'Proberen om eigen kleur te maken' Flying Pickets: vaklui Zanger Michael Penn met 'No Myth' in de tipparade: Nieuwe directie RPhO 'Het gebouw bepaalt de foto' Fonkelende resten Bourgondisch verleden Acteur Jasper de Moor in gevangenis India WOENSDAG 28 FEBRUARI AMSTERDAM - Michael Penn, die al wekenlang met de single 'No Myth' in de Ne derlandse tipparade staat, haalt opgelucht adem als de onderwerpen zijn afgehan deld. Maar wat wil je ook, als je de broer bent van Sean, de acteur, de vechtjas en vooral de ex van Madonna. "Toch denk ik dat die relaties op mijn carrière per saldo niet van invloed zijn. Sommige mensen zullen naar mijn muziek gaan luisteren om dat Sean mijn broer is, ande ren zullen dat om dezelfde reden juist niet doen. Wat ik in elk geval zeker weet, is dat het voor RCA geen reden is geweest om me te contracte ren". door Hans Janssen Hoe dan ook, zo geeft Michael wat later toe, hij zat wel degelijk een beetje met die familie-band in zijn maag. "Ik weet natuurlijk ook dat er mensen zijn die denken dat ik ge bruik probeer te maken van zijn be- kendheid, of ik dat nu ontken of m niet. Ik heb er daarom even over ge- dacht om samen met Patrick (War ren, de man die na Michael Penn zelf de belangrijkste rol speelt op diens debuutelpee) een groeps- naam aan te nemen. Maar uiteinde lijk bedacht ik me: laat ik maar eer- m r lijk zijn, ik ben nu eenmaal de broer van Sean en ik maak muziek. And now, let's get back to the music". Die muziek staat op de onlangs -verschenen elpee March, waarvan de single 'No Myth' al een aantal we- ken in de Nederlandse tipparade bi- vakkeert. Ook in de elf nummers op q -de plaat bewijst de zanger en multi- ,r1 instrumentalist, klein, donker en r_ getooid met een klein kinbaardje. The Flying Pickets at Work' - optreden van de Engelse close harmony-groep be staande uit David Brett, Nick Godfrey, Gary Howard, Hereward Kaye en Lex Le wis. Gezien op 27 februari in de Leidse schouwburg. LEIDEN - Geen stoel onbezet in de Leidse schouwburg; dat be tekent dat öf close harmony enorm populair is geworden of dat The Flying Pickets een grote schare fans in deze regio heb ben. Ongetwijfeld "is het een combinatie van factoren, waar door deze Engelse a capella op tredende groep op zoveel be langstelling mocht rekenen. Vijf heren maken vocale muziek. Ze zingen op basis van knap gecon strueerde arrangementen, waar bij hun stemmen de tekst vertol ken, muziekklanken produce ren of als de ritmesectie funge ren. Een uitgekiend gebruik van de geluidsinstallatie is daarvoor een eerste vereiste. Vanzelfspre kend ging men hier zeer zorg vuldig te werk - al moet gezegd dat het geheel waarschijnlijk net iets te hard stond a'fgesteld om de verscheidenheid van de vijf stemmen optimaal (en in een iets intiemere sfeer) tot hun recht te laten komen. Begin jaren tachtig ontstond deze close harmony formatie uit een theatergezelschap met de naam '7:84 (7% van de Britse be volking heeft 84% van de rijk dom in bezit). Dat duidt op een sociaal-politieke achtergrond, zoals overigens ook de naamge ving 'Flying Pickets' naar vak bondsactiviteiten verwijst. In het gedeelte vóór de pauze treedt met name het maatschap pelijk geëngageerde werk op de voorgrond. Niet voor niets is de ze avondvullende voorstelling - zoals in het programmastencil staat vermeld - voortgekomen uit een concertreeks in Oosten rijk ter gelegenheid van het hon derdjarig bestaan van het vak verenigingswezen. Min of meer als een rode draad liep dan ook het thema 'werk' door de num mers vóór de pauze. Toch viel na afloop in de wan delgangen te vernemen dat men over het algemeen meer waarde ring had voor het tweede deel van het optreden. Bleef het vóór de pauze bij 'crazy love' en het van Dolly Parton bekende '9 to 5', daarna begon men pas goed met het echte swingende werk. Natuurlijk mocht hier ook hun tot nu toe grootste hit 'Only you' niet ontbreken. Vooral in de up tempo nummers konden The Pickets rekenen op veel enthou siasme bij het publiek dat maar al te graag de kans aangreep om mee te mogen doen. Op het mo ment dat er zelfs meegezongen mocht worden, kon de avond echt niet meer stuk. De groep ontkwam dan ook niet aan paar toegiften. Dat de nieuwe casset te van The Flying Pickets na af loop zeer gretig aftrek vond, be wijst eens te meer dat de avond geslaagd te noemen is. WIJNAND ZEILSTRA ging schrij- sporen-recorder niet op zoek te zijn naar goedkoop succes. De songs, rustige rock en een enkele gitaarballad, klinken eerlijk maar eigenwijs en zijn niet volgens een bepaald vast succes concept opgebouwd. "Onze manier van werken is: laat het nummer bepalen hoe het gaat klinken. Als dat iets heel traditio neel folkachtigs is, dan is dat prima. Klinkt het uiteindelijk'meer als een rock 'n' roll-song, dan is dat ook goed. Die eerlijkheid proberen we bij het maken van al de nummers te handhaven". Traditie Hoewel March ("de naam heb ik ge kozen omdat het me opviel dat ik veel nummers schreef in een mars ritme") heel duidelijk een roek-al bum is, past het niet in 'de Ameri kaanse traditie'. Integendeel, de plaat klinkt zowel qua tekst als qua muziek vaak eerder Brits (The Beat les, The Kinks, Squeeze en ga zo maar door) dan Amerikaans. "In mijn teksten ga ik traditionele the ma's zoals auto's, meiden en high ways liever uit de weg. Zo'n mens ben ik gewoon niet. Vroeger, op school, las ik ook al liever Poe dan Hemingway. Het belangrijkste on derwerp is dan ook de relatie tussen mensen, hoe en waarom mensen dingen doen. Daar denk ik veel over na en daar probeer ik bepaalde 'wet matigheden' in te ontdekken". "En ook muzikaal wilde ik niet in de cliché's van de Amerikaanse rock 'n' roll vervallen. Wat ik in de Britse popmuziek waardeer, of ei genlijk aan Europese muziek in het algemeen, is dat die wat grensver- leggender is dan de Amerikaanse, wat meer geneigd tot onderzoeken en experimenteren". In zijn jeugd (Penn is nu 29) was die voorliefde voor Engelse en ook andere Europese muziek nog niet zo expliciet aanwezig. "Ik hield ei genlijk van heel veel verschillende groepen. I sort of fell into music when I was a kid. Ik besteedde er net zoveel tijd aan als anderen aan football of basketball. Ik kreeg een gitaar toen ik elf was, speelde wat nummers van de radio na, nam zo nu en dan eens wat lessen en als die me begonnen te vervelen, dan stop te ik er weer mee. Na een tijdje pikte ik de boel dan weer op en begon het hele zaakje opnieuw. Ik speelde ook in een paar garage-bands en vanaf toen werd het alleen maar leuker. Maar uiteindelijk ben ik me pas op de high school echt serieus met r ziek bezig gaan houden, in de dat ik eigen nuP1morc air>° ven en met een v aan de slag ging Studiosfeer Penns eerste 'echte' band heette Doll Congress (opgericht in 1981 in Los Angeles), waar hij ook toetse nist Patrick Warren ontmoette. "Toen al vonden we het belangrijk om niet te klinken zoals andere bands klonken, zeker niet als die he le new wave-golf van dat moment. Toen Doll Congress in 1987 uit el kaar viel, heb ik voor mezelf de za ken op een rijtje gezet. Ik wist dat ik met Patrick wilde blijven werken en met hem heb ik toen een paar nummers, die ik al eerder had ge schreven, opgenomen. Dat bandje kwam via onze 'manager' bij RCA terecht en die belde al heel snel daarna op, eigenlijk tot onze verras sing. We waren namelijk van plan een band te formeren en dan eens lekker te gaan spelen, een zekere 'following' te krijgen, om op die ma nier aan een platencontract te ko men". Het ging dus anders, met als ge volg dat de twee nu al bijna drie jaar niet meer op het podium hebben ge staan. De elpee March ademt dan ook een studiosfeer, "demo-ish", zoals Penn zelf het noemt. Het is een 'geluid' dat ook steeds vaker de kleur van platen (Lenny Kravitz, Daniël Lanois, om er maar een paar te noemen) bepaalt: het effect van het effectloze. "Dat is niet bewust gebeurd, maar het is waarschijnlijk wat wij graag horen". Warren mengt zich in het ge sprek. "Ik denk", zegt hij, "dat het ook te maken heeft met het feit dat alles eerst op vier sporen is opgeno men. Als je maar zo weinig moge lijkheden hebt, moet alles wat je speelt zin hebben en belangrijk zijn. Wantje hebt geen extra sporen om zaken toe te voegen om het beter te laten klinken. En met die discipline hebben we ook met de 24 sporen ge werkt". Penn: "We hebben voor deze elpee heel lang in de studio gezeten ROTTERDAM (GPD) - De hui dige directeur Promotiezaken van de stichting Donemus in Amsterdam, drs. Kees Hillen, wordt in bestuurskringen van het Rotterdams Philharmo- nisch Orkest steeds sterker als meest serieuze kandidaat be schouwd voor de functie van hoofd artistieke zaken van het orkest. Hillen was vóór zijn huidige functie bij Donemus hoofd van de VARA-klassieke-muziekaf- deling. Tussen Hillen en het Rotter damse symfonieorkest zijn mo menteel onderhandelingen gaande, onder andere over de beoogde invulling van de func tie, die in de huidige opzet hoog uit van adviserende betekenis is. Gelet op de primaire doelstel lingen van het orkest wordt ge streefd naar opwaardering op directeursniveau. Michael Penn (links) en Patrick Warren. en lang en zorgvuldig aan het geluid gewerkt, geprobeerd om een eigen 'kleur' te creëren, net els schilders dat op een palet doen. We hebben met behulp van een heel oude sampler van Patrick, ééntje die nog met banden werkt, vaak min of meer onze eigen instrumenten ge maakt, net als in een collage". "Muziek maken heeft iets van uit vinden. Je werkt een hele tijd ter wijl je je baseert op ideeën van an deren en dan, opeens, kom je op een punt waar je zelf tot iets origineels bent gekomen, een soort van eigen geluid. En als ik dat over een tijdje van mezelf kan zeggen, dan ben ik tevreden". Rabbani-collectie AMSTERDAM (ANP) - Het vei linghuis Sotheby's in Amsterdam toont op 12, 13 en 14 maart schilde rijen van Oude Meesters afkomstig uit het bezit van Mahmoud Salim Rabbani, de oud-consul van Ku- wayt en Jordanië in Den Haag. De zogenoemde Rabbani-collectie be staat uit zestien schilderijen en wordt op 11 april in Londen geveild. Rabbani heeft zijn collectie tussen 1955 en 1980 opgebouwd, aldus het veilinghuis. De verzameling was eerder te zien in Milaan, München en Frankfort en wórdt na Amster dam nog tentoongesteld in Brussel. Openingstijden van 10.00 tot 16.00 Architectiiiirfotograaf Sybolt Voeten: Architectuurfotograaf Sybolt VoetenNiet voor niets herkennen BREDA De leesbaarheid van de architectuur staat bij hem voorop. Wel voegt hij vaak iets toe aan het gebouw dat hij moet fotograferen, maar nooit wordt de architectuur onherkenbaar vastgelegd: "Dan schiet je je doel voorbij". Sybolt Voeten wordt gerekend tot een van de belangrijkste -jonge- architec tuurfotografen van Nederland. Om die reden is hij opgenomen is het onlangs verschenen boek 'Geschiedenis van de Neder landse architectuurfotografie'. Door Rob Schoonen Sybolt Voeten houdt van reële fo to's. "Op de eerste plaats maak je fo- gpd) to's voor de architect en uiteraard Tentoonstelling 'In Buscoducis' in 's-Hertogenbosch: DEN BOSCH (GPD) - 's-Her togenbosch was in de late Mid deleeuwen - na Utrecht - de be langrijkste stad van het huidige Nederland. Zo staat met enige nostalgische fierheid te lezen in de catalogus bij de tentoonstel ling 'In Buscoducis'. Tussen 1450 en 1629 was de stad een be langrijk handelscentrum en de daarmee gepaard gaande rijk dom trok zoals altijd veel kun stenaars en kunstnijverheids lieden aan. door Hans Lutz De belangrijkste van hen was na tuurlijk Hieronymus (Jeroen) Bosch, de schilder van de angstaan jagende hellebeelden, wiens werk nog steeds tal van onopgeloste in terpretatie-problemen oproept. Maar hij was een zeldzame groot meester in 's-Hertogenbosch. Voor zover uit de archieven is gebleken werden de belangrijke kunstwer ken in opdracht van Bosschenaren gemaakt door kunstenaars van el ders: Adriaan van Wesel, de fameu ze Utrechtse beeldensnijder, Abraham Bloemaert, de al even be roemde Utrechtse schilder, de Ant werpse sinjoor Peter Paul Rubens. Het is tekenend voor de positie van de Brabantse hoofdstad: de stad lag aan de uiterste noordkant van het Bourgondische rijk en was meer waakpost tegen de ongemak kelijke vorsten van Gelre dan orga nisch deel van een rijk, dat met zijn. weelde te koop liep tussen de Jura en de Noordzee. De hertogen van Brabant eerst en later de Bourgondiërs gaven de stad weliswaar tal van privileges, maar een vorstelijk hof werd er nooit ge vestigd - in de middeleeuwen voor waarde voor een blijvend cultuur centrum. Eenmaal slechts kreeg Den Bosch echte erkenning: dat was in 1481, toen keizer Maximili- aan er het veertiende kapittel van de Orde van het Gulden Vlies hield. De Bosschenaren voelden zich er met recht verguld mee. Zo bewonderend hoefden ze overi gens niet te zijn. Ze hadden zelf im mers een genootschap, dat welis waar niet van ridderlijke herkomst was, maar toch een grote eerbied waardigheid bezat: de Illustere Lie ve Vrouwe Broederschap, die al 1318 kerkelijk werd goedgekeurd en nu nog steeds bestaat. In zijn hoogtijdagen telde de Broeder schap honderdduizend leden en had hij vestigingen in tal van be langrijke handelscentra, waar de belangen van de leden werden be hartigd. De broederschap ontwik kelde zich tot hét economische en culturele machtsblok in de stad. De kapel van de Broederschap in de St. Jan was overladen met gouden en zilveren kunstvoorwerpen, betaald uit de legaten die welgestelde leden hadden nagelaten. Schenkingen, waaruit ook voedseluitdelingen werden betaald. De Broederschap is natuurlijk niet meer het centrale punt van de Bossche activiteiten, maar invloed heeft hij nog wel: al in het begin van de jaren zeventig vroegen de nota bele Bosschenaren om een tentoon stelling die de gouden eeuw van 's- Hertogenbosch als thema zou heb ben. Van museale zijde was de ani mo aanvankelijk niet groot: de her innering aan de succesvolle Jeroen Bosch-tentoonstelling uit 1967 lag nog te vers in het geheugen. Belang rijker was nog, dat de sporen van de Bossche hoogtijdagen nagenoeg zijn uitgewist. Het kunstbezit is voor het grootste deel met de kloos terlingen uit de stad vertrokken na dat Frederik Hendrik in 1629 de stad na maandenlang beleg had in genomen en Den Bosch staatsbezit (en dus protestants) was geworden. Zo is er van het bezit van de broe derschap van voor 1629 niet meer over dan archiefstukken, wat kleine voorwerpen, een paar muziekboe ken en veertien tinnen wijnkannen. Bovendien was Den Bosch blijk baar niet bijzonder gesteld op zijn middeleeuws kunstbezit. Wat er na Beeldenstorm en inname door de staatse troepen nog over was is in de loop van de volgende eeuwen van de hand gedaan en grotendeels on vindbaar. Het broederschapshuis (Zwanenbroedershuis) werd hal verwege de negentiende eeuw ver vangen door een neogothisch ge bouw. Het kostbare oxaal uit de St. Janskathedraal werd in 1866 ver kocht aan het Victoria en Albertmu- seum, het hoogaltaar werd tezelf dertijd in onderdelen verkocht. In feite is het zo, dat verreweg het grootste deel van het Bossche mid deleeuwse kunstbezit spoorloos is verdwenen. Uiteindelijk is het museum toch door de knieën gegaan voor de voortdurende aandrang. Dat besluit werd versterkt doordat dr. A. M. Koldewij van de univrsiteit van Nijmegen het aandurfde om het on derzoek te openen naar dat deel van de Bossche historie. Een onder zoek, dat zo'n vijfjaar heeft geduurd en er in ieder geval toe heeft geleid, dat een aanzienlijk aantal stukken van over de hele wereld voor het eerst sinds eeuwen weer tijdelijk te rug is in Den Bosch. De tentoonstelling in het gouver nement - het oude hoofdgebouw van het Noordbrabants Museum - roept zo een glorierijke tijd in herin nering. Door onder meer twaalf werken van Pieter Saenredam, die in 1632 in Den Bosch is geweest; werken van Jeroen Bosch en vooral van tijdgenoten en navolgers; zes werken van Adriaan van Wesel; een paar onderdelen van het oxaal uit de St.Jan; een aantal geïllustreerde handschriften; en enige hoogtepun ten uit de korte opbloei tijdens de Contrareformatie waarin het werk van Rubens en Bloemaert centraal staat. Bij elkaar levert dat een mooie tentoonstelling op die menigeen (en niet alleen chauvinistische Bos schenaren) graag zal bezoeken. Ook al zal die bezoeker, rondlopend, zich met spijt realiseren hoe jam mer het is, dat hij uiteindelijk slechts de geringe resten ziet van een kunstbezit, dat ooit van Den Bosch een juweel in het Brabantse land heeft gemaakt. ('In Buseoduci', kunst uit de Bourgondische tijd te 's-Herto- genbosch 1450-1629 in het Noord brabants Museum. Verwerstraat te Den Bosch; geopend t/m 30 april op werkdagen van 10-17 uur, in het weekeinde 12-17 uur, op maandag gesloten). de beschouwer, de lezer. Daarom neem ik vrijwel altijd 'reële' stand punten in. Kijk, ik klim ook wel eens op een dak om een bepaalde foto te maken, maar dan krijg je toch vaak een ander, vertekend beeld. Bovendien: op die manier kijken de mensen vrijwel nooit naar dat gebouw. Dan moet je dat dus niet doen". Voeten studeerde van 1964 tot 1969 aan de Academie St. Joost in Breda. Daarna werkte hij onder meer in Frankrijk en Engeland. In Londen was hij twee jaar verbon den aan de 58th Group. Hij leerde het vak als assistent van Henk Snoek, een Nederlandse architec tuurfotograaf die in Engeland naam maakte. Later vestigde hij zich in Breda en maakte op zijn beurt naam als fotograaf van de gebouwde om geving. Talloze gebouwen legde hij inmiddels vast. Meerdere malen ex poseerde hij zijn foto's. Onlangs verscheen bij Uitgeverij 010 de mo nografie over de roemruchte archi tect Cees Dam. Voeten maakte de foto's. "Een typische, wat gespleten man", noemt hij Cees Dam. "In het begin veel gekanker op de foto's, maar dat veranderde gaandeweg het proces. Neen, na publikatie heb ik nooit meer wat van hem gehoord. Ik vind dat een goed teken. Als een architect niets zegt en hij komt later weer met een opdracht, dan is dat een compliment. Althans, dat zie ik In het door Robert van Venetië en Annet Zondervan samengestelde boek wordt Sybolt Voeten, samën met Ger van der Vlugt, gerekend tot 'de belangrijkste vertegenwoordi gers van een jonge generatie'. Voe ten: "Dat zie je vaak en het klopt ook wel. Ik hoor immers bij de jon gere generatie, maar met name in de vakpers word ik ook vaak afgeschil derd als een lid van de oudere gene ratie. Dat heeft alles en niets met het werk te maken. Anders dan fotogra fen die nauwelijks een grens trek ken tussen autonome of vrije foto grafie en architectuurfotografie, kies ik vrijwel altijd voor het laatste. Misschien dat men daarom denkt dat ik bij die oudere club hoor". Voeten vindt het boek overigens niet best. "De auteurs gaven er blijk van niet veel te begrijpen van archi tectuurfotografie. Bovendien heb ben ze de verkeerde foto's gekozen. Tenminste, wat mijn foto's betreft". Net als Jan Versnel -voor wiens werk Voeten veel bewondering heeft- maakt Voeten nooit verstilde foto's. "Er zijn natuurlijk verschil lende type foto's binnen de archi tectuurfotografie. Watje kiest hangt uiteraard een beetje van de klant af, maar ik maak een foto zonder mijn eigen visie op de architectuur los te laten", zegt Voeten "Als je puur re gistreert, kom je er niet uit. Dat wil len natuurlijk heel veel architecten, maar dan ben je naar mijn idee ver keerd bezig. Daarom voeg ik dingen toe aan het totaalbeeld. Als ik bij voorbeeld een kantoorcomplex fo tografeer. dan moet daar naar mijn gevoel een voorbijsnellende figuur met aktentas bij. Dat soort simpele dingen geeft iets aan, zonder aan de architectuur te veranderen". Aan de andere kant zijn er vol gens Voeten fotografen die bijna au tonoom werk maken: "Bij hen is de architectuur in feite ondergeschikt. Ze maken bijvoorbeeld een foto van een gebouw in de regen. Dan kan prachtig zijn, maar dan laat je dus zélf een visie los op dat gebouw. Dat doe ik dus niet. Je moet goed begrij pen: ik ben arcnitectuurfoto- graaf...". Voeten werkt tegenwoordig vrij wel uitsluitend in kleur. Niet alleen omdat vrijwel alle opdrachtgevers daar om vragen, maar ook omdat hij niet kapot is van de kwaliteit van het zwart-wit-papier. "Vroeger, met het bariet-papier was er meer moge lijk; het materiaal was veel beter. Met het papier dat vandaag de dag wordt geleverd -met veel kunststof erin- kun je echt minder doen. Het werkt sneller, maar het is niet zo fijn als het 'echte' papier". Voeten heeft iets met architec tuur ("Inderdaad, het bekende ver haal, al vóór St. Joost had ik archi tect willen worden; maar het was al lemaal wat te technisch")- maar heeft geen spijt van zijn keuze de gebouwde omgeving te fotografe ren. "Misschien dat we een wat 'die nende' taak hebben, maar ik kan er wel degelijk veel creativiteit in kwijt. Niet voor niets herkennen mensen mijn foto's. Dat geeft wel iets aan, toch"? 'Geschiedenis van de Neder landse architectuurfotografie', Robert van Venetië en Annet Zon dervan. Uitgeverij 010, Rotter dam. Jacob Comelisz van Oostzanen: Maria met kind. triptiek geschilderd m opdracht van de Gastliuismeester Jos Sampson die met zijn gezin is afge beeld. (foto GPD) DEN HAAG (ANP) De Haagse acteur Jasper de Moor zit sinds 19 februa ri vast in een gevangenis in de omgeving van de Indiase stad Goa. De Moor is aangehouden op verdenking van illegaal verblijf. Dit heeft een woord voerster van het ministerie van buitenlandse zaken dinsdag bekendge maakt. De acteur, die een rondreis maakt door India, is tijdens zijn vakantie be stolen van paspoort, geld en andere papieren. Direct na dit voorval riep De Moor de hulp in van het Nederlandse ministerie van buitenlandse zaken. Dit kon niet voorkomen dat hij werd opgepakt. Het ministerie in Den Haag heeft het Nederlandse consulaat in Goa in middels gemachtigd om een paspoort, ticket en uitreisvisum voor De Moor te regelen. De familie heeft zich voor het bedrag garant gesteld. Hoe lang de acteur nog wordt vastgehouden is niet bekend. Martine de Moor maakte dinsdagmiddag bekend dat er hard aan de vrijlating van haar broer wordt gewerkt. „Voor Indiase begrippen is het heel normaal dat ie mand die zich niet kan identificeren wordt aangehouden", aldus Martine. „Inmiddels zijn er papieren onderweg naar Jasper. Zodra hij die heeft wordt hij vrijgelaten". Het Nederlandse consulaat in Goa was dinsdag niet bereikbaar voor commentaar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 25