Het blikken broeinest van agressie
y»rrx%~'kasd.
7V/ £mm
/V te*
'Zelden is er zo'n behoeftebevrediger voortgebracht als de auto'
VRIJDAG 20 APRIL 1990
EXTRA
PAGINA 23
Het verkeer. Als voetganger: vaak rennen voor je leven tot
op het zebrapad toe. Als fietser: trappen in het voortdurend
dreigende gevaar van afsnijmanoeuvres. Als'automobilist:
kort bij de rem om de terreur van medeweggebruikers te
overleven. De toenemende agressie begint inmiddels voer
voor criminologen en psychologen te worden. "Omdat met
minimale inspanning een imponerend effect te bereiken is,
is elke auto in wezen een broeinest van kinderlijke
almachtsgevoelens".
door Peter Heerkens
Het wordt steeds erger met de
agressiviteit op de weg, zeggen ze
bij Veilig Verkeer Nederland. De
conclusie berust op wat men noemt
'algemene waarnemingen'. Het is
hoog tijd voor een studie, is de op
vatting die leeft bij WN, die daar
toe onlangs opdracht gaf aan de
Stichting voor Wetenschappelijk'
Onderzoek Verkeersveiligheid
(SWOV). "We kunnen er wel met z'n
allen over praten, maar dat is pas
echt zinvol aan de hand van een rap
port". Het onderzoek kreeg een
werktitel die niet zo agressief is als
waar het om gaat. 'Onaangepast ver
keersgedrag', heet de operatie.
Intussen ligt er al bijna 15 jaar een
studie op de plank zonder dat er of
ficieel iets mee gebeurd is. Op 11
mei 1977 promoveerde de Leidse
criminoloog Albert Richard Hauber
tot doctor in de rechtsgeleerdheid
op zijn proefschrift 'Gedrag van
mensen in beweging'; een studie
die zich voor wat betreft het ver-
keersgedeelte met name richtte op
situaties bij zebrapaden.
Proeftijd
Van al zijn aanbevelingen drong er
maar één echt door, overigens zon
der afgewerkt te worden. Het betrof
zijn voorstel om na het examen het
rijbewijs af te geven als 'voorlopig',
met een proeftijd van*vier jaar. Bin
nen het vorige kabinet is dit plan in
discussie geweest, en daar bleef het
bij.-
Hoewel Haubers onderzoek zich
toespitste op één facet en er inmid
dels nogal wat jaren zijn verstreken,
bevat het proefschrift conclusies en
stellingen waar nog een hoop mee te
doen lijkt. Daarvoor was zijn studie
algemeen genoeg en is de automo
bilist in tegenstelling tot de mens
niet zo veranderlijk.
Een Amsterdamse randweg. Zo
een waar voor veel automobilisten
het bord 70 kilometer een aandui
ding is om zo hard mogelijk langs te
rijden. Met de drift van een bolide
op het circuit van Zandvoort raast
een luxe auto naar een zware bekeu
ring.
"Daar gaan we dan", zegt Tjeerd
van Wieringen. Hij zit achter het
stuur van de niet als politiewagen
herkenbare auto die weliswaar be
scheiden van uiterlijk is, maar met
z'n 2 liter-motor met injectie snel ge-,
noeg om het op te nemen tegen een
Porsche. Voorin een fotocamera die
weggeklapt kan worden en ook
bij de achterruit de schrik van al
le automobilisten: de bakken met
de opknipperende tekst STOP PO
LITIE.
Van dit soort dienstwagens heeft
de groep 'onopvallende surveillan
ce' van het bureau verkeerspolitie
Amsterdam er één. "En dat is eigen
lijk te weinig", zegt Arie Broekhoff,
de vaête dienstmaat van Tjeerd van
Wieringen. Per dag trekken Broek
hoff en Van Wieringen 'enkele tien
tallen keren' het bonnen boek 1
overtredingen van
snelheid, rechts inhalen, rijden over
vluchtstroken, negeren van rood
stoplicht, het nemen van de bus
baan. Broekhoff: "Misschien krij
gen we er dit jaar nog een wagen bij,
en als het meezit wellicht een derde.
Dat zou een heel goede zaak zijn".
Preventief
Investeringen als deze betalen niet
alleen zichzelf terug, oppert de
Leidse criminoloog dr. Albert Hau
ber in zijn proefschrift 'Gedrag van
mensen in beweging', ze hebben
ook een preventief effect. Hauber:
"Politici of anderen die zich onge
rust maken over de kosten van der
gelijke maatregelen, die ook de ver
keersveiligheid ten goede komen,
moeten bedenken dat elders grote
bedragen kunnen worden uitge
spaard zodra men het besparen van
mensenlevens in geld zou durven
uitdrukken."
Want dat staat voor hem na zijn
onderzoek wel vast: "Er is samen
hang tussen het hoge aantal slacht
offers en de wijze waarop verkeers
deelnemers zich tegenover elkaar
gedragen. Die gedragingen wekken
de indruk veelal agressief te zijn."
Met slechts één 'onopvallende'
surveillancewagen ligt de preven
tieve werking die uitgaat van de
'pakkans' te laag, vinden Broekhoff
en Van Wieringen. Hoewel ze dage
lijks met soms snelheden van ver
over de 100 in de achtervolging
moeten, zijn ze in de afgelopen tien
jaar slechts twee keer aangehouden
door hun collega's van de Algemene
Verkeers Dienst die dus ook al niet
te royaal in hun mogelijkheden blij
ken te zitten.
"Daar gaan we dan". De haast van
de tot bolide verworden personen
wagen, die met vliegende vaart Am
sterdam uit wil, is zo groot dat het
lang duurt voordat de chauffeur het
stopteken opmerkt. Tjeerd van Wie
ringen: "Meneer kan beter gassen
dan remmen". De controlerende di
gitale snelheidsmeter in de politie
wagen is de toegestane 70 kilometer
al lang voorbij en holt richting 130.
Arie Broekhoff: "Ongelooflijk
toch...?! Maar we maken ze wel er
ger mee; 180,190..."
Tjeerd van Wieringen: "Vroeger
zag je voornamelijk notabelen in
luxe, snelle auto's. Tegenwoordig
rijden er jongeren in rond alsof 't al
lemaal niks is".
Inflatie
De grensverlegging in de autotech
niek en in de wereld van bestuur
ders, is door de Leidse hoogleraar
klinische psychologie René Diek-
stra ooit als volgt beschouwd: "Met
de massamotorisering heeft zich op
dit punt natuurlijk een soort inflatie
voorgedaan: de symbolische waar
de van het bezit van een auto is
sterk gedaald. Als reactie daarop
heeft het onderscheid tussen de ver
schillende automerken en typen
Een andere bron van ergernis is natuurlijk defile. De verdraag
zaamheid achter het stuur neemt af, naarmate het wachten langer
duurt.
sterk aan betekenis gewonnen.-Het
marktaanbod is zo groot geworden
en het palet van extra's en accessoi
res zo luxueus, dat de mogelijkheid
om verschillen in sociale status of
rijkdom om te zetten in auto-uitrus
ting voor niemand een probleem
hoeft te zijn. Een treffend voorbeeld
daarvan levert Jaguar Nederland in
een pas verschenen advertentie,
waarin een nieuw type wordt geïn
troduceerd als het middel om het
janhagel ver achter je te laten met
de slogan: Een auto die gebouwd is 1
vanuit een vertrekpunt waar voor
anderen de eindstreep ligt. Afstand
in sociale status wordt nu vertaald
in de snelheid waarmee je met be
hulp van je motorvermogen andere
auto-gebruikers op afstand kunt
zetten".
"De auto is zo ver 'gepsychologi
seerd' dat het voor veel mensen al
voldoende is te weten dat hun auto
sneller en meer high-tech is dan die
van de meeste anderen. Het hoeft
niet eens meer echt op de weg be
wezen te worden, wat ook steeds
lastiger wordt door de verkeersin
tensiteit en de snelheidsbepalingen.
Het idee is al genoeg. Vandaar de
merkwaardige tegenstrijdigheid
dat er nooit eerder zo veel snelle au
to's op de markt zijn gejaagd dan de
laatste jaren, terwijl de mogelijk
heid om ermee tot op de plank te
gaan ook nog nooit zo belemme
rend is geweest".
"Omdat met de motorkracht de
kracht die direct onder onze wils-
controle berust vele malen groter
wordt, raakt ook ons zelfbewustzijn
en ons machtsbeleven ervan op toe
ren. Een nonchalant-lichte krom
ming van onze tenen en tig-paarde-
krachten komen zacht ruisend in
beweging. Omdat met minimale in
spanning een imponerend effect te
bereiken is, is iedere auto in wezen
een broeinest van kinderlijke alm
achtsgevoelens".
Bij de Coentunnel zwiept de auto,
die Broekhoff en Van Wieringen
achtervolgen, pardoes de vlucht
strook op om nog wat meer tijd te
winnen. Een vrachtwagencombina
tie die hij aan de verkeerde kant
rbij schiet, besluit het slechte
voorbeeld te volgen. De agenten:
"Typisch een agressieve reactie.
Van: wacht effe broer, dat kan ik
ook. Met alle gevaren van dien. Te
hard rijden is een belangrijke bron
van agressie".
Hauber signaleert dat ook in zijn
proefschrift waarvoor hij met 12
medewerkers 966 zebra-observaties
uitvoerde, gevolgd door 128 telefo
nische enquêtes onder betrekken
automobilisten, die in samenwer
king met de politie werden opge
spoord aan de hand van het kente
ken. Voorts verleenden 40 personen
medewerking aan een diepte-inter
view dat verder reikte dan gedrag
bij zebrapaden.
Hauber in het proefschrift: "Het
merendeel ziet als voornaamste
agressie-opwekker in het verkeer
het onvoorspelbare gedrag van an
deren, zich uitend in onverwachte
manoeuvres. Ook moeilijke ver
keerssituaties en files worden door
niet onbelangrijk aantal betrok
kenen als agressie-opwekkend er
varen. Voorts kunnen opmerkingen
van anderen agressiviteit uitlokken.
In een aantal gevallen kan de aan
wezigheid van een vrouw achter het
stuur of een bepaald type aut<?,'
eventueel gecombineerd met hun
typische gebruikers en karakteris
tieke rijstijl, agressie opwekken".
Van de ondervraagden gaf 47,4
procent toe in het verkeer 'wel eens
agressief te reageren*. Dit percenta
ge rapporteert Hauber loopt op
tot 65,2 procent wanneer min of
meer onbewuste uitspraken wor
den meegerekend 'die ondubbelzin
nig op agressie duiden'.
Wanneer voorbij de Coentunnel
de snelheidsduivel tot stoppen is
gedwongen en Arie Broekhoff de
bekeuring heeft uitgeschreven,
zegt-ie: "Hij deed 't voor de econo
mie. Hoe sneller, hoe meer klan
ten".
Van Wieringen: "Tja, zo kennen
we d'r wel meer".
Broekhoff: "Dat krijgen we bij
snelheidsovertredingen het meest
te horen: haast".
Hauber had bij zijn onderzoek
eveneens die ervaring, maar er
speelde nog veel meer. Hij betrok
bij zijn vraagstelling onderwerpen
als jeugdervaringen, ouders, vrede
en onvrede in de relatie, in het werk,
en in de woonomgeving. Van de on
dervraagden zei 25 procent relatio
nele spanningen af te reageren met
agressie in het verkeer. De helft
daarvan bekende de gewoonte om
zo daar kans toe was uit te stap
pen teneinde de medeweggebrui
ker uit te schelden dan wel klappen
te geven. In het algemeen noteer
den Hauber en zijn medewerkers
bij 71,4 procent van de ondervraag
den dat 'stemmingen' van invloed
zijn op het rijgedrag.
Ook in buitenlandse onderzoe
ken, waarvan Hauber melding
maakt, is dat terug te vinden. De
Amerikaanse onderzoekers Selzer,
Rogers en Kern namen in hun stu
die 121 automobilisten op die be
trokken waren geweest bij een on
geluk met dodelijke afloop en ern
stig gewonden. Ze stelden vast dat
de meest kritieke periode bij deze
automobilisten enige uren na het
begin van een acute spanningspe
riode lag. Voor 20 procent gold dat
men zich (gemiddeld) zes uur tevo
ren bijzonder had opgewonden in
een hevige ruzie met de partner
en/of iemand uit de zeer nabije leef-
/werkomgeving.
De Britse onderzoeker MacMillan
trekt een belangrijk deel van agres
sief rijgedrag in de sociale en psy
chologische context. "Verkeerson
gevallen", zegt hij, "zouden wel
eens symptomatisch kunnen zijn
voor sociaal afwijkend gedrag".
Maar ze ontstaan ook door gebrek
aan stuurmanskunst, weten de Am
sterdamse agenten Broekhoff en
Van Wieringen op grond van hun
praktijkervaring te vertellen. "Veel
mensen kunnen niet autorijden.
Die kunnen alleen gas geven. Dat
gaat dan bijvoorbeeld zó slecht door
een bocht dat zoiets bij een ander
vaak irritatie, dus agressie op
roept".
MacMillan concludeert dat het
grootste aantal agressieve rijders in
de leeftijdsgroep 16 tot 30 jaar thuis
hoort, met een hoger percentage on-
i (48 procent) dan vrou
wen (16,3 procent). De 966 zebra-ob
servaties (Leiden, Voorburg, Rijs
wijk) van Hauber en zijn medewer
kers wezen in 25,4 procent van de
gevallen op agressief gedrag (niet
stoppen voor een voetganger; ver
ontwaardigde gebaren en/of woor
den tegen de overstekende; claxon
neren). Ook in dit onderzoek scoor
den onder de jongeren de mannen
hoger (33,4 procent) tegen 26,1 bij de
Geen aandacht
Hauber de enige in Nederland die
op dit gebied onderzoek verrichtte
heeft in zijn proefschrift een aan
tal aanbevelingen opgenomen
waaraan tot op heden geen aan
dacht is geschonken door de autori
teiten. Althans, niet merkbaar. Hau
ber liet na zijn promotie die punten
ook rusten. "Pas nu ik hoor dat Vei
lig Verkeer Nederland een studie
wil, realiseer ik me dat er met mijn
werk niets is gebeurd. Het zal wel
komen omdat ik geen politicus ben.
Eigenlijk had ik al die stellingen bij
voortduring onder de aandacht van
de beleidsmakers moeten brengen;
dat ben ik me nooit zo bewust ge
weest. Ik denk en i# werk vanuit de
wetenschap, niet vanuit de poli
tiek".
In zijn aanbevelingen pleit Hau
ber onder meer voor langer ver-
keersonderwijs op de scholen. 'Ver
keer' als lesvak, afgesloten met een
rijexamen, en een rijbewijs waaraan
een proeftijd van vier jaar is verbon
den. Bij de opvoeding zou hij ook de
rij-instructeurs betrokken willen
zien. Die geven zegt Hauber te
veel technisch les en gaan voorbij
aan sociale aspecten. En een opval
lende aanbeveling: de naam van de
automobilist duidelijk leesbaar bo
ven de kentekenplaat. Hauber:
"Agressief verkeersgedrag wordt in
niet onbelangrijke mate beïnvloed
door het feit dat n
Die anonimiteit zou opgeheven
moeten worden."
De elementen van vertrouwd ge
voel en daaraan ontleend superieur
gedrag binnen de ruimte van de au
to, werden door psycholoog René
Diekstra treffend samengevat in
zijn artikel 'Afscheid van de auto'.
Diekstra: "In onze auto met z'n ge
raffineerde techniek hebben we de
technische vooruitgang in onze ei
gen hand, in onze eigen achtertuin
of op onze eigen oprit. Zelfs als we
absoluut niet meer kunnen begrij
pen hoe het allemaal'werkt, heeft de
gedachte de nieuwste, allerlaatste,
allerpienterste techniek de onze te
mogen noemen toch het effect van
een injectie op onze persoonlijk
heid. En tot slot biedt de auto ons
een tweede huid, een die sterker is
dan onze vleselijke huid en waar
door we tegen weer en wind worden
beschermd. In die huid gehuld kun
nen we ons warm en comfortabel
door een koude avond als een kind
vrijwel moeiteloos heen en weer la
ten wiegen waarheen we maar wil
len. De auto als een baarmoeder
voor de volwassene, zij het een blik
ken baarmoeder.
"Zelden heeft de techniek psy
chologisch gezien zo'n succesvolle
behoeftebevrediger voortgebracht
als de auto, en het is onwaarschijn
lijk dat ze dat kunststuk ooit nog
een tweede keer zal uithalen. Maar
het is juist dit succes waarop de au
to zich aan het stukrijden is. ZQals
volwassenen de bevrediging van
hun kinderlijke behoeften voor een
belangrijk deel zullen moeten into
men, wil het onder elkaar een beetje
leefbaar blijven, zo zullen ze ook
voor een groot deel van de auto af
scheid moeten nemen".
Beter dan met dit citaat lijkt
straks het rapport van de Stichting
voor Wetenschappelijk Onderzoek
Verkeersveiligheid niet te kunnen
beginnen.
irhit doordat die 'monumen-
(foto's Wim Dijkman en ANP
Bij de twee sluisbruggen in het centrum van Leidschendam raken dagelijks talloze automobi
ten' tijdens de spitsuren als een fuik werken.
Er is al veel verzonnen om automobilisten af te houden va
ratengedrag. Veel hebben dergelijke acties niet geholpen.