-
Heropleving kleine
criminaliteit dreigt
Offshore oorzaak grote milieuproblemen
P
NABIJ
'Ü6
JpS
'Wij willen Gods
grootheid tonen'
i reportage)
Tien jaar Landelijk Bureau Voorkoming Misdrijven
NOq
rO
VRIJDAG 23 FEBRUARI I
GEESTELIJK LEVEN
DEN HAAG - De Sombere
visie van de Haagse hoofd
commissaris van politie.
Brand, verstoorde een beetje
het feestje dat het ministerie
van justitie vorige week had
georganiseerd ter gelegen
heid van het tienjarig be
staan van het Landelijk Bu
reau Voorkoming Misdrij
ven. Brand waarschuwde in
zijn bijdrage aan de jubile
umuitgave over tien jaar cri
minaliteitspreventie voor
een heropleving van de klei
ne misdaad, met name in de
grote steden. Zijn betoog
stak schril af tegen de jube
lende teksten over de suc
cessen, die het project Voor
koming Misdrijven in het af
gelopen decennium heeft
geboekt.
door
Jos Heymans
De Haagse hoofdcommissaris
maakte zich grote zorgen over het
voortschrijdende verval van de bin
nensteden. Ondanks alle inspannin
gen om de leefbaarheid te vergro
ten, onder meer door stadsvernieu
wing, neemt de verpaupering hand
over hand toe. Grote groepen in de
samenleving zullen niet profiteren
van de economische opleving van
dit moment. Voor vele werklozen
zal een gebrek aan perspectief blij
ven bestaan. Het sociaal isolement
zal groter worden, als de overheid
niets onderneemt om deze ontwik
keling te keren.
Brand wees in zijn bijdrage op
nieuw op de verantwoordelijkheid
van de lokale overheid, het gemeen
tebestuur. De geschiedenis herhaal
de zich, want dat gebeurde ook tien
jaar geleden en leidde uiteindelijk
tot de oprichting van het Landelijk
Bureau Voorkoming Misdrijven.
Tot dat moment werd de bestrijding
van de misdaad immers gezien als
een taak, die uitsluitend was voor
behouden aan politie en justitie.
Maar dat had weinig succes. In 1960
werden 132.000 misdrijven bij de
politie aangemeld, in 1980 was dat
opgelopen tot bijna 700.000.
Er moest een nieuwe strategie
worden ontwikkeld om de explo
sief stijgende misdaad een halt toe
te roepen. Denkbeelden verander
den; niet alleen de politie maar de
totale maatschappij werd verant
woordelijk beschouwd voor de leef
baarheid. Ook burgers en gemeen
tebesturen zouden moeten meehel
pen de veiligheid te vergroten. Pre
ventie heette het nieuwe tover
woord. Er moesten maatregelen
worden getroffen om te voorkomen
dat er misdaden werden gepleegd.
Dat leek aanvankelijk een taak voor
gemeentebesturen (bestuurlijke
precentie), want de politie richtte
zich vooral op de opsporing van da
ders.
Al snel zou blijken dat preventie
zonder hulp van de politie gedoemd
was te mislukken. De korpsen zijn
immers bij uitstek deskundig op
het gebied van de misdaad. Zij be
schikken over de gegevens en het
analytisch vermogen om de juiste
preventiemaatregelen te adviseren.
Maar dat betekende ook dat er bij
de politie iets moest veranderen. Op
de rechercheschool werden oplei
dingen gestart voor het voorkomen
van misdrijven. Ook ontstond er in
tensief contact met het Weten
schappelijk Onderzoeks- en Docu
mentatie Centrum (WODC) van het
ministerie van justitie. Dat moest
nagaan of de veronderstellingen
waarop de misdaadvoorkoming
stoelde, wel juist waren.
Buurtpreventie
Het project 'Voorkoming misdrij
ven' stoelt niet alleen op voorlich
ting en technische preventiemaat
regelen. Het accent ligt vooral op
het betrekken van de burgers bij de
veiligheid van hun woonomgeving.
In de Verenigde Staten had die aan
pak (neighbourhood watch) inmid
dels zijn vruchten afgeworpen. In
ons land heette dat buurtpreventie
en er werd voor het eerst mee be
gonnen in de Arnhemse wijk Mo-
lenbeke. Daar was het aantal inbra
ken in drie jaar tijd bijna verdub
beld. Negen procent van de wijkbe
woners liep het risico slachtoffer te
worden van een misdaad, terwijl
dat percentage landelijk op nog
geen twee lag. Molenbeke was daar
om bij uitstek geschikt als proefpro
ject.
In de wijk werden vijf personen
aangesteld, die optraden als con
tactpersoon tussen burgers en poli
tie. De bewoners kregen een mel-
dingskaart om ongewone situaties
in de wijk te noteren en daarvan de
contactpersoon in kennis te stellen.
Het melden van verdachte situaties
had binnen twee weken resultaat:
op grond van de aanwijzingen van
burgers kon een dader worden ge
pakt, die in de wijk vele inbraken
had gepleegd.
De woningen in de wijk werden
voorzien van stickers met de tekst
'attentie buurtpreventie', als uiting
van saamhorigheid en als preven
tieve waarschuwing aan mogelijke
daders. Ook werd een actie gestart
voor het merken van goederen en
bracht de gemeente een aantal voor-
Sommigen maken het de inbreker wel erg gemakkelijk.
Voorkom inbraak in uw woning
Jfc 1L
fo* n t
brochures en folders i
zieningen aan. Gevoelens van angst
en onveiligheid werden namelijk
gevoed door een gebrekkige straat
verlichting en het slecht onderhou
den groen. Toen de actie in 1987 van
start ging, waren er in de wijk al
veertien inbraken gepleegd. In de
rest van het jaar kwamen er nog
acht bij. Maar in 1988 daalde het
aantal inbraken tot vijf en in 1989
zelfs tot twee.
Huismeester
Een andere succesvolle vorm van
preventie is de huismeesterrege
ling, die in 1988 werd ingesteld. Op
grond van die regeling kunnen soci
ale verhuurders (gemeenten, wo-
ningbouwverenigingen) subsidie
krijgen voor het aantrekken van een
huismeester. Inmiddels zijn er ruim
150 huismeesters aangesteld en is
de veiligheid in veel flatgebouwen
aanmerkelijk vergroot. De huis
meester houdt zich niet alleen bezig
met klusjes als het aanbrengen van
een slot op een brievenbus of het
vervangen van een lamp in de en
treeruimte, maar adviseert ook de
bewoners op allerlei gebied, gericht
op verbetering van de sociale veilig
heid en de leefbaarheid. Hij let erop
als mensen hun vuilniszak naast de
container gooien, verbiedt het mee
nemen van fietsen in liften en houdt
een oogje in het zeil als vreemde
snuiters het gebouw betreden. Veel
flatgebouwen die door criminaliteit
en overlast bijna onverhuurbaar
bleken, staan nu weer in de belang
stelling van woningzoekenden.
Een gezamenlijke aanpak van ge
meentelijke instellingen, politie,
scholen, woningbouwverenigingen
en burgers leidt vaak tot opvallende
successen. Door een hechte samen
werking is de door vandalisme ver
oorzaakte schade aan gebouwen en
straatmeubilair in de Haarlemse
Meerwijk sterk teruggedrongen. In
1984 bedroeg de schade aan scho
len, straatmeubilair en gemeentelij
ke gebouwen bijna 1,1 miljoen. In
1988 was dat teruggebracht tot ruim
600.000 gulden.
Naast vandalisme is ook de recre-
atiecriminaliteit sterk toegenomen.
In Zeeland leed het toerisme (goed
voor een jaaromzet van drie miljard)
ernstig onder allerlei vormen van
criminaliteit, zoals vandalisme,
winkeldiefstallen, drugshandel, ge
weldsdelicten en overvloedig alco
holgebruik. Veertien gemeenten in
Zeeland besloten tot een gezamen
lijke aanpak. Uit onderzoek was ge-
(fotoGPD)
bleken dat de recreatiemogelijkhe
den nogal eenzijdig waren, waar
door vooral vandalisme en alcohol
gebruik toenamen. Nieuwe activi
teiten hebben ertoe geleid dat de
horecagelegenheden nauwelijks
meer problemen kennen. Overlast
door discobezoekers is sterk gere
duceerd door het inzetten van gratis
bussen.
Halt
Bij preventie speelt ook de aanpak
van daders een belangrijke rol.
Straffen alleen is vaak ontoerei
kend. De kleine criminaliteit leidt
maar zelden tot een gerechtelijke
veroordeling. De delicten zijn daar
voor meestal te gering. Het gaat
doorgaans om waarschuwingen en
bij wat ernstiger delicten om boe
tes. Aan de opvoedkundige waarde
daarvan wordt ernstig getwijfeld.
Sinds 1981 bestaat het bureau Halt.
Jongeren van 12 tot 18 jaar die we
gens vandalisme door de politie zijn
opgepakt, worden doorgestuurd
naar Halt. Ze kunnen dan kiezen
voor een alternatieve straf en een
schaderegeling voor de benadeelde
of voor een justitiële vervolging. De
alternatieve straf bestaat meestal
uit het herstellen van de aangerich
te schade en het betalen van (een
deel van) die schade. Halt heeft in
middels 47 bureaus, die ruim de
helft van het land bestrijken. De
aanpak is succesvol: 60 procent van
de 'clienten' houdt na een Halt-pro
cedure op met het plegen van delic
ten.
Maar ondanks al die positieve ac
ties, is de criminaliteit nog niet be
dwongen. Het Centraal Bureau
voor de Statistiek schat het aantal
misdrijven in ons land op ruim zes
miljoen per jaar. Slechts 35 procent
daarvan wordt gemeld bij de politie.
En nog geen vijf procent van alle
misdrijven wordt opgehelderd.
De schade die de criminaliteit
veroorzaakt, ligt tussen de zeven en
acht miljard gulden. Getallen die de
juichtonen over het project Voorko
ming misdrijven moeten doen ver
stommen. Of, zoals staatssecretaris
Aad Kosto van justitie in het voor
woord van de jubileumuitgave
schrijft: "De statistieken vertonen
weliswaar een afnemende stijging,
maar nog steeds is de omvang van
de criminaliteit oorzaak van een ge
voel van angst en soms zelfs mach
teloosheid in de samenleving. Er
moet dan ook nog veel werk worden
verzet".
Olie in de zee. Verscheidene malen
per jaar nieuws op de voorpagina.
Een olietanker die op de klippen
loopt, een boorplatform dat niet
meer onder controle is. Vogels,
zwart van de olie, spoelen aan op de
kust en iedereen spreekt er schande
van. Toch zijn ongelukjes oorzaak
van slechts 5 procent van de totale
hoeveelheid olie die in zee belandt.
De resterende 95 procent is het ge
volg van dagelijkse menselijke acti
viteiten, die minder opvallen. Het
gaat om olieresten die via de rivie
ren meespoelen met industrieel en
huishoudelijk afvalwater. Om lozin
gen van booreilanden, tankers en
andere schepen. Zelfs via de atmos
feer komt onopvallend, maar onver
biddelijk, een gestage stroom olie
deeltjes in de zee.
door
Kees Siderius
weerstandsvermogen tegen ziekten
aan en verstoort de voortplanting.
Ook allerlei kruipend en gravend
gedierte op de zeebodem wordt ziek
of sterft door olievergiftiging. An
ders dan bij olievogels die op de
kust aanspoelen merkt niemand
daar iets van; niet rechtstreeks ten
minste. Maar een aanslag op het le-
Er is bij dit alles geen sprake van
toevallige ongelukjes, maar van een
voortdurende vervuiling; een deel
van het (geaccepteerde) afval van
een maatschappij waaruit olie niet
meer is weg te denken. De genoem
de percentages hebben betrekking
op de hele wereld. De verhoudingen
in de Noordzee wijken daar niet ver
vanaf (zie afbeelding). Laboratori
umonderzoek heeft uitgewezen dat
de olie die door schepen wordt ge
loosd en de olie die weglekt uit
offshoreplatforms het schadelijkst
Olie die aan het zeeoppervlak
wordt afgebroken, verdwijnt niet
echt. Een deel verdampt en slaat el
ders met regenwater weer neer. Een
ander deel verspreidt zich, uiterst
fijn verdeeld, onder water. Zodra de
deeltjes zich in het bodemslib vast
zetten worden ze niet verder afge-
broken. Volgens berekeningen van
het TNO is 10 tot 25 procent van de
Noordzeebodem met olie vervuild.
Olie tast bij veel vissoorten het
ven van de lagere diersoorten in de
voedselketen betekent voedselge
brek voor de dieren die daarvan
moeten leven. Sterft de bodem van
de zee, dan is er ook geen leven voor
de vogels die erboven vliegen.
Een aanzienlijk deel van de oliever
vuiling in de Noordzee wordt ver
oorzaakt door de offshore-industrie.
Het werk op de booreilanden en
produktieplatforms wordt letterlijk
uit het zicht van de kust verricht.
Verspreid over de hele Noordzee
zijn op dit moment ongeveer 150
offshore-installaties in bedrijf. Op
verplaatsbare booreilanden wordt
naar olie en gas gezocht.
Wanneer een winbaar veld is ont
dekt, wordt daar een produktieplat-
form gebouwd om het zwarte goud
op te pompen. Deze platforms staan
vaak lange tijd op één plaats. De
meeste zijn aangesloten op een net
van in totaal 8000 kilometer pijplei
ding, dat zich op de bodem van de
Noordzee uitstrekt voor
van olie of gas naar de vaste wal.
In het Noordzee-gebied is rond
150 miljard gulden in de offshore in
dustrie geïnvesteerd. De sector
biedt direct werk aan ca. 50.000
mensen. In het Nederlandse deel
van het Continentaal Plat staan nu
53 offshore-installaties. Dit aantal
zal binnenkort wel groeien, omdat
het ministerie van Economische
Zaken vorig jaar november 50 nieu
we vergunningen heeft uitgegeven
om naar olie en gas te gaan zoeken.
Rotterdam, Velsen/IJmuiden en
Den Helder zijn de bekendste
offshore-havens in Nederland. Uit
het zicht van de kust wordt door de
offshore industrie helaas ook olie in
de Noordzee 'gemorst'. Dat is ten
minste 29.000 ton per jaar, een
schatting waarover de overheden
van de Noordzeestaten het eens
konden worden. Sommige deskun
digen komen in hun berekeningen
driemaal zo hoog uit.
Bij het boren wordt een spoelmid-
del gebruikt om de boorbeitel te
koelen en het gruis gemakkelijk
naar boven te kunnen halen. Veel
van de oliehoudende boorspoeling
wordt in zee geloosd. Dat gebeurt
ook met schoonmaakwater, waarin
olieresten zitten. Daarnaast heeft de
offshore ook een stevig aandeel in
de chemische verontreiniging van
de Noordzee.
Op grote schaal worden bij voor
beeld zwaar giftige coatings ge
bruikt om staal- en betonconstruc
ties en pijpleidingen onder water
vrij te houden van aangroeiende al
gen en andere levende organismen.
Deze zogeheten biociden vormen
een permanente bron van vergifti
ging. Minder schadelijke anti-aan-
groeimethoden bestaan, maar wor
den slechts bij uitzondering toege
past.
Uitgebreide onderzoekprogram
ma's hebben aangetoond dat bin
nen een straal van 500 meter
rondom een platform het leven in
de zee ernstig is aangetast. Binnen
een straal van 2 kilometer is de ver
storing van de planten en dierenwe
reld goed merkbaar. Dat het ook an
ders kan bewijst een boor- en pro-
duktieplatform van Petroland in de
Waddenzee.
Onder druk van milieu-organisa
ties is daar een voorbeeldige instal
latie gebouwd waaruit geen lozin
gen van olie of chemicalién plaats
vinden. Deze stoffen worden in spe
ciale containers opgevangen en
voor verdere verwerking naar de
vaste wal gebracht. Het gevaar van
een ongeluk blijft echter. De schade
aan de natuur in het Waddengebied
en ver daarbuiten is dan niet te
overzien.
Voor vogels bestaat nog een ander
gevaar. Op veel platforms wordt on
geschikt aardgas uit hoge fakkels
verbrand. Niet alleen komt daarbij
heel veel kooldioxide (C02) vrij,
maar grote aantallen vogels worden
vooral 's nachts door de enorme fak
kels misleid en komen in het vuur
om. Milieu-organisaties pleiten
daarom voor een totaal verbod op
affakkelen. Goede opslagmogelijk
heden voor ongewenste brandbare
gassen, transport naar land en ver
dere verwerking maken dit affakke
len onnodig.
De politieke verantwoordelijk
heid voor het doen en laten van de
offshore bedrijven ligt in Nederland
bij het ministerie van Economische
Zaken. Daar worden de vergunnin
gen afgegeven voor het zoeken naar
delfstoffen op het Continentaal Plat
en het winnen ervan.
Maar de verantwoordelijkheid
voor het opstellen van milieube-
schermende voorwaarden en de
controle op het nakomen daarvan
liggen bij hetzelfde ministerie. Deze
verstrengeling van tegengestelde
belangen binnen een departement
is een doorn in het oog van de
milieu-organisaties. Zij pleiten al ja
renlang voor een onafhankelijke re
gelgeving en controle daarop door
de milieu-inspectie.
(De auteur is medewerker van de or
ganisatie Seas at Risk)
De Continental Singers in Lisse tijdens
Perfecte show Continental Singers
LISSE De show die de Continental Singers, 's werelds be
kendste gospelproject, gisteren in de Grote Kerk in Lisse neer
zette was even enthousiast als perfect. "Wij hebben een groot
en volmaakt God en \yij streven ernaar om dat uit te stralen",
legt dirigent Keith Wheeler uit.
Even na achten komen ze van alle
kanten uit de kerk aangerend:
ruim dertig jongeren, nauwelijks
de tienerjaren ontgroeid. Vanaf
dat moment blijven ze de aan
dacht vasthouden met spran
kelende zang, uitstekend gecoör
dineerde gebaren, persoonlijke
getuigenissen en stralende blik
ken op het publiek.
Voor iedere tournee, en er zijn
er al tientallen geweest sinds de
start in 1963 in California, worden
steeds weer nieuwe zangers en
musici geselecteerd. Belangstel
lendejongeren moeten een band
je opsturen, samen met twee refe
renties over hun muzikale kwali
teiten en twee over hun geestelij
ke gesteldheid.
"Het is een behoorlijke strenge
selectie", beaamt Wheeler (uit
Sweetwater, Tennessee), die zelf
een graad voor zang en aanteke
ning voor kerkmuziek heeft en nu
voor de zesde maal een groep diri
geert. "Veel mensen nemen ge
noegen met middelmatigheid,
maar dat is voor ons niet voldoen
de".
Hoewel er dit jaar ook weer in
totaal achttien groepen de wereld
over trekken, geeft Wheeler toe
dat de typering 'happy few' juist
is. "Ons doel is om het Evangelie
uit te dragen door positief-chris-
telijke gelovigen te zijn". De on
derlinge band van de groepsleden
noemt hij ook belangrijk. De jon
geren hebben zeer uiteenlopende
kerkelijke achtergronden. "Wij
willen ook positieve factoren in
eikaars leven zijn".
Na een intensief trainings
kamp, treden de singers nu ruim
drie maanden lang iedere dag op
in de VS, Canada, Europa en Afri
ka, en verblijven bij steeds weer
andere gastgezinnen. "Wij voelen
dat God ons roept op dit moment
en deze plaats. En dat is belangrij
ker dan een 'jet-lag' of het gebrek
aan privacy".
Naast Amerikanen en Canade
zen, is er één Nederlander in de
groep, Frenkie Sinay uit Barne-
veld "Frenky,. say hello!"
(Frenky swaait met een Ameri-
EN VER
kaans vlaggetje). Zijn verhaal is
even simpel als overtuigend: "De
Heer wist dat het mijn verlangen
was om mee te doen, en in geloof
heb ik de grote stap gewaagd. En
toen bleek dat alles ook goed uit
werkte".
Zo kwamen de vele duizenden
guldens er, die Frenky voor de
toernee nodig had, en gaf zijn
baas hem de benodigde tijd ver
lof. "God heeft mij laten zien dat
hij een almachtig God is. Je leeft
voor Hem. Als je Jezus werkelijk
liefhebt, wil je hem ook echt vol
gen".
En zo straalden de Continental
Singers gisteren hun optreden
lang. Wheeler moest sommigen er
met een overdreven grijns op zijn
gezicht er wel even aan herinne
ren om bij de up-tempo nummers
niet te serieus te kijken, want het
thema 'Hold up the light' (Laat
Gods licht in de wereld stralen)
vroeg vooral een blijde en swin
gende uitstraling.
De groep bleek ook voor een
grapje in. In een ludiek nummer
stelden ze de luie houding van
veel christenen aan de kaak
"Heer, ik wil hier alles voor u
doen, maar stuur me alstublieft
niet naar Afrika". De Continental
Singers kunnen zo'n speldeprik
geven; zij hebben enig recht van
spreken. WIM SCHRIJVER
'Alleen Syrische
vertaling noemt
Abraham vader
van meer volleen'
LEIDEN Wanneer in Genesis,
hoofdstuk 17, Abraham 'de vader
van een menigte volkeren' wordt
genoemd, is hij daar als stamva
der van Israël aangeduid. Alleen
de oude Syrische vertaling, de
Peshitta, geeft hem ook de positie
van vader voor volkeren buiten
Israël. Dit heeft te maken met de
joods-christelijke achtergrond
van deze vertaling.
Dit betoogde dr. A. van der
Kooij vanmiddag bij de aanvaar
ding van het ambt van hoogleraar
in de uitlegging van het Oude
Testament in Leiden. Voor dit
openbare college had hij het mo
ment in het leven van Abrahan,
genomen, waarop God beloofd
hem 'buitengewoon vruchtbaar'
te maken (Genesis 17 vers 4 tot 6,
Tijdens zijn oratie zette Van der
Kooij de Peshitta af tegen de oor
spronkelijke Hebreeuwse tekst,
de Septuaginta (de Griekse ver
sie, derde eeuw voor Chr.) en de
Aramese bijbel (de Targum On
kelos, waarschijnlijk van voor 135
na Chr.), die alle drie met 'menig
te volken' op een buitengewoon
sterke legermacht doelen, aldus
de spreker.
De Peshitta (tweede eeuw na
Chr.) spreekt onder invloed van
de kerkvader Aphraat als enige
over Abraham als een vader 'vóór'
een menigte volken. Volgens Van
der Kooij is deze vertaling echter
niet ontspoord. Gemeten aan de
spelregels uit de oudheid is de nu
ance in de Syrische tekst volstrekt
legitiem, zo meent hij.
Overigens legt de apostel
Paulus al in zijn brief aan de Ro
meinen (daterend uit de eerste
eeuw) het bewuste vers uit als een
aanduiding van het nageslacht
van Abraham in geestelijke zin.
Hoekendijk. De evangelisten
Ben en Wiesje Hoekendijk heb
ben zich losgemaakt van de door
hen opgerichte stichting Opwek
king en zullen hun werk voortzet
ten in de stichting Shalom. Ben
Hoekendijk (51), met name be
kend van de opwelckingsbijeen-
komst'en One Way, toont zich
dankbaar voor de hulp die hij in
de loop der jaren van de mede
werkers van Opwekking heeft ge
kregen, maar meent nu gehoor te
moeten geven aan "de uitdaging
in een veranderde wereld nieuwe
wegen in te slaan".
Rabbinaal examen. Het Neder-
lands-Israëlietisch Kerkgenoot
schap (NIK) wil precies weten
waarom het rabbinaal examen
van mr. drs. R. Evers geen door
gang kon vonden. De Franse op
perrabbijn F. Sitruk en rabbijn
Liebermann uit Antwerpen zou
den op 31 januari het examen af
nemen, maar stuurden op het al
lerlaatste moment bericht van
vërhindering. Het Nieuw Israëli
tisch Weekblad (NIW) houdt het
erop dat de beide rabbijnen weg
bleven na anonieme telefoontjes,
afkomstig van collega's van
Evers, die bevreesd zouden zijn
dat hij hen op den duur gaat over
vleugelen. Evers is ook de officië
le spreekbuis van het NIK.
Mannenzaak. De sectie 'Vrouw
in Kerk en Samenleving' heeft
zich teruggetrokken uit de stuur
groep van het conciliair proces.
Zij zal daarin pas terugkeren als
de mannen in dit gezelschap er
van doordrongen zijn dat de
machtsongelijkheid tussen man-
'speerpunten' van het proces in
ons land ook "een mannen
zaak" is. Volgens de sectie wordt
de materie te veel verwaarloosd.
Priesters. Het aantal priester
wijdingen in de RK Kerk is in
1988 in vergelijk met het jaar er
voor met 9,2 procent gestegen. In
'88 werden wereldwijd 7.998
priesters gewijd.
Beroepingswerk
Hervormde Kerk: bedankt voor
Kamerik J. C. den Toom Ernst.
Geref. Kerken vrijgemaakt: beroe
pen te Meppel J. J. Poutsma Harden-
berg.
Gereformeerde Gemeenten: beroe
pen te Drachten P. Blok Kootwijker
broek; bedankt voor Borssele A. F.
Honkoop Zwijndrecht.
Baptistengemcentcn: aangenomen
naar Haarlem (part-time) R. Th. Qui-
spel Leiden.