'Winnen..dat is waar het om draait'
'Gat tussen Leiden en Alphen dichten'
m
WOENSDAG 28 MAART 1990 f PAGINA 25
Steeds meer sporters uit de
'oude wereld' trekken, op
uitnodiging of op pa's kosten,
naar de Verenigde Staten om
daar aan een universiteit te
studeren. Nou ja, studeren, het
zijn uiteraard vooral de
sportieve prestaties op basis
waarvan die talenten een
beurs krijgen en die dus ook te
gelde gemaakt moeten
worden. Basketballers,
atleten, zwemmers, golfers en
tennissers, het legioen
buitenlanders dat een plaatsje
weet te bemachtigen op een
college van naam groeit nog
steeds gestaag. Een trend die
trouwens door veel
Amerikanen met toenemende
ergernis wordt gevolgd. Want
niet alleen leggen die
'vreemdelingen' beslag op
plaatsen die anders naar
autochtonen zouden gaan,
maar bovendien mogen ze ook
nog eens een jaar of wat
'vakantie vieren' op kosten van
de belastingbetaler en dat zint
een echte Yank al helemaal
niet. Maar dit natuurlijk
geheel terzijde.
Jacqueline van Wijk, op jonge
leeftijd al de beste speelster
van het district Leiden, was er
bij toen toen de 'eerste
generatie' buitenlanders de
oversteek waagde. Ze kreeg
een beurs van Wake Forest, een
universiteit in de zuidelijke
staat North Carolina. Vijf jaar
trainde en speelde ze in de
USA en hield daarbij haar ogen
en oren open. Zodat ze zich een
aardig beeld heeft gevormd
van wat het land te bieden
heeft voor iemand die in
sportief opzicht hogerop wil.
In onderstaand relaas vertelt
Van Wijk, die intussen met
tennissen haar geld poogt te
verdienen, over haar
erveringen in het 'beloofde
land'.
Jacqueline van Wijk na vijf jaar terug uit de VS
Naar Amerika
opeen
scholarship,
een beurs zeg
Het i
toen nog niet de
rage,\
nu op
lijken, maar helemaal nieuw
was het ook niet meer, want
anderen waren me al voor
geweest. Spannend was het
echter wel die eerste keer
afscheid nemen op Schiphol,
wetend datje negen maanden
zal,en ook moet wegblijven. Ik
reisde niet alleen. Manon
Bollegraf, Brigitte Pardoel en
Marion Post gingen ook het
Amerikaanse avontuur
tegemoet. Vier meiden voor het
eerst weg van huis naar het
zelfde kleine plaatsje aan de
kust van Florida. Waar
begonnen we aan? Wat zouden
we vinden in het land der
onbegrensde mogelijkheden?
Zouden we Nederland vergeten
of zou juist de heimwee ons
klein krijgen?
Hoewel we allemaal bloot
gesteld werden aan dezelfde
invloeden zijn we in de loop van
dat eerste jaar ieder een eigen
richting uit gegaan. We
verwerkten de ontstane
situaties ieder op onze eigen
Manon kwam toen al voor het
tennissen, dat was duidelijk.
Geplaagd door hardnekkige
beenvliesontsteking keerde zij
vroegtijdig terug naar
Nederland, alwaar zij hoopte op
betere medische begeleiding.
Twee maanden lang had ze
geëxperimenteerd met allerlei
middelen aangezien zij, en ook
wij, ervan uitgingen dat men in
Amerika toch wel wist wat men
deed op het gebied van
sportblessures. Dit bleek een
van onze eerste misvattingen
over Amerika. Vooral later in
North Carolina heb ik in de
verzorgingsruimte volledig
onverantwoorde dingen gezien.
Er wordt geen prioriteit
gegeven aan de genezing van
een blessure. Het is slechts van
belang hoe snel de atleet weer
terug op het veld kan zijn. Dit
speelt het sterkst in American
Football en basketball omdat
deze sporten veel geld
opleveren voor de school. Ik heb
jongens over het veld zien
hollen die slechts enkele dagen
daarvoor nog met een blaüwe
enkel, tweemaal zo dik als
normaal, in een bak ijs zaten:
Spuit erin, tape erom, wat
pijnstillers en gaan!
Hoelang Manon nog
doorgehobbeld zou hebben is
natuurlijk niet te achterhalen,
maar haar beslissing om de
Verenigde Staten de rug toe te
keren heeft haar in ieder geval
geen windeieren gelegd. Ze
staat inmiddels al geruime tijd
op nummer één in Nederland en
binnen de top 50 van de wereld.
Brigitte had de smaak te pakken
in Florida en knoopte er nog een
jaar aan vast. Het luie leventje in
de zon en aan het strand beviel
haar prima. Marion vond het
welletjes na twee semesters en
keerde terug naar Holland. Wel
nam ze afscheid van Leiden.
Vanwege forse
meningsverschilen met onze
tennis coach wilde ik zeker niet
langer dan één jaar in Florida
blijven. Ik benaderde haar zeker
toen nog heel Nederlands. Als
wij een opdracht kregen waar ik
niet direct het nut van inzag
wilde ik daarover praten. Hier
onze tweede misvatting:
Amerikaanse coaches zijn per
definitie autoritair en dulden
geen tegenspraak. Ook haar
standpunt was: "It's my way or
the highway". Ze besliste over
zaken zoals het haar uitkwam:
dan eens zus, dan eens zo.
Oprecht was het naar mijn
gevoel niet. Bovendien botste
je, vooral omdat je beter gewend
was, constant met haar kennis
en inzicht op tennisgebied.
Maar in de States vond ik het
leuk. Ik wilde echter wel iets
serieuzers want het feest dat ik
negen maanden had mogen
vieren kon niet blijven duren.
Iets bereiken in tennis wilde ik
nog steeds, maar ik zag er nog
geen gat in om Manon achterna
te gaan. Daarom koos ik
wederom voor de combinatie
studie én tennis zoals die alleen
op een Amerikaanse
universiteit ingevuld kan
worden.
Het werd Wake Forest
University in North Carolina,
waar ik driejaar ben blijven
hangen. Het was een sterk
Amerikaanse omgeving met
wéinig internationale
- invloeden. Vaak dacht ik
volledig veramerikaanst te zijn
maar nu ik definitief terug ben
in Nederland weet ik dat ik een
echte Hollandse meid ben
gebleven.
Wel hebben af en toe wat sluiers
gehangen voor de bekende
kritische Hollandse blik. Het
Amerikaanse studentenleven is
sterk geisoleerd van de gewone
maatschappij. Alles wat er op de
campus gebeurt is in principe
voor je geregeld. Heel makkelijk
en ongemerkt verzand je daarin
en ik natuurlijk ook.
Op de tennisbaan keerde dat
terug. In plaats van de
begeleiding die ik nodig dacht
te hebben werd ik compleet
verzorgd. Ik liet zelfs voor me
denken. Nu weet ik dat om tot
prestaties te komen je een aantal
dingen zelf moet invullen. Zelf
met je zaakjes bezig zijn en
achter je besissingen kunnen
staan zijn hoofdzaken in een
positieve ontwikkeling, als
sporter, maar vooral ook als
mens.
Helaas is Amerika niet het
tennismekka wat velen zich
ervan voorstellen. Dat zullen
meerderë Amerika gangers met
mij kunnen beamen. Ik moet
toegeven dat mijn
tennisontwikkeling lange tijd
heeft stilgestaan. Het meest
nageleefde standpunt is dat van
als je maar gaat als een blind
paard word je vanzelf beter.' Dit
uitgangspunt is in Nederland al
lang achterhaald. Ik weet nu dat
ik heel wat uurtjes verspilde
Amerikaanse coaches zijn per definitie autoritair en dulden geen tegenspraak.
energie zonder resultaat achter
me heb liggen. Echt, een flink
aantal Nederlandse trainers en
coaches weten meer op het
gebied van techniek, tactiek en
trainingsopbouw dan de meeste
Amerikanen. Dat er zoveel
goede Amerikanen rondlopen
in tennisland komt simpelweg
omdat er zdveel zijn. Men kan
gewoon wat slordiger met talent
omspringen. De toppers zijn
goed omdat ze binnen het
systeem wisten te overleven.
Een groot probleem is dat de
meeste Amerikaanse coaches,
hoe welwillend ze ook zijn,
gauw de realiteit uit ogen
verliezen. Een tennisser, en
zeker één die topper wil worden,
moet worden opgebouwd en dat
kost tijd. Als dit verantwoord
gebeurt zijn er periodes waarin
de speler of speelster wat
minder presteert. Helaas wordt
de positie van een coach
bepaald door de statistieken en
aangezien de meeste mensen
hun eigen succes toch
belangrijker vinden dan dat van
een ander wordt het belang van
de speler of speelster vaak
ondergeschikt gesteld aan de
resultaten. Er moet gewonnen
worden, want dat haalt de pers
of bezorgt je één van de vele
onderscheidingen waar zo
rijkelijk mee gestrooid wordt en
zo wordt gemeten of je goed
bent of niet. Bovendien staatje
baan direct op de tocht als de
leiding de mening is toegedaan
datje niet naar behoeven
functioneert. Frustraties
worden heel snel op het team
verhaald. Ik heb weieens een
team volkomen zinloos
afgebeuld zien worden op een
vroege zondagmorgen omdat
daags tevoren een wedstrijd
onnodig verloren was gegaan.
Zelfs Ingelise Driehuis, die er
enorm goed gepresteerd heeft,
heeft in Amerika niet de ideale
situatie gevonden om haar
tenniscarrière voort te zetten.
Jaren geleden waren wij rivalen
in district Leiden en het toeval
bracht ons in de States
wederom in dezelfde afdeling.
Ik denk dat er weinig studenten
zijn die zoveel uit hun college
tennis periode gehaald hebben.
In heel Amerika heeft zij haar
visitekaartje achtergelaten door
het winnen van wedstrijden.
Toch is haar plan om vanuit
Nederland haar sportieve
carrière voort te zetten als ze
straks in mei haar studie afsluit.
In september 1988 liep zij een
blessure op tijdens de US Open
in het dubbelspel met Marcella
Mesker tegen niemand minder
dan Graf en Sabatini. Door een
ingrijpende knie operatie heeft
ze een paar maanden tijd nodig
gehad om weer op het oude
niveau terecht te komen.
Plotseling kan er ineens niet
meer zoveel. Als je niet meer
wint ben je uitgerangeerd.
Want winnen...dat is waar het
om draait. Als er één ding
belangrijk is voor Amerikanen
is dat het wel: winnen. De
tegenstand en kwaliteit van de
wedstrijden is vaak van
ondergeschikt belang.
Resultaat is het enige dat telt. Er
wordt dan ook heel veel
gespeeld. Hoe meer wedstrijden
hoe beter. Margot van Overloop,
die momenteel uitkomt voor
Texas Christian University, zit
er middenin. In de maand maart
worden gemiddeld drie tot vier
competitie wedstrijden per
week gespeeld.
Toch heeft dat grote aantal
partijen bij mij wel zijn
vruchten afgeworpen. Na
verloop van tijd bekommer je je
er nauwelijks meer om wat voor
een potje speelt en tegen wie.
Het zijn er zoveel. In Nederland
wordt het belang van één
wedstrijd en het verlies tegen
bepaalde tegenstanders nogal
zwaar opgenomen. Dat is mij nu
vreemd. Iedere wedstrijd is er
één en zo wordt er ook gespeeld.
Dat heeft tot gevolg dat je je
regelmatiger voorbereidt op
wedstrijden. Je gaat de baan op
om te winnen en wat geweest is
of wat nog komen moet is op dat
moment niet interessant.
Steeds sterker groeit bij mij het
verlangen om de Nederlandse
en Amerikaanse manier van
benaderen te combineren om zo
tot een beter produkt te komen,
maar zo werkt het helaas niet. Ik
heb geleerd dat iedere
maatschappij bepaalde normen
en waarden heeft waarbinnen
gewerkt moet worden. Zonder
die normen en waarden is de
broodnodige controle niet meer
mogelijk. Hoewel door de
moderne
communicatiemiddelen de
wereld wel kleiner geworden is,
zullen er toch altijd etnische
verschillen blijven bestaan.
Terug in Nederland vind ik ons
met zijn allen zo soft. Het is
natuurlijk heel aardig zo'n
mensvriendelijke manier van
reageren, maar het is bijna
onmogelijk om tot grote
prestaties te komen. Je moetje
hier eerst drie keer bewijzen
voordat jouw succes voor vol
wordt aangezien en om Holland
massaal uit zijn dak te krijgen
moetje minstens Yvonne van
Gennip heten of het EK voetbal
winnen. In Amerika ben je veel
sneller een held, maar bij falen
krijg je ook meteen een trap na.
Wij Hollanders willen dan nog
welwillend excuses van de
vorm van de dag of een beetje
pech gehad accepteren.
Mensen gaan binnen een groep
anders met elkaar om. Dat geldt
al binnen clubs en verenigingen
en natuurlijk helemaal in
verschillende landen. Toch
komt één ding altijd overeen;
Wat ze zeggen is niet zo
belangrijk als hoe ze het zeggen
en vooral waarom: daden
spreken altijd meer dan
woorden, maar ze worden vaak
verhuld in een waas van geklets.
Afgaand op de verhalen dacht ik
bijvoorbeeld dat het tennisspel
was uitgevonden in Amerika.
Daarbij zag ik over het hoofd
waarin ze echt uitblinken:
verkooptechnieken. Word je
dan gefopt! Voor tennis had ik
dus niet naar de States hoeven
gaan.
Wat ik zocht in het land der
onbegrensde mogelijkheden
weet ik eigenlijk niet, dus is het
ook moeilijk om te zeggen of ik
het gevonden heb. De
belangrijkste les is geweest dat
een Amerikaan per definitie wil
winnen. Hoe dat gerealiseerd
wordt doet minder ter zake. Als
je daaraan voldoet word je op
handen gedragen, maar als dat
niet zo is word je zonder pardon
onderuit geschopt. Alle gevoel
voor nuance ontbreekt. Daarom
zit ik, ondanks de enorme
kneuterigheid 'omdat men zo
graag sociaal wil zijn', toch
liever in Holland. Het is wel een
heel speciaal landje, daar kan ik
niet meer omheen. Dat ik daar
vijfjaar over gedaan heb om dat
te ontdekken heb ik echter geen
seconde spijt van!
JACQUELINE VAN WIJK
Henk Hamming pleit voor toptennis bij Tean
'Tennissen en
anders niet',
bedachten de
J-s oprichters ruim
tachtig jaar
geleden als naam
voor Alphens
eerste lawntennisvereniging.
Hoewel Tean derhalve een rijke
historie heeft, maakte de club
deze eeuw nog geen echt
stormachtige ontwikkelingen
door. Het accent heeft namelijk
nooit echt op het pure
wedstrijdtennis gelegen. Maar
als het aan Henk Hamming ligt
gaat daar toch verandering in
komen. "We zijn in een situatie
terecht gekomen dat we méér
moeten gaan doen. Als we
langer aan de zijlijn blijven
staan, redden we het in de
nabije toekomst niet meer. Nog
steeds zien we ieder jaar onze
toppers naar Leiden
vertrekken".
door
Wim van Wanrooy
Als voorzitter van de technische
commissie èn competitieleider
drukt de 41-jarige Alphenaar een
belangrijke stempel op het beleid
van de vereniging. Ruim een week
geleden gaf Hamming met een bij
het bestuur ingediend plan de
aanzet tot een 'professionelere
aanpak' van het Alphense
toptennis. Want het is hem en zijn
companen een doorn in het oog dat
talentvolle spelers de Alphense
dreven jaarlijks verruilen voor het
Leidse gravel, waar het nu eenmaal
wat faciliteiten betreft aangenamer
toeven is.
Vaart
Hamming vindt dat er vaart gezet
moet worden om Tean op een hoger
plan te tillen, zodat er voor spelers,
zoals nu weer Mark Nagelkerken
(naar Unicum, WvW), geen reden
meer is om hun heil elders te
zoeken. "Vorig jaar ben ik
bondsgedelegeerde geworden. Dan
wordt je met je neus op de feiten
gedrukt. Je merkt nog eens
duidelijk hoe andere clubs de zaken
aanpakken en dan zeg ik dat we in
Alphen niet fanatiek genoeg bezig
zijn geweest. We mogen niet
inslapen. Weliswaar waren we niet
aan het afglijden, maar in een plaats
van ruim zestigduizend inwoners
moet er meer mogelijk zijn dan
spelen in de derde klasse".
"De intentie is om Tean voortaan
een voortrekkersrol te gaan laten
vervullen voor de regio Alphen. Er
is al een beetje een zuigkracht aan
het ontstaan, want spelers uit
omliggende gemeenten weten de
weg naar ons al te vinden. Ook van
Nieuwe Sloot, dat meer op
recreatieve leest geschoeid is,
krijgen we spelers binnen. Voor de
echte top is ons niveau echter nog
niet uitdagend genoeg. We zullen
naar de sub-top van Nederland
moeten om iedereen te behouden.
Dat idee heb ik nu aangedragen en
als het in grote lijnen wordt
goedgekeurd, komt er een
vervolgverhaal. Het zal echter wel
geleidelijk moeten gaan, want
binnen het bestuur wordt er tot nu
toe niet eensluidend over
gesproken. Niet iedereen staat te
juichen".
Voorschot
Hamming c.s hebben daarom al
vast een voorschot op de plannen
genomen. De benodigde
sponsoring is dit jaar voor het eerst
daadkrachtig en daardoor
succesvol aangepakt. "We hebben
door het aanbieden van
reclameborden vrij gemakkelijk
een bedrag van vijftienduizend
gulden weten te verwerven. Het
persoonlijke contact is daarbij van
grote waarde geweest. Nu kunnen
we in het plan dus bedragen gaan
invullen. Ik denk daarbij aan een
extra subsidie voor spelers die aan
districtstrainingen deelnemen. Ook
zal er extra ruimte voor
selectietrainingen binnen de
vereniging gecreëerd moeten
worden. Dat is al in gang gezet. De
sponsoring zullen we in de
toekomst moeten uitbouwen, zodat
we steeds meer kunnen doen.
Daarbij ga ik er vanuit dat de
inspanningen zullen leiden tot een
niveauverhoging van een a twee
klassen. Lukt dat, dan ben je als
club weer interessant geworden".
"Ik vind dat ik met het plan moet
komen om zaken te stimuleren.
Onafhankelijk van wat men er van
vindt. Als technische man heb ik
me in het verleden wel eens
afgevraagd waar ik mee bezig was.
Ik heb heus wel eens met een scheef
oog naar Leiden gekeken, want het
is best frustrerend al je ziet wat daar
allemaal kan. Maar, net als bij mij, is
daar het tennis er met de paplepel
ingegoten. Als dat niet het geval is,
is het moeilijk om als bestuurder te
weten waar je het over hebt. Want
geloof me, omgaan met serieuze
wedstrijdsport of in een later
stadium topsport, is voor veel
sportverenigingen moeilijk. Als je
geluk hebt, bemoeien alleen
deskundigen zich daarmee. Maar in
de meeste gevallen krijgt iedereen
dollar-tekentjes in zijn ogen als er
extra gelden beschikbaar komen.
En dan wil iedereen zich er weer
mee bemoeien. Ook bij ons ligt het
gevoelig. Daarom verwacht ik dit
seizoen nog geen schokkende
dingen".
Hamming denkt dat Tean er het
meeste bij gebaat is als er een aparte
stichting in het leven wordt
geroepen, die zich gaat
bezighouden met de besteding van
sponsorgelden. "De verdeelsleutel,
daar gaat het om. Waarom schepje
fondsen en wat doe je er dan mee?
Ik heb me georienteerd bij derden.
In tennisland bij De Munnik en
door met Ger van Winsen te praten
heb ik ook de waterpoloërs van
AZC als voorbeeld voor ogen. Maar
of het door kan kan is nog niet
zeker. Het plan verkeert in een
primaire fase".
Terugloop
De spil van Tean, die kan bogen op
elf jaar bestuurservaring en de
zaken goed kan inschatten door
'veel op de baan' te zijn, behartigt
binnen zijn club alles wat met
(senioren) wedstrijdtennis te
maken heeft. Hamming maakt zich
niet alleen zorgen om spelers die in
de loop der jaren naar elders
vertrokken, waardoor de
standaardformatie afgeroomd
werd, maar ook om de aansluiting
binnen de club met de top. "We
hebben een terugloop van
jeugdleden gehad. Het niveau van
de juniorencompetitie liep
daardoor terug. En dan is het
moeilijk om uit eigen geledingen
steeds aanvulling voor het
standaardteam te krijgen. Er ligt nu
dus een gat. Pas in de leeftijdsgroep
van tien tot twaalf jaar zitten weer
leuke spelers. Ik vind daarom dat de
begeleiding van de jeugd in het plan
thuishoort. De aanwas moet steeds
gewaarborgd zijn. Anders mis je op
een gegeven moment de
continuiteit".
Ten slotte wijst Hamming er
nadrukkelijk op dat in zijn visie er
ook volop ruimte moet blijven voor
recreatieve sportbeoefening bij
Tean. "We doen veel in de
recreatieve sfeer en hebben een
gezellig clubhuis. Maar daarnaast
moeten we de wedstrijdsport een
'push' gaan geven. Samen maak je
er een sterke vereniging van. Omdat
Nieuwe Sloot, de andere tCTinisclub
in Alphen, sterk recreatief is
ingesteld, ligt er een markt voor
toptennis in deze gemeente. En je
zult toch toe moeten geven dat het
de passieve recreatie ook ten goede
komt. Wat is er nu leuker om als
recreatieve tennisser op je eigen
complex de kans te hebben om
goede spelers in actie te zien. Je
leert er ook weer van".