- Heropleving kleine criminaliteit dreigt Offshore oorzaak grote milieuproblemen P NABIJ 'Ü6 JpS 'Wij willen Gods grootheid tonen' i reportage) Tien jaar Landelijk Bureau Voorkoming Misdrijven NOq rO VRIJDAG 23 FEBRUARI I GEESTELIJK LEVEN DEN HAAG - De Sombere visie van de Haagse hoofd commissaris van politie. Brand, verstoorde een beetje het feestje dat het ministerie van justitie vorige week had georganiseerd ter gelegen heid van het tienjarig be staan van het Landelijk Bu reau Voorkoming Misdrij ven. Brand waarschuwde in zijn bijdrage aan de jubile umuitgave over tien jaar cri minaliteitspreventie voor een heropleving van de klei ne misdaad, met name in de grote steden. Zijn betoog stak schril af tegen de jube lende teksten over de suc cessen, die het project Voor koming Misdrijven in het af gelopen decennium heeft geboekt. door Jos Heymans De Haagse hoofdcommissaris maakte zich grote zorgen over het voortschrijdende verval van de bin nensteden. Ondanks alle inspannin gen om de leefbaarheid te vergro ten, onder meer door stadsvernieu wing, neemt de verpaupering hand over hand toe. Grote groepen in de samenleving zullen niet profiteren van de economische opleving van dit moment. Voor vele werklozen zal een gebrek aan perspectief blij ven bestaan. Het sociaal isolement zal groter worden, als de overheid niets onderneemt om deze ontwik keling te keren. Brand wees in zijn bijdrage op nieuw op de verantwoordelijkheid van de lokale overheid, het gemeen tebestuur. De geschiedenis herhaal de zich, want dat gebeurde ook tien jaar geleden en leidde uiteindelijk tot de oprichting van het Landelijk Bureau Voorkoming Misdrijven. Tot dat moment werd de bestrijding van de misdaad immers gezien als een taak, die uitsluitend was voor behouden aan politie en justitie. Maar dat had weinig succes. In 1960 werden 132.000 misdrijven bij de politie aangemeld, in 1980 was dat opgelopen tot bijna 700.000. Er moest een nieuwe strategie worden ontwikkeld om de explo sief stijgende misdaad een halt toe te roepen. Denkbeelden verander den; niet alleen de politie maar de totale maatschappij werd verant woordelijk beschouwd voor de leef baarheid. Ook burgers en gemeen tebesturen zouden moeten meehel pen de veiligheid te vergroten. Pre ventie heette het nieuwe tover woord. Er moesten maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat er misdaden werden gepleegd. Dat leek aanvankelijk een taak voor gemeentebesturen (bestuurlijke precentie), want de politie richtte zich vooral op de opsporing van da ders. Al snel zou blijken dat preventie zonder hulp van de politie gedoemd was te mislukken. De korpsen zijn immers bij uitstek deskundig op het gebied van de misdaad. Zij be schikken over de gegevens en het analytisch vermogen om de juiste preventiemaatregelen te adviseren. Maar dat betekende ook dat er bij de politie iets moest veranderen. Op de rechercheschool werden oplei dingen gestart voor het voorkomen van misdrijven. Ook ontstond er in tensief contact met het Weten schappelijk Onderzoeks- en Docu mentatie Centrum (WODC) van het ministerie van justitie. Dat moest nagaan of de veronderstellingen waarop de misdaadvoorkoming stoelde, wel juist waren. Buurtpreventie Het project 'Voorkoming misdrij ven' stoelt niet alleen op voorlich ting en technische preventiemaat regelen. Het accent ligt vooral op het betrekken van de burgers bij de veiligheid van hun woonomgeving. In de Verenigde Staten had die aan pak (neighbourhood watch) inmid dels zijn vruchten afgeworpen. In ons land heette dat buurtpreventie en er werd voor het eerst mee be gonnen in de Arnhemse wijk Mo- lenbeke. Daar was het aantal inbra ken in drie jaar tijd bijna verdub beld. Negen procent van de wijkbe woners liep het risico slachtoffer te worden van een misdaad, terwijl dat percentage landelijk op nog geen twee lag. Molenbeke was daar om bij uitstek geschikt als proefpro ject. In de wijk werden vijf personen aangesteld, die optraden als con tactpersoon tussen burgers en poli tie. De bewoners kregen een mel- dingskaart om ongewone situaties in de wijk te noteren en daarvan de contactpersoon in kennis te stellen. Het melden van verdachte situaties had binnen twee weken resultaat: op grond van de aanwijzingen van burgers kon een dader worden ge pakt, die in de wijk vele inbraken had gepleegd. De woningen in de wijk werden voorzien van stickers met de tekst 'attentie buurtpreventie', als uiting van saamhorigheid en als preven tieve waarschuwing aan mogelijke daders. Ook werd een actie gestart voor het merken van goederen en bracht de gemeente een aantal voor- Sommigen maken het de inbreker wel erg gemakkelijk. Voorkom inbraak in uw woning Jfc 1L fo* n t brochures en folders i zieningen aan. Gevoelens van angst en onveiligheid werden namelijk gevoed door een gebrekkige straat verlichting en het slecht onderhou den groen. Toen de actie in 1987 van start ging, waren er in de wijk al veertien inbraken gepleegd. In de rest van het jaar kwamen er nog acht bij. Maar in 1988 daalde het aantal inbraken tot vijf en in 1989 zelfs tot twee. Huismeester Een andere succesvolle vorm van preventie is de huismeesterrege ling, die in 1988 werd ingesteld. Op grond van die regeling kunnen soci ale verhuurders (gemeenten, wo- ningbouwverenigingen) subsidie krijgen voor het aantrekken van een huismeester. Inmiddels zijn er ruim 150 huismeesters aangesteld en is de veiligheid in veel flatgebouwen aanmerkelijk vergroot. De huis meester houdt zich niet alleen bezig met klusjes als het aanbrengen van een slot op een brievenbus of het vervangen van een lamp in de en treeruimte, maar adviseert ook de bewoners op allerlei gebied, gericht op verbetering van de sociale veilig heid en de leefbaarheid. Hij let erop als mensen hun vuilniszak naast de container gooien, verbiedt het mee nemen van fietsen in liften en houdt een oogje in het zeil als vreemde snuiters het gebouw betreden. Veel flatgebouwen die door criminaliteit en overlast bijna onverhuurbaar bleken, staan nu weer in de belang stelling van woningzoekenden. Een gezamenlijke aanpak van ge meentelijke instellingen, politie, scholen, woningbouwverenigingen en burgers leidt vaak tot opvallende successen. Door een hechte samen werking is de door vandalisme ver oorzaakte schade aan gebouwen en straatmeubilair in de Haarlemse Meerwijk sterk teruggedrongen. In 1984 bedroeg de schade aan scho len, straatmeubilair en gemeentelij ke gebouwen bijna 1,1 miljoen. In 1988 was dat teruggebracht tot ruim 600.000 gulden. Naast vandalisme is ook de recre- atiecriminaliteit sterk toegenomen. In Zeeland leed het toerisme (goed voor een jaaromzet van drie miljard) ernstig onder allerlei vormen van criminaliteit, zoals vandalisme, winkeldiefstallen, drugshandel, ge weldsdelicten en overvloedig alco holgebruik. Veertien gemeenten in Zeeland besloten tot een gezamen lijke aanpak. Uit onderzoek was ge- (fotoGPD) bleken dat de recreatiemogelijkhe den nogal eenzijdig waren, waar door vooral vandalisme en alcohol gebruik toenamen. Nieuwe activi teiten hebben ertoe geleid dat de horecagelegenheden nauwelijks meer problemen kennen. Overlast door discobezoekers is sterk gere duceerd door het inzetten van gratis bussen. Halt Bij preventie speelt ook de aanpak van daders een belangrijke rol. Straffen alleen is vaak ontoerei kend. De kleine criminaliteit leidt maar zelden tot een gerechtelijke veroordeling. De delicten zijn daar voor meestal te gering. Het gaat doorgaans om waarschuwingen en bij wat ernstiger delicten om boe tes. Aan de opvoedkundige waarde daarvan wordt ernstig getwijfeld. Sinds 1981 bestaat het bureau Halt. Jongeren van 12 tot 18 jaar die we gens vandalisme door de politie zijn opgepakt, worden doorgestuurd naar Halt. Ze kunnen dan kiezen voor een alternatieve straf en een schaderegeling voor de benadeelde of voor een justitiële vervolging. De alternatieve straf bestaat meestal uit het herstellen van de aangerich te schade en het betalen van (een deel van) die schade. Halt heeft in middels 47 bureaus, die ruim de helft van het land bestrijken. De aanpak is succesvol: 60 procent van de 'clienten' houdt na een Halt-pro cedure op met het plegen van delic ten. Maar ondanks al die positieve ac ties, is de criminaliteit nog niet be dwongen. Het Centraal Bureau voor de Statistiek schat het aantal misdrijven in ons land op ruim zes miljoen per jaar. Slechts 35 procent daarvan wordt gemeld bij de politie. En nog geen vijf procent van alle misdrijven wordt opgehelderd. De schade die de criminaliteit veroorzaakt, ligt tussen de zeven en acht miljard gulden. Getallen die de juichtonen over het project Voorko ming misdrijven moeten doen ver stommen. Of, zoals staatssecretaris Aad Kosto van justitie in het voor woord van de jubileumuitgave schrijft: "De statistieken vertonen weliswaar een afnemende stijging, maar nog steeds is de omvang van de criminaliteit oorzaak van een ge voel van angst en soms zelfs mach teloosheid in de samenleving. Er moet dan ook nog veel werk worden verzet". Olie in de zee. Verscheidene malen per jaar nieuws op de voorpagina. Een olietanker die op de klippen loopt, een boorplatform dat niet meer onder controle is. Vogels, zwart van de olie, spoelen aan op de kust en iedereen spreekt er schande van. Toch zijn ongelukjes oorzaak van slechts 5 procent van de totale hoeveelheid olie die in zee belandt. De resterende 95 procent is het ge volg van dagelijkse menselijke acti viteiten, die minder opvallen. Het gaat om olieresten die via de rivie ren meespoelen met industrieel en huishoudelijk afvalwater. Om lozin gen van booreilanden, tankers en andere schepen. Zelfs via de atmos feer komt onopvallend, maar onver biddelijk, een gestage stroom olie deeltjes in de zee. door Kees Siderius weerstandsvermogen tegen ziekten aan en verstoort de voortplanting. Ook allerlei kruipend en gravend gedierte op de zeebodem wordt ziek of sterft door olievergiftiging. An ders dan bij olievogels die op de kust aanspoelen merkt niemand daar iets van; niet rechtstreeks ten minste. Maar een aanslag op het le- Er is bij dit alles geen sprake van toevallige ongelukjes, maar van een voortdurende vervuiling; een deel van het (geaccepteerde) afval van een maatschappij waaruit olie niet meer is weg te denken. De genoem de percentages hebben betrekking op de hele wereld. De verhoudingen in de Noordzee wijken daar niet ver vanaf (zie afbeelding). Laboratori umonderzoek heeft uitgewezen dat de olie die door schepen wordt ge loosd en de olie die weglekt uit offshoreplatforms het schadelijkst Olie die aan het zeeoppervlak wordt afgebroken, verdwijnt niet echt. Een deel verdampt en slaat el ders met regenwater weer neer. Een ander deel verspreidt zich, uiterst fijn verdeeld, onder water. Zodra de deeltjes zich in het bodemslib vast zetten worden ze niet verder afge- broken. Volgens berekeningen van het TNO is 10 tot 25 procent van de Noordzeebodem met olie vervuild. Olie tast bij veel vissoorten het ven van de lagere diersoorten in de voedselketen betekent voedselge brek voor de dieren die daarvan moeten leven. Sterft de bodem van de zee, dan is er ook geen leven voor de vogels die erboven vliegen. Een aanzienlijk deel van de oliever vuiling in de Noordzee wordt ver oorzaakt door de offshore-industrie. Het werk op de booreilanden en produktieplatforms wordt letterlijk uit het zicht van de kust verricht. Verspreid over de hele Noordzee zijn op dit moment ongeveer 150 offshore-installaties in bedrijf. Op verplaatsbare booreilanden wordt naar olie en gas gezocht. Wanneer een winbaar veld is ont dekt, wordt daar een produktieplat- form gebouwd om het zwarte goud op te pompen. Deze platforms staan vaak lange tijd op één plaats. De meeste zijn aangesloten op een net van in totaal 8000 kilometer pijplei ding, dat zich op de bodem van de Noordzee uitstrekt voor van olie of gas naar de vaste wal. In het Noordzee-gebied is rond 150 miljard gulden in de offshore in dustrie geïnvesteerd. De sector biedt direct werk aan ca. 50.000 mensen. In het Nederlandse deel van het Continentaal Plat staan nu 53 offshore-installaties. Dit aantal zal binnenkort wel groeien, omdat het ministerie van Economische Zaken vorig jaar november 50 nieu we vergunningen heeft uitgegeven om naar olie en gas te gaan zoeken. Rotterdam, Velsen/IJmuiden en Den Helder zijn de bekendste offshore-havens in Nederland. Uit het zicht van de kust wordt door de offshore industrie helaas ook olie in de Noordzee 'gemorst'. Dat is ten minste 29.000 ton per jaar, een schatting waarover de overheden van de Noordzeestaten het eens konden worden. Sommige deskun digen komen in hun berekeningen driemaal zo hoog uit. Bij het boren wordt een spoelmid- del gebruikt om de boorbeitel te koelen en het gruis gemakkelijk naar boven te kunnen halen. Veel van de oliehoudende boorspoeling wordt in zee geloosd. Dat gebeurt ook met schoonmaakwater, waarin olieresten zitten. Daarnaast heeft de offshore ook een stevig aandeel in de chemische verontreiniging van de Noordzee. Op grote schaal worden bij voor beeld zwaar giftige coatings ge bruikt om staal- en betonconstruc ties en pijpleidingen onder water vrij te houden van aangroeiende al gen en andere levende organismen. Deze zogeheten biociden vormen een permanente bron van vergifti ging. Minder schadelijke anti-aan- groeimethoden bestaan, maar wor den slechts bij uitzondering toege past. Uitgebreide onderzoekprogram ma's hebben aangetoond dat bin nen een straal van 500 meter rondom een platform het leven in de zee ernstig is aangetast. Binnen een straal van 2 kilometer is de ver storing van de planten en dierenwe reld goed merkbaar. Dat het ook an ders kan bewijst een boor- en pro- duktieplatform van Petroland in de Waddenzee. Onder druk van milieu-organisa ties is daar een voorbeeldige instal latie gebouwd waaruit geen lozin gen van olie of chemicalién plaats vinden. Deze stoffen worden in spe ciale containers opgevangen en voor verdere verwerking naar de vaste wal gebracht. Het gevaar van een ongeluk blijft echter. De schade aan de natuur in het Waddengebied en ver daarbuiten is dan niet te overzien. Voor vogels bestaat nog een ander gevaar. Op veel platforms wordt on geschikt aardgas uit hoge fakkels verbrand. Niet alleen komt daarbij heel veel kooldioxide (C02) vrij, maar grote aantallen vogels worden vooral 's nachts door de enorme fak kels misleid en komen in het vuur om. Milieu-organisaties pleiten daarom voor een totaal verbod op affakkelen. Goede opslagmogelijk heden voor ongewenste brandbare gassen, transport naar land en ver dere verwerking maken dit affakke len onnodig. De politieke verantwoordelijk heid voor het doen en laten van de offshore bedrijven ligt in Nederland bij het ministerie van Economische Zaken. Daar worden de vergunnin gen afgegeven voor het zoeken naar delfstoffen op het Continentaal Plat en het winnen ervan. Maar de verantwoordelijkheid voor het opstellen van milieube- schermende voorwaarden en de controle op het nakomen daarvan liggen bij hetzelfde ministerie. Deze verstrengeling van tegengestelde belangen binnen een departement is een doorn in het oog van de milieu-organisaties. Zij pleiten al ja renlang voor een onafhankelijke re gelgeving en controle daarop door de milieu-inspectie. (De auteur is medewerker van de or ganisatie Seas at Risk) De Continental Singers in Lisse tijdens Perfecte show Continental Singers LISSE De show die de Continental Singers, 's werelds be kendste gospelproject, gisteren in de Grote Kerk in Lisse neer zette was even enthousiast als perfect. "Wij hebben een groot en volmaakt God en \yij streven ernaar om dat uit te stralen", legt dirigent Keith Wheeler uit. Even na achten komen ze van alle kanten uit de kerk aangerend: ruim dertig jongeren, nauwelijks de tienerjaren ontgroeid. Vanaf dat moment blijven ze de aan dacht vasthouden met spran kelende zang, uitstekend gecoör dineerde gebaren, persoonlijke getuigenissen en stralende blik ken op het publiek. Voor iedere tournee, en er zijn er al tientallen geweest sinds de start in 1963 in California, worden steeds weer nieuwe zangers en musici geselecteerd. Belangstel lendejongeren moeten een band je opsturen, samen met twee refe renties over hun muzikale kwali teiten en twee over hun geestelij ke gesteldheid. "Het is een behoorlijke strenge selectie", beaamt Wheeler (uit Sweetwater, Tennessee), die zelf een graad voor zang en aanteke ning voor kerkmuziek heeft en nu voor de zesde maal een groep diri geert. "Veel mensen nemen ge noegen met middelmatigheid, maar dat is voor ons niet voldoen de". Hoewel er dit jaar ook weer in totaal achttien groepen de wereld over trekken, geeft Wheeler toe dat de typering 'happy few' juist is. "Ons doel is om het Evangelie uit te dragen door positief-chris- telijke gelovigen te zijn". De on derlinge band van de groepsleden noemt hij ook belangrijk. De jon geren hebben zeer uiteenlopende kerkelijke achtergronden. "Wij willen ook positieve factoren in eikaars leven zijn". Na een intensief trainings kamp, treden de singers nu ruim drie maanden lang iedere dag op in de VS, Canada, Europa en Afri ka, en verblijven bij steeds weer andere gastgezinnen. "Wij voelen dat God ons roept op dit moment en deze plaats. En dat is belangrij ker dan een 'jet-lag' of het gebrek aan privacy". Naast Amerikanen en Canade zen, is er één Nederlander in de groep, Frenkie Sinay uit Barne- veld "Frenky,. say hello!" (Frenky swaait met een Ameri- EN VER kaans vlaggetje). Zijn verhaal is even simpel als overtuigend: "De Heer wist dat het mijn verlangen was om mee te doen, en in geloof heb ik de grote stap gewaagd. En toen bleek dat alles ook goed uit werkte". Zo kwamen de vele duizenden guldens er, die Frenky voor de toernee nodig had, en gaf zijn baas hem de benodigde tijd ver lof. "God heeft mij laten zien dat hij een almachtig God is. Je leeft voor Hem. Als je Jezus werkelijk liefhebt, wil je hem ook echt vol gen". En zo straalden de Continental Singers gisteren hun optreden lang. Wheeler moest sommigen er met een overdreven grijns op zijn gezicht er wel even aan herinne ren om bij de up-tempo nummers niet te serieus te kijken, want het thema 'Hold up the light' (Laat Gods licht in de wereld stralen) vroeg vooral een blijde en swin gende uitstraling. De groep bleek ook voor een grapje in. In een ludiek nummer stelden ze de luie houding van veel christenen aan de kaak "Heer, ik wil hier alles voor u doen, maar stuur me alstublieft niet naar Afrika". De Continental Singers kunnen zo'n speldeprik geven; zij hebben enig recht van spreken. WIM SCHRIJVER 'Alleen Syrische vertaling noemt Abraham vader van meer volleen' LEIDEN Wanneer in Genesis, hoofdstuk 17, Abraham 'de vader van een menigte volkeren' wordt genoemd, is hij daar als stamva der van Israël aangeduid. Alleen de oude Syrische vertaling, de Peshitta, geeft hem ook de positie van vader voor volkeren buiten Israël. Dit heeft te maken met de joods-christelijke achtergrond van deze vertaling. Dit betoogde dr. A. van der Kooij vanmiddag bij de aanvaar ding van het ambt van hoogleraar in de uitlegging van het Oude Testament in Leiden. Voor dit openbare college had hij het mo ment in het leven van Abrahan, genomen, waarop God beloofd hem 'buitengewoon vruchtbaar' te maken (Genesis 17 vers 4 tot 6, Tijdens zijn oratie zette Van der Kooij de Peshitta af tegen de oor spronkelijke Hebreeuwse tekst, de Septuaginta (de Griekse ver sie, derde eeuw voor Chr.) en de Aramese bijbel (de Targum On kelos, waarschijnlijk van voor 135 na Chr.), die alle drie met 'menig te volken' op een buitengewoon sterke legermacht doelen, aldus de spreker. De Peshitta (tweede eeuw na Chr.) spreekt onder invloed van de kerkvader Aphraat als enige over Abraham als een vader 'vóór' een menigte volken. Volgens Van der Kooij is deze vertaling echter niet ontspoord. Gemeten aan de spelregels uit de oudheid is de nu ance in de Syrische tekst volstrekt legitiem, zo meent hij. Overigens legt de apostel Paulus al in zijn brief aan de Ro meinen (daterend uit de eerste eeuw) het bewuste vers uit als een aanduiding van het nageslacht van Abraham in geestelijke zin. Hoekendijk. De evangelisten Ben en Wiesje Hoekendijk heb ben zich losgemaakt van de door hen opgerichte stichting Opwek king en zullen hun werk voortzet ten in de stichting Shalom. Ben Hoekendijk (51), met name be kend van de opwelckingsbijeen- komst'en One Way, toont zich dankbaar voor de hulp die hij in de loop der jaren van de mede werkers van Opwekking heeft ge kregen, maar meent nu gehoor te moeten geven aan "de uitdaging in een veranderde wereld nieuwe wegen in te slaan". Rabbinaal examen. Het Neder- lands-Israëlietisch Kerkgenoot schap (NIK) wil precies weten waarom het rabbinaal examen van mr. drs. R. Evers geen door gang kon vonden. De Franse op perrabbijn F. Sitruk en rabbijn Liebermann uit Antwerpen zou den op 31 januari het examen af nemen, maar stuurden op het al lerlaatste moment bericht van vërhindering. Het Nieuw Israëli tisch Weekblad (NIW) houdt het erop dat de beide rabbijnen weg bleven na anonieme telefoontjes, afkomstig van collega's van Evers, die bevreesd zouden zijn dat hij hen op den duur gaat over vleugelen. Evers is ook de officië le spreekbuis van het NIK. Mannenzaak. De sectie 'Vrouw in Kerk en Samenleving' heeft zich teruggetrokken uit de stuur groep van het conciliair proces. Zij zal daarin pas terugkeren als de mannen in dit gezelschap er van doordrongen zijn dat de machtsongelijkheid tussen man- 'speerpunten' van het proces in ons land ook "een mannen zaak" is. Volgens de sectie wordt de materie te veel verwaarloosd. Priesters. Het aantal priester wijdingen in de RK Kerk is in 1988 in vergelijk met het jaar er voor met 9,2 procent gestegen. In '88 werden wereldwijd 7.998 priesters gewijd. Beroepingswerk Hervormde Kerk: bedankt voor Kamerik J. C. den Toom Ernst. Geref. Kerken vrijgemaakt: beroe pen te Meppel J. J. Poutsma Harden- berg. Gereformeerde Gemeenten: beroe pen te Drachten P. Blok Kootwijker broek; bedankt voor Borssele A. F. Honkoop Zwijndrecht. Baptistengemcentcn: aangenomen naar Haarlem (part-time) R. Th. Qui- spel Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 2