Intrekken landbouwsteun einde oorlogseconomie
Lawaai blijkt wel
degelijk schadelijk
Oudste DNA ontdekt
in magnolia-blad
Seksfantasieën bijwerking slaap/kalmeringsmiddel?
Dr. Gavin Sprott hecht weinig waarde aan boerenprotest
Tsjernobyl besmette ook
sperma met cesium-137
IW
Speelkaarten
dienen zeven
maal geschud
Oorzaak SMA-
verlamming
gevonden op
chromosoom 5
WOENSDAG 25 APRIL 1990
EINDREDACTIE HANS SONDERS
Voor dr. Gavin Sprott van het Agricultural Muse
um in Edinburgh en docent aan de landbouwfacul-
teit van de Edinburgh University leidt het geen
twijfel dat oorlog en landbouwperikelen alles met
elkaar hebben te maken. De huidige EG-landbouw-
politiek is in zijn ogen niets anders dan het sluitstuk
van de demobilisatie van de oorlogseconomie.
Zelden maakte de landbouw wereldwijd zo'n bloei
ende periode mee als tijdens de Eerste en vóór de
Tweede Wereldoorlog. Vooral in de landen die niet
direct getroffen waren door het oorlogsgeweld,
zoals de Verenigde Staten en Groot-Brittannië. In
andere landen, zoals Nederland, kwam die bloei pas
naderhand, mede door overheidssteun in de vorm
van prijs- en inkomensgaranties.
Dr. Gavin Sprott: "De Duitsers zijn in de Eerste Wereldoorlog niet op het slagveld versla
gen, maar op de landbouwgronden. De Duitse soldaten raakten volledig gedemoraliseerd
toen ze in verlaten geallieerde loopgraven grote voedselvoorraden vonden, terwijl ze zelf
bijna de hongerdood stierven. Hetzelfde geldt in feite voor het thuisland. Het was in 1914-
1918 dat men de landbouw als wapen ontdekte, hoewel ook al tijdens de Amerikaanse Bur
geroorlog tekens van die bewustwording waren te zien".
Sprott is geneigd zijn theorie op
Schotse voorbeelden te staven,
maar hij meent, dat zij in feite voor
de hele westerse wereld geldt. Als
landbouwhistoricus heeft hij uitge
breid studie gemaakt van de land
bouwpolitiek in de afgelopen twee
eeuwen. Hij ziet tot het eind van de
vorige eeuw een zich min of meer
door Nico Hylkema
autonoom ontwikkelende land
bouw met grote groeiperioden in de
eerste helft van de negentiende
eeuw in Westeuropa, daarna in de
beide Amerika's ten gevolge van de
mechanisatie en mede daardoor de
zware crisis in het Europa van rond
de eeuwwisseling.
Die crisis sloeg ook in Engeland
en Schotland zwaar toe. De boeren
zonen trokken net als die in ons
land naar de stad of emigreerden in
groten getale naar Amerika. De ge
volgen waren voor de landbouw de
sastreus.
De Eerste Wereldoorlog bracht
een nieuwe slag toe aan de Britse
boerenpopulatie. Velen trokken de
wapenrok aan om de plattelandsar-
moede te ontvluchten. Tegelijker
tijd deed zich een nieuwe ontwikke
ling voor. De situatie in Polen rond
de eeuwwisseling had veel Polen
doen vluchten naar het Westen.
Sommigen bleven steken in Schot
land en namen daar voor een deel
de opengevallen plaatsen in. Toen
de eerste Duitse aanval in Frankrijk
stuk liep, kreeg de landbouw ver
sterking van een flink aantal Duitse
krijgsgevangenen. En zo kreeg men
dankzij de goedkope arbeidskrach
ten zonder prijsverhoging de voed-
selproduktie weer op gang.
Sprott: "Dat was ook de tijd dat
de hoop op een snelle afloop van de
oorlog verloren ging in de loopgra
ven. Het Verenigd Koninkrijk was
in die tijd voor zijn voedselaanvoer
gedeeltelijk afhankelijk van de Ver
enigde Staten. Na de eerste echte
moderne zeeslag, waarbij Duitsland
tot de eigen verrassing een groot
deel van de imposante slagschepen
verloor, ging het land over op de on
derzeebootoorlog. Met het verkla
ren van de oorlog aan neutrale sche
pen haalde Duitsland zich welis
waar de Verenigde Staten op de
nek, maar bracht het Groot-Brittan-
nië in voedselproblemen".
Toen bleek het voordeel van de
Polen en Duitse krijgsgevangenen,
die op het platteland in de land
bouw werden ingezet. Zodoende
slaagde Groot-Brittanniè er halver
wege de oorlog in een voedselpro-
duktie op gang te brengen die ruim
voldoende was om de geallieerde
soldaten en de eigen bevolking te
voeden. Volgens Sprott ligt hier het
begin van de landbouw als onder
deel van de oorlogseconomie.
Sindsdien beseffen Europa en de
Verenigde Staten dat een oorlog al
leen is te winnen, als men erin
slaagt naast de wapenindustrie een
voldoende sterk landbouwpoten-
tieel op poten te zetten.
Koude oorlog
Erg volhardend in die politiek was
men na de Eerste Wereldoorlog
evenwel nog niet. Al snel liet de po
litiek de landbouw weer voor wat
het was. Helaas kon men dat niet
lang volhouden. Sprott: "Hitler was
in 1933 nog niet aan de macht, of
Groot-Brittannië bouwde zijn land
bouwareaal weer op. Dit keer ging
dat gepaard met overheidssteun
aan de boeren. De gevolgen kennen
we, daarvoor staan de uitgehonger
de Duitse soldaten en bevolking
aan het eind van de oorlog nog vers
voor ogen. Na de oorlog ging de
overheid daarmee door en andere
landen namen dat over in het besef
dat in geval van oorlog de Verenig
de Staten een kwetsbare leveran-
Op het Europese platteland leid
de dat uiteindelijk tot een in aan
vang uiterst succesvolle landbouw-
Dr. Gavin Sprott.
politiek, die binnen de Europese
Gemeenschap decennia lang een
centrale plaats in nam. In het Vere
nigd Koninkrijk ging het -voor men
toetrad tot de EG- niet veel anders.
Aangewakkerd door de Koude Oor
log was er dit maal geen sprake van
dat men de voedselvoorziening
weer zou uitbesteden. Bovendien
speelde de landbouwpolitiek een
belangrijke rol in de wederopbouw
in Europa.
Sprott: "Met de Sovjetunie als po
tentiële vijand stond de op over
heidssteun gebaseerde landbouw
politiek zelden ter discussie. Pro
blemen kwamen pas door de zó in
tensieve landbouw, dat een grote
overproduktie ontstond. De markt
was evenwel vrij en de Verenigde
Staten bepaalde er in belangrijke
mate de prijs. Dat heeft geleid tot
een grotendeels door de overheid
gefinancierd overschot aan land-
bouwprodukten. De prijs was hoog
en met de ontspanning in de Oost-
Westverhouding nam de weerzin
toe tegen betaling van die hoge
prijs".
Demobilisatie
"Er zijn collega's van mij, die bewe
ren dat het niet Heagans bewape
ningspolitiek is geweest die de Sov
jets heeft gedwongen tot glasnost
en perestrojka, maar het mislukken
van de eigen landbouwpolitiek.
Maar die perestrojka heeft volgens
mij ook een belangrijke invloed ge
had op de Europese landbouwpoli
tiek. Het was de laatste drempel die
nog moest worden weggenomen
om de landbouwpolitiek radicaal
om te gooien. De vijand was geen
vijand meer. Daarmee was de nood
zaak voor de tot dan gevoerde land
bouwpolitiek bijna een halve eeuw
na de Tweede Oorlog verdwenen.
Ook de Koude Oorlog leek defini
tief tot het verleden te behoren. Eu
ropa kon definitief demobiliseren.
Het sluitstuk van die demobilisatie
is de landbouw als laatste onderdeel
van de oorlogseconomie".
Sprott hecht dan ook weinig
waarde aan de effecten van de hui
dige boerenprotesten. Voorlopig is
in Europa de oorlog voorbij.
Snellere veroudering van tien jaar
Deze foto van de aarde is in december 1972 genomen door Ronald E. Evans, bemannings
lid van de Apollo 17. Links van het midden is duidelijk bijna de gehele kustlijn van Afrika
te zien<f0to gpd>
Het oorverdovende lawaai om ons
heen van verkeer, popconcert, ra
dio, televisie en het lawaai dat de
walkman de drager daarvan recht
streeks in de gehoorgang spuit,
brengt wel degelijk schade toe. Er
treedt niet in de eerste plaats recht
streeks gehoorverlies op: de schade
aan het gehoor zal zich volgens de
Amsterdamse oorarts L. Feenstra
vooral doen gelden als een versnel
ling van de veroudering. Maar die
schat hij wel op ongeveer tien jaar.
Het blijkt allemaal uit een dit jaar
geruisloos verschenen, maar uit
voerig rapport van de Gezondheids
raad en Nederlands Instituut voor
Praeventieve Gezondheidszorg
TNO, dat de Amsterdamse oorarts
vrij onopvallend in het Nederlands
Tijdschrift voor Geneeskunde be
spreekt. Hij verraadt wel zijn Gro
ninger afkomst met de openingszin:
"Als iemand van "het Groninger
platteland naar de Randstad ver
huist, zal hij het idee hebben in een
'grote ballon van geluid' te zijn te
rechtgekomen; bij terugkeer op het
platteland zullen hem vooral de vre
dige rust en de stilte opvallen".
Zo is het: lawaai went. Bovendien
zijn er sterke individuele verschil
len: de een is gevoeliger dan de an
der. En zijn er verschillen in waar
dering: wat de een als hinderlijk la
waai ervaart, doet de ander juist ge
nieten. Het nieuwe 'mode-lawaai'
treft daarom jongeren (tussen der
tien en dertig) het sterkst.
Dat voortdurende blootstelling of
regelmatige blootstelling aan
kortstondig lawaai schade oplevert,
is wettelijk erkend. De wet schrijft
daarom voor dat het geluidsniveau
van machines in bedrijven de 85 dB
niet te boven mag gaan en dat bij
een geluidsbelasting van tachtig dB
individuele bescherming moet wor
den geboden. Dat is nuttig, maar
een lachertje voor wie naar de overi-
Wie bescheidenheid nastreeft,
omdat het een sympathieke ei
genschap is, vindt zichzelf meer
waard dan hij vindt.
Wat betreft het commerciële re
sultaat, lijkt het meeste recombi-
nant-DNA onderzoek op veren
plukken van een kikker.
(Hugo Streekstra, Univ. van A'dam)
De tijd is rijp om de begrippen
'perestrojka' en 'glasnost' bij te
schrijven in het Nederlands
Woordenboek als synonymen
voor respectievelijk 'hervormin
gen' en 'openheid'
(Peter Sminia, Univ. van A'dam)
Het rijgedrag van Amsterdamse
taxichauffeurs toont trouwens
aan dat je geen alcohol in je
bloed behoeft te hebben om ge
vaarlijk te rijden. Voor diegene
die onverhoopt in een Amster
damse taxi terecht mocht ko
men, is het in dit verband aan te
bevelen te zorgen zoveel moge
lijk alcohol in het bleod te heb
ben.
(Abraham Peper, Univ. van A'dam)
ge, tot oorverdovend aangegroeide
geluidsbelasting kijkt.
De jaarlijkse toename van het
aantal jongeren in ons land dat door
het bezoek aan popconcerten een
verminderd hoorvermogen krijgt,
wordt geschat op vijfduizend. De
jaarlijkse toename van het aantal
enigermate gehoorgestoorde jonge
ren door alleen deze oorzaak op dui
zend. Het optreden in popgroepen
levert een jaarlijkse toename van
5.200 jongeren met een verminderd
hoorvermogen, 2.800 enigermate
gehoorgestoorde en nog eens vier
honderd echt gehoorgestoorde jon
geren op.
Discotheekbezoek veroorzaakt
een jaarlijkse toename van 4.500
jongeren met verminderd hoorver
mogen en 1.350 enigermate slecht
horende. Het gebruik van hoofdte
lefoons 1.800 jongeren met vermin
derd hoorvermogen en 450
enigszins slechthorende. Samen
16.500 jongeren met een vermin
derd gehoor, 5.600 enigermate
slechthorende en vierhonderd
slechthorende jaarlijks erbij door in
beginsel vermijdbare oorzaken. De
geluidsinstallaties zullen steeds
harder moeten worden gezet, onze
vogels zullen al niet meer worden
gehoord voor zij zijn uitgestorven.
Een nieuwe stilte door een nieuwe
doofheid.
KEES WIESE
Amerikaanse onderzoekers zijn
erin geslaagd DNA te extraheren uit
fossiele magnolia-bladeren waar
van de ouderdom wordt geschat op
17 tot 20 miljoen jaar. Voor zover be
kend is dat verreweg het oudste.
DNA dat men ooit intact in handen
heeft kunnen krijgen.
Het oudste nog intacte DNA-het
erfelijke materiaal dat voornamelijk
in de celkern voorkomt- was tot
dusverre dat van een 13.000 jaar ou
de Luipaard. De nu aanzienlijk veel
oudere magnolia-bladeren zijn ge
vonden in het zogeheten Clarkia-
bed in het noordelijk deel van de
Amerikaanse staat Idaho.
Dat de Amerikanen nu zo veel
verder in de aardse DNA-geschie-
denis terug kunnen gaan, is te dan
ken aan enkele gunstige voorwaar
den. Eén van de belangrijkste is dat
het fossiele materiaal zich in een se
dimentslaag onder in een meer be
vond, waardoor er geen zuurstof bij
kon komen en de bladeren niet uit
droogden. Oxydatie van DNA is een
van de belangrijkste redenen dat
(fossiel) DNA kapot gaat. Daarnaast
gaat het om zogenaamd chloro-
plast-DNA, erfelijk materiaal dat
niet in de celkern zit, maar in de
chlorophylkorrels, die ruimschoots
in de cellen van (groene) planten
kunnen worden aangetroffen.
Het stukje DNA dat de Amerika
nen hebben kunnen verkrijgen (en
in het laboratorium hebben kunnen
vermeerderen), bevat de genetische
code voor een enzym. Door de ba-
senvolgorde van dit fossiele DNA te
vergelijken met dat van nog be
staande magnolia-soorten, komen
de onderzoekers tot de conclusie
dat de fossiele soort nauwverwant,
maar toch verschillend is van de be
staande magnolia-soorten.
De vondst van het fossiele mag-
nolia-DNA is belangrijk voor het
evolutie-onderzoek. Datering van
evolutionaire processen (als bij
voorbeeld de afsplitsing van mens
en mensapen) gebeurt in belangrij
ke mate met behulp van de 'molecu
laire klok'. Hierbij gaat men ervan
uit dat het DNA in de loop van de
tijd steeds iets verandert en dat de
periode waarin zo'n verandering of
mutatie plaats heeft, min of meer
constant is.
Op deze manier kan men aan de
•hand van genetische verschillen in
grote lijnen vaststellen in hoeverre
soorten aan elkaar verwant zijn en
tot wanneer men in de evolutie te
rug moet gaan voor een gemeen
schappelijke voorouder. Achter de
waarde van deze moleculaire klok
worden de laatste tijd door sommi
ge onderzoekers echter de nodige
vraagtekens gezet. Wellicht dat het
fossiele magnolia-DNA waarvan
men de ouderdom uit de sediments
laag kan afleiden, meer licht op de
frekwentie van mutaties en daar
mee licht op deze biologische klok
kan werpen.
HENK HELLEMA
Als gevolg van de catastrofe met de
kerncentrale in Tsjernobyl is het
sperma van Oostenrijkse mannen
en het vocht rondom de eicel bij
Oostenrijkse vrouwen besmet met
het radioactieve cesium-137 en cesi-
um-134. Bij Amerikaanse vrouwen
is besmetting met cesium-137 ge
vonden, vermoedelijk als gevolg
van proeven in de atmosfeer met
kernwapens. Deze vrouwen zijn
daardoor waarschijnlijk onvrucht
baar geworden want besmetting
met cesium kan namelijk tot on
vruchtbaarheid leiden.
Dat stelt de Weense genealoog dr.
Wilfried Feichtinger, die de besmet
ting onderzocht in samenwerking
met het Albert Einstein College of
Medicine Fertility and Hormone
Center in New York. Dr. Feichtin
ger, een van de twee 'medische va
ders' van het eerste Oostenrijkse re
ageerbuisbaby-project, is gasthoog
leraar aan het Amerikaanse insti
tuut.
Dr. Feichtinger en zijn Ameri
kaanse collega's namen gedurende
Hoe vaak een pak speelkaarten
moet worden geschud om een
werkelijk willekeurige volgorde
te krijgen, blijkt ook voor wis
kundigen geen eenvoudig pro
bleem. Er zijn namelijk ver
schrikkelijk veel mogelijkhe
den: tien tot de macht 62 (een
tien met daarachter 62 nullen!).
Dr. Persi Diaconis, wiskundi
ge en statisticus aan de universi
teit van Harvard en dr. Dave
Bayer van de universiteit van
Columbia hebben een aantal
mathematische technieken toe
gepast om het schudprobleem
op te lossen. De uitkomst luidt
dat een spel kaarten zeven maal
moet worden geschud om het
gewenste resultaat te bereiken,
twee spellen negen maal en zes
spellen zelfs twaalf keer.
Diaconis heeft ook onder
zocht hoe vaak kaartspelers het
pak kaarten schudden voordat
zer ronddelen. De meesten blij
ken dat drie of vier keer te doen,
vijf keer wordt overdreven of
zelfs pedant gevonden. Diaconis
zelf schudt nu in plaats van vier
keer vijf maal.
twee jaar na de kernramp in 1986 bij
74 Oostenrijkse en 25 Amerikaanse
vrouwen monsters van het vocht
rondom rijpe eicellen. Aanvullend
werd sperma onderzocht, dat tot
tien maal ernstiger radioactief be
smet bleek. In twaalf van de 28
monsters sperma (43 percent) werd
cesium-137 (halveringstijd onge
veer dertig jaar) gevonden.
Zowel bij het sperma als bij het
vocht rondom de eicel bleek een
duidelijke piek in de besmetting in
de monsters die tussen juni en au
gustus 1987 waren genomen. Bijna
vijftig percent van die monsters
sperma bleek besmet, tegen 35 per
cent in maart 1988. Er werd 0,06 pi-
cocurie per milliliter cesium-137 en
0,04 picocurie per milliliter cesium-
134 (halveringstijd twee jaar) gevon
den. Van de in die periode genomen
56 monsters vocht rondom de eicel
bleken er 36 (71 percent) besmet
met cesium-137 en daarvan 27 te
vens (en voor het eerst) ook met ce-
sium-134.
Cesium-134 werd niet aangetrof
fen in de monsters die bij Ameri
kaanse vrouwen werden afgeno
men. In 28 percent van die monsters
werd wel cesium-137 aangetroffen.
Dr. Feichtinger leidt daaruit af, dat
deze vrouwen niet tengevolge van
de kernramp in Tsjernobyl zijn be
smet.
KEES WIESE
Amerikaanse en Engelse onderzoe
kers zijn erin geslaagd vrij precies
het DNA-gebied te bepalen waar
het gen voor de ernstige verlam
mingsziekte spinale musculaire
atrofie (SMA) moet liggen. Dit ge
bied ligt op chromosoom 5. Dat
meldt het wetenschappelijke tijd
schrift Nature.
Spinale musculaire atrofie is een
ongeneeslijke ziekte waarbij de
spieren in toenemende mate ver
zwakken als gevolg van het afster
ven van cellen in het ruggemerg. In
heel ernstige vorm overlijdt een
kind met SMA al voor zijn vierde le
vensjaar. Bij de mildere vorm kan
de patiënt volwassen tot heel oud
worden, waarbij hij wel steeds ern
stiger invalide raakt.
Volgens prof. C.H.R.H. Buys,
hoogleraar medische genetica aan
de RU-Groningen, geldt het ont
dekte gebied op chromosoom 5 al
leen bij de wat mildere vormen van
de ziekte. Volgens hem is men met
DNA-merkers nu zo dicht bij het
gen gekomen dat binnen een jaar
prenatale diagnostiek en drager-on
derzoek bij families met SMA mo
gelijk is.
In ons land vindt de registratie
van patiënten met SMA op het Insti
tuut voor Medische Genetica van de
RU-Groningen plaats. Samen met
de RU-Leiden wil het instituut meé-
doen aan de zoekactie naar het
SMA-gen. Enkele maanden geleden
is een subsidieaanvraag daarvoor
de deur uitgegaan. „Wanneer het
net zo gaat als bij de speurtocht naar
het CF-gen, kan het nog wel een jaar
of vier duren voor iemand het SMA-
gen 'te pakken' heeft", aldus Buys.
KEES WIESE
Benzodiazepinen hebben er een nieuwe bij
werking bij. Bij een aantal vrouwen zou het
toedienen van vertegenwoordigers van deze
slaap- en kalmeringsmiddelen hebben ge
leid tot seksuele fantasieën.
Vorig jaar werd een Canadese arts na een
langdurige behandeling van zijn zaak voor
het Canadese 'College of Phycisians and
Surgeons' de bevoegdheid tot het uitoefe
nen van de geneeskunde ontzegd, omdat een
patiënte hem ervan had beschuldigd haar
hand om zijn penis te hebben gelegd en te
hebben gemasturbeerd, terwijl zij lag bij te
komen van een intraveneuze dosis benzodia
zepine. De arts ontkent en verklaarde dat hij
de patiënte had gevraagd in zijn vingers te
knijpen om te zien of zij al reageerde.
De Rotterdamse hoogleraar in de Psychia
trie, prof. dr. L. Pepplinkhuizen, auteur van
een recent verschenen 'Geneesmiddelen
bulletin' over benzodiazepinen (waarvan be
kende vertegenwoordigers valium, librium
en mogadon zijn) zegt de bijwerking van
seksuele fantasieën niet te kennen. Maar
echt verbazen doen ze hem niet.
"Het is bekend dat benzodiazepinen naast
het uitoefenen van een 'remmende', kalme
rende of suf makende invloed ook tot 'ont-
remming' kunnen leiden. Die ontremming
kan zich bijvoorbeeld uiten in agressief ge
drag. Er zijn mensen die agressieve dromen
hebben. In het begin van het uittesten van li
brium is het voorgekomen dat studenten bij
mondelinge tentamens de hoogleraar op de
schouder sloegen met de uitroep: 'Kom
maar op met die vraag'. In principe kan een
ontremming bij elke natuurlijke 'drift' optre
den, dus ook ten aanzien van het seksuele",
zegt hij.
In een artikel in het gerenommeerde Brit
se medische vakblad 'The Lancet' dat in ver
taling is overgenomen door het Nederlandse
artsenblad 'Medisch Contact' en waarin bo
vengenoemde bijwerking staat beschreven,
gaat het uitsluitend om vrouwen bij wie ben
zodiazepinen intraveneus zijn ingespoten
Ook in Nederland is het intraveneus toedie
nen van deze kalmeringsmiddelen geen on
gewoon verschijnsel.
Volgens de Groningse hoogleraar in de
anesthesiologie, prof. dr. P.J. Hennis, wor
den benzodiazepinen ook in ons land veel
vuldig via de intraveneuze weg toegediend
om patiënten voor een operatie rustig te ma
ken of om ze te versuffen bij vervelende in
grepen als een endoscopie. "Maar het is al
tijd mogelijk dat een patiënt op een tegen
strijdige manier op het middel reageert. In
plaats van slaperig worden, treedt er dan
juist angst of agressie op - en zoals u zegt ook
seksuele fantasieën. Die laatste bijwerking
was mij nog niet bekend", zegt hij.
Overigens hoeft, aldus Hennis, een derge
lijke paradoxale bijwerking niet alleen be
perkt te blijven tot een intraveneuze toedie
ning van een benzodiazepine. "Het kan in
principe net zo goed optreden wanneer ie
mand een of meer pilletjes slikt".
Volgens het artikel in The Lancet heeft de
Noordierse hoogleraar prof. dr. J. Dundee
tot december vorig jaar 42 gevallen verza
meld var. vrouwen met seksuele fantasieën
na intraveneuze toediening van benzodiaze
pinen. Het feit dat deze bijwerking kan op
treden doet bij de schrijver van het artikel de
vraag rijzen in hoeverre 'seksuele ervarin
gen' van vrouwelijke patiënten 'onder in
vloed van benzodiazepinen' niet naar het
rijk der seksuele fantasieën moeten worden
Hij wijst in dit verband op het geval van
een tandarts die in 1984 is veroordeeld van
wege het verkrachten van twee patiëntes die
met benzodiazepinen waren verdoofd. Echt
gebeurd of fantasie? Het is niet geheel uit te
sluiten dat de tandarts door de twee vrou
wen -zonder dat zij zich daar iets van kunnen
herinneren- is verleid. En niets menselijks
is, zeggen ook beide hoogleraren, de (tand-
)arts vreemd.
HENK HELLEMA