De beerput gaat langzaam open
Milieuramp
bedreigt
Oost-Europa
ZATERDAG 20 JANUAR11990
PAGINA 23
Door de politieke
omwenteling wordt pijnlijk
duidelijk dat de DDR, Polen,
Tsjechoslowakije,
Hongarije, Roemenië,
Bulgarije, maar ook grote
delen van de Sovjetunie op
de rand van de ecologische
afgrond balanceren. In
Polen, dat model mag staan
voor de toestand in
meerdere landen in Oost-
Europa, wordt de jaarlijkse
schade van alleen
luchtverontreiniging al
geschat op tien procent van
het nationaal inkomen. De
DDR doet daar nauwelijks
vooronder. Bomen sterven
massaal af, grote gebieden
zijn ongeschikt geworden
voor land- en tuinbouw en
met de
drinkwatervoorziening gaat
het volledig mis. In sommige
regio's is de lucht daar
zodanig vervuild dat één op
de vier kinderen lijdt aan
longaandoeningen of hart
en vaatziekten en is de
levensverwachting van
volwassenen met 8 tot 9 jaar
gedaald tot het niveau van
1952.
door Jan Bengevoord
is zwart geworden in grote
delen van Oost-Europa. Stinkende
bruinkooldampen, walmende uitlaat
gassen, stof en roet, brandende ogen
en permanente ademnood en kriebel
in de keel beheersen het leven in de
industriesteden. De aandacht van de
ontluikende milieubewegingen in Po
len, Tsjechoslowakije en de DDR
richt zich dan ook vooral op de gigan
tische uitstoot van zwaveldioxide
(S02) door de zware industrie èn elek
triciteitscentrales die zijn geconcen
treerd in de driehoek in het zuiden
van Polen en de DDR en het noord
westen van Tsjechoslowakije.
Deze industriegebieden met be
langrijke bevolkingscentra liggen in
een constant rookgordijn van stof,
roet en gifgassen, die nog door geen
enkele snuffelpaal worden gemeten.
Oorzaak van de gigantische vervui
ling zijn de volledig verouderde ver
brandingsovens waarin steen- en
bruinkool met een hoog zwavelgehal-
te nagenoeg ongefilterd wordt opge
stookt. Van de 1100 meest vervuilen
de industrieën in Polen is nog geen 10
procent met rookgasfilters toegerust.
In de steden wordt daar nog eens een
rookgordijn van bruin- en steen
koolkachels en uitlaatgassen van par
ticuliere auto's en vrachtverkeer aan
toegevoegd.
Erbarmelijk
Stinkende bruinkooldampen, walmende uitlaatgassen, stof en roet,-brandende ogen permanente ademnood en kriebel in de keel beheersen
het leven in de industriesteden in Oost-Europa. <foto ^r*»
Dr. Zygmunt Fura van de Poolse Eco
logische Club (PEC) becijfert de jaar
lijkse uitstoot van zwaveldioxide in
zijn land op 4,3 miljoen ton. Ter verge
lijking: in 1985 werd in Nederland
0,27 miljoen ton S02 de lucht ingebla
zen. De Poolse organisatie conclu
deert dat de gezondheid van 12 van de
39 miljoen Polen rechtstreeks door de
luchtvervuiling wordt bedreigd. De
kroon spannen industriesteden als
Katowice. Zabrze. Lodz en Kraków.
De erbarmelijke levensomstandig
heden hebben een verwoestende uit
werking op de volksgezondheid. Niet
alleen sterven volgens de PEC 600
mensen vooral baby's en jonge kin
deren per 100.000 inwoners recht
streeks aan de gevolgen van luchtver-
ontreniging, ook is in Katowice en
omgeving vastgesteld dat het aantal
kankerpatiënten dertig maal hoger is
dan in de rest van Polen. Het aantal
mensen met aandoeningen aan de
luchtwegen stijgt zelfs 47 procent uit
boven het landelijk gemiddelde.
In de industriegebieden in het zui
den van de DDR is de toestand zo mo
gelijk nog slechter. Volgens officieuze
cijfers braken de bruinkoolcentrales
en industrieën hier jaarlijks bijna 6
miljoen ton zwaveldioxide uit met
een desastreuze uitwerking. Steden
als Cottbus, Leipzig en Halle gaan net
als de industriecentra in het aangren
zende deel van Tsjechoslowakije per
manent gehuld onder een smogde-
ken. Dertig procent minder zonlicht
dringt er door en de straatlantaarns
branden dientengevolge vele uren
langer om nog enig licht in de duister
nis te brengen.
Niet alleen de gezondheid van de
mensen die wonen en werken in in
dustrie- en mijnbouwgebieden staat
op het spel. Het vermogen van de bo
dem om de als zure regen neerdalen
de verontreiniging op te vangen loopt
in grote gebieden in Polen, Tjechoslo-
wakije en de DDR ten'einde. Bossterf-
te heeft zijn intrede gedaan. Zelfs de
bossen in de nationale parken van Oj-
ców, Niepolomice en Karkonosze
worden van de aardbodem wegge
vaagd. In Polen is bij onverminderde
vergiftiging van lucht en bodem vol
gens PEC-cijfers 85 procent van de
bossen ten dode opgeschreven en is
in Silezië 50 procent van de grond on
geschikt voor landbouw ten behoeve
van menselijke consumptie of vee
voer. In het zuiden van de DDR en
Bohemen in Tsjechoslowakije is de
toestand niet anders.
Monumenten in steden als Kraków
en Leipzig dreigen letterlijk met het
vervuilde regenwater weg te spoelen.
De aantasting van historisch waarde
volle gebouwen grijpt zo snel om zich
heen dat restaurateurs om de vijfjaar
moeten opdraven om afbrokkelende
gevels en beelden voor het nageslacht
te behouden. Uit onderzoeken in
Kraków is gebleken dat door zure
neerslag de corrosie 4 tot 40 maal snel
ler werkt dan onder normale omstan
digheden.
"De eerste winst heeft de groeiende
milieubeweging in Polen inmiddels
geboekt. Het is een kleine stap, maar
er is in ieder geval bereikt dat het cen
trum van Kraków eind vorig jaar au
tovrij werd", vertelt Marga Verheije
van de Stichting Milieukontakten
Oost-Europa (SMO). De stichting
waarin verschillende Nederlandse
milieugroeperingen samenwerken,
beschikt inmiddels over een groot
aantal contacten met milieugroepe
ringen die dank zij de politieke om
wentelingen uit de illegaliteit kunnen
treden.
Grote successen vallen echter voor
alsnog niet te melden. Wel komen
door het werk van de als paddestoe
len uit de grond schietende milieu
groepen gegevens boven tafel die alle
sombere vermoedens bevestigen. De
beerput Oost-Europa opent zich ech
ter slechts langzaam. Instanties, be
drijven en overheden staan nog altijd
met grote tegenzin milieugegevens af
en apparatuur en middelen ontbre
ken om de omvang van de milieu
schade vast te stellen. Tot voor kort
werden milieugegevens beschouwd
als een staatsgeheim.
Ten aanzien van de luchtverontrei
niging is weliswaar de uitstoot van
zwaveldioxide inmiddels redelijk be
kend; wat er verder de lucht ingaat,
blijft vooralsnog onduidelijk. Dat
geldt ook voor de waterverontreini
ging, waar slechts van enkele stoffen
gegevens uit de verschillende landen
bekend zijn. "We mogen van geluk
spreken dat de chemische industrie
nn Oost-Europa nog niet zover is ont
wikkeld als in het Westen. Tevens is
de buffercapaciteit veel groter dan in
het West-Europa. Het zijn in de Sov
jetunie dan ook vooral de industriële
gebieden waar de grens is bereikt", al
dus Martin Abma van de SMO.
Dat neemt niet weg dat door vervui
ling en ontwatering voor zo ver nu be
kend in de Sovjetunie 23.000 beken en
rivieren zijn dichtgeslibd met afval
stoffen. Grote gebieden vallen ten
prooi aan wind en erosie, terwijl ook
de drinkwatervoorziening in de be
volkingscentra in gevaar komt. Voor
al gebieden in Europees Rusland en
het gebied ten noorden van de Kau-
kasus zijn getroffen. "In Leningrad en
andere gebieden wordt geadviseerd
leidingwater alleen te drinken als het
is gekookt", aldus Abma.
Ook dichter bij huis in Polen, DDR,
Tsjechoslowakije en Hongarije geven
zwangere vrouwen de voorkeur aan
mineraalwater, ondanks de hoge prij
zen. In sommige steden, waaronder
Warschau, zijn speciale bronnen ge
slagen waar water diep uit de onder
grond wordt gepompt. Op verschil
lende plaatsen in de stad kan het met
een emmertje worden opgehaald. In
Polen en de DDR overschrijden vrij
wel alle drinkwaterbronnen verre de
belastingwaarden die in het Westen
voor bepaalde schadelijke stoffen
worden gehanteerd. In Polen is het
nitraatgehalte van de helft van de
bronnen bij grote steden veel te hoog.
Het ontbreken van iedere vorm wa
terzuivering van industrieel en huis
houdelijk afvalwater heeft het groot
ste deel van de beken en rivieren in
vrijwel geheel Oost-Europa tot open
riolen gemaakt. In kleinere dorpen en
steden wordt rechtstreeks op het op
pervlaktewater geloosd. Een derde
deel van de Elbe die door de DDR
stroomt, geldt als biologisch dood.
Dat geldt eveneens voor de grensri
vier de Oder tussen Polen en de DDR
en de Wisla die door Warschau
stroomt.
Karrevrachten zout, lood. kwik,
cadmium en andere afvalstoffen lo
pen rechtstreeks zonder zuivering in
rivieren. Al dit afval bezinkt groten
deels in de delta's of stroomt in zee.
Ook meren die in verbinding staan
met rivieren slibben dicht met een
veelheid aan chemisch afval of verzu
ren door de neerslag van luchtveront
reiniging. De Donau heeft de faam
'schon en blau' allang verloren. In
dustrieën en steden in West-Duits-
land, Oostenrijk, Hongarije, Bulgarije
en niet in de laatste plaats Roemenie
laten hun afval ongegeneerd via beek
jes en riviertjes naar de Donau weglo
pen. De Donaudelta in Roemenië, een
van de belangrijkste natuurgebieden
in Europa, slibt dicht met een bonte
verzameling afvalstoffen waarover
zich zelfs de Sovjetunie met het oog
op de enorme vervuiling van de Zwar
te Zee grote zorgen maakt.
Ook langs de Oostzeekust worden
in Poolse badplaatsen regelmatig
waarschuwingsborden geplaatst met
het dringende advies om af te zien van
frisse duik. De constante afval
stroom die Oder en Wisla nog dage
lijks aanvoeren, biedt vooralsnog wei
nig hoop op verbetering. In het West-
duitse en Deense Waddengebied
dreigt ook de Elbe als open DDR-riool
ieder strandplezier op termijn te be
derven.
Verouderd
Deskundigen schrijven de oorzaak
van de catastrofale omvang van de
vervuiling niet alleen toe aan vol
strekt verouderde technologie, maar
ook aan een volledige milieublind-
heid bij de vroegere machthebbers.
De enorme verspilling van grondstof
fen wordt het best geïllustreerd door
het ontbreken van iedere vorm van
energiebespraring. Vele woonwijken
zijn voorzien van collectieve verwar
ming, waarbij de ramen de functie
van warmteregelaar hebben overge
nomen door het ontbreken van radia
torkranen. Het Roemenië onder lei
ding van wijlen Ceausescu vormde
daarop - met heel andere motieven -
een uitzondering.
De energieverspilling werd nog
eens gevoed door hoge subsidies op
brandstoffen en het ontbreken van
plannen voor energiebesparing. On
der druk van het Internationaal Mo
netair Fonds (IMF) heeft de Poolse re
gering de brandstofprijzen inmiddels
fors verhoogd. Ook de andere Oost-
europese staten zullen niet ontkomen
aan energiebesparende maatregelen.
Investeren zonder milieumaatregelen
zal grote delen van Oost-Europa on
bewoonbaar maken.
De noodzakelijke ecologische revo
lutie in Oost-Europa zal verder vooral
in een grondige modernisering van de
industrie moeten worden gezocht.
Zonder milieumaatregelen zal een
economische groei uitmonden in een
ecologische ramp. Het is echter de
vraag of de Oosteuropese economieën
daartoe zelfstandig in staat zijn. On
danks een groeiend milieubesef uit
een enquête van het Duitse weekblad
Der Spiegel blijkt dat 98 procent van
de DDR-burgers het belang van
milieumaatregelen nagenoeg gelijk
stelt met verbetering van de materiele
welvaart lijken de offers om het tij
te keren zonder Westerse financiële
en technologische hulp niet op te
brengen.
Volgens de Westduitse milieumi
nister Klaus Töpfer zal de komende
20 jaar ongeveer 200 miljard dollar no
dig zijn om de Oosteuropese industrie
volgens moderne milieu-inzichten te
saneren. Overigens stak de minister
ook de hand in eigen boezem: West-
Duitsland zal, in navolging van Ne
derland, stoppen met de jaarlijks ex
port van miljoenen tonnen chemisch
en huishoudelijk afval die op obscure
stortplaatsen in de DDR werden ge
deponeerd op stortplaatsen bij
Schonberg, Deetz en Schoneiche.
Daardoor loopt de DDR overigens
ruim 150 miljoen harde Westmarken
Hoopvol
Ook de Stichting Milieukontakten
Oost-Europa voorziet dat een lange
weg moet worden afgelegd om de
milieuproblemen in Oost-Europa op
te lossen. De stichting biedt daartoe
in de eerste plaats hulp in de vorm
van simpele kopieermachines tot uit
wisseling van kennis aan de vele hon
derden milieugroepen die zich in alle
Oosteuropese landen organiseren.
Hoopvol noemt Marga Verheije
vooral de positie die milieugroeperin
gen door de politieke omwentelingen
krijgen. "Je ziet dat mensen die tot
voor kort illegaal moesten werken op
eens de nieuwe regeringen van advie
zen moeten voorzien. De grote vraag
is echter waar en hoe je moet begin
nen en op welke wijze je de bevolking
kunt informeren. Want de openbaar
heid is nog steeds een groot pro
bleem".