Geen betere bal dan een bitterbal.. Meerburg blijft realistisch Het houdt niet op na een partijtje tennis -^ekkifUft&je '96 Banenprobleem doorkruist plannen KLTV Een kleintje temidden van de groten hoeft geen praatjes te hebben. Dat weten ze ook bij tennisvereniging Meerburg uit Zoeterwoude. Kapsones zijn daar uit den boze. Er wordt gewoon om de lol getennist. 'Doe maar gewoon dan doe jê al gek genoeg', is het devies dat van harte wordt onderschreven door Arnold Vleerbos (34), de technisch coördinator bij de club. "We kunnen niet allemaal tegelijk nummer één zijn. Dat weten we. Voor ons is de vierde klasse het maximaal haalbare. Al proberen we natuurlijk wel hogerop te komen". door Herman Joustra Met ongeveer driehonderd leden is het niet nodig hoog van de toren te blazen, maar enige tevredenheid is desondanks wel op zijn plaats, meent de man die de plaatsingslijsten voor de clubkampioenschappen verzorgt, de teams selecteert voor de 'We zijn een kweekbakje voor de groten' competitie en ondersteunende hulp kliekjesvorming. Ik had nu ook bij willen op de winddoeken en inJiet WOENSDAG 28 MAART 199( verleent bij de toernooien. "We mogen blij zijn. We hebben een kleine dertig competitieteams, dus zo pretentieloos zijn we nu ook wee: niet. Presteren willen we 'wel, maar niet een paar uur per dag. Dat is het verschil met de grote verenigingen. Er wordt wel competitie gespeeld, maar niet fanatiek. Het is hier voornamelijk gezellig en gemoedelijk". Daarom ook besloot de Alphenaar, die toen nog in Leiden woonde, een jaar of vijf geleden bij Meerburg te gaan spelen. "Ik ben hier terecht gekomen via een vriendje die Nieuwe Sloot of Tean kunnen gaan clubblad". spelen, maar ik heb hier c band opgebouwd met de r Geen reden om weg te gaan dus" Sponsors i Vleerbos is er de man echter niet naar om alleen met dergelijke clichés aan te komen. Dat zou eer simpele voorstelling van zaken betekenen. Er bestaat geen gezelligheid zonder een gedegen tenniste. Ik had een ongeluk gehad bestuurlijke ondergrond, hetgeen en had een tijdje niet gespeeld. De zich onder meer laat vertalen in ee eerste indruk deed het voor mij. Het gezonde financiële organisatie, eerste competitieteam was aan het "Rondkomen kunnen we trainen en ik kon meteen meedoen, gemakkelijk. Ik ben echt niet iedere Zo eenvoudig ligt dat niet. Het Ik sloeg geen bal, maar werd toch dag bezig met het financiële geaccepteerd. Ik hoefde mezelf niet bestaan van de club. We bedruipen te bewijzen. Dat is het ook bij ons aardig, pakken natuurijk alles Meerburg: nieuwkomers zijn wat we voor niks kunnen krijgen, welkom. Er is geen Dank zij de sponsors die hun naam "Ze halen er geen echt voordeel uit. Het zijn hoofdzakelijk eigen leden. Aan een advertentie in een vakblad zouden ze meer hebben. Maar de sponsors zijn nodig. Anders zou de contributie omhoog moeten". Dat wil de club uiteraard niet, om een massale leegloop te voorkomen. Aan de andere kant wil Meerburg ook weer niet te groot worden. "Zo'n vierhonderd leden is te wel het maximum. We hebben vier banen en de norm'is honderd leden per baan", luidt het eenvoudige rekensommetje van Vleerbos. Die banen hebben echter één groot nadeel: het zijn hard-court banen. zijn we niet. Geeft ook niet echt, de huidige banen hebben ook een groot voordeel. Er kan het hele jaar worden getennist". Geen doel De leden klagen dus niet. Als er al eens iemand vertrekt is dat vaak een talent, dat zijn ei niet kwijt kan. Dat is het onontkoombare lot van een kleine vereniging, realiseert Vleerbos zich: "We hebben zo'n tachtig tot negentig jeugdleden. Af en toe zit er natuurlijk wel eens een talent tussen. Die heeft dan niet genoeg tegenstand en vertrekt naar een andere vereniging. Dat is logisch. En we adviseren het ook. Het doet aan de ene kant wel pijn om zo'n spelertje te verliezen, maar aan de andere kant kun je dan zeggen dat we hebben meegeholpen het talent groot te maken. Je zou ons kunnen zien als een kweekbakje voor de grotere verenigingen". Een doel op zich is die kweek echter niet. Pure prestatiegerichtheid past niet bij een club die geen pretenties heeft. Net zo min als de gezelligheid Woubrugge speelt voor gezelligheid "Dat is wel een beetje onvriendelijk het enige doel is waarnaar wordt het lid, ja. Of we gravel willen? gestreefd. Meerburg kiest voor de nplex is voor een deel voor een deel van de gemeente. Twee belanghebbenden dus. En bovendien is het een grote financiële stap. Zo kapitaalkrachtig ambities". iddenweg. "Van gezelligheid alleen kun je niet draaien. Kijkje bent en blijft toch een sportvereniging. Maar een kleintje, dus wel een club zonder al té veel Tennisvereniging Woubrugge biedt voor elk wat wils. Hans van Woerden, voorzitter van de wedstrijdcommis sie van wat voorheen de tennisafdeling van S'70 was, windt er geen doekjes om. "Tennis is bij ons een aanleiding om het gezellig te maken. Maar ook talentvolle junioren komen hier aan hun trekken. Als wedstrijdcommissie proberen wij alle geledingen va de vereniging recht te doen". door Tim Brouwer de Koning biedt mogelijkheden genoeg". Op 3 oktober weigert-ie werk. Maar dat is dan ook meteen de enige concessie die Peter Snik doet, want voor het overige arbeidt hij van eind maart tot eind oktober, vijftien uur per dag, zeven dagen per week. continu en achter elkaar, zo intensief tot en met. Hij hanteert daarbij een paar zeer speciale motto's, maar daarover later. Eerst maar even voorstellen aan de man die binnen de Leidse tenniswereld een tamelijk aparte plaats inneemt, bij een vereniging die dat trouwens net zo doet, de OLTC, ofwel de Oegstgeester Lawn en Tennis Club. Hèt uitgangspunt binnen dat hele gebeuren is een voor de hand liggende: de gezelligheid. door Ad van Kaam Peter Snik, nog net niet de 50 kruisjes gepasseerd, is gedurende het tennisseizoen in vaste dienst van de 100-jarige club, en wel als de man die samen met zijn vrouw de" kantine uitbaat. Op zich geen uniek samenwerkingsverband, want bijvoorbeeld ook Roomburg heeft zijn clubhuis verpacht. Maar waar de relatie tussen beide partijen aan de Leidse Vaart enigszins is getroubleerd. daar beschouwen Peter en Nel Snik de Oegstgeester werkvloer min of meer als hun tweede huis. Niet zo vreemd natuurlijk, als je een goed deel van het jaar een goed deel van de dag vooral daar de tap hanteert. Noodgedwongen Hoe kwam deze rës-Leidenaar, voormalig voetballer van de zaterdagsectie van UVS en nog een tijdje verbonden aan De Sleutels, bij deze toch wat bestofte club op De Krogt terecht? Het is het verhaal van hoe van het een het ander kwam. hoe je van je hobby opeens je werk hebt gemaakt en hoe aardig dat laatste vanzelfsprekend toch altijd weer is. "Ik stond bij die clubs als vrijwilliger geregeld achter de bar", graaft hij een jaar of vijftien terug in de tijd. Via, via kwam ik bij OLTC terecht, waar ze iemand voor 'vast' zochten. Dat was in 1975, geloof ik. We hebben er toen twee jaar gestaan, maar de tijd was er nog niet rijp voor, althans wat ons betreft. De kinderen waren te klein om zo vaak van huis weg te zijn. Noodgedwongen zijn we er toen meegestopt". Wat niet wil zeggen dat Snik de horeca maar helemaal vaarwel Het echtpaar Snik en de gezelligheid bij OLTC Peter en Nel Snik treffen voor bereidingen voor het nieuwe sei zoen. Gezelligheid voert de boven toon in het club huis van OLTC. (foto Loek zegde. Terwijl het kroost (2) groeide, deed Peter Snik verder ervaring in het wereldje op in de uitspanning van Hans Menken, waar hij voor bezoekers van de bowling en die van Jazz on Sunday al snel het vaste aanspeelpunt werd. Het was toen ook de tijd van Parker Leiden, het basketbal en de Amerikanen, een kring die bij hem eveneens kind aan huis was. Maar het bloed kroop toch waar het niet gaan kon en in 1981 was Snik&Co terug bij OLTC, waar ze er met z'n tweeën weer lekker saampjes alleen voorstonden. Geen beter baas dan eigen baas, nietwaar. "Nee, geen beter bal dan een bitterbal", verbétert Peter Snik, dit dan als hij doelt op zijn relatie met het tennis, het wereldje waar hij dus inmiddels alweer een jaartje of acht in ronddraait. Voor de goede orde: hij slaat zelf nimmer tegen een tennisbal en lijkt ook niet daadwerkelijk geinteresseerd in het doen en laten op de baan. "Inderdaad, beter een lege baan dan een lege kruk", onderstreept hij nogmaals met een kwinkslag die (doel)stelling, die vanuit zijn optiek met name is gericht op de 'derde' helft. Op het sociale gebeuren dus, het natje en het droogje, de materie waarmee hij zijn centjes moet verdienen. En wat dat betreft kom je bij OLTC echt wel aan je trekken. Gezelligheid "Want", zo trapthij de deur maar open, "OLTC is een echte gezelligheidsclub. Natuurlijk, er wordt ook competitie gespeeld en heus op een redelijk niveau, zoals ook aan de jeugd zeker veel aandacht wordt besteed. Maar het merendeel van de ruirn 1000 leden i£ toch recreatief ingesteld. Een balletje slaan voor de gezelligheid, een babbeltje maken, een bakkie koffie of een biertje drinken. Nel en ik spelen daar op in. Ook bij ons staat gezelligheid hoog in het vaandel. Een bloemetje en een plantje om een aangename sfeer te scheppen, een Mexicaanse of Spaanse avond, van dat soort dingen. De wisselwerking is groot. Dat is natuurlijk het voordeel van een vaste bezetting. De mensen weten onderhand precies wat ze aan je hebben en andersom geldt hetzelfde. Je kent je klanten en houdt rekening met hun v Hij noemt dat het grote verschil met de clubs waar met vrijwilligers wordt gewerkt. "Niets ten nadele daarvan, hoor", haast hij zich te zeggen, "maar dat zijn natuurlijk verplichte nummers. Een vast stramien lijkt me gewoon beter voor beide partijen. Vertrouwder ook. Wij proberen er echt wat van te maken". Jan Paauw weigert KLTVafte schilderen als een club zonder pretenties. "Maar ik geef toe", zegt de 5voorzitter van de Katwijkse vereniging, "de competitie is bij ons niet zaligmakend. We zijn in beginsel een recreantenvereniging met mogelijkheden tot het spelen van competitie. Wij hebben nu eenmaal niet die bedragen om het voor spelers aantrekkelijk te maken". door Rob Onderwater De nieuwe indeling heeft de Katwijkse Lawn Tennis Vereniging van de derde naar de vijfde klasse geloodst. Handhaven is het motto voor het aanstaande seizoen, nu ten opzichte van vorig jaar aan kwaliteit is ingeleverd. Kopman Loek Verhees verhuisde naar de grote concurrent in het vissersdorp, het ambitieuze Zee en Duin. Belangrijker echter dan het verblijf in de vijfde klasse vindt Paauw het oplossen van de problematiek rondom de tennisbanen. "Want als we uit de zorgen zijn, kunnen we meer aandacht besteden aan het wedstrijdgebeuren. En dat weer zal een positieve invloed hebben op de prestaties", oordeelt de geplaagde praeses. Verpest De goeddeels verpeste tennisbanen hangen als een Zwaard van Damocles boven het sportpark De Krom. Afkeuring van de met Regupol (een soort rubber) belegde velden dreigt en dat hadden de toenmalige verantwoordelijken in '81 nooit durven dromen. Destijds verkeerden men - de Heidemij, de gemeente en het bestuur van KLTV - in de veronderstelling dat de banen zeker vijftien jaar meekonden. Een inschattingsfout met grote financiële gevolgen. Niet voor de club, maar voor de Stichting Exploitiatie Tennispark De Krom. De verhuurder van het complex stevent met grote snelheid op een faillissement af. "Sommigen denken dat we reddeloos zijn verloren, maar zo ligt het natuurlijk niet", probeert Jan Paauw de heersende angst onder de leden weg te nemen. "De club kan gewoon op De Krom blijven spelen, al hoop ik wel dat snel een oplossing voor het banenprobleem wordt aangedragen'. Die situatie is bijna onhoudbaar'. Vervanging van tapijt kost een lieve cent. De meeste leden opteren voor kunstgras. Kosten: 550.000 gulden. "Gravel is goedkoper, maar daaraan kleven weer nadelen. Gravel vergt nogal wat onderhoud en dat kost veel geld. Iemand voor het onderhoud kost je zomaar 80.000 gulden per jaar. Daarom willen we een onderhoudsarme vloer. Daarbij komt we hier altijd in de winter doorspelen. En dat kan niet op gravel. Daar hebben we natuurlijk ook rekening mee te houden". Gemeente Jan Paauw verwacht medewerking van de gemeente Katwijk, al beseft hij dat de 'kas welzijn' niet tot de nok is gevuld. De gesprekspartner van de gemeente, wethouder Berkheij, is van de moeilijkheden op de hoogte want de bestuurder sloeg tot voor kort zelf een balletje op de blessuregevoelige banen. Het is de wil van Paauw om het zaakje maar aan de gemeente te verkopen! "En dan zal KLTV gewoon als huurder optreden". Echter, 'Katwijk' neigt de laatste jaren meer en meer tot het privatiseren van sportcomplexen en het plan van Paauw staat dus haaks op de door het dorp gevoerde politiek. De banenkwestie houdt de gemoederen bezig, maar gaat volgens de inwoner van Rijnsburg nietten koste van de sfeer. "Die is nog steeds goed. De meeste leden steunen ons in het gevoerde beleid. Er is al veel te lang gewacht om nu bij de gemeente aan te kloppen. Dit bestuur heeft zich uiteindelijk maar voor het karretje laten spannen". Twee jaar fungeerde Jan Paauw als jeugdvoorzitter, voordat hij vorig seizoen op de belangrijkse stoel ging zitten. Hij is dus goed op de hoogte van het reilen en zeilen van zijn club. "Ik heb als jeugdvoorzitter heel wat keren bij de penningmeester aan de bel getrokken voor meer geld voor trainingsfaciliteiten. Want ik vond dat daar veel te weinig aandacht aan werd besteed! Er kon nooit wat omdat de kas leeg was. Ik geloofde dat gewoon niet, maar nu ik als voorzitter dichter bij de penningmeester sta, moet ik een petje voor 'm afnemen". Financiën De financiën ontbreken derhalve om KLTV omhoog te stuwen. "Andere clubs hebben een sponsor. Wij hebben een geldschieter helaas weinig te bieden. Het eerste team speelt in de vijfde klas, veel te laag om de interesse los te weken. De wil is er wel hoor, laat dat duidelijk zijn. En talenten hebben we ook". Zoals tot voor kort Perry Paauw. maar de zoon van de KLTV-praeses verkaste naar tweedeklasse De Munnik. "Daar heb ik geen enkele moeite mee. Perry wilde hoger spelen en dan kon niet in de directe omgeving. Daarom is hij naar Leiderdorp gegaan. Wat me wèl ergert is de handelwijze van Zee en Duin. Die plukken bij ons talenten weg omdat ze zelf helemaal niks hebben. Zee en Duin moet zijn eigen boontjes doppen, net als wij. En ach, als er een talentje opstapt gaan we niet bij de pakken neerzitten. We gaan gewoon door en hopen op betere tijden". En op betere banen. Waardering Dat wordt "zeer gewaardeerd bij de vijf na oudste vereniging van Nederland, zoals moge blijken uit de even onverwachte als originele ontvangst die het echtpaar Snik vorig jaar op 'zomaar' een dag ten deel viel. Nou ja, zomaar een dag: ze waren wel toevallig 25 jaar getrouwd. Wilden dat in stilte voorbij laten gaan, gingen gewoon naar werk. Aldaar aangekomen vielen ze evenwel van de ene verbazing in de andere. Midden op één van de twaalf banen hadden wat heren in jacquet een heus champagne-ontbijt voor hen bereid. Cadeau's en toespraken ("Daar heb ik me toch een hekel aan") hoorden erbij en het paar werd die dag nog flink in de watten gelegd. "Een echte verrassing", lacht Nel nu nog. "Maar vooral toch een blijk van waardering", vult Peter aan. "Een zeer gemèlleerd gezelschap", beziet hij tussendoor zijn clientèle van de andere kant (van dé bar). "Nee, geen kak-club. Natuurlijk, net als elders lopen er altijd wel een paar tussen, maar daar leer je wel mee leven. Veel huisvrouwen 's ochtends, veel jeugd 's middags. Heel wat leden en soms ook niet- leden die gewoon even aanwippen voor een praatje en een drankje. Nee, het is geen café. Het is een vereniging, hè. En dat moet ook zo blijven". Volhouden 's Winters is er tijd voor vakantie, ontspanning en rust, broodnodig naar zijn zeggen om de accu weer adequaat op te laden. Hoe lang gaan ze nog door? "Zolang als de beentjes me dragen kunnen, zolang als we dit leven kunnen volhouden", antwoordt hij. En hoe zit het nou met die ene dag, die bewuste 3 oktober, die herdenking van het Leidse Ontzet? "Dan krijgen ze me met geen stok naar Oegstgeest toe", grijnst hij breeduit. "Dan sta ik voor de verandering eens een daggie aan de andere.kant van de bar". activiteiten voor de 565 leden tellende tennisvereniging uit zijn woonplaats variëren van het organiseren van de clubkampioenschappen tot speelser bezigheden als racket- trekken ("Dat loopt nog niet zo best") en gezelligheidstoernooien. "Vergeet ook de jeu de boule-baan niet, die is aangelegd om tijdens wachttijden wat te doen te hebben", haast Van Woerden zich te zeggen. Waarmee hij gelijk aangeeft dat het bij Tennisvereniging Woubrugge niet bij tennis alleen blijft. De combinatie van wedstrijdsport en gezelligheid kent Van Woerden als geen ander. "Als import- Woubruggenaarheb ik via de tennisvereniging het dorp leren kennen. Bij anderen gaat dat net zo, alleen zouden er eigenlijk nog wat meer autochtonen moeten gaan tennissen. Die gaan hier toch nog altijd eerder voetballen of turnen". "Denk overigens niet dat ik zo'n geweldig figuur sla op de tennisbaan. Ik speel wel competitie, maar dat wordt hier door de meesten als gezelligheid opgevat. Het komt zelfs voor dat per team wordt ingeschreven. Terwijl het eigenlijk de bedoeling is dat de indeling naar sterkte gaat. Dat standpunt sprak mij een jaar of tien geleden ook nog wel aan. Nu zie ik wel in datje mensen niet kunt dwingen met elkaar een competitieteam te Liberaal Met zijn liberale opvatting denkt het plaatselijk WD-raadslid de doorstroming van (jeugdig) talent niet in de weg te staan. "Wij besteden wel degelijk extra zorg aan de jeugd. Zolang het niveau niet hoger is dan pakweg C2, biedt Woubrugge mogelijkheden genoeg. Pas als tennissers hier niemand meer van gelijke sterkte aantreffen, kunnen ze beter naar een vereniging als De Munnik gaan". Van Woerden vindt dat een logische gang van zaken, al zal het niet de eerste keer zijn dat hij een veelbelovend Woubrugs talent met de staart tussen de benen heeft zien terugkeren op het oude nest. Hoe graag Van Woerden, vader van twee tennissende dochters, de jeugd ook bij zijn vereniging betrekt, de accenten liggen toch bij tennissers met een rijpere leeftijd. Al voor dat in de mode kwam, werd in Woubrugge het inmiddels befaamde 35+-toernooi georganiseerd. Een voltreffer voor de vele eigen leden die nu eens niet van de baan konden worden gemept door tieners van andere verenigingen. En ook een kassucces voor debarcommissie, die aan welgestelde 35+-ers nu eenmaal meer verdient dan aan waterijs etende scholieren. Voor Van Woerden spreekt het vanzelf dat Tennisvereniging Woubrugge de oudere leden ruim baan geeft. "Mensen van heinde en ver melden zich bij ons aan omdat het hier zo gezellig is. Ambitie hebben ze niet meer. Hun categorie is behoorlijk vertegenwoordigd in onze vereniging. Met hun houden wij dan ook terdege rekening". Ruzie Dat ook de wedstrijd daarin wel eens (te) ver gaat, geeft Van Woerden grif toe. Zelfs bij de clubkampioenschappen, die wedstrijdtennissers als een uiterst serieuze aangelegenheid beschouwen, is de klant vaak nog koning. "Wij laten mensen die elkaar niet zo mogen bij voorkeur niet tegen elkaar spelen. Maar nu de computer de indeling regelt, komt er wel eens een onaangename loting uit dé bus. Geheid geeft dat dan ruzie op de baan. Of ontmoeten moeder en dochter elkaar al in de eerste ronde. Zulke combinaties zouden wij met de hand nooit zo hebben bedacht. Ook vind ik een 6- 0,6-0 wedstrijd altijd weer triest. Daar is voor beide partijen toch geen bal aan?" Zelfs in Woubrugge houdt de klantvriendelijke benadering op een gegeven ogenblik op. Openingstoernooien, stratenkampioenschappen, nachtelijke wedstrijden (de 'Nacht van Woubrugge'), verliezersronden en indeling in poules zijn alle bedoeld om ook de 'zwakke broeders' volop aan hun trekken te laten komen. Maar als deelnemers niets van zich laten horen als zij tijdens een toernooi moeten spelen, houdt het geduld van Van Woerden en zijn commissieleden een keer op.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 24