QEKEN The show goes on, in oorlogstijd Architectuurfoto's als beelden van hun tijd De lol van de vrijgezel vergt heel wat inzet ETHIOPIË LIDO LEIDEN Bioscopen legden Duitse bezetters geen strobreed in de weg Dat het bioscoop- en filmwezen in Nederland zich in de Tweede We reldoorlog volop voor het propa- ganda-karretje van de nazi's heeft laten spannen, passief toezag hoe joodse bioscoopeigenaren werdeh onteigend en braaf de grootst moge lijke anti-semitische pulp op het doek bracht, is één ding. Dat dat zelfde Nederlandse bioscoop- en filmwezen vijftig jaar na dato nau welijks bereid of in staat is de con frontatie met die zwarte bladzijde uit haar geschiedenis aan te gaan, pleit nog minder voor deze bedrijfs tak. Onbeantwoorde brieven dan- wel haastig afgebroken telefoontjes vielen Thomas Leefiang bij voort during ten deel toen hij research deed voor het boek De bioscoop in de oorlog. Ook de Nederlandse Bond van Bioscoop- en Filmonder nemingen, voorheen de Nederland se Bioscoopbond, weigerde catego risch elke medewerking. Die houding is, gezien de uitein delijke uitkomst van Leeflangs on derzoek, enigszins begrijpelijk. Een heldenrol was voor de bioscoop- branche in de oorlog absoluut niet weggelegd, eerder zijn termen als collaboratie met en vergaande aan passing aan de Duitsers op hun plaats, stelt Leefiang. Archiefmateriaal Maar de insiders van toen weten, voor zover ze al wilden praten, zich daarvan niets of nauwelijks iets te herinneren. Een volgens Leefiang verbijsterende hoeveelheid archief materiaal toont daarentegen onom wonden aan dat de grootste zorg van bioscoop-exploitanten in de Tweede Wereldoorlog was om hun tent draaiende te houden. Al ver klaart ook dat niet waarom het City- theater in Amsterdam al een week vóórdat dat officieel moest, een bordje Verboden voor joden o.p de toegangsdeur had prijken. "Nog geen matinée is overgesla gen uit solidariteit met de destijds nog levende joodse vakgenoten, die van de Bioscoopbond na 1945 wel een gedenkteken kregen", schrijft Leefiang. "Zelfs toen na de bevrij ding op de avond van de vierde mei in het hele land voortaan enige mi nuten stilte in acht zou worden ge nomen, deden de bioscoopexploi tanten daar slechts mokkend aan mee. Dat kostte hun de opbrengst van een complete avondvoorstel ling". Juist omdat de bioscoop zoals Leefiang stelt het perfecte want in dringende doorgeefluik was voor de nazi-ideologie en ook als zodanig werd misbruikt, mag de houding 'The show must go on' de bioscoop wereld zeker worden aangerekend. Bioscoop in de oorlog had wat de exploitanten betreft ongetwijfeld niet geschreven hoeven worden. Maar ook uit die hoek valt niet te ontkennen dat het boek een wezen lijke toevoeging vormt aan de ein deloze reeks pulicaties ovër de Tweede Wereldoorlog. Juist vanwe ge de enorme propaganda die de na zi's via het witte doek op de bevol king losliet, is het eigenlijk verba- GIRO 555 DEN HAAG Advertentie van het Leidse Lido in het Nationale Dagblad, oktober 1941. zingwekkend dat pas nu een werke lijk grondige studie naar dit aspect van de bezettingsjaren is verricht. Boe-geroep Leefiang nuanceert zijn harde kri tiek op de meegaande houding in het bioscoopwereldje door te stel len dat het gemakkelijk oordelen is, vijftig jaar later "met de kachel op vier, een goedgevulde maag en een koffiekan binnen handbereik". En overduidelijk blijkt uit het boek dat de Duitsers het de biosco pen bijzonder moeilijk maakten, met hun krankzinnige regelzucht, de verplichting dat tijdens het (ge heel door de nazi's gecontroleerde) bioscoopjournaal niemand de zaal mocht verlaten, en het inzetten van controleurs die erop toezagen dat het verplichte programma in de ver plichte volgorde werd afgewerkt. Maar niets duidt op werkelijke weerstand, zoals tegen het in hon derd van de 365 Nederlands biosco pen verplicht vertonen van uitge sproken anti-semitische films als Der ewige Jude en Jud Süss. Het puliek liet zich de veelal Duit se films die de bioscopen vertoon den overigens goed smaken. Leef iang constateert dat het in de Neder landse theaters zelden drukker was dan in de jaren 1941-1943 (ter verge lijking: 55 miljoen bezoekers in 1943 tegen 24,1 miljoen in 1970). Een feit dat, zo leerde de onderzoeker, door oud-medewerkers wel wordt aange grepen als vergoeiilijking van het doordraaien van de bioscoopbran che: er was al zo weinig vertier in die donkere dagen, de mensen snakten naar een verzetje. De bezoekers hadden volgens Leefiang wel bijzonder goed door dat ze in de journaals nazistische propaganda kregen voorgeschoteld en lieten dat aanvankelijk ook blij ken door tijdens de vertoning ervan massaal hard te gaan kuchen of boe te roepen. NSB-controleurs zagen er echter al gauw op toe dat tijdens de voorstelling gepaste stilte in acht werd genomen. Verplicht nummer Een hoofdstuk apart wijdt Leefiang onder meer aan de filmcritici in de oorlogsjaren, en hij komt tot de con clusie dat ook deze sector in het filmmétier geen rede had zichzelf nadien op de borst te kloppen. De meesten deden hun werk als van ouds, hoewel ze vooral bij uitge sproken foute films als Der ewige Jude om de hete brij heendraaiden door alleen citaten uit de film weer te geven en met name in te gaan op belichtings- en camerawerk. Het was recensenten overigens verbo den inhoudelijk in te gaan op anti semitische films, zoals het ook niet mocht worden gemeld v film een verplicht r De vraag blijft waarom de critici zich überhaupt tot beschouwingen over dergelijke films lieten verlei den, al luidt het antwoord soms dat bij deze en gene krant anders een NSB'er zich - op ongetwijfeld min der prettige wijze - van die taak had gekweten. SIMONE VAN DRIEL Thomas Leefiang: De Bioscoop in de oorlog. Uitgeverij De Arbeiderspers, 59,90. •r Het City theater in Amsterdam plaatste het bordje 'Verboden voor joden' il voor de Duitsers dat verplichtten. Sommige architectuurfotografen kunnen gebouwen of gebouwde omgeving zo fotograferen dat je er onmiddellijk een hekel aan krijgt. Zo autonoom, zo zonder enig leven in dë omgeving,.zonder menselijke maat, dat je aanvankelijk het idee hebt dat de neutronenbom toch nog is gevallen, maar dat de fotograaf gespaard is gebleven. En die heeft prompt daarop de straat, het plein, de omgeving vastgelegd. Saai, diep treurig, een wereld van glas, beton, steen, asfalt en staal. Architecten zullen wel houden van dat soort ge likte fotografie. Ik noem het Sperr- zeit Fotografie. Watje er ook van vindt: het is een richting in de huidige architectuur fotografie. Namen die daarbij ho ren: Voeten, Linders, De Jong. Soms ook Rook. Wil je een boek ma ken over de geschiedenis van de Ne derlandse architectuurfotografie dan ontkom je er ook niet aan. Die foto's zijn zo zelfstandig dat ze soms ontstijgen aan het vakje architec tuurfotografie; de abstractie van vlakken en lijnen, van maat en rit me, neigt naar een compositie, een kunstwerk waarin architectuur hooguit een bijrol speelt. Met heel veel goede wil noem je dat nog ar chitectuurfotografie. Twee richtingen Evenmin mag je voor zo'n boek de fotografen overslaan die zoveel mensen in hun werk doen, dat het gebouw opeens een menselijk ge zicht krijgt. Klein, Oorthuys, Goede horen daartoe. Het bij de Rotter damse uitgeverij 010 verschenen Geschiedenis van de Nederlandse architectuurfotografie laat die jong ste en oudere lichting in alle opzich ten aan het woord. Het aardige is datje terugbladerend in de geschie denis van de architectuurfotografie de golfbeweging van die twee rich tingen ook kunt herkennen. Soms zijn het steriele prenten, die tweedimensionaal een gebouw weergeven of een onderdeel. Even zeer herken je de fotografen die ob- i de 50 verdiepingen tellende 'ponskaart' in Rotterdam. jecten en mensen verenigen door je de schaal van gebouwen kunt herkennen, maar ook de tijd waarin de foto werd gemaakt. Want veel van de architectuur is te foto graferen op elk moment na opleve ring, tot de sloop volgt. De aanwezi ge mensen en hun omgeving (zoals straatmeubilair) geven het tijds beeld aan. Dat moment in de architectuurfo tografie is ook belangrijk. Bij de Be zige Bij verscheen vijf jaar geleden een boek Ooit Gesloopt Nederland met foto's van gebouwen die ver dwenen zijn. Die foto's hebben alle een historische betekenis, zijn niet alleen maar mooie plaatjes. Ze ge ven iets aan over de tijd, over het ge bruik, over de waarde die we op het moment zelf vaak niet hebben her kend. Zulke beelden zijn er ook ruim schoots te vinden in de Geschiede nis van de Nederlandse architec tuurfotografie. Documenten die in hun objectieve weergave iets vertel len over architectuur én de tijd, uit stijgend boven de visie van de foto- Mensen De interpretatie, vol subjectiviteit geeft veel weer. Niet alleen van de gebouwde omgeving, maar ook over de fotograaf. Neem twee foto grafen die mensen in hun prenten stoppen. Oorthuys maakte optimis tische wederopbouwfoto's, terwijl Toussaint van dezelfde objecten in dezelfde periode het massale, het anonieme, het onmenselijke liet zien. De beginnende Bijlmermeer- doctrine is al afleesbaar. Mooie voorbeelden van foto's die een com pact commentaar op de maatschap pij geven. In dit geval op de archi tectuur (het gebruik van de ruimte) in een bepaalde tijd. Architectuurfotografie is inmid dels anderhalve eeuw oud. De Maat schappij tot Bevordering de Bouw kunst liet sinds 1852 Afbeeldingen van Oude Bestaande Gebouwen in Nederland verschijnen. Op 3 augus tus 1858 schreef fotografe Maria Hille: "Mogt Uwelgeboren beslui ten dit door Photograpie te doen af drukken dan neem ik de vrijheid mij in Uwelgeboren gunst aan te be velen, daar ik, naarmate de hoeveel heid afdrukken, dezulke tot de ci- vielste prijzen zal afleveren. Tevens heb ik de vrijheid genomen Uwel geboren eenige exemplarenter be- zigtiging te zenden, welke ik reeds vroeger vervaardigd heb; en daar ik thans geheel nieuwe instrumenten heb ontvangen, zullen de Photogra- phiën welke ik thans vervaardigen zal, grooter en volmaakter zijn". Ze kreeg de opdracht het ge meentehuis van Middelburg te ver eeuwigen. Overigens moest Maria Hille haar werk twee maal doen.. Want de eerste keer stond er geen torenspits op. Dat accepteerde de Maatschappij tot Bevordering enz. niet. Men wilde een frontale opna me met de hele voorgevel. Document Soms zijn de opdrachtgevers dus bepalend voor het afgeleverde werk van de fotograaf, vaak is het de doel groep waarvoor men fotografeert. Alleen het resultaat telt. En de wijze van openbaar maken. Oorthuys: "Ik zal nooit een foto aan de muur han gen. Een foto moet een functie krij gen, in een krant of in een boek". Daar ligt het dan; prachtig uitge geven, zwart/wit, honderdvijftig jaar architectuurfotografie (en ar chitectuurfotografen) in Nederland. Een document, vol documentaire fotografie. Twee opmerkingen: waarom de logische opvolgende reeks jaren bij de gepubliceerde fo to's niet is aangehouden is me een raadsel. En: ik weet nog steeds niet wat tot de architectuurfotografie hoort en wat niet. HERMAN MOSCOVITER Robbert van Venetië en Annct Zon dervan:. Geschiedenis van de Neder landse architectuurfotografie; Uitge verij 010, Rotterdam, f 65. Nieuwe uitgaven Fiction Laat maar zitten van de Amerikaanse schrijver Thomas McGuane is een roman over de Odyssee van een succesvolle schilder wiens artistieke talent opdroogt. Uitg. Meulenhoff, f39,50 Een uitvreter, Jules Renard. Het ver haal van een bohémien kunstenaarsle ven. Uitg. De Arbeiderspers Verslag van twee huwelijken, August Strindberg. Een schat aan brieven die Strindberg schreef aan zijn twee vrou wen. Uitg. De Arbeiderspers Het festijn van tachtigEnno Endt. Een boeiende beschrijving van de ge schiedenis van het tijdschrift 'De Nieuwe Gids'. Uitg. Nijgh en Van Ditmar f Ri chard II, William Shakespeare in verta ling van Gerrit Komrij. Uitg. Bert Bakker f 29,90 Non-fiction Ati Rutgers van der Loeff biografie. Joke Linder beschrijft leven en werken van één van de pioniers van de naoorlogse kinderliteratuur. Uitg. Prom f35,00 Tafeldecoraties. Susy Smith en Karen Lansdown geven een aanwijzingen voor meer dan 90 decoraties, tafelversieringen Uitg. M&P, f29,90 Reisgidsen van de ANWB over noord- Spanje (Costa Brava, Costa Dorada, Bar celona), Wenen, New York, Canarische Eilanden, Cyprus en Londen. Prijs voor leden f 14,95, voor niet-leden f 16,95. De toga van Fruin van Jo Tollenaar beschrijft de geschiedschrijving over Ne derland sinds 1860 en de grote(rol die de historicus Fruin hierin heeft gespeeld. Uitg. Wereldbibliotheek f49,50 90 jaren Ajax, 1900-1990 van Evert Vermeer biedt een overzicht van de ge schiedenis van één van Nederlands grootste voetbalclubs met veel feiten- en statistisch materiaal. Uitgeverij Lui- tingh-Sijthoff f34,90. Hun naam leeft voort is een encyclope die van namen van oorlogsslachtoffers naar wie straten en gebouwen werden vernoemd. Samensteller W.A. Brug ver zamelde meer dan 1500 korte levensbe schrijvingen. Uitg. Repro Holland, prijs bij voorintekening f45,00, na verschij ning f50,00 De nationale parken van Europa in 24 landen op een rijtje gezet. H. Bibelriether en Rudolf L. Schreiber beschrijven flora, fauna en landschap met speciale aan dacht voor de Nederlandse natuurgebie den die op het punt staan tot Nationaal Park te worden verheven. Uitg. M&P, f69,90 Kluwer BTW-gids 1990 kan de onder nemer helpen bij de btw-aangifte. Au teurs: mr. D.B. Bijl en mr. G.D. van Nor den. Uitg. Kluwer, f39,00 (bij abonne ment f33,00) In het milieu, F.G. de Ruiter."Essays over vrijwel alle aspecten van het milieu door een journalist die zich al twintig jaar met deze problemen bezighoudt. Uitg. De Arbeiderspers Kinderboeken Sebastiaan wat doe je daar? gaat over een eigenwijze kat. Schrijfster Vanessa Julian-Ottie laat hem op de laatste door- kijkpagina op zijn pootjes terechtkomen. Uitg. C. de Vries-Brouwers f22,50 De Tovernoot is het verhaal over twee kinderen die van een oude vrouw tover- noten krijgen. Van de hand van de Zwit serse schrijfster Marbeth Reif en de in ternationaal bekroonde illustrator Sta- sys. Uitg. C. de Vries-Brouwers f26,90 De lachende blauwe meeuw is een ge luksvogel. Vladimir Skutina en Eugen Spoko (illustraties) verhalen hoe de moe der van het jongetje Philip daarmee zijn ongelukkige moeder weer aan het lachen maakt. Uitg. C. de Vries-Brouwers f26,90 Waira op haar eerste reis speelt in Bo livia. De Indiaan Eusébio Topooco schrijft en tekent over zijn volk. Uitg. C. de Vries-Brouwers f26,90 Flappie het hangoorkonijn vertrekt uit zijn hok en beleeft wilde avonturen. Abigail Pizer tekende voor Flappies bele venissen. Uitg. C. de Vries-Brouwers f 19,90 De Gouden Stad, Gilian Cross. Een spannende expeditie door de jungle. Panter pockets 10,- Adjelanta, Anton Quintana. Bo trekt door de toendra wn wordt daar gecon fronteerd met de strijd op leven en dood. Panter pockets 10,- Robinson Crusoe Daniel Defoe. Over de wonderlijke avonturen van een schip breukeling. Het volledige verhaal. Pan ter pockets 10,- Kimiko Hadley Irwin. Een zestienjarig meisje, half Japans en half Westers, gaat op zoek naar haar verleden. Panter poc kets 10,- Als er iets is dat hem tijdens zijn 'verkenningstocht langs de uppies, de moderne vrijgezellen met goed betaalde banen en verlichte ideeën' is opgevallen, dan is het dat de ma gische populariteit van Romeo Julia - en noem al die andere beken de sprookjesparen maar op - onuit roeibaar is. "Hoeveel er in dertig jaar was ver anderd, het denkbeeld dat de vrijge zel een eenzame zielepoot is had de emancipatie en de seksuele revolu tie moeiteloos overleefd," schrijft Peter de Lange in het voorwoord van In m'n uppie, waarin vrijgezel len vrijuit vertellen over hun 'vrijge zelligheid'. Ook al telt Nederland twee mil joen alleenwoners, Het Ideale Paar blijkt nog altijd een onweerstaanba re aantrekkingskracht uit te oefe nen. Zelfs voor degenen die een bit tere nasmaak hebben overgehou den aan het huwelijk of een verge lijkbare relatie. Mede daarom noemt Peter de Lange, in het dagelijks leven ver slaggever bij het Rotterdams Nieuwsblad, zijn boek een röntgen- opname van de moraal: aan de ene kant richt de maatschappij zich op het individu, aan de andere kant is de vrijgezel een loser. Twee is nor maal, één abnormaal. Vindingrijk Desondanks laten de reacties die de auteur ontving op zijn oproep in en kele landelijke dagbladen zich niet vangen onder de noemer 'leed'. In tegendeel, de meeste geïnterview den hebben een indrukwekkende kennissenkring en voor iedere be zigheid een andere vriend of vrien din. Met de een gaan ze op vakantie, met de ander naar de sauna. Ze heb ben eetvrienden, dan^vrienden en vrijvrienden. "Ze richten hun aandacht op het zoeken naar alternatieven voor een vaste partner en zijn zeer vinding rijk en ervaren in het organiseren van gezelligheid", aldus Peter de Lange. "Wanneer je een afspraak met ze maakt, kunnen vrijgezellen je over de telefoon feilloos uitleggen hoe je hun huis moet vinden - "ze zijn gewend aan bezoek uit alle windstreken". "Niente trouwen, niente kinderen, veel mannen en een hoop lol, alleen zijn en kunnen boeren en winden, heerlijk, niks samenwonen!". Patri ce (24), uitzendkracht, Baarn. "Jazeker, ook ik ben een uppie," zegt Peter de Lange over zijn drijf veer om een dwarsdoorsnede te ma ken van alleenwonend Nederland, samen met free-lance fotograaf Tim Hielkema, die op een bijzonder breekbare wijze de eenling vastleg de in relatie tot zijn naaste omge ving. Peter de Lange: "Ik was midden dertig toen ik met het boek begon, woonde alweer een tijdje alleen en ik zat met vragen als: hoe nu ver der? En: wat wil je nou? Mijn jour nalistieke nieuwsgierigheid zette mij op het juiste spoor. Er zijn op dit moment twee miljoen een woners. Wat vinden zij er nou van, wilde ik weten." "De tantes die bij ons op visite kwamen, zeiden tegen mijn moe'der Zeg, die oudste van jou, ben je niet bang dat die straks overschiet? Overschieten, nog zo'n nare uit drukking. En als ik nou eens wil overschieten, riep ik. Moet je die ei genwijze prent nou horen, zei mijn moeder. Zij l °eft er erg veel moeite mee gehad. Dat ik niet wilde trou wen is achteraf beschouwd vooral Met de een gaan ze op va kantie, met de ander naar de sauna. Veel al leenstaanden hebben voor ie dere bezigheid een andere vriend of vrien din. "Natuur lijk voel je je af en toe doodge- lukkig, maar in een relatie kun je dat ook zijn". haar probleem geweest". Mevrouw Groeneweg (65), gepensioneerd cor- rectrice, Amsterdam. Je opvoeding bepaalt voor 99 per cent hoe je in je latere leven tegen verhoudingen aankijkt, dat'is een van de indrukken die achterblijft. Samen met de druk van de omge ving, die heel gemakkelijk overgaat in bemoeizucht, ontstaat een condi tionering waaraan ook vrijgezellen ,zich moeiijk kunnen ontworstelen. Een van de vreselijkste voorbeel den is het verhaal van een telefonis te uit Barneveld die bij de slager steevast te horen krijgt "Eén bief stukje zeker..." In het plaatsje weet iedereen alles van haar. Zij kan het zich misschien niet voorstellen, maar er zijn ook vrijgezellen die zo'n overmatige belangstelling als een vorm van aandacht zien en als geruststellend ervaren. "De een geniet ervan om alleen te zijn, alle handicaps ten spijt, de an der probeert er het beste van te ma ken, een derde blijft reikhalzend uitkijken naar de prins op het witte paard", daar houdt Peter de Lange het op. En een van de in het boek opgevoerde deskundologen, een therapeutisch medewerker jeugd psychiatrie, tevens vrijgezel, maakt een onderverdeling in vrijgezellen die nog napijn hebben van hun eer ste liefde; vrijgezellen die zeggen dat ze vrijgezel zijn, maar doorlo pend iemand aan het versieren zijn; vrijgezellen die geen tijd en energie over hebben voor een relatie en ten slotte degenen die contactarm zijn, de zogeheten gemankeerd gehuw den. Vrijgezellen die heel bewust kie zen voor een vrijgezellenbestaan zijn op de vingers van een hand te tellen. Om bij het boek te blijven: de meeste geportretteerden zetten zich sterk af tegen hun oude relatie(s). Zo sterk, dat het voor sommigen een soort reddingsboei lijkt. Peter de Lange: "Wat moetje an ders, zeker in het begin als alle ze kerheden voor je wegvallen. Dat uit zich bij voorbeeld in nachtenlang op de bank liggen, een beetje voor je uit staren, puzzelen. Dat is voor mij een heel herkenbare fase. Waar je echter voor moet uitkijken is datje een deel van je identiteit ontleent aan het feit dat je niet getrouwd bent." "Ik weet nog, die eerste tijd, dat ik de poef in het midden van de kamer zette en erop ging zitten en zei: ik ga er niet af, ik ga niet de deur uit, dit is mijn huis, ik ben niet eenzaam, ik heb niemand nodig. Van die tijd herinner ik me het tikken van de klok, daar zat een slag in die je om de twee minuten hoorde. Maar ik bleef op de poef zitten, ik ging er niet af. Als ik tegenwoordig de deur uit ga is het voor m'n plezier, niet om te vluchten. Ik ben blij dat ik dat heb bereikt". Peter (45), werkloos chauf feur, Raalte. "Ik mocht nooit uitbundig wezen, zelfs mijn eigen bfoer mocht ik geen arm geven. En dan gaat hij er met een ander vandoor! Tijdens de scheiding was ik net de vrouwelijke hulk. Ik dacht: Ik pak 'm op met zijn Passat en smijt 'm ui het Spui!". Betsy (45), winkelier, Naaldwijk. Peter de Lange: "Ik heb bewust gekozen voor een positieve invals hoek. Op de noodkreten die ik na mijn advertentie ontving - zo van 'Bel mij alsjeblieft. Ik ben zo een zaam!' - ben ik niet ingegaan. Ik wil de dat beeld van eenzaam, zielig en verlaten doorbreken. Wilde me niet door zieligheid laten meesleuren. Natuurlijk voel je je af en toe doodgelukkig als alleenstaande, maar in een relatie kun je dat ook zijn. Ik denk dat alleenstaanden niet automatisch op zoek zijn naar iemand en ook niet per se tegen een relatie zijn. Wat de meesten gemeen hebben is dat ze uit een relatie zijn gevallen waar ze te simpel zijn inge stapt. Ze willen best nog een keer, maar ze redeneren: ik geef mezelf niet meer helemaal weg. Als je ge wond bent geraakt, overkomt zoiets je niet zo snel een tweede keer". "Voor mij geldt: nu is belangrijk; morgen, de toekomst, is een vraagte ken. Daarom voor mij geen toe komstplannen, ik zie het wel...Tij- deiis mijn huwelijk leefde ik altijd in de toekomst, ik liep me weken te verheugen op ieder uitje, ieder feest je. Ik klampte me vast aan de hoogr tepunten, omdat er zo weinig ge beurde in m'n leven. En dan viel 't toch tegen!". Greet (37), medewerk ster scheepvaartkantoor, Middel burg. ELLEN SCHOLTENS Peter de Lange: 'In m'n uppie: vrij gezellen vertellen' Uitgeverij Scrip trum, f 29,50.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 19