedachten spelen daarbij een belangrijke rol. Uitg. Van Holkema Warendorf

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 27