Vreemde vrienden tussen twee oorlogen
OEKEN
Lucas Bols als romantische vervalsing
Het verraad van Rotterdam
Het milieu nuchter
op een rijtje gezet
NFORMATIEF
WOENSDAG 18 APRIL 1990
Zeven eeuwenoude familiebedrijven geportretteerd
Mei 1940. De verwoesting van Rotterdam in beeld.
De Duitse overval op Rotterdam in
de vroege ochtend van 10 mei 1940
is zorgvuldig voorbereid. Op het
moment van de inval woonden in de
stad ongeveer 280 leden van de
Duitse NSDAP, de nationaal-socia-
listische partij van Adolf Hitler. Bij
hen berustte veel zeggenschap over
bedrijven, havens, kaden, pakhui
zen en schepen. Ook heeft nazi-
Duitsland Rotterdam aan het einde
van voorjaar 1940 geïnfiltreerd met
enkele honderden jonge Duitsers in
burger. Bovendien werden syste
matisch uniformen en materieel de
stad binnengebracht, vooral in "kis
ten met inboedels van Duitse joden
die het nog was toegestaan te emi
greren".
De Rotterdamse journalist Loek
Elfferich concludeert dit na 10 jaar
onderzoek in zijn boek Rotterdam
werd verraden. Het minutieus in
kaart gebrachte verhaal van 400 ge
tuigen en uitgebreid archiefonder-
zoek is strijdig met opvattingen van
gerenommeerde historici als dr. L.
de Jong. De Jong heeft altijd be
weerd dat overtuigende bewijzen
ontbreken voor de stelling dat Rot
terdam werd verraden.
Tot nu toe gold als waarheid: op
10 mei 1940 zijn de Duitsers Neder
land binnengevallen. Zij deden dat
onder meer door 's morgens vier
uur het vliegveld Waalhaven te
bombarderen en een uur later met
parachutisten op Waalhaven te lan
den. In het hart van de stad streken
ongeveer tegelijkertijd twaalf wa
tervliegtuigen neer op de Nieuwe
Maas. Het geringe aantal Duitsers
van de Waalhaven zou zich dan later
gevoegd hebben bij hun genossen
van de Nieuwe Maas.
Bewijs
"Voor de verhalen dat vantevoren
wapens waren opgeslagen ont
breekt elk overtuigend bewijs",
schrijft De Jong. Elfferich nu be
weert dat het groepje Duitse infan
teristen dat uit de watervliegtuigen
stapte, wel degelijk kon beschikken
over zwaar materieel en eigen ver
voermiddelen dat ter plaatse aan
wezig. was in allerhande ruimtes
van genoemde NSDAP-ers. Binnen
een straal van 200 meter bij de brug-
gehoofden van de vroegere Wil
lemsbrug, hét voorwerp van strijd
in mei 1940, waren niet minder dan
vijf NSDAP-ers gevestigd met hun
bedrijven.
De schrijver onderbouwt zijn
stellingen als volgt: de troepen die
rond vijf uur op de Nieuwe Maas
waren geland kregen pas tegen ne
genen versterking van de parachu
tisten die op Waalhaven waren ge
land. Maar in de tussenliggende pe
riode zijn zij waargenomen op het
Noordereiland (gelegen tussen bei
de Maasoevers) en ook op de noor
doever met licht geschut en of mo
torrijwielen met zijspan.
Dat zwaardere materieel kan on
mogelijk zijn meegebracht in de wa
tervliegtuigen eh nog minder ver
voerd in de rubberboten waarmee
de manschappen" van de dobberen
de vliegtuigen naar de wal peddel-
Nieuwe Uitgaven
Non-fictie
De ogen van de sfinx, Erich von Daniken.
Kritische studie' op basis van documen
ten over de Oude Bgyptenaren. Uitg. Lui-
tingh-Sijthoff. f39.90.
De Bono's kleine denk cursus, Edward
de Bono. Een praktische training in crea
tief en effectief denken. Veen Uitgevers,
f 14,90.
Werkvakanties in het buitenland.
Stichting Exis belicht de voor- en nade
len van werkvakantie in sportkampen,
hotels en op campings. Bruna Uitg.,
f 14,90.
Symbool en werkelijkheid, Han M.M.
Fortmann. Essays over religie en cultuur
1962-1970. Uitg. Anbo, f22,50.
Brieven van Multatuli, gekozen door
Hugo Brandt Corstius. Hugo Brandt Cor-
stius maakt een keuze uit de Minnenbrie-
ven en de Brieven en Documenten van
Eduard Douwes Dekker, een openhartig
relaas over het gevoelsleven van de au
teur. Uitg. Querido, f39,90.
Vijvers en waterplanten staan centraal
in dit van tal van kleurenfoto'
informatieve boekje. Uitg. Zomer en
Keuning.
Voortijdig afscheid, Ellie Wolf. Het
verhaal van een 13-jarig joods meisje
over haar onderduikperiode tijdens de
Tweede Wereldoorlog. Uitg. Kok Educa
tief. f 12,50.
Bronovo 1865-1990 door prof.dr. M.J.
van Lieburg beschrijft 125 jaar wel en
wee van dit Haagse ziekenhuis. Van
's-Gravenhaagsche Diakonesseninrich-
ting tot Ziekenhuis Bronovo. Uitg. Kok,
f95.00
Economentaal. A.F. van Zw.eeden en
F.G. van Herwaarden stelden een woor
denboek op voor de lezer die wegwijs wil
worden in de wereld van economie,
beurs en financiën. Uitg. Academie Ser
vice, f29,90.
Salieri, in de schaduw van Mozart. In
de biografie van de componist plaatst
historicus Volkmar Braunbehrens hem
in een ander en veel beter daglicht dan in
de film Amadeus gebeurde. Uitg. de
Prom, f35,00
Fictie
Moordende liefde, Orania Papazoglou.
Ironisch geschreven, absurde thriller
over detective-schrijfster die een lijk uit
een kast in haar nieuwe huis ziet vallen.
Uitg. Furie, f24,50.
den. Bovendien zijn manschappen
uit de watervliegtuigen gesigna
leerd terwijl zij zich met papieren en
sleutels in de hand naar pakhuizen
op het Noordereiland begaven en
contacten legden met particulieren
op woonadressen.
Bij het vliegveld Waalhaven zijn,
nog voor de parachutisten daar
landden, op een ponton ongeveer
100 mannen waargenomen bij het
lossen van materiaal uit een schip.
Eenderde van die mannen was in
uniform, de anderen waren in bur
ger. Het materiaal dat zij losten
werd van de ponton via een smalle
loopbrug in een soort trekkarretjes
met fietswielen naar de wal ge
bracht. Duizenden Rotterdammers
hebben die trekkarretjes later op de
dag gezien, toen de Duitsers vanaf
de Waalhaven naar het hart van de
stad trokken.
Elfferich werpt in zijn boek ook
op andere zaken nieuw licht. Zo
heeft hij de hand gelegd op een do
cument dat klaarheid brengt in het
aantal slachtoffers van het bombar
dement van 14 mei op de stad. Het
gaat om 1147 inwoners, hoger dan
altijd werd geschat. Het bombarde
ment volgde een dag nadat de Duit
sers duidelijk was geworden dat
hun aanval van de afgelopen dagen
geen meter verder kwam dan waar
hij was begonnen. Elfferich noemt
Rotterdam stad van de eerste dreun
in het smoel van Hitier. "Het bom
bardement was het gevolg van het
feit dat in jouw hart Hitier zijn eer
ste nederlaag leed".
Onwaarschijnlijk
Het Rijksinstituut voor Oorlogsdo
cumentatie zal het door dr. L. de
Jong (in deel drie) geschetste beeld
van de inval in Rotterdam overi
gens niet wijzigen. Dr. C.M. Schui
ten, de nieuwe directeur van het
RIOD, vindt de visie in het boek
"opmerkelijk" maar ook "hoogst
onwaarschijnlijk". Hij heeft in het
onderzoek van Elfferich te weinig
bewijzen gevonden.
"Het is moeilijk het verhaal van
ooggetuigen die 50 jaar geleden din
gen waarnamen, tientallen jaren la
ter op hun woorden te geloven.
Hebben zij het wel goed gezien? Ac
cepteer je dat dan als bewijs?", zijn
de vragen die Schuiten zich daarbij
stelt. Dat Duitsers materieel uit
pakhuizen hebben gehaald betwij
felt hij. "Het ligt voor de hand dat er
in een wereldhaven als Rotterdam
veel Duitsers aanwezig waren. Duit
se documenten om de beweringen
van Elfferich te staven heb ik verder
niet aangetroffen".
Loek Elfferich: Rotterdam werd
verraden. Uitgeverij Uniepers, f 69,-.
Bijna iedereen die wel eens een fles
Bols jenever ziet kent de man met
baardje en kalotje: Lucas Bols, de
beweerde grondlegger van de nu in
Nieuw Vennep gevestigde stoker
van gedistilleerd. Een romantische
vervalsing, een bedacht portret,
meer is het niet. Zelfs Spaanse
kraag is niet authentiek. Maar het
neemt niet weg dat de daarbij ver
melde oprichtingsdatum 1575 van
een eerbiedwaardige leeftijd ge
tuigt.
In Eeuwenoud, de lange levens
van zeven Nederlandse bedrijven
beschrijft de journalist Wim Wenne-
kes de ondernemingen die de uit
zonderlijke leeftijd van enkele eeu
wen tot zelfs 642 jaar hebben be
reikt. De in het boek beschreven
huizen van negotie en fabriqueurs
waren vaak van oorsprong familie
bedrijven, maar de meeste hebben
zich ontwikkeld tot multinationale,
naamloze vennootschappen.
Zo verkeert Bols in het illustere
gezelschap van het van oorsprong
Zaanse meelconcern Wessanen, dat
is onstaan uit een in 1765 opgerichte
'zekere negotie in Mostaard-, Cana-
rij- en andere zaaden'. En wat te
denken van Van Lanschot Ban
kiers, in 1737 gegrondvest door Cor-
nelis van Lanschot, van oorsprong
detaihandelaar in kruidenierswa-
us Mees, telg van een Akens vlees
houwersfamilie, vestigde zich in
1720 in Amsterdam als makelaar in
wissels. Hij associeerde zich in 1762
met de vier firmanten Hope, afkom
stig uit een Quakersgeslacht en al
veel langer actief in handel, finan
ciering en dienstverlening.
Voortgekomen uit het tijdperk
van opbloeiende industrie zijn Dou-
we Egberts en Van Nelle. In 1753
begon matroos Egbert Douwes een
zaak, die hij later overdeed aan de
schrijnwerker en naamgever van
het concern Douwe Egberts. De fir
ma Van Nelle kwam voort uit het
winkeltje anno 1782 van Jan en
Henrica Van Nelle aan de Rotter
damse Leuven-haven.
Wortels
Aantoonbaar zijn wortels in Neder
land van de firma Bols in 1634. Ar
chieven van de stad Amsterdam
melden de vestiging van Pietér Ja-
■cobszoon Bols, afkomstig uit het
land van Gulik, als distillateur in 't
Lootsje aan de Amsterdamse Rozen
gracht. Van een Lucas Bols is echter
geen sprake.
Er zijn aanwijzingen dat de leden
van de familie Bols het stokersvak al
eerder elders uitoefenden. Tussen
Keulen en Maastricht, in het Duitse
Brauweiler, stond vóór 1600 een ge
reformeerdefamilie Bols te boek als
'branders' en bestuurders van het
dorp. Roomse priesters veroordeel
den hun produkt als Teufelswasser
en katholieken was het verboden
van graan, een godsgeschenk, alco
hol te stoken.
De eerste produkten uit distilleer
derij 't Lootsje waren 'fyne wate
ren', getrokken van brandewijn en
een melange van kruiden, zaden,
schillen en pitten. Het populairst
waren likeuren als anisette (met
anijssmaak) en kummel (karwij).
De burgers van de Gouden Eeuw
wilden voortdurend nieuwtjes,
waarvoor Bols gebruik maakte van
allerlei smaakstoffen die de Neder
landse handelsschepen aanvoer
den. Likeuren met sinaappelschil-
len uit Spanje, laurierbladen (Grie
kenland), marasca-kers (Joegosla
vië), abrikozenpitten (Frankrijk),
engeltjeswortel uit de Alpen, mirre,
cacaobonen en Curagao-appeltjes.
Genever (uit graan gestookte
moutwijn of corenwynwerd pas
aan het eind van de achttiende eeuw
in het assortiment opgenomen.
Voor die tijd distantieerde Bols zich
van deze volksdrank die bijnamen
als Jan Hagel en liqueur de canaille
verwierf. 'Jonge' jenever kwam
zelfs niet eerder dan in de tweede
helft van de twintigste eeuw uit de
Bols-fabrieken.
'Windenwater'
Na het overlijden van Lucas Bols
was er net veel belangstelling bij de
erven voor de stokerij. Een hoge
ambtenaap Van 't Wout genaamd
nam de zaak rond 1815 over. Ver
sterkt met de meesterstoker van
concurrent Wynand Fockink (na de
Tweede Wereldoorlog door Bols
overgenomen) bracht deze het be
drijf tot grote bloei. De prijslijst van
1820 biedt een 300 namen tellend as
sortiment, waarop ook produkten
als 'Windenwater' en 'Het van ouds
vermaarde Rijnsche Maagbitter'
voorkwamen. Sommige drankjes
maakte Bols helemaal niet: zij ston
den alleen maar op de lijst om het
assortiment van Fockink in aantal
te overtreffen.
Zes jaar hield Van 't Wout het uit
bij Bols: in 1822 verliet hij na knal
lende ruzies met de familie van
compagnon Temminck de inmid
dels zeer goed renderende stokerij
en distilleerderij. Temminck bleef
enige tijd directeur/eigenaar van
Bols. In 1868 nam het wijnkopers
geslacht Moltzer de zaak over en
daarmee werd de expansie van de
fabriek tot ver over de landsgrenzen
ingeluid.
Telgen van dit geslacht haalden
in 1951 twee broers Hart Nibbrig
binnen, en zochten bijstand van le
den van verwante families. Kort
daarna stapte het bedrijf naar de
beurs en kreeg het de financiële mo
gelijkheden om bestaande bedrij
ven over te nemen, hetgeen in een
vrij hoog tempo gebeurde. Bootz en
Fockink werden ingelijfd, terwijl
Bols ook de agentschappen ver
wierf voor buitenlandse destilla
teurs als Pedro Domecq, Jack Da
niels en Ballantines.
Het laatste wapenfeit van Bols is
de samenwerking met Heineken op
het gebied van gedistilleerd en wijn.
Dit nadat de stoker in 1976 zich ach
ter meervoudige beschermingscon
structies had verschanst om Heine
ken van het lijf te houden. De wa
penspreuk van Bols 'semper idem'
(altijd dezelfde) is dan ook niet zo
zeer hierop van toepassing, als wel
mede op het de wens van Bols om
nog een paar eeuwen zelfstandig te
blijven.
RAYMOND PEIL
Fantasieportret van Lucas Bols
Negentien jaar voordat koningin
Beatrix in de kerstboodschap 1988
droeve woorden ("Langzaam sterft
de aarde en wordt het onvoorstelba
re, het einde van het leven zelf, toch
voorstelbaar") wijdt aan de trieste
staat van het milieu, struint journa
list F.G. de Ruiter door het Oost
franse landschap.
Hij is op zoek naar de plek waar
de Rijn tot een van de smerigste ri
vieren van Europa wordt. Toch nog
onverwacht staat hij plotseling bij
een grote smeerpijp, waar elke dag
zo'n 20.000 ton zout in de vorm van
groezelig pekelwater de Rijn in
stroomt. Een restprodukt van de ka
limij nen dat zonder géne in de rivier
wordt gepompt die toch toevallig
voorbijstroomt. De woordvoerder
van de kalimijnen blijft de vriende
lijkheid zelve als De Ruiter uitleg
vraagt. Hij wijst naar de overkant
van de Rijn. Naar de grote Duitse
chemische fabrieken, die endo-
sulfan, fenol en andere troep dum
pen. "Daar komt de grootste ellende
vandaan".
De Ruiter schrijft al twintig jaar
over het milieu in NRC Handels
blad. Soms wat langdradig, maar al
tijd begrijpelijk omdat hij hoogdra
vende technische termen schuwt.
In zijn boek In het Milieu zet hij al
die jaren ellende op een rijtje. De
troep in de zee, rivieren, bodem en
lucht; het komt in aparte thema
hoofdstukken aan de orde. Dat
stemt niet vrolijk. Na de vervuiling
van de Rijn volgt de vervuiling van
Noord- en Waddenzee. Voordat de
ozonlaag aan de orde komt is er aan
dacht voor gifbelten, zoals die in Al
phen aan den Rijn en de Volger-
meer. "De zweren braken links en
rechts open", stelt De Ruiter.
"Dit boek is een journalistiek pro
dukt", schrijft De Ruiter. Hij zegt
geen woord te veel. De Ruiter
schuwt beschrijvingen vol drama
tiek. Krachttermen of waardeoorde
len komen in zijn werk zelden voor.
Emotionele uitspraken worden al
tijd in de mond van een ander ge
legd.
De Ruiters nuchterheid heeft
soms een verbijsterende uitwer
king. Zoals in zijn beschrijving van
natuurreservaat de Rouwkuilen in
De Peel. Objectief stelt De Ruiter
vast dat het reservaat vlakbij het
dorp IJsselstein ligt "dat niet alleen
2065 voornamelijk katholieke zielen
telt, maar ook 180.000 varkens,
800.000 legkippen, 200.000 braad-
kuikens, 50.000 parelhoenders en
100.000 kalkoenen. Met andere
woorden: een centrum van de bio-
industrie, waarvan de pentrante
ammoniakdampen ook neerslaan
op de Rouwkuilen". Het laat zich ra
den hoe dat verzuurde natuurge
bied er uitziet.
In 1988 bezoekt De Ruiter in
Noord-Frankrijk een paar stort
plaatsen waar legaal Zuidhollands
afval wordt gedumpt. Enigszins
verbaasd, maar niet verstoord,
merkt hij op dat er - ook legaal -
een aparte chemische stortplaats is
ingericht. Bedrijfsleider Jacky Hau-
let klimt daar persoonlijk in de
vrachtauto met zwaar giftige troep
om te kijken wat gestort gaat wor
den. De Ruiter: "Zijn baas diept uit
een la de papieren op van Stokker-
mans Chroomindustrie bv uit Lei
den die hier twee weken geleden
nog 20 ton galvanisch afval en ver
ontreinigde filters liet dumpen. Vol
gens de formulieren was de zaak in
orde". Even later sluiten de Fransen
onder druk van de eigen bevolking
de grens voor giftig afiral uit Neder
land.
Maar soms ook werkt de nuchter
heid van De Ruiter averechts. Dat
een journalist in een krant geen
waarde-oordelen geeft (behalve op
de opinie-pagina) lijkt me prima.
Maar een heel boek lang wandaden,
ellende en gorigheid debiteren en
dan uiteindelijk toch geen oordeel
uitspreken, doet wat stram aan. De
Ruiter zit twintig jaar lang in het
milieu, maar onthoudt ons zijn oor
deel. Alleen in de allerlaatste zin
van het boek stelt hij vrolijk vast:
"Nee, Nederland is nog niet verlo
ren". Een merkwaardige conclusie
die volgt op een optimistich verhaal
over boeren die werken zonder be-
strij dings middelen.
Het is ongetwijfeld zo dat de op
lossingen voor de huidige milieu
problematiek voor een groot deel
bij de boeren moet worden gevon
den. Het valt ook niet te ontkennen
dat een kleine, en hopelijk harde
kern boeren daaraan wil werken.
Maar om daaruit de conclusie te
trekken dat Nederland nog niet ver
loren is, gaat wat ver. Daarvoor zal
veel, heel veel meer moeten gebeu
ren. Het is jammer dat De Ruiter
daar niet wat vaker op wijst. Aan de
andere kant geldt natuurlijk dat het
zelfs de koningin met haar droeve
woorden niet is gelukt het tij te ke-
ren' JEROEN DIRKS
De huidige ontwikkelingen in
noord-oost Europa zijn op zijn
minst verwarrend voor de argeloze
toeschouwer. De Sovjetrepubliek
Litouwen verklaart zich onafhanke
lijk en de beide Duitslanden lijken
zich snel aaneen te sluiten. Tussen
Duitsland en de Sovjetunie inge
klemd ligt Polen, het land dat na de
tweede wereldoorlog vier keer in
opstand kwam tegen het door de
Sovjets opgelegde systeem. Maar
nu willen de Polen graag dat de gro
te oosterbuur voorlopig militair
aanwezig blijft binnen de grenzen
van hun voormalige volksrepu
bliek.
Om de complexe situatie in het
gebied te kunnen begrijpen- is het
nuttig naar de recente geschiedenis
te kijken. In Het duivelspact be
schrijft de Duitse historicus Sebas
tian Haffner de geschiedenis van de
Duits-Russische betrekkingen van
de eerste- tot de tweede wereldoor
log. Diplomatieke geschiedenis
wordt vaak verstopt in vuistdikke
en gortdroge boekwerken, maar
Haffner heeft door zijn kraakhelde
re uitleg slechts honderd paginate
nodig. Gelukkig laat dat voldoende
ruimte voor smakelijke details. De
schrijver toont een paar staaltjés re-
alpolitik, waar zelfs de voormalige
Amerikaanse minister van buiten
landse zaken Henry Kissinger zijn
vingers bij af zou likken.
Lenin
Dat begint al in het eerste hoofd
stuk, waarin de schrijver aantoont
dat de Russische revolutie van 1917
nooit tot stand had kunnen komen
zonder steun van het conservatieve
Duitsland onder leiding van keizer
Wilhelm II. Duitsland voerde oor-
log op twee tronten - m het westen
tegen Frankrijk en Engeland en in
het oosten tegen Rusland. Het land
had dringend vrede nodig in het
oosten, om in het westenjeen beslis
sing te kunnen forceren voordat
Amerikaanse troepen zich in de
strijd zouden mengen.
In Rusland was er maar één partij
die vrede wilde sluiten (en daardoor
het bondgenootschap met de weste
lijke geallieerden zou verbreken),
maar de leider van deze Bolsjewis
ten bevond zich in ballingschap in
Zwitserland. Via Duitsland en Zwe
den werd deze Lenin door de Duit
sers in een geblindeerde trein naar
Rusland gebracht, waar hij na een
half jaar de revolutie' wist te force-
Daarmee had 'hij voldaan aan de
verwachting van de Duitsers, maar
er zouden nog moeizame onderhan
delingen volgen voordat de oorlog
aan het oostfront daadwerkelijk
kon worden be-eindigd. In de
grensplaats Brest-Litovsk onder
handelde een Duitse delegatie van
beroepsdiplomaten en militairen
met een Russische 'revolutionaire'
afvaardiging onder leiding van
Trotski.
Deze nieuwbakken volkscom
missaris had in zijn delegatie een
-boer en een arbeider opgenomen,
omdat de nieuwe Sovjetunie zich
tenslotte een republiek van boeren
en arbeiders noemde. Het drong
nauwelijks tot deze twee afgevaar
digden door waarover werd onder-
handejd. Smakelijk beschrijft Haff
ner hoe beide, heren slechts opvie
len door de .Duitsers 'te shockeren
met hun onconventioneel gedrag
tijdens diners en andere protocol
laire plichtplegingen.
Ondanks een sterke wederzijdse af
keer werden Duitsland en de Sov
jetunie tussen de wereldoorlogen in
eikaars armen gedreven, zo luidt
Haffners these. Nadat beide landen
als verliezers uit de Eerste Wereld
oorlog tevoorschijn kwamen, waren
de door 'rechts' beheerste Weimar-
republiek en de nieuwe bolsjewisti
sche machthebbers in Rusland
weliswaar ideologische tegenpolen,
maar brachten 'gemeenschappelij
ke belangen' de partijen rond de on
derhandelingstafel.
De Duitsers waren nog diep bele
digd door het verdrag van Versail
les, dat ze na de oorlog was opge
legd. Versailles verplichtte Duits
land tot herstelbetalingen aan de
overwinnaars en verbood een Duits
leger. De Russen stonden na hun re
volutie volstrekt geïsoleerd in de in
ternationale gemeenschap.
In 1922 vond in Genua een confe
rentie plaats, waar een groot aantal
Europese staten bijeen waren. De
Engelse premier Lloyd George had
plannen gemaakt voor een weste
lijk eenheidsfront tegen de Sovjetu
nie, waarin voor Duitsland ook een
rol zou zijn weggelegd. Hij hield de
Duitsers echter aan het lijntje, waar
na zij een aanbod van de Russen ac
cepteerden om een verdrag te slui
ten. Dit verdrag van Rapallo - ge
noemd naar een klein plaatsje in de
buurt van Genua waar de Duitsèrs
en Russen waren ondergebracht -
sloeg in als een bom. Niemand had
verwacht dat deze ideologische te
genpolen elkaar zouden vinden
'Rapallo' werd bekend als de 'py
jamaconferentie'. Haffner be
schrijft met veel gevoel voor detail
hoe het verdrag tot stand kwam. De
Russische delegatieleider Tsitsjerin
belde 's nachts het Duitse delegatie
lid Von Maltzan uit zijn bed. Deze
vond zijn voorstellen zo aantrekke
lijk dat hij direct de Duitse delegatie
bijeenriep om te overleggen. In py
jama werd vergaderd op de hotelka
mer van minister van buitenlandse
zaken Rathenau. Een dag later werd
het verdrag getekend.
Tot de machtsovername van Hit-
Ier in 1933 zou 'Rapallo' de Duits-
Russische betrekkingen regelen. In
het geheim begon ook een militaire
samenwerking, die tot 1935 zou du
ren. Omdat "Versailles' de Duitsers
een eigen leger verbood werd op
een geheime plaats diep in de Sov
jetunie geoefend. De Duitsers kre
gen daarbij ook de kans nieuwe wa
pens te testen, die - o ironie - tijdens
de Duitse aanval op de Sovjetunie
in 1941 goede diensten bewezen.
Aan de andere kant werd het Sov-
jetleger getraind door Duitse offi
cieren, waardoor de Russen wel
licht in staat waren de Duitsers in
de tweede wereldoorlog uiteinde
lijk te verslaan.
In de slothoofdstukken verklaart
Haffner waarom de ambities van
Hitler en Stalin op den duur wel
moesten botsen. Daarbij merkt hij
op dat de tweede wereldoorlog zich
niet naar West-Europa had hoeven
uitbreiden, als Polen wat minder
halsstarrig zou zijn geweest tegen
over Duitse eisen. Hitier zou zelfs de
verovering van Polen niet gewenst
hebben, maar alleen een vrije door
gang naar Rusland. Met de Duitse
aanval op Polen begon de tweede
- wereldoorlog, omdat Frankrijk en
Engeland garant stonden voor de
Poolse onafhankelijkheid.
Hitier vond West-Europa niet inte
ressant, in het Oosten zocht hij zijn
lebensraum om zijn superieure Ger
maanse ras te kunnen fokken, be
toogt de auteur. Doordat de Duit
sers gedwongen waren eerst met
West-Europa af te rekenen, kwa
men de plannen om Rusland naar
de keel te vliegen nog bijna in de ijs
kast terecht.
Hoewel Haffner waarschuwt dat
speculeren over hoe het had kun
nen lopen 'zelden iets oplevert', ont
komt hij er zelf ook niet aan: "Het
denkbeeld dat Duitsland, mis
schien zelfs het gehele Europese
continent tot aan de Russische
grens, zonder Hitiers aanval op de
Sovjetunie nu een SS-staat zou zijn
is huiveringwekkend. Aan de ande
re kant valt iets te zeggen voor het
denkbeeld dat Duitsland nog steeds
en Europa misschien reeds vere
nigd zou zijn".
Op Het Duivelspact valt helaas
nog wel iets af te dingen. Zo meldt
de uitgever in het voorwoord dat
het boek een verkorte en bewerkte
versie is van een oorspronkelijk in
1967 verschenen studie. De door
Haffner beschreven regio is thans
sterk in beweging, waardoor het
voor een uitgever aantrekkelijk is
het boek nu op de markt te brengen.
Vanwege het ontbreken van een li
teratuur- en bronverwijzing is niet
duidelijk of na 1967 geopenbaard
archiefmateriaal in latere versies is
verwerkt. In een historisch werk -
waarin de auteur bovendien een
duidelijk standpunt inneemt - is dat
een kwalijke omissie.
ERIC-JAN WETERINGS
Sebastian Haffner: Het duivelspact;
de Duits-Russische betrekkingen van
de Eerste tot de Tweede Wereldoorlog.
Uitgeverij Becbt, f 24,50.
23 oktober 1939: de Russische minister van buitenlandse zaken Molotov te
kent het duivelse vrienschapsverdrag onder het toeziend oog van zijn Duit
se collega Von Ribbentrop en de Russische premier Jozef Stalin. <ioto anp>