De keerzijde van
de journalistiek
Televies-kijken
Onze taal
ENKWIJZER
Hema voert jarenlange juridische strijd om
naam van verslaggever te weten te komen
XS*'
ZATERDAG 17 MAART 1990
EXTRA
PAGINA 33
Een journalist is, bijna van nature,
nieuwsgierig. Worden geheime archie
ven openbaar, dan gaat het journalistieke
bloed sneller stromen. Wat was er van
zo'n groot belang, dat gegevens geheim
werden gehouden? Wie was met die ge
heimhouding gediend? Ligt er een schan
daal in de stukken verborgen? Zit er een
verhaal in? De journalist duikt er in en
doet zijn werk. Zo ook journalist G. Nadat
het ministerie van economische zaken
daartoe in 1987 juridisch de weg vrij
maakte, verzocht G. om inzage in con
tracten die de Hema, onderdeel van Ko
ninklijke Bijenkorf Beheer (KBB), met af
zonderlijke ondernemers afsloot. Waar
om? Nieuwsgierigheid! Het bedrijfsleven
verzet zich al jaren tegen opheffing van
de geheimhouding van deze franchise-
contracten. De Hema werd zelfs furieus
en wenste te weten wie in Hema-zaken
wilde snuffelen. Het bedrijf maakte er een
halszaak van. Een juridische procedure,
die jaren lang zou gaan duren, werd ge
start met één doel. Niet met het doel de
'Hema geheimen' te beschermen, maar
met de opzet de naam van de journalist te
onthullen.
Hoe een verzoek om informatie zich keer
de tegen de persoon van journalist G.
Ook een verhaal over de Hema-top, waar
een diepgeworteld wantrouwen tegen
over de journalistiek lijkt te bestaan. Jour
nalist G. heeft niet één artikel geschreven
over de franchisecontracten van de He-
ma en vraagt zich af wat het bedrijf met
zijn naam wil. Welk belang is daarmee
gediend? Nieuwsgierigheid?
door Bart Jochems
Staatssecretaris Evenhuis zoekt in 1987
een mogelijkheid om de kartel-registers
openbaar te maken. Een poging tijdens
het kabinet Lubbers-I was eerder ge
strand: de Tweede Kamer stemde in met
een Wet Openbaarheid Kartelregister,
maar het wetsvoorstel kwam niet door
de Senaat. Via een omweg dacht Even
huis zijn doel toch te bereiken: hij ver
klaarde de Wet Openbaarheid Bestuur
(WOB) van toepassing op het kartelregis
ter.
Kartels zijn niets meer of minder dan
onderlinge afspraken tussen bedrijven
om de concurrentie te beperken. Afspra
ken over prijsvorming, inkoop, verkoop,
marktaandelen, assortiment enzovoort.
Op aandringen van (toen nog) PvdA-
kamerlid Pronk overlegde Evenhuis de
namen van de ingeschreven kartels (on
geveer 500 stuks). Hoewel het alleen om
namen ging, zonder verdere gegevens,
was het bedrijfsleven woedend.
Economische Zaken gaat verder: jour
nalist G. wordt erop gewezen dat de
WOB de gelegenheid biedt om het kartel-
register in te zien. Journalist als hij is,
duikt-ie er in.
Donder
Bij brief van 22 juni 1987 vraagt G. gege
vens van zo'n 30 kartels op. Economi
sche Zaken meldt de Hema dat 'iemand'
het kartel wil bekijken. Of daar van de
kant van de Hema bezwaar tegen be
staat? Het antwoord is vervat in wat op
Economische Zaken bekend staat als
"een donder- en bliksembrief' van mr.
H.G.J.E. Plagge, advocaat KBB-Hema.
In het schrijven, dat op 25 augustus 1987
op de deurmat van Economische Zaken
ploft, geeft Plagge geen reden voor de'
weigering. De advocaat eist verder de
identiteit op van degene die het kartel
wil bekijken.
Het departement vraagt G. of zijn iden
titeit kan worden prijsgegeven. G. heeft
daartegen grote bezwaren. Uit zijn brief
van 8 oktober 1987: „Ik wens niet dat
mijn identiteit aan een, mij onbekende,
derde bekend wordt gemaakt". G. weet
niet dat het om de Hema gaat.
G. veronderstelt dat "betrokkene(n)"
hem wil(len) benaderen: "Mogelijk met
de intentie om mij van publicatie over de
(eventueel) geopenbaarde mededin
gingsregeling te weerhouden of mijn be
richtgeving te willen beïnvloeden. U zult
kunnen begrijpen dat ik op bovenge
noemde intenties als onafhankelijk jour
nalist niet in kan gaan. Ik ben er in dat ge
val niet zeker van wat er vervolgens kan
of gaat gebeuren. Wegens onwelgevalli
ge publicaties zijn al eerder collega's van
mij verbaal en anderszins onder druk ge
zet. Ik ben daar niet van gediend en wens
daaarvan verschoond te blijven. Tevens
wil ik mijn gezin daarvoor beschermen".
Geheimen
Op 18 december 1987 laat Evenhuis aan
G. weten dat hij geen inzage krijgt in kar
tel Hema. De argumentatie komt er op
neer dat er bedrijfsgeheimen van de He-
ma in het register besloten liggen met na
me "wetenswaardigheden omtrent de
technische en commerciële bedrijfsvoe
ring van onderneming, waaronder gege
vens omtrent de aard van en de wijze
waarop de franchisegever zijn organisa
tie heeft ingericht".
Pas in die brief wordt G. duidelijk dat
het de Hema is die achter zijn naam aan
zit.
Op inhoudelijke gronden (bedrijfsge
heimen) is G. de toegang tot de informa
tie dus ontzegd.
Is KBB-Hema tevreden, nu de 'aan
slag' is afgewend? Neen, zo zal blijken.
Ook op formeel-procedurele gronden
wordt G.'s verzoek afgewezen. De afde
ling rechtspraak van de Raad van State
beslist namelijk op 9 februari 1988 (het
gaat hier om een ander geval), dat Even
huis procedureel verkeerd zit: hij had de
WOB niet mogen hanteren om kartel-ge-
gevens aan openbaarheid prijs te geven.
Hema tevreden? Neen.
G.'s verzoek om informatie is nu op alle
mogelijke gronden afgewezen. Dat bete
kent echter niet dat hij van Hema-advo-
caat Plagge verlost is. Deze persisteert:
de naam van de journalist die onverrich-
terzake probeerde toegang te krijgen tot
de regeling moet boven water komen.
Vraag: waarom?
Evenhuis laat Plagge op 4 februari
1988 weten dat niet tot openbaarmaking
van de naam wordt overgegaan, omdat
dit een inbreuk op de persoonlijke le
venssfeer zou betekenen. Uit de inhoud
van de brief komt Plagge wel aan de weet
dat de 'iemand' een journalist is.
De Hema houdt vast. Als een terrier.
Op 25 februari 1988 zoekt Plagge het ho
gerop. Bij de Afdeling Rechtspraak van
de Raad van State vecht hij de beschik
king van Evenhuis (de weigering om de
naam van G. bekend te maken) aan. Op 1
april 1988 beargumenteert de Hema voor
het eerst, in een brief aan de Raad van
State, waarom de firma zo gebrand is op
de onthulling van de identiteit van jour
nalist G. De Hema blijkt "in hoge mate
verontrust over de nieuwsgierigheid van
de onbekende naar haar zakelijke gege
vens en wenst te vernemen wat de reden
is voor deze nieuwsgierigheid".
De Staat, i.e. Evenhuis, meent dat dit
argument in de belangenafweging geen
grote rol kan spelen. Bovendien, zo repli
ceert de Staat, "moet haar eigen nieuws
gierigheid (die van de Hema, red.) al in
belangrijke mate bevredigd zijn door de
wetenschap dat het een verzoek van een
journalist betrof'. Omdat de Hema geen
ander belang heeft aangegeven, is voor
openbaarmaking van de naam van de
journalist geen afdoende reden aanwe
zig.
Economische Zaken weigert dus aan
de eis van de Hema tegemoet te komen,
want "het belang van bescherming van
degenen die bij het vergaren van nieuws
betrokken zijn onder wie eventuele fa
milieleden en daarmee het belang van
het waarborgen van een zo onafhanke
lijk mogelijke nieuwsvoorziening" is
groter.
Plagge brengt in zijn weerwoord zwaar
geschut in stelling. Als een journalist
met een beroep op de WOB informatie
probeert te verkrijgen, is het niet meer
dan redelijk dat de Hema diezelfde WOB
hanteert om de naam van de journalist te
achterhalen, stelt Plagge.
Nu de journalist bezwaar maakt tegen
de onthulling van zijn identiteit, komt
dat volgens de advocaat neer op een be
roep op een verschoningsrecht. Een be
roep dat niet erkend mag worden, zeker
niet "omdat de Nederlandse wet zelfs
geen verschoningsrecht ten aanzien van
nieuwsbronnen van journalisten er
kent", laat staan ten aanzien van de eigen
identiteit van de journalist.
Plagge is niets gebleken van enige pu
bliciteit over de Hema op grond van ver
kregen informatie over de franchise-
overeenkomst. Dat kan ook niet, G.
kreeg immers geen toegang tot die infor
matie en heeft niets gepubliceerd. Maar
juist dat zit de Hema niet lekker en het
bedrijf wil weten wie die journalist is ge
weest.
De bezwaren van G. worden door Plag
ge terzijde geschoven: de Hema be
schouwt het als "ridicuul, dat de journa
list 'bang' zou zijn voor beïnvloeding".
Die ridiculiteit geldt "in versterkte mate
met betrekking tot bescherming (tegen
Hema!) terzake van ongewenste invloe
den op het gezin van de journalist".
En dan laat de Hema zijn licht schijnen
over de Nederlandse journalistiek. Het
belang van de Hema 'is (mede) daarin
gelegen, dat het (de) journalist(en) duide
lijk wordt, dat zij niet boven de wet staan
en dat zij niet, uit ongebreidelde en onge
paste 'nieuws'gierigheid, beschermd
door een zelf gecreëerd recht op anoni
miteit, zakelijke gegevens van/over be
drijven en/of andere personen kunnen-
/mogen vergaren om vervolgens die ge
gevens alom openbaar te maken, ten na
dele van de betrokken persoon/perso
nen/bedrijven een interessant (krante-)
bericht te pousseren".
Voor de journalist bestaat geen enkel
belang bij geheimhouding van haar/zijn
naam, "omdat dezelfde journalist, zo hij-
/zij wel tot publikatie van het Hema fran-
chisecontract had kunnen overgaan, met
een zekere trots zijn/haar naam boven
het desbetreffende krantenartikel zou
hebben geplaatst c.q. zijn/haar naam had
(doen) noemen bij de aftiteling van een
radio- of t.v.-programma".
Het stuk van Plagge bereikt de Raad
van State op 30 augustus 1989. De Hema
is dan al twee jaar bezig om de naam van
de journalist te achterhalen.
Op de daarop volgende openbare zitting
van de Afdeling Rechtspraak, op 23 no
vember 1989, gaat de Hema voort, bij
monde van Plagge. Hij richt zich recht
streeks tot Economische Zaken. Dat de
partement "meent, dat de WOB de moge
lijkheid biedt om aan de vragensteller
(een journalist) een verschoningsrecht te
geven ten aanzien van zijn/haar eigen
identiteit". Plagge noemt die opvatting
"een volstrekt nieuw fenomeen". Nu een
verschoningsrecht ten aanzien van de
identiteit van de bron van een journalist
in het algemeen door de rechter niet
wordt erkend, kan van een verscho
ningsrecht ten aanzien van de eigen
identiteit van de journalist al helemaal
geen sprake zijn. aldus Plagge. Anders
gezegd: "De gemeenschap heeft er recht
op. dat zij diegenen kan kennen die naar
nieuws speuren, ook als dat speuren niet
het beoogde resultaat heeft opgeleverd".
Onderneemt de journalist pogingen
"om achter geheimen te komen", dan
moet zijn identiteit bekend zijn. En "op
grond van een beweerde 'vrees'" mag hij
zich al helemaal niet "in nevelen hullen",
verklaart Plagge.
Onder voorzitterschap van mr. E.W. de
Kruijff doet de Afdeling Rechtspraak
van de Raad van State op 2 februari 1990
uitspraak. Op de zitting blijkt dat de Af
deling Rechtspraak niet goed begrijpt
waarom de zaak door de Hema zo hoog
wordt gespeeld. Plagge wordt gevraagd
of zijn opdrachtgever een 'wraakactie' te
gen de journalist in de zin heeft. Neen,
antwoordt de advocaat, "we willen het
gewoon weten".
Onthulling
De Hema krijgt, na een speurtocht die
tweeeneenhalf jaar heeft geduurd, gelijk.
Omdat het om "het beroepshalve func
tioneren van een journalist" gaat, ver
wacht de Afdeling Rechtspraak niet dat
zijn persoonlijke levenssfeer wordt be
dreigd. "Van concrete aanwijzingen in
deze richting is in het geheel niet geble
ken".
De Raad van State gaat daarbij alleen
af op de mededeling dat de Hema geen
wraakactie in de zin heeft. Concrete aan
wijzingen zijn daar inderdaad niet voor
te vinden, eenvoudig omdat de Hema de
naam van de journalist nog steeds niet
kent en dus niet eens weet wie eventueel
moet worden aangesproken.
Met de uitspraak is het besluit van
Evenhuis vernietigd. Economische Za
ken moet de naam van de journalist nu
aan de Hema prijsgeven. Öp Economi
sche Zaken is inmiddels een concept-
schrijven aan Plagge opgesteld. Namens
de staatssecretaris schrijft directeur-ge
neraal De Boer daarin: "De naam van de
gene die om inzage van het Hema fran-
chisecontract heeft verzocht is C.E.M.
Goseling. Afschrift van deze brief heb ik
gezonden aan de heer Goseling".
Het is voor het eerst in ruim een jaar
dat Goseling iets verneemt van de juridi
sche strijd tussen de Staat en de Hema,
met zijn identiteit als inzet. Hij vindt het
"beangstigend", omdat hij geen flauw
vermoeden heeft wat de Hema heeft ge
dreven om tweeëneenhalf jaar achter
hem aan te zitten.
Ook groeit de zorg over het effect dat
de Hema-actie op het functioneren van
de journalistiek in Nederland kan heb
ben. Als journalisten eerst door een be
drijf mogen worden gescreend, alleen
omdat zij nieuwsgierig zijn, waar lijkt dat
dan op? Op een vorm van censuur?
Verder is de bescherming van Gose-
lings bron door de Raad van State aan
flarden geschoten: Economische Zaken
was in dit geval het slachtoffer. Mogelijk
gaan ook andere nieuwsbronnen van de
journalist zich nu huiverig opstellen. Met
alle mogelijke gevolgen voor de vrije
nieuwsgaring vandien.
En wat Goseling persoonlijk betreft:
zal de Hema contact met hem opnemen?
En met welk doel? Journalist die hij is,
wordt Goseling steeds nieuwsgieriger
naar de geheimen die de Hema zegt te
hebben. Geheimen die kennelijk zijn te
vinden in het franchisecontract.
DOOR JOOP VAN DER HORST
Ongewenste intimiteiten zijn aan de orde
van de dag. Ik kan daar eigenlijk met
meer over meepraten maar het is een feit
dat veel mannen bij allerlei gelegenhe
den vrouwen die dat niet willen, toch
gauw even aanraken, betasten, kneden,
bevoelen of met kwalijke praatjes aan
boord komen. Wat doe je ertegen? Er
pleit veel voor een ferme klap in iemand
z'n gezicht of een schop tegen zijn sche
nen. Maar sommige vrouwen zijn daar te
fatsoenlijk voor of te bang. of ze reageren
niet snel genoeg. Vaak denk je eerst nog
dat de aanraking misschien per ongeluk
was en pas achteraf word je kwaad als
het wel degelijk opzet bleek te zijn. Dan is
het meestal al te laat voor die verfrissen
de mep in zijn gezicht.
Natuurlijk hoéft men het zich niet te la
ten welgevallen. Zeker niet als het her
haaldelijk gebeurt. Wanneer het te bont
wordt, kan iemand naar de rechter stap
pen en zeggen het slachtoffer te zijn van
ongewenste intimiteiten. Maar dat is niet
eenvoudig. Alleen al omdat het bewijs
meestal zo moeilijk te leveren is. De
rechter wil graag bewijzen zien dat de
beschuldiging echt waar is.
Een tweede probleem zit 'm in de
woorden ongewenste intimiteiten. Daar
kan de rechter nauwelijks mee uit de
voeten. Iets is namelijk niet meteen straf
baar als een ander dat ongewenst vindt
Een lekkage, een verstopte gootsteen of
een stevige verkoudheid zijn ook onge
wenst Ongewenstheid, ook van ander
mans gedrag, is nu eenmaal geen juri
disch criterium. En intimiteiten zijn even
min door de wet verboden. De rechter,
die best begrijpt wat de vrouw bedoelt,
kan de woorden ongewenste intimiteiten
nergens in zijn wetboeken vinden en
daardoor is bestraffing nauwelijks moge
lijk.
Om die reden hebben de Stichting
Handen Thuis en het Clara Wichmann
Instituut kort geleden voorgesteld om
voortaan te spreken van seksuele intimi
daties. Staatssecretaris Ter Veld van So
ciale Zaken voelt er wel voor. Binnenkort
mogen we dus in officiële stukken deze
nieuwe benaming verwachten en die zal
dan ook wel in kranten en bij de radio en
televisie gangbaar worden
Ik hoop alleen dat de bedenkers van
de naam seksuele intimidaties goed na
gedacht hebben over hun voorstel. Ik be
grijp dat het juridisch misschien beter is
om het zo te noemen. Maar ik zie ook een
groot risico. Het woord intimidatie lijkt me
namelijk nogal zwaar. Daarmee wil ik de
ongewenste intimiteiten niet licht opvat
ten: ze zijn vernederend en er moet iets
tegen gedaan worden, desnoods via de
rechter. Maar als we het intimidatie gaan
noemen, voorzie ik de uitvlucht dat een
hand op een bil nog geen echte intimida
tie is. Met andere woorden: door het met
zo'n zware term te benoemen geef je
menige overtreder gelegenheid zich er
achteraf onder uit te draaien. Dat zou
jammer zijn, want het is juist de bedoe
ling dat we iemand die zijn handen niet
thuis kan houden, voor de rechter kun
nen slepen.
Ergens las ik het bezwaar dat het zo
moeilijk is vast te stellen of een opzettelij
ke aanraking seksueel was of niet. Dat
lijkt me geen probleem. Het doet er na
melijk niet toe of je iemand met een mes,
met een grote mond of met een aanra
king de stuipen op het lijf jaagt. Belangrijk
is alleen of je iemand met opzet de stui
pen op het lijf jaagt: dat is intimidatie
Het zou interessant zijn om te weten
welke andere benamingen de voorstel
lers overwogen hebben en waarom ze
juist deze hebben uitgekozen. Laten we
even aannemen dat het de best denkba
re is en dat ze bijdraagt tot de bestrijding
van dit maatschappelijk euvel. Als het
werkt, stel ik voor om ook zo iets te on
dernemen met de benaming van de auto
bedrieglijk neutrale term voor het instru
ment van onze ondergang.
"De techniek van de liefde bedrijven had
mijn volle aandachten het was via de
film.dat ik leerde hoé een meisje op haar
oren, in haar nek, op haar wangenen
vooral natuurlijk op haar mond te kus-
Dit citaat komt uit het dagboek van een
jongeman, die deelnam aan een studie
die in 1933 werd uitgevoerd over het
onderwerp Films en Gedrag. Toen al ble
ken jonge mensen allerlei seksuele 'vin
gerwijzingen' in de bioscoop te verzame
len. Sinds die tijd zijn er nogal wat visue
le voorlichtingsbronnen bij gekomen,
zoals de televisie, de video, en niet te ver
geten de werkelijk overstelpende hoeveel
heid erotische tijdschriften.
Maar niet alleen het aantal bronnen is
vermeerderd, ook de hoeveelheid seks die
per bron wordt afgescheiden is sterk toe
genomen. In populaire televisieseries,
zoals soap opera's, is het aantal en de
duur van seksuele iteins praten over, of
het bedrijven van seks) sinds 1980 meer
dan verdubbeld. Dynasty voert de lijst
aan met gemiddeld 10 seks-items per uur,
terwijl de bravere Cosby Show en Family
Ties zich beperken tot 2 a 3 van dit soort
items. Een jongerp die per week 20 uur te
levisie kijkt (ongeveer het landelijk ge
middelde van 1985), ziet per jaar tussen
de 1000 en 2000 seksuele verrichtingen op
de buis, afhankelijk van naar wat voor
programma's hij of zij kijkt.
Films hebben gemiddeld meer seks aan
boord dan televisieseries. Uit onderzoek
in de Verenigde Staten blijkt dat met na
me films met een stevige seksuele inhoud
('alleen geschikt voor volwassenen'), bij
zonder populair zijn bij 15- en 16-jarige
jongeren. De helft van hen ziet kans, al
dan niet stiekum, om in de bioscoop of op
de video de meest populaire 'hete' films
van het jaa r onder ogen te kijken. Voegen
we daar het inkijken van bladen met
'zachtere' of'hardere' seks bij - niemand
weet precies hoeveel en hoe intensief jon
geren dat doen - dan is wel duidelijk dat
jongeren een aanzienlijke hoeveelheid in
geblikte seks consumeren. Dagelijks zo'n
5 tot 10 porties, waarvan sommige in
Er is ook onderzoek naar gedaan hoe
selcs door de televisie, de film en de bla
den doorgaans wordt gebracht. Daaruit
blijkt dat de media ons bepaald een
merkwaardig en vertekend beeld presen
teren. Samengevat komt dat hierop neer:
ongetrouwde hetero-seksuele paren doen
het veel, zo'n vier tot acht keer vaker dan
getrouwde mannen en vrouwen, en van
anticonceptie hebben ze nog nooit ge
hoord, daar praten ze niet eens. over,
want vrouwen worden toch zelden of
nooit zwanger.
Trouwens mannen noch vrouwen lo
pen ooit geslachtsziekten op en als dat
wel gebeurt zijn het prostituees of homo's.
Die laatste komen trouwens al helemaal
niet of nauwelijks voor en het is ook niet
in de haak om het over ze te hebben want
het zijn zielepoten, slachtoffers van ge
weld (bv. van 'potenrammers') of het zijn
zelf schurken. Tenslotte, seks is eigenlijk
alleen maar bedoeld voor jonge mensen,
die een beetje naar behoren gebouwd
zijn. Bejaarden worden verondersteld
zich met nette en rustige zaken bezig te
houden in plaats van met dit soort op
windende activiteiten.
De invloed, die deze voorstelling van
seksuele zaken heeft op (vooral jonge) kij
kers, is bepaald niet gering en in sommi
ge opzichten zelfs zeer verontrustend. Een
paar onderzoeksresultaten om dat te illu
streren. Als middelbare schoolmeisjes
naar een uitzending als Charlie's Angels
kijken, waarin uitsluitend bolblits-mooie
vrouwen de wereld bevolken, blijken ze
daarna uiterlijke schoonheid veel be
langrijker te vinden voor hun zelfver
trouwen en hun kans aan de man te ko
men dan als ze naar een 'neutralere' uit
zending hebben gekeken.
Bij jongens heeft het kijken naar zo'n
'mooie-stukken' serie als effect dat ze de
meisjes uit hun omgeving in de volgende
uren minder aantrekkelijk gaan vinden
dan tevoren en dat ze die meisje ook min
der attractief vinden dan de jongens die
niet zo'n uitzending hebben gezien. Dat
lot is ook de vriendinnen of de echtgeno
tes beschoren van jonge mannen die, al is
het maar kort, naar (half-)naakte vrou
wen hebben gekeken op de televisie of op
de uitklappagina van Playboy en
Penthouse. Je moet dus wel een knallende
hekel aan jezelf hebben als je braaf naast
je grote vriend op de bank blijft zitten
terwijl hij lekkerbekkend zit te 'televie-
Uit onderzoek blijkt ook dat jonge men
sen hun eigen seksuele ervaringen als
door René Diekstra
hoogleraar, psychologie te Leiden
minder bevredigend gaan beleven als ze
series zien waarin de echte man en vrouw
worden voorgesteld als seksuele turn-
kampioenen die de sterren van de hemel
genieten als ze met hun vrije oefening be
zig zijn. De kans dat jonggehuwden ver
volgens ieder voor zich het ruime sop kie
zen is niet helemaal denkbeeldig.
Onlangs zijn een aantal experimenten
gedaan waaruit bl ijkt dat jonge mannen
en vrouwen die films bekijken met een
dik aangezette seksueel-sensuele inhoud,
waarbij niet op een partner meer of min
der wordt gekeken, veel minder zwaar
gaan tillen aan seksuele ontrouw dan ze
tevoren deden en dan jonge mensen doen
die dit soort films niet hebben gezien.
Maar het meest alarmerend naar mijn
mening zijn de uitkomsten van studies
die aantonen dat het zien van een uur
zachte of tien minuten harde porno over
een periode van zes weken bij jonge man
nen schijnt te leiden tot onverschilligheid
ten opzichte van de seksuele gevoelens
van vrouwen en de neiging om verkrach
ting af te doen als iets waar je toch niet
zoveel drukte over hoeft te maken.
Er zijn mensen die zeggen dat we aan
dit soort onderzoeksgegevens niet al te
zwaar moeten tillen. Vanaf een jaar of
twaalf zouden jongeren meestal al heel
goed weten wat wel en niet realistisch of
normaal is, waardoor ze de dingen die
via de buis of de bioscoop worden ge
bracht met de nodige korrels zout nemen.
Maar die gedachte is wat al te gemakke
lijk en simplistisch. Er is namelijk een
heel belangrijk verschil tussen hoe we
aan onze ideeën en ons gedrag op seksu
eel terrein komen en hoe dat op andere
gebieden gebeurt.
Veel van onze opvattingen en gedrags
patronen - lezen, schrijven, netjes eten,
spreken, roken, drinken, autorijden enzo
voorts - leren we door het direct observe
ren en imiteren van het gedrag van men
sen om ons heen. Maar met seksualiteit
ligt dat wat anders. Kinderen doen hun
ideëen hier niet op door observatie van of
deelname aan seksuele activiteiten van
anderen. Seksuele voorlichting gebeurt
in een net gezin of op een keurige school
nu eenmaal niet in de vorm van aan
schouwelijk onderwijs in de ouderlijke
slaapkamer of in het practicumlokaal.
Volwassenen zijn er meestal ook be
paald niet dol op om aan jongeren uil te
leggen of voor te doen hoe zij precies te
werk gaan. Voor veel jongeren zijn leef
tijdgenoten een bron van seks-informa-
tie, maar die zijn vaak al even slecht ge
ïnformeerd als zij. Bovendien zullen jon
geren niet zo maar even aan hun ouders
of vrienden vertellen dat ze op dit punt
onwetend of onervaren zijn, onder meer
uit angst belachelijk te worden gemaakt.
Het gebrek aan andere directe voorlich
ting en het feil dat de televisie of het witte
doekje niet uitlacht voor wat je zelf nog
niet wist, betekent dat deze media een
grote invloed kunnen hebben op de
ideeën over hoe, waar, wanneer en met
wie je wat mag, of moet kunnen.
Dat geldt niet alleen voor jongeren
maar vaak evengoed voor ouderen. De
man of de vrouw met een seksuele erva
ring die niet veel verder reikt dan wat er
tot nu toe gedaan is met die ene partner,
heeft zich natuurlijk al vaak afgevraagd
hoe het er nou precies bij anderen aan
toegaat. Bij onvrede, onzekerheid of ge
brek aan informatie kan wat buis. doek
of blad voorschotelen gemakkelijk de per
soonlijke seksstandaard worden. Omdat
vrouwen en mannen vaak verschillend
kijken (vrouwen liever naar seks 'inge
bed' in liefdesrelaties en mannen naar
seks in blote actie, avontuur en agressie),
kan die standaard zo uiteenlopen, dat de
een de daad al bij het beeld wil voegen als
de ander die knop nog lang niet om heeft.
Of anders gezegd: Pin-up op de buis, de
Pin-eut thuis.