Seks: één groot vraagteken
■•di
Rampenstampers
Onze taal
ENKWIJZER
'Als het niet lukt, begin dan
maar weer eens met strelen'
-M|
m
'Een duurzame
relatie vraagt
veel creativiteit'
1990
EXTRA
PAGINA 33
Seksuologe Maria Schopman: "Een meisje is geen trut als ze 'nee' zegt. En een jongen
geen doetje als hij de eerste keer niet met haar naar bed gaat". (tekening er
eu.
UI.
DOOR JOOP VAN DER HORST
Roddelen is al zo oud als de mensheid. Ik
ben er niet steeds bij geweest, maar het zou
me verbazen als roddelen een moderne uit
vinding is. Toch is het woord roddelen zelf
verassend jong. Het bestaat waarschijnlijk
nog geen honderd jaar. De eerste keer dat
we het aantreffen is pas in 1900. En in de
woordenboeken duikt het pas op, voorzover
ik weet, in de jaren dertig.
Waar komt zo'n woord vandaan? Het
meest waarschijnlijk is een zekere klankna
bootsing, iets in de trant van rabbelen, rebbe
len, babbelen of broddelen; de eerste drie
slaan op onbeduidend gepraat, de laatste op
knoeiwerk leveren. Maar echt zeker is de
oorsprong niet.
Misschien is wel gedacht aan het dialect
woord roddelen, uit Limburg en Brabant, wat
betekent 'al hobbelend een dof geluid ge
ven'. Daar kan (of kon) men spreken van een
roddelend rijtuig. Ergens trof ik de voorbeel
den 'aan heur roddelen ken ik mijne kar' en
'de kaar roddelt oep de stiëwag'. En ook wel:
'mijn buik roddelt'. Aangezien het moderne
roddelen veelal op gedempte toon gebeurt,
zou het een nieuwe betekenis kunnen zijn bij
dat oude dialectwoord. Voorlopig is in ieder
geval de oorsprong niet echt bekend.
De betekenis 'kwaadspreken, lasteren'
(Koenen) lijkt me een beetje te zwaar. Beter
vind ik in dit geval Van Dale met: praten over
derden in ongunstige zin; met zeker genoe
gen aan derden vertellen wat voor slechts
men van iemand meent te weten, en soms
zelfs een beetje overdrijven. Er hoeft name
lijk geen kwaaie bedoeling bij te zijn. Kwaad
spreken en lasteren zijn opzettelijk slechte
verhalen over iemand rondstrooien, en vol
gens mij zelfs leugenachtige verhalen.
Roddelen, hoe rampzalig het voor de be
trokkene kan uitpakken, gebeurt niet om ie
mand met opzet te benadelen, en roddelen
kan met een klein beetje overdrijving heel
goed over echte feiten gaan. Evenmin ge
past, maar toch een graadje minder kwalijk
dan kwaadspreken en lasteren. Niet omdat ik
dat vind, maar omdat de betekenis van de
woorden nu eenmaal zo is.
Hoe zou men vóór 1900 roddelen ge
noemd hebben? Er zijn tal van oudere woor
den voor babbelen, rebbelen, smiespelen,
snappen, leuteren, zwammen, smoezen,
smoezelen, keuvelen, maar geen ervan
heeft precies de betekenis van het moderne
roddelen. Bij mijn speurtocht kwam ik ook
prachtige woorden tegen als kallen en klap
pen, allebei in Vlaams België ook nu nog wel
gangbaar.
Het woord klappen deed mij ineens weer
denken aan mijn studietijd. Jaren lang heb ik
namelijk in Leiden de colleges gevolgd van
professor Zaalberg. Zaalberg gaf historische
letterkunde en hij behandelde onder andere
de werken van P. C. Hooft. Zo sprak hij eens
weken achtereen over Hoofts toneelstuk
Granida uit 1615. Aan het begin van dat stuk
staat een zekere Dorilea te wachten op haar
geliefde. Het is heel erg warm en Dorilea's
beroemde woorden 'Het vinnich stralen van
de Son Ontschuil ick in 't bosschage; In
dien dit bosje clappen con, Wat melde 't al
vryage!'
Eerlijk gezegd herinner ik me niet meer
wat professor Zaalberg daarover zei. maar
wel dat hij er uitgebreid op inging. Zo uitge
breid dat wij die eerste zinnen konden dro
men. Een van de studenten maakte er toen
een variant op die toepasbaar was op meni
ge aantrekkelijke vrouw en waardoor bosje
ineens een heel andere betekenis kreeg: 'In
dien haar bosje clappen kon. wat melde 't al
vrijage!' En zo is het in kringen van studenten
jarenlang een gevleugeld woord geweest.
Ongetwijfeld ook een vorm van roddelen.
Maria Schopman, seksuologe, geeft
raad op tv, radio en op menig
congres. Maar ze heeft niet de
pretentie om de Florence Nightingale
van de seks uitte hangen. Als haar
advies er toe bijdraagt dat mensen
creatiever over seksualiteit leren
denken, vindt ze dat al heel wat.
Want nogal wat seksuele relaties
gaan gebukt onder misverstanden.
"Seks is vaak het laatste
machtsmiddel".
door Patricia van der Zalm
"Weet je dat ik ook een Teletekst-pagina
heb?". Maria Schopman, seksuologe,
pakt de afstandsbediening en floept het
tv-toestel aan. Twee zoete hartjes omzo
men de tekst 'Maria weet raad'. Een 18-ja-
1 rig anoniempje vraagt zich in gemoede af
wat hij nu moet doen om zijn vriendin
eens te verrassen. Hij wil wel, maar durft
niet goed. In haar antwoord vraagt ze
waar zijn fantasie is gebleven en geeft
dan tips hoe hij haar kan stimuleren. De
toon is vriendelijk.
De rubriek slaat vooral bij jongeren
enorm aan. "De stroom brieven is waan
zinnig groot. Onder de twintig jaar zijn
het vooral jongens met heel concrete vra
gen, bijvoorbeeld over de lichaamsbeha-
ring of de lengte van de penis. Niemand
zegt hoe lang-ie moet zijn en pornofilms
geven een heel vertekend beeld. En eens
in de twee weken komt er wel een brief:
'Mijn vriendin is over tijd, wat kunnen
we doen?' Oudere mannen schrijven
vaak over verminderde lust, over buiten
echtelijke relaties of als ze weduwnaar
zijn over het schuldgevoel tegenover
de overleden partner als ze een nieuwe
vrouw leren kennen".
Discussie
Is Schopman de lieve Lita van de buis?
De Nederlandse dr. Ruth (Westheimer)?
Geenszins. "Ik ga niet als een soort Flo
rence Nightingale van de seks door de
wereld. Pertinent niet. Ik heb ook geen
zendingsdrang". Toch zou het haan.
deugd doen wanneer ze er met haar ad
viezen, onder meer ook tijdens de zon
dagse uitzending van Radio Romantica,
in zou slagen om meer creativiteit, meer
variatie aan te brengen in het denken
over seksualiteit.
"Aan de reacties op dat programma
merk ik dat de discussie in de huiskamer
op gang komt. We werken vaak met the
ma's. Smoezen verzinnen om met ie
mand in contact te komen, liefde op het
eerste gezicht, incest, de vriendin van je
vader/de vriend van je moeder. Het is in
die vijf jaar dat het programma bestaat
een steeds nieuwe stroom mensen die
bellen".
Vooral het thema 'liefde op het eerste
gezicht', dat onlangs werd besproken,
sloeg aan. Het had pas vreselijk ge
stormd en de saamhorigheid 'op straat
was groot. Een van de bellers naar Radio
Romantica had op het station een leuk
meisje gezien, ze hadden erg naar elkaar
geglimlacht en waren samen per trein
verder gereisd. Hij deed een oproepje,
omdat hij was vergeten haar telefoon
nummer te vragen. Dergelijke secundai
re reacties komen, lijkt het, steeds vaker
voor. Kranten verdienen veel geld aan
dergelijke oproepjes. Verlegenheid,
angst, contactgestoordheid?
"Niet assertief genoeg", meent Maria
Schopman. "Ze durven in eerste instan
tie niet. Zijn bang om afgewezen te wor
den, een blauwtje te lopen. De sociale
vaardigheid om op iemand af te stappen,
ontbreekt vaak. Praten is lastig. Als ie
mand, op wie je verliefd bent, je mee uit
eten neemt naar de Italiaan en je houdt
niet van Italiaans eten, durf je dat dan te
zeggen als je voor de deur staat? Of hou
je je mond, omdat je iemand niet durft te
gen te spreken? Vaak gebeurt dat laatste
en zo is het eerste misverstand al snel ge
boren. Die non-communicatie kan gro
teske vormen aannemen".
Abortus
Maria Schopman deed de sociale acade
mie, studeerde een aantal jaren psycho
logie en was in 1970 samen met Tineke
Wibaut betrokken bij de oprichting van
het Jongeren Advies Centrum (JAC) in
Amsterdam. Al snel werd ze daar gecon
fronteerd met ongewenste zwanger
schappen. In die tijd moesten vrouwen
voor een abortus nog naar Londen, om
dat in Nederland abortus op niet-medi-
sche indicatie strafbaar was. Samen met
een aantal gynaecologen, onder wie Net
tie Klomp en Gerie Ferwerda, en artsen
als Bonnie van der Meulen en Frank Wi
baut van MR '70 (consultatiebureau voor
geboortenregeling en seksualiteit) maak
te zij deel uit van een collectief dat in het
Prinses Beatrixoord in Amsterdam jon
geren aborteerde.
"Het gebeurde in een ziekenhuisje,
dus werd het vergoed door het zieken
fonds. Dat was de vooruitziende blik van
dr. Hally van het Algemeen Ziekenfonds
Amsterdam. MR '70 voerde overtijdbe
handelingen en abortussen uit bij vol
wassenen, en het Jongeren Advies Cen
trum bij adolescenten".
Maria Schopman deed bij het JAC de
gesprekken en voorlichting. "Daar was
grote behoefte aan. Soms hadden we
voorlichtingsgesprekken met wel twin
tig jongeren, vriendinnen en vrienden
van het meisje dat een abortus had laten
doen. Toen had ik al het standpunt: je
bent geen trut als je 'nee' zegt. Of: als jon
gen ben je geen doetje als je niet de eerste
keer met haar naar bed gaat".
Uit dat werk vloeiden andere activitei
ten voort. Ze geeft nu les aan de sociale
academie, op de verpleegkundigenoplei
ding Bigra in Amsterdam. Ze geeft trai
ningen in sociale vaardigheid aan vrou
wen, en werkt ongeveer anderhalve dag
voor Veronica-radio, waaruit twee jaar
geleden ook de brievenrubriek op Tele
tekst is voortgekomen. En dan heeft ze
nog haar halve baan als seksuologisch
therapeut bij MR '70. Ze houdt daar de
inta/ce-gesprekken voor abortus.
"Die vijf dagen bedenktijd vind ik per
soonlijk schandelijk. Niet te tolereren
die bevoogding, maar we hebben ons er
wettelijk wel aan te houden. Vroeger
kwam eenderde van de vrouwen voor
een overtijdbehandeling (een 'vroege
abortus', vóór de zestiende dag) en twee
derde voor abortus. Nu is het half om
half en die trend zet zich door. Er is meer
kennis en er wordt tegelijk meer anticon
ceptie gebruikt die niet honderd procent
veilig is. Een middel moet nu allereerst
niet ongezond zijn, de betrouwbaarheid
komt op de tweede plaats. Er hoeft in
Margriet of Viva maar een negatief arti
kel over de pil te staan, en vrouwen hou
den weer massaal op met slikken.
Therapie
Het geven van (paren-)sekstherapieën
hoort ook bij haar werk voor MR '70. Op
windingsstoornissen, incestverleden,
impotentie, problemen met homoseksu
aliteit. Aan al deze problemen wordt aan
dacht besteed. Maar ook aan haar begrip
zijn grenzen. "Sommige vormen, daar
heb ik geen affiniteit mee. In het radio
programma praat ik ook over mijn eigen
grenzen. Alles waar geweld of dwang bij
komt wijs ik af. Persoonlijk heb ik ook
moeite met pedofilie. Ik geloof best dat
er een heel diep contact kan zijn tussen
volwassenen en kinderen. Toch heb ik
het gevoel dat volwassenen seks opdrin
gen. Ik wéét dat kinderen uitdagen, maar
denk dat een kind op zo'n moment iets
anders vraagt dan volwassen seksuali
teit. Kinderen missen door die contacten
ook aansluiting bij hun leeftijdgenoten.
Laatst belde een man die waanzinnig ge
charmeerd is van meisjes van 7 a 9 jaar.
Ik zou graag met hem eens het proces
van volwassen-worden doornemen, le
ren om volwassenen als lustobject te
Tien jaar geleden is Maria Schopman
bij MR '70 ook begonnen met de gesplits
te parentherapie. "Na de zesde keer
brengen we de partners bij elkaar en van
daar uit praten ze samen verder. Ontzet
tend veel mensen hebben geen zin meer
in seks. Het is ook iets heel prestatiege
richts geworden. De eisen zijn geweldig,
de kicks moeten intens zijn. Het heel nor
male, emotionele is daardoor een beetje
verloren gegaan. Seks wordt erg opge
blazen. Veel van onze therapieën zijn
geënt op de ideeën van Masters
Johnson: als het niet lukt, begin dan
maar weer eens met strelen en aanhalen,
zonder meteen van alles te moeten. Want
dat is wat vaak gebeurt: mensen duwen
elkaar weg, omdat ze denken dat elke
zoen automatisch zal leiden tot met el
kaar naar bed 'moeten'. Als je van dat
dwangmatige kunt afstappen, blijkt dat
er vele creatieve manieren zijn".
Ze verbaast zich over mensen die zeg
gen dat ze geen seksuele fantasieën heb
ben. "Als je vraagt wat ze zouden doen
als ze de Staatsloterij winnen, dan weten
ze het wel. Als ze ook nog goed kunnen
koken, wat veel fantasie vereist, dan val
len ze helemaal door dernand. Schuldge
voel is het vaak. Maar je schuldig voelen
over fantasieën is nergens voor nodig.
Zolang je van jezelf maar niet elke fanta
sie per se in werkelijkheid hoeft om te
zetten".
Boeiend
Wat spreekt haar aan in het vak seksuolo
gie en het steeds weer aanhoren van pro
blemen? "Het is boeiend om te zien dat
heel veel patronen die mensen in hun re
laties hebben, zich in de seksualiteit toe
spitsen. Ze worden daar heel zichtbaar.
Voor vrouwen is de weigering van seks
vaak het laatste punt waarop ze kunnen
laten zien dat het niet goed gaat. De kin
deren en partner gaan gewassen en ge
voed naar buiten, daar blijven ze altijd
voor zorgen. Seks is vaak het laatste
machtsmiddel. Ik heb daar geen oordeel
over. Zendingsdrang is mij vreemd".
Dat heeft, denkt ze, ook met haar ou
ders te maken. "Ze zijn in 1953 geschei
den, beiden hadden andere relaties en
dat ging heel openlijk. Ik ben niet zo op
gevoed in huisje-boompje-beestje-voor-
altijd. Je moet ook heel creatief zijn om
een langdurige relatie te hebben, je moet
er heel veel in investeren. Ik vind het een
groot goed van deze tijd dat je niet meer
om financiële redenen bij elkaar hoeft te
blijven. Aan de andere kant., mensen
mogen ook wel eens wat meer Ausdauer
vertonen. Durven ruziemaken en niet na
een ruzie meteen de relatie op de helling
zetten. En daarnaast spreekt ook het idee
van het vriendennetwerk me aan. Niet al
leen bij tweeverdieners maar ook in ge
zinnen: goede vrienden erbij, voor wie je
ook eens iets doet. Met alle vrienden sa
men in een hofje wonen, zoiets".
Gesodemieter), waarin hij uitlegt hoezeer
opvoeden in veel gevallen weinig anders
is dan het voortdurend heen en weer ren
nen om grotere of kleinere rampen (nog
net) te voorkomen of binnen de perken te
houden.
Een van de meest kenmerkende dingen
aan het gedrag van kinderen is het feit
dat ze een soort van ingebouwde drang
lijken te hebben om voortdurend tegen
gestelde grenzen aan te duwen. Net heb je
ze uitgelegd datje nooit een gloeilamp uit
een fitting mag draaien zonder eerst de
elektriciteit uit te schakelen, of ze gaan
uitproberen of je een platte horlogebatte-
rij kunt opladen door 'm tegen de onder
stroom staande fitting te houden. Vertel
ze dat ze voor bepaalde tv-programma's
of boeken nog te jong zijn en geheid gaan
ze alles in het werk stellen om er kennis
van te nemen.
Waarom hebben verboden of grenzen
op kinderen (overigens niet alleen op kin
deren) nou juist zo'n sterke aantrek
kingskracht? Om die vraag te beant
woorden moeten we ons twee dingen rea
liseren. Het eerste is dat een verbod altijd
een aandachtsrichtende werking heeft.
Het plaatst iets in het centrum van de
aandacht dat voor het verbod nog op de
achtergrond stond. Het tweede is dat niet
alleen voedsel, drinken en veiligheid,
maar ook ruimte om te exploreren, de we
reld te verkennen, tot onze elementaire
behoeftes behoort.
Omdat kinderen en jongeren nu een
maal meer dan volwassenen moeite heb
ben de bevrediging van hun behoeftes uit
te stellen en frustratie daarvan te ver
dragen, zullen ze eerder tegen een verbod
of grens (dat is immers meestal een frus
tratie van behoeftebevrediging) ingaan.
Dus zullen ze juist willen exploreren wat
niet mag. Dat is lastig, vaak zelfs ver
domd lastig. Maar, schrale troost, het is
ook onvermijdelijk. Want mensen, oud en
jong, scheppen voortdurend de werke
lijkheid die ze nodig hebben om zichzelf te
kunnen ontdekken.
De beste tijd voor ouders van tieners
breekt aan, zodra ze er samen even tussen
uit kunnen en een korte (voorjaars) va
kantie kunnen nemen. De slechtste tijd
nadert, als ze naar huis opbellen om te
horen of alles goed gaat.
"Hallo Freddie, dit is mamma. We zijn
net aangekomen. Waar is oma?... Waar
om is ze naar huis gegaan? Ze zei dat ze
de hele week zou blijven...
Wat is dat voor muziek daar op de ach
tergrond?... Hoeveel vrienden?... Je weet
het niet precies?... Hoeveel heb je er dan
uitgenodigd?... Je hebt er maar 10 ge
vraagd, maar d'r kwamen 40 aanzet
ten?"...
"Freddie, we hebben duidelijk afge
sproken datje geen feestjes zou organise
ren als wij er niet zijn... Als het geen feest
je is, wat is het dan?... Een schoolreü
nie?.... Maar je doet pas volgende jaar
eindexamen"..
"Een reünie van leerlingen die al eind
examen gedaan hebben? Maar hoezo?
Moet jij zonodig een bijeenkomst van eer
ste jaar-studenten organiseren?"...
"Zijn het geen studenten, maar leden
van de hockeyclub?*'
"Dat doet de deur dicht! Geef me Gree-
tje aan de telefoonHoe kan je zus nou
uit zijn? Ze heeft beloofd dat ze 's avonds
thuis zou blijven en op het buis zou pas
sen als wij weg waren".
"Freddie, je hebt ons plechtig gezworen
dat je nou eens geen ruzie met haar zou
maken... Wat was dat voor geluid?...
Waar zit je te telefoneren?... Dat doet er'
wel iets toe. Als je in de keuken zit, dan
betekent het dat iemand een bord of een
beker kapot heeft laten vallen en als je'
in onze slaapkamer belt, dan heeft ie
mand een van mijn flessen eau de toilette
uit zijn handen laten vallen... Wel God al
lemachtig! Blijf aan de lijn, ik geef je pa
pa".
"Hallo, jongen, hoe gaat het? Begrijp
ik goed dat je een feestje ban het bou wen
bent?... Het klinkt alsof iedereen het be
hoorlijk naar zijn zin heeft... Volgens mij
hadden we duidelijk afgesproken, dat jij
mijn auto mocht gebruiken op voorwaar
de dat als we weg waren je geen andere
mensen in huis zou halen? Is dat niet wat
we goed hadden afgesproken?"...
"Ik zal je wat zeggen, jongen. Waarom
vraag je die lui niet om rustig het huis te
verlaten en als ze moeilijk beginnen te
doen, zeg ze dan duidelijk dat je weinig
anders kunt doen dan ze d'r uit te wer
ken. Opdracht van je ouders"...
"Nee, ik geef toe dat ik nog nooit een
hockeyelftal gevraagd heb mijn huis uit
te gaan. Maar dat doet er niet toe, jij hebt
ze d'r in gelaten, dus zul jij ze ook op een
of andere manier weer naar buiten moe
ten werken"...
"Freddie, is dat een sirene?.... Gewoon
voor mijn eigen gemoedsrust, is dat een
politie- of een brandweersirene?Poli
tiesirene? Godzijdank, dat betekent ten
minste dat het huis niet staat af te fikken.
Enig idee, Freddie, wat de politie in ons
huis te schaften heeft?... Je wilt liever dat
ik zelf met de agent spreek"...
"Ja, brigadier, dit is Johnny de Wilde.
Ik snap inmiddels dat er iets aan de hand
is, dus vertelt u mij maar onomwonden
hoe de situatie er voor staat"...
"Ja, begrijp ik. De buren hebben dus
geklaagd over geluidsoverlast, loeiharde
muziek, schreeuwen als wilde beesten, ob
scene taal, kapotte ruiten, blikjes en fles
sen op hun gazon en hier en daar naakt
tussen de coniferen".
"Ja, het is mogelijk dat onze zoon zo'n
feestje op touw heeft gezet. Als het een
warhoofd is en als hij er uit ziet als een
eerste klas idioot die geen nee kan zeggen
ats zijn ouders van huis zijn, dan hebt u
waarschijnlijk onze Freddie voor u"...
"Brigadier, hoe groot is de schade,
schat u zo op het eerste gezicht?...Mhm,
mhm, ja,., inclusief de rooie wijnvlekken
op de vloerbedekking en de velourbank...
Minstens vijf tot zes duizend gulden!...
Alle Jeez"...
"Nou dat wordt dan een goedkope va
kantie voor mijn vrouw en mij... Wat ik
wil dat u doet? Ik, ik zou het niet precies
kunnen zeggen. Enig politiegeweld lijkt
me misschien wel op zijn plaats. Ik zal u
wat zeggen, brigadieriedere manier die
u kunt verzinnen om dat tuig mijn huis
door René Diekstra
hoogleraar psychologie te Leiden
uit te krijgen, wordt hogelijk op prijs ge
steld. Wat mij betreft krijgt u een medail
le voor iedere gast die u het huis uit gooit.
Mag ik mijn zoon nog even terug?"
"Freddie, luister. De politie heeft aan
geboden om de hockeyclub duidelijk te
maken dat het beter voor ze is het pand te
verlaten. Zeg ze dat het niet persoonlijk is
bedoeld. Ik heb de brigadier gevraagd ie
dereen eruit te werken. Iedereen, hoor je,
of het nou wel of geen sportman is. Dat
het jouw vrienden zijn, daar heeft het
niks mee te maken. Het heeft alleen maar
te maken met het feit dat mamma en ik
ons hadden voorgesteld nog een jaar of
wat in ons huis te kunnen wonen als we
van vakantie terug zijn".
"En luister nou eens goed jongen. Als
de politie iedereen eruit heeft getrapt,
dan kan het zijn dat ze je meenemen naar
het bureau en verbaal tegen je willen op
maken vanwege verstoring van de open
bare orde. Als ze dat doen, dan heb je het
recht een verklaring te weigeren en ie
mand op te bellen voor bijstand. Als dat
gebeurt, jongen, verspil je kwartje dan
niet aan ons, want wij gaan nou eerst
eens proberen een beetje te slapen".
Een geintje deze beschrijving of komt
zoiets echt voor? Het laatste dtis. Je kunt
het zo gek niet verzinnen of kinderen ko
men er wel op. Een van mijn leermeesters,
de Amerikaanse psycholoog Albert Ellis,
schreef ooit eens een boek onder de titel
Children are Hassle (Kinderen betekent