Gevlucht voor de vuile oorlog Een spoor van geweld ZATERDAG 3 FEBRUAR11990 W W <y iii "TPT-k t\ pagina23 'Wie in Colombia links is, tekent voor z'n eigen dood' ABSOLÜTA RESERVA Meer dan 2500 Colombianen zijn in 1988 en de eerste helft van 1989 het slacht offer geworden van wederrechtelijke executies. In dezelfde periode verdwe nen in Colombia 250 mensen, nadat ze waren gearresteerd. Nog altijd zijn ze spoorloos. Volgens de mensenrechtenorganisatie Amnesty International die deze cijfers onlangs bekendmaakte waren de meeste slachtoffers vak bondsmensen, leden van de linkse oppositiepartij Union Patriotica of sympa thisanten van de linkse guerrilla. Amnesty legt de schuld van de moordpartij en bij de paramilitaire doodseskaders, die vaak samenwerken met het leger en soms door de maffia worden betaald. Amnesty constateert dat de laatste jaren in Colombia veel massamoorden zijn gepleegd. Bij dertig incidenten werden in 1988 in totaal 350 burgers ge dood. Colombiaanse mensenrechtenorganisaties schatten het aantal massa moorden, waarvan sprake is als vijf of meer mensen tegelijkertijd worden ge dood, op zeventig. "Opvallend is dat deze moorden bijna zonder uitzondering voorkwamen in gebieden die onder zware militaire controle staan", aldus Am nesty in haar blad 'Wordt Vervolgd'. Bij Amnesty vinden ze het "curieus" dat uit gebieden waar bij herhaling po litieke, aan onafhankelijke doodseskaders toegeschreven moorden worden gepleegd, nooit botsingen tussen het leger en doodseskaders zijn gemeld. De organisatie zet vraagtekens bij de ontkenning van de overheid dat het militai re apparaat de doodseskaders niet ondersteunt, al geeft ze toe dat individuele militairen banden hebben met dergelijke groeperingen. F, XTBA M A BIJLAGE VAN HET LEIDSCH/ALPHENS DAGBLAD Op de avond van 17 december 1988 werd in Bogota de jeep beschoten waarmee Oscar Gómez, verkiezings campagneleider van de linkse opposi tiepartij Union Patriotica, op weg was naar huis. Twee lijfwachten van de binnenlandse veiligheidsdienst DAS zaten eveneens in de jeep, doelwit van vier inzittenden van een auto. De daaropvolgende wildwest-rit door noord-Bogota, waarbij over en weer werd geschoten, eindigde bij een politiepostje dat de vier aanval lers binnen vluchtten. Gómez is nooit méér van hen te weten gekomen dan hun namen. De politie weigerde de daders over te dragen aan de DAS- agenten, met het argument dat één van hen luitenant van de luchtmacht was en derhalve onder het ministerie van defensie viel. Gómez diende desalniettemin een aanklacht in. Vervolgens moest hij constateren dat het leger alles in het werk stelde om het niet tot een ver oordeling van het viertal te laten ko men. "Jullie hoeven niet op medewer king te rekenen, jullie bemoeien je met zaken die je niets aangaan. Nou zie je wat ervan komt als je voor zo'n klootzak van de UP werkt", werd één van Gómez' lijfwachten te verstaan gegeven door de commandant van de legerplaats Tarquino, waar de schiet grage luitenant was gelegerd. En of ze hun getuigenverklaringen maar heel snel wilden intrekken. Bedreigingen Gómez zette de zaak toch door en werd daarna bedreigd. Niet voor het eerst overigens. Ook zijn familie kreeg boodschappen met minder prettige inhoud. Vlak voor afgelopen kerst werd Gómez door een connectie in legerkringen getipt dat een nieuwe aanslag op zijn leven werd voorbe reid. Colombia ontvluchten was, con cludeerde hij, de enige oplossing. Dank zij de hulp van de Nederlandse ambassade in Bogota en de organisa tie voor ontwikkelingssamenwerking Cebemo zit Gómez nu in Oegstgeest, waar hij samen met z'n landgenote Fanny'Polania het resultaat afwacht van de pogingen om in Spanje poli tiek asiel te krijgen. "Er zijn sinds onze oprichting al meer dan 800 UP'ers vermoord, onder wie vier parlementariërs, burgemees ters, gemeenteraadsleden, en presi dentskandidaat Jaime Pardo Lean. Zoals ook de aanslagen van de drugsmaffia in de 'totale oorlog' tegen de regering-Barco in de krant al niet meer zijn dan achter in de krant weg- gefrommelde berichtjes. De sociaal-democratische UP werd in 1985, tijdens een wapenstilstand in de guerrilla-oorlog tegen het aloude regime van liberalen en conservatie ven, opgericht uit de gelederen van de grootste guerrilla-beweging FARC (Gewapende Revolutionaire Krach ten). De partij moest als een soort brug fungeren om na bijna dertig jaar oorlog het gewapend verzet de over stap te laten maken naar het gewone politieke leven. Het begon, blikt Gómez terug, posi tief, met veertien gekozen parlemen tariërs bij de verkiezingen in 1986. Op lokaal niveau verkreeg de partij in verscheidene gemeenten de meerder heid. Maar dat bleek al gauw het start sein voor een ongekende reeks aan slagen door het leger en de maffia, be ter bekend als Colombia's eigen 'vuile oorlog', op alles wat UP-gezind was. "In sommige gebieden is zowat het hele partijkader uitgemoord, en ope reren we nu in feite ondergronds. Wie daar zegt van de UP te zijn tekent zijn doodsvonnis". De komende verkiezingen in maart zullen volgens Gómez wel wat winst voor zijn partij opleveren, al zal in de roerigste gebieden menigeen ervoor passen z'n leven in de waagschaal te stellen door een stem voor links. Pact In de dood-aan-links-oorlog strijden de drugsmaffia en het. leger zij aan zij. "Een deel van het Colombiaanse le ger", zegt Gómez, "heeft een sterk an ti-communistische instelling. Er wordt gedacht volgens de oeroude doctrine van nationale veiligheid: al les wat links is, is communistisch. Al le communisten zijn slecht, dus alle communisten moeten worden afge maakt". "Daarvoor zijn de drugsmaffia en militairen een pact aangegaan: huur moordenaars van de maffia, sicarios, doden in opdracht van het leger link se politici. In ruil daarvoor krijgt de maffia meer bewegingsvrijheid voor de drugshandel. De maffia heeft zelf immers ook weinig op met een partij die iets wil doen aan de huidi ge landeigendomsverhoudingen die heel weinig mensen heel veel bezit verschaffen. Eén procent van de land eigenaren, onder wie veel mafiosi, be zit in Colombia zestig procent van de bewerkbare grond". "Het leger laat zo de maffia het vuile werk opknappen. Uit onderzpeken is gebleken dat heel wat militairen in ac tieve dienst banden hebben met de narco's. Zo bleek de zelf ook neerge schoten maffia-moordenaar van een UP-burgemeester een wapenvergun ning op zak te hebben die een dag daarvoor was afgegeven door de com mandant van de plaatselijke leger post. Behalve het grootste, aan het le ger gelieerde doodseskader MAS, zijn er officieel nog 140 eskaders bekend. Huurmoordenaars worden op militai re bases getraind en betaald door de traditionele grootgrondbezitters en de maffia". "Het is zeker waar dat de macht op deze manier blijft waar hij is", ant woordt Gómez op de vraag of de rege rende liberale- en conservatieve partij ondanks hun veroordelingen van het geweld wellicht toch niet al .te rouwig zijn met de activiteiten tegen de UP. "Colombia heeft van oudsher een tra ditie van intolerantie tegenover oppo sitie. Sinds in 1957 de macht grond wettelijk tussen conservatieven en li beralen werd verdeeld, kwam er geen derde partij tussen. Sociale protesten zijn steevast als subversief gezien, en die zijn ook nooit met de mond maar met geweld opgelost". Staat van beleg In Colombia heerst al dertig jaar per manent de staat van beleg. Zodoende kon volgens Gómez het leger een gro te machtsfactor worden. "Daarom bo den presidenten nooit veel tegenspel Oscar Gómez: "De intimidatie van de maffia gaat zo ver dat velen toch maar liever meehobbelen". (foto Loek zuyderduin) In Colombia staat links zijn zo ongeveer gelijk aan een poging tot zelfmoord. Wie kiest voor een bestaan als 'klootzak van de UP', reserveert eigenlijk een plaats op de dodenlijst. Oscar Gómez (32) heeft het aan den lijve ondervonden. Niet voor niets bediende hij zich er van een schuilnaam, die hem overigens niet de gewenste anonimiteit verschafte. Hoewel bewaakt door twee, van regeringswege geleverde lijfwachten, werd hij op 17 december 1988 door vier mannen beschoten in de hoofdstad Bogota. Gómez heeft de aanslag overleefd, de campagneleider leeft nu in ballingschap in het rustieke Oegstgeest. "Er was verder geen speciale reden voor deze aanslag. Ik ben al zo vaak bedreigd. Wat mij is overkomen, is voor Colombiaanse begrippen niks bijzonders". door Simone vari Driel Een vertrouwd beeld in de Colombiaanse hoofdstad Bogota. Linkse po litici en journalisten die de praktijken van drugsbaronnen aan de kaak durven te stellen, zetten zichzelf op de dodenlijst. Met radio journalist Diego Vargas Lays werd in oktober van het vorig jaar afgerekend. De Colombiaanse regering looft geregeld grote bedragen uit in ruil voor mogelijke tips die tot de opsporing van drugsbaronnen leiden. "Maar de oorlog tegen de maffia is niet te winnen". (foto-s afp en epa> aan de militairen, ze wakkerden de vuile oorlog eerder aan". "Ook de huidige president Barco begon de doodseskaders pas aan te pakken toen dat verschijnsel al zo uit de klauwen was gelopen, dat het een regelrechte bedreiging van het poli tieke systeem zelf werd. Denk aan de moord op de liberale presidentskan didaat Luis Carlos Galan in augustus vorig jaar, wat de directe aanleiding voor de totale oorlog tegen de maffia was. En aan het feit dat rechters door de maffia zo ernstig werden bedreigd dat ze in staking moesten om vol doende bescherming af te dwingen". "Barco heeft moeite gedaan om po litie en ministeries zoveel mogelijk te zuiveren van maffia-invloeden, maar dat is een langzaam proces door de omvang van de infiltratie. Ze zitten nu eenmaal overal. Met de DAS, een soort binnenlandse veiligheidsdienst, heeft Barco een 'schoon' elite-korps geformeerd. En heel verstandig wordt het leger buiten de strijd tegen de drugshandelaren gehouden". Hoe ver de tentakels van de maffia reiken, spreekt volgens Gómez over duidelijk uit de gang van zaken rond het referendum dat op 21 januari had moeten worden gehouden. Legalise ren en dus deelname aan de verkiezin gen van de verzetsbeweging M-19, het instellen van het ambt van vice-presi dent en het verplicht stellen van stem men waren de belangrijkste vragen waarover de Colombiaanse bevolking zich had moeten uitspreken. Als een donderslag bij heldere he mel kreeg de regering van de commis sie die het referendum voorbereidde, ineens een toegevoegd punt voorge legd: de uitwijzing van Colombianen (lees: drugshandelaren) naar de VS. Onder de totale oorlog tegen de maf fia heeft de regering-Barco uitleve ring per decreet mogelijk gemaakt, en een aantal kopstukken ook overge dragen aan de Amerikaanse justitie. De Colombiaanse regering wilde het volk over die maatregel in geen geval een oordeel laten uitspreken. Dat moet wel, vond het parlement. Dat de steun kreeg van een Senaatscommis sie, ondanks het dreigende aftreden van de liberale partijvoorzitter en diens conservatieve evenknie. Barco wist vervolgens niet beter te doen dan de plenaire vergadering van de Se naat voor te stellen het complete refe rendum af te blazen. Frustratie Gómez ziet hierin duidelijk de hand van de maffiosi die, met tientallen ja ren gevangenisstraf in het vooruit zicht, in geen geval in de VS willen be landen. "Door hun toedoen werd het referendum begraven. En de frustra tie daarover in Colombia is groot. Het was een stap op de goede weg ge weest. Het legaliseren van M-19 bij voorbeeld had het begin van het einde van het politieke geweld kunnen be tekenen. Voorlopig komt daar weer niks van, en dat is erg. Het had sowie so al twee jaar geduurd voordat de punten in het referendum eventueel van kracht zouden worden". Wat bracht de maffia-bazen ertoe te denken dat het volk, dat veel onder het geweld te lijden heeft, bij het refe rendum wel partij voor hen zou kie zen? Met de uitwijzingen wordt im mers schoon schip gemaakt. Gómez denkt dat voor dat optimisme meer dere argumenten kunnen worden aangevoerd. "Uitlevering is helemaal niet populair, omdat er maar heel wei nig landen zijn die hun eigen burgers over de grenzen zetten. Bovendien geeft het aan dat Colombia niet in staat is zelf haar inwoners te berech ten. Verder ging het in het referen dum niet specifiek ov.er drugshande laren, maar waren er 30 punten op grond waarvan een Colombiaan aan de VS zou kunnen worden uitgele verd. Daaronder viel ook 'samenzwe-, ring tegen de Verenigde Staten'. Veel Colombianen zouden bang zijn dat zij na de drugshandelaren op de wip kwamen te zitten". "Daar komt bij dat de maffia zich met een heleboel geld, een groot scheepse campagne, verklikkers en met terreur ervan zou overtuigen dat het volk partij voor hen zou kiezen. Hoewel bedreigingen niet echt veel positieve publiciteit zouden opleve ren natuurlijk. De intimidatie van de maffia gaat zo ver dat velen toch maar liever meehobbelen". De drugsoorlog trekt nu alom de meeste aandacht. Het Colombiaanse volk is al het geweld dood- en dood moe, en vindt dat er met de maffia moet worden gepraat, zegt Gómez. "Iedereen voelt dat dit een oorlog is die niet is te winnen. Erop inhakken heeft gewoon geen zin. Velen menen dat de drugshandel dan maar legaal moet worden, en ook ik vind dat dat een goede maatregel zou zijn. Al tien jaar zijn we bezig de maffia te bloed en te zwaard te bestrijden, en we zijn eerder nog dieper in het ongeluk ge stort. Nee, ik ben geen voorstander van amnestie voor de maffia. Legali seren van drugshandel is iets heel an ders dan aanslagen en ander narco- terrorisme. Dat valt niet te vergeven". Sandinisten Veel heil in steun van buitenaf (de Verenigde Staten), ziet Gómez ook niet. "Dit is iets wat Colombia zelf .«na l.i rit nttnt ni a lo:, telefonos» de Bogota m 10108 2773000 imtm-iit:. 2.174700 2472100 i,AS IiAMADAS m WNkN N1NÜÜN C0ST0 moet oplossen. We zijn niet bereid on ze onafhankelijkheid op te geven, ze ker niet na wat in Panama is gebeurd. Van Amerikaanse schepen voor onze kust moeten we niets hebben. Vroe ger werden de Amerikaanse interven ties gerechtvaardigd als strijd tegen het communisme, nu hebben ze noodgedwongen de drugsmaffia tot politieke vijand gebombardeerd om hun militaire invloed in Latijns-Ame rika te kunnen blijven uitoefenen". Gómez benadrukt dat een eventue le overwinning op de maffia slechts het einde aan die oorlog betekent. Het politieke geweld gaat onverminderd door. "Zolang Colombia niet demo cratisch wordt, blijven we verwikkeld in een guerrilla-oorlog. Het moet in Colombia afgelopen zijn met het re serveren van drie van de vier soldaten voor 'binnenlandse vijanden', de link se oppositie dus. Ze moeten de lands grenzen verdedigen, voor vijanden van buitenaf." "Maar ik ben van mening dat éérst de maffia weg moet. De traditionele grootgrondbezitters hebben, als de boeren in opstand kwamen, altijd de steun van het leger gezocht. Die veeg de de boeren dan op min of meer wet tige manier van het land van zo'n eige naar af. De nieuwe rijken, de maffia, maken met hun privé-legers iedereen die zijn mond opendoet direct af. De sociale conflicten zullen blijven be staan als Colombia niet een echte de mocratie wordt, maar de situatie zou zonder de maffia minder erg zijn dan

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 23