Achter
slot en grendel
Eenzame kruistocht tegen rokers
'Tbs is een marteling, maar nuttig om te ondergaan'
ZATERDAG 13 JANUARI 1990
PAGINA 27
De straffen die worden uitgesproken naar aanleiding van bepaalde vergrijpen,
zijn nogal eens onderhevig aan kritiek. Er wordt veelvuldig geschamperd over
een moeilijke jeugd, zodra het vonnis de delinquent geen langdurige opsluiting
in de gevangenis maar een intensieve psychiatrische begeleiding in het
vooruitzicht stelt. Worden ze nog lekker in de watten gelegd ook, zo heet het
maar al te vaak in de samenleving. Maar is dat werkelijk zo? Hoe ondergaan ter
beschikking gestelden hun straf? Een impressie van het leven achter slot en
grendel van de Nijmeegse Prof. mr. W.P.J. Pompekliniek verschaft enige
duidelijkheid. "Tbs is een marteling, maar misschien is het wel goed dat ik die
moet ondergaan".
door Geert-Jan Bogaerts
Joop zit samen met acht andere mannen
op de gesloten afdeling van de Pompe,
de afdeling 'zware gevallen' zogezegd.
Daar worden de mannen geplaatst, van
wie wordt vermoed dat zij vluchtgevaar
lijk èn delictgevaarlijk zi.jn. Slaan ze op
de vlucht, dan zullen ze snel in hun oude
fout vervallen. Bewoners van -deze afde
ling krijgen een intensievere begeleiding
dan in de rest van de kliniek gebruikelijk
Er zijn nog vijf andere afdelingen. Zij
kennen een minder streng regime: de pa
tiënten hebben wat meer bewegingsvrij
heid. Af en toe mógen ze zelfs het terrein
van de Pompe verlaten: als ze op verlof
gaan. Die mogelijkheid bestaat niet op
de gesloten afdeling (ook wel AIB ge
noemd - Afdeling Intensive Behande
ling).
Niet dat de bewoners er veel behoefte
aan hebben de beslotenheid van de kli
niek te verruilen voor vrijheid, ook al zou
die dan een tijdelijk karakter hebben. De
laatste twee jaar zijn er maar twee ont
snappingspogingen ondernomen. De pa
tiënten kunnen daarover nu nog smake
lijke verhalen opdissen.
Avontuur
Hein was als een kat langs een vijf meter
hoge-steile muur geklommen.
Die muur staat om de luchtplaats heen.
Toen hij bijna boven was, kwam een me
debewoner buiten en riep: ''Hé, Hein".
Deze schrok, liet zich vallen en kwam bo
venop het kippenhok terecht, dat zijn val
brak. Een grote deuk in het dak van het
hok-getuigt nog van zijn avontuur.
Eerder was het hem wèl gelukt. Verder
dan Zutphen kwam Hein niet. Het geld
raakte op en toen besloot hij maar terug
te gaan naar Nijmegen. De meeste bewo
ners willen daar niet weg. Beter gezegd:
ze willen wel, maar ze zien zelf in dat ze
voorlopig niet op eigen benen kunnen
staan. Een gegeven waarmee ze vrede
hebben. Sommigen kijken heel reëel te
gen hun tbs aan. "Het is wel terecht dat
ik hier zit. Ik wil ook koste \yat het kost
voorkomen, dat ik ooit nog eens zó de
fout inga", zegt bijvoorbeeld Hein.
Op de meeste patiënten van AIB zijn
de clichés van de trieste jeugd van toe
passing. Volgens Annette Jongman, psy
chiatrisch arts-assistente in de kliniek,
zijn ze veelal vroeg in hun ontwikkeling
blijven steken. "Soms alleen geestelijk
en emotioneel, soms zelfs lichamelijk.
Hun ouders zijn meestal niet in staat ge
weest een goede omgeving te scheppen.
Vaak waren de vaders niet aanwezig of
waren er alcoholproblemen in het gezin.
Iedereen heeft een veilige gezinssituatie
nodig om in op te groeien. Als je dat niet
krijgt, blijf'je steken. Veel patiënten
functioneren op het emotionele niveau
van een twaalfjarige".
Bewoners met kinderen herhalen vaak
de fouten van hun ouders. De vraag wat
er later van die kinderen terecht moet ko
men, is gerechtvaardigd. Joop, 22 jaar
oud intussen, vertelt over zijn jeugd:
"Mijn vader zat bij de marine en was bij
na nooit thuis. Als hij er wel was, dacht
hij dat wij deel uit maakten van zijn be
manning. We werden bijna op een mili
taire manier opgevoed. Nu plukt hij daar
de wrange vruchten van: ik zit hier vast,
mijn broer is bij het Vreemdelingenle
gioen gegaan en mijn' zus.is weggelo
pen".
Alleen met zijn andere zus ónderhoudt
Joops vader nog redelijk contact. Joop
laat foto's zien van zijn broer. Op Corsica
en in Frans Guyana. Trots klinkt er door
in z'n stem. "Kijk, hier loopt hij naast een
Amerikaanse tank. En zie je dat geweer?
Schitterend, nietwaar?"
Overval
Joop zit vast. Niet alleen omdat hij een
overval heeft gepleegd op een postkan
toor, maar vooral ook omdat hij al doen
de een bewaker neerschoot. Hij betrekt
die gebeurtenissen nauwelijks op zich
zelf: "Ik geef mijn vader de schuld van
wat er gebeurde en van de puinhoop die
mijn leven nu is. Als hij wat meer aan
dacht voor óns had gehad, was het nu be
ter geweest".
Anton, een jaar jonger dan Joop, heeft
een soortgelijk verhaal in petto. Op zijn
twaalfde is hij van huis weggelopen, ver
volgens in internaten beland. Onhandel
baar was Anton op die leeftijd, zegt hij
achteraf zelf. Vandalisme, betrekkelijk
onschuldige winkeldiefstalletjes die ont
aardden in echte kraken. "Op een dag
ging ik met een maat een kraak zetten.
We stonden al op het balkon. Er zou nie
mand thuis zijn, die avond. Maar mooi
wel! Die man hoort wat, komt naar bui
ten. Hij wordt bloedlink, en begint me te
slaan. Wat er toen gebeurde weet ik nog
steeds niet zeker, maar ik schijn hem bij
zijn strot gepakt en gewurgd te hebben.
En daarom zit ik nu hier". Hij vertelt zijn
verhaal schijnbaar onaangedaan, ont
spannen.
Van alle bewoners van de afdeling AIB
is er slechts één die het niet terecht vindt
dat hij daar zit: Bennie. Hij is veroor
deeld, omdat hij zijn vriendin om het le
ven gebracht heeft. Officieel is hem 'mis
handeling, de dood tot gevolg hebbend'
ten laste gelegd. Bennie ontkent alles.
"Het kan best zijn, dat ik haar wat ruw
heb vastgepakt of zo. Maar ik weet zeker,
dat ik haar niet heb vermoord". Volgens
de psychiater heeft Bennie in een black
out gehandeld. De bekentenis die hij op
het politiebureau deed, trok hij later in.
"Ik bekende om van de druk van die
urenlange ondervragingen af te zijn. Ik
werd er helemaal gek van".
Bennie weigert pertinent mee te wer
ken aan zijn behandeling. Ojn aldus zijn
onschuld tot uitdrukking té brengen.
Anton is het met met Bennie eens. "In
het begin werkte ik ook niet mee, pmdat
ik het grote onzin vond dat ze dachten
dat ik gestoord zou zijn. Maar op een ge
geven moment krijg je wel door wat die
peuten willen en dan werk je wel mee.
Ook al voel je het zelf niet zo, je moet wel,
anders kom je hier nooit weg. Je moet er
alleen voor zorgen dat je tegelijkertijd
ook je eigen plan hebt, dat je nog een
beetje jezelf blijft".
Fouten
Woensdagochtend. De behandelingsbe
spreking begint. Rond de tafel zitten alle
therapeuten, die iets met Hein van doen
hebben: twee sociotherapeuten, het unit-
hoofd van de groep waartoe Hein be
hoort, de bewegingstherapeut, de ar-
beidstherapeut, de relatietherapeut en
het afdelingshoofd. Zeven mensen, die
beslissen over de nabije toekomst van
Hein: mag hij, van de gesloten afdeling
af? Durven we het aan hem naar de be
sloten afdeling te laten gaan, waar hij
meer bewegingsvrijheid krijgt? Waar hij
op een gegeven moment op (onbegeleid)
verlof mag? Of is het veiliger om hem
nog een paar maanden op AIB te hou
den?
Deze vragen worden constant gesteld,
aangaande iedereen die als patiënt in de
Pompe aanwezig is. Men gaat daar zo
zorgvuldig mogelijk mee om. Dat er
daarbij fouten worden gemaakt, is haast
niet te vermijden. Fouten hebben soms
gruwelijke gevolgen. Een voorbeeld:
Een man uit de Groninger Mesdagkli
niek, die op verlof was, verkrachtte en
vermoordde in maart 1988 een vrouw.
Zijn commentaar: "Ik heb ze al die tijd
voor de gek gehouden."
De staf van de Pompekliniek is zich
terdege bewust van de mogelijkheid, dat
dat ook hier kan gebeuren. Om concreet
te zijn niet in het geval van Hein. Ieder
een is het erover eens, dat hij klaar is om
'promotie' te maken. Maar meer in het al
gemeen wordt de nodige voorzichtigheid
in acht genomen. Terdege zijn de hulp
verleners zich hier bewust van de verant
woordelijkheid, die ze ten opzichte van
de maatschappij hebben. Gepraat wordt
over veiligheid op de korte en op de lan
ge termijn. Eenvoudig gezegd moet on
der korte termijn worden verstaan: de
deuren op slot houden voor diegenen die
acuut gevaarlijk worden geacht. Beveili
ging op de lange termijn wil zeggen, dat
door behandeling de oorzaken van het
delict in de persoonlijkheid worden weg
genomen.
De staf heeft niet lang nodig om vast te
stellen, dat Hein toe is aan een verande
ring. Het grootste deel van de vergader
tijd wordt in beslag genomen door het
opstellen van het behandelingsplan voor
de komende maanden.
Als Hein hoort dat hij mag verhuizen
naar de besloten afdeling, is hij door dol
le heen. "Ik heb direct mijn moeder op
gebeld". roept hij door de gangen. Het is
voor hem een motivatie om door te gaan,
het teken dat hij op de goede weg is. Hein
is de eerste om te erkennen dat hij er nog
lang niet is. "Ik heb nog een hele hoop
agressie in me. Ik moet leren daar op een
goede manier mee om te gaan. Ik weet
niet, of ik më altijd zal kunnen beheersen
als ik nu weer buiten zou komen. Ik wil
nog een tijd hier blijven, maar het is ge
weldig om te merken, dat ik vooruit ga
en dat de staf dat ook vindt."
Behandelingsplan
De behandeling in de Pompe-kliniek
verloopt gefaseerd. Voor iedere bewoner
Bekende Nederlanders als Hans
van Willigenburg en Drs. PI
kunnen binnenkort een
brandbrief van haar tegemoet
zien. André van der Louw, de
paffende voorzitter van het
Nederlands Astmafonds, al
evenzeer. Bekende
Nederlanders kunnen een
voorbeeldfunctie vervullen,
meent de Rotterdamse
actievoerster Bep Goedhart. Als
zij voortaan het roken laten,
neem van haar maar aan dat
velen hen zullen. "Ik heb alle
begrip voor rokers, maar ik vind
dat rokers ook begrip moeten
opbrengen voor mij als niet-
roker".
door René Sauveur
Als het aan Bep Goedhart uit Rotter
dam ligt, bestookt de Landelijke Keten
Aktieve N iet-Rokers iedereen die het te
gemakkelijk neemt met zijn of haar
rookverslaving. Eerst gebeurt dat
schriftelijk, daarna persoonlijk. De ac
tiegroep stelt zich ten doel aandacht en
ruimte te claimen voor niet-rokers.
Toch is mevrouw Goedhart geen vrouw
die de hemel wil bestormen. Eigenlijk
is ze tegen wil en dank bij deze ideëele
club verzeild geraakt.
♦Bep Goedhart: "De Tabakswet is
Bep Goedhart werkte vijftien jaar
achtereen als directie-secretaresse in
de gezondheidzorg.
Eerst voor de me-
disch-directeuren van het ziekenhuis
Dijkzigt in Rotterdam, daarna op het
Medisch Faculteitsbureau van de Eras-
voor mij te laat gekomen", (foto gpd>
mus Universiteit.. Hoewel ze zelf niet
róókt, zag mevrouw Goedhart zich op
haar werkplek geconfronteerd met ta
baksgebruikers. Ze onderging het mee
roken met enige ergernis, maar al te
veel hinder had ze er aanvankelijk niet
Maar in december 1985 ontstonden de
eerste moeilijkheden. Als gevolg van
een allergie, die ze overhield aan een
fikse verkoudheid, kon ze geen tabaks
rook meer velen. Maar noch haar drie
rokende collega's, noch de achttien
niet-rokers van het faculteitsbureau
toonden zich voldoende bereid mee te
werken aan een maatregel waardoor
mevrouw Goedhart haar baan ongehin
derd kon blijven uitoefenen.
Het staat inmiddels vast dat deze lies
breuk indirect het gevolg was van de
rookverslaving van haar collega's. Het
wordt bevestigd in een brief van haar
huisartsschreef aan de uitvoerende
chirurg.
Bep Goedhart: "Ik bleef .maar hoes
ten als gevolg van de tabaksrook. Zó
zwaar, dat ik in mei 1986 een liesbreuk
opliep, hoe gek dat ook klinkt. In juli
van dat jaar ben ik daarvoor geope
reerd".
Op 3 september verklaarde de arts
van de Rijksgeneeskundige Dienst me
vrouw Goedhart volledig hersteld. Met
die verklaring plaatste hij zichzelf voor
een klassiek dilemma. Mevrouw Goed
hart kon immers niet worden terugge
stuurd naar de besmette werkplek; een
oplossing kon evenmin worden gecre
ëerd.
Bep Goedhart: "Sindsdien ben ik
thuis geweest. Twee keer ben ik op een
aanbieding voor één andere baan inge
gaan, maar die pogingen liepen op niets
uit. Dat werk paste gewoon niet bij mij.
Halverwege november 1987 heb ik ten
slotte de wachtgeldregeling geaccep
teerd. In mijn ontslagbrief staat overi
gens dat ik ben ontslagen als gevolg
van een bezuiniginsgmaatregel".
Bep Goedhart zegt er de vrouw niet
naar te zijn om in haar lot te berusten.
"Na mijn operatie viel ik in een zwart
gat. Pas later ben ik lid geworden van
de Landelijke Keten Aktieve Niet-Ro-
kers. Ik wilde hoe dan ook dit soort on
recht voor anderen helpen voorko-
Ze is nu 57 jaar oud. Tot haar 65ste jaar
zal ze gebruik moeten maken van de
wachtgeldregeling. Die geeft haar recht
op 'maar' tachtig percent van haar sala
ris. Dat percentage loopt verder terug
tot zestig. Vakantiegeld inbegrepen.
Op het faculteitsbureau blijkt weinig
bereidheid te bestaan tot het leveren
van commentaar op het relaas van
Goedhart. Directeur J. Groeneveld laat
weten de affaire liever niet op te rake
len.
Strenger
Op de Erasmusuniversiteit en in Zie
kenhuis Dijkzigt/Medische Faculteit
bestaat sinds kort een strenger regime
voor rokers. Van 1 januari af is het daar
- ingevolge de Tabakswet niet meer
toegestaan te roken in openbare ruim
ten. Niet-rokers hebben er overal voor
rang, ook in gezamenlijke werkruim
ten. Een omwenteling dus, vergeleken
met 1986.
Bep Goedhart: "Gelukkig is de Ta
bakswet er nu, hoewel die voor mij per
soonlijk te laat kwam. Ik hoop een ver
dere bijdrage te kunnen blijven leveren
aan de bescherming van niet-rokers".
wordt bij binnenkomst een behande
lingsplan gemaakt. Daarin wordt vastge
steld, bij welke therapieën hü het meeste
baat zou hebben. En ook, waarop de the
rapeuten speciaal moeten letten. In prin
cipe zijn de bewoners vrij om de hele dag
op hun kamer te blijven. Niemand kan
ertoe gedwongen worden om mee te wer
ken aan zijn behandeling.
Voor de sociotherapie gaat dat niet op.
Iedere bewoner woont in een groep van
negen tot elf personen. Met en in die
groep wordt gegeten, spelletjes gedaan,
de vrije tijd doorgebracht en sommige
therapieën gevolgd. In het dagelijks le
ven worden de patiënten continu bege
leid door sociotherapeuten, de vaders en
moeders van de groep. Ze staan het
dichtst bij de bewoners, letten op hun ge
drag, maken ontwikkelingen van nabij
mee en fungeren als het ware als de ogen
en oren van de afdelingshoofden die uit
eindelijk het behandelingsplan moeten
bepalen. Het spreekt vanzelf dat de so
ciotherapeuten een behoorlijke stem
hebben in de vaststelling van dat plan.
Een doordeweekse middag. De mid
dagmaaltijd wordt geserveerd. Het me
nu: rode kool met blinde vinken en ap
pelmoes, soep vooraf, griesmeelpudding
met kersen toe. Een huisregel: pas als ie
dereen de soep op heeft, mag met het
hoofdgerecht worden begonnen. Dat
tempert een beetje de vaart, waarmee het
eten naar binnen gestouwd wordt. Niet
temin zijn er bij. die binnen vijf minuten
alles achter de kiezen weten te proppen.
De meningen van de bewoners over de
therapieën lopen uiteen. Sommigen zeg
gen ze nuttig te vinden, anderen vinden
het allemaal maar grote onzin. "Thera
peuten zijn in principe machtswelluste
lingen", vindt Sander. Anton identifi
ceert zich met de therapeuten, neemt
zelfs het taaltje over. Tijdens een groeps
vergadering zegt hij: "Ik vind dat ik best
wel vooruit ben gegaan, dat ik mijn eigen
ik steeds meer kan vinden. Wat ik nog
moet leren, is het onderdrukken van de
agressieve kanten in mij".
Gewone mensen
Niemand reageert op deze volzinnen, die
door iemand uit de zachte sector uitge
sproken zouden kunnen zijn. Iedereen
vindt het kennelijk doodnormaal dat de
ze jongens, met soms nauwelijks meer
opleiding dan de lagere school, op deze
wijze over zichzelf praten.
Aan de andere kant worden er bij her
haling pogingen in het werk gesteld om
de 'peuten' zand in de ogen te strooien.
Telkens weer probeerden de ter beschik
king gestelden hun begeleiders te laten
geloven dat ze verder zijn dan in werke
lijkheid het geval is. Alle afschuw die je
bevangt bij het zoveelste krantebericht
over een afgrijselijke moord, mishande
ling of verkrachting, raak je kwijt als je
de mensen leert kennen die dat op hun
geweten hebben. Dan zijn het gewoon
Sociotherapeut Theo Vroom daarover:
"Het werkt twee kanten op: soms heb
ben we heel veel moeite om iemand op te
nemen. Altijd zijn we ten minste globaal
op de hoogte van iemands verleden.
Soms roept een delict zo veel afschuw op
dat we echt al onze professionaliteit no
dig hebben om zo iemand toch te bena
deren. Dat is immers onze taak: ook die
mensen te behandelen, over wie de maat
schappij zegt dat ze tegen de muur moe
ten."
Maar aan de andere kant: "Je leert in
de loop van de tijd iemand ook goed ken
nen, natuurlijk. Je ziet hem steeds meer
als mens. Dat wil zeggen: je gaat hem
steeds meer accepteren. Maar sommige
dingen van die persoon zijn niet te accep
teren. Dat vergeten we wel eens, en dan
moeten we elkaar wakker schudden of
nog eens zijn dossier lezen om ons te rea
liseren. dat hij hier inderdaad niet voor
zijn zweetvoeten zit".
De meest bepalende gebeurtenis van
de week is het vertrek van Harrie. Hij
heeft ruim vijf jaar doorgebracht in de
Pompe-kliniek en wordt min of meer op
gegeven. Harrie heeft zowat alle afdelin
gen van binnen gezien en was al diverse
malen op proefverlof geweest,' toen de
gesloten afdeling hem terugkreeg. Zijn
vorige groep kon hem niet meer hebben.
Sociotherapeuten gingen met tegenzin
naar hun werk, omdat daar Harrie op hen
wachtte met zijn schimpscheuten en op
merkingen. Behandeling en gesprekken
leken geen effect meer te sorteren. Ver
der gaan in de Pompe was zinloos. Uit
spraak: terug naar het Meijers voor her
selectie.
Koehandel
Het Meijersinstituut in Utrecht is de in
richting, waar iedere tbs-gestelde na de
uitspraak van de rechter het eerst terecht
komt. Daar wordt op basis van uitgebrei
de onderzoeken bekeken welke kliniek
in het land de gedetineerde het best kan
opnemen. Af en toe komen daar mensen
terecht als Harrie, die niet in staat zijn ge
bleken om vat te krijgen op zichzelf en de
gang naar Canossa opnieuw moeten ma
ken. De Pompe kan niets meer met hem
uitrichten en zijn plaats wordt ingeno
men door een ander.
"Het is een koehandel", zegt hij. "Ik
moet weg en een ander komt in mgn
plaats. Het is frustrerend, door iedereen
uitgespuugd te worden. Zelfs de Pom
pekliniek wil me niet meer hebben. Ze
vinden me onhandelbaar en onbehandel
baar. Op het laatst bracht ik meer tijd in
de isoleercel door, dan op mijn kamer".
Harrie is nog minder te spreken over
de maatschappij buiten. "Zet dat maar in
de krant: dat de mensen eens moeten le
ren te vergeten en te vergeven. Als je een
keer de fout in bent gegaan, ben je voor
de rest van je leven gestempeld. Denk je
dat ik ooit nog een baan kan vinden? Als
een baas aan me vraagt, wat heb je ge
daan en ik geef hem eerlijk antwoord,
dan kan ik elke baan wel op mijn buik
schrijven. De maatschappij buiten is ge
woon keihard. Vriendschap? Daar geloof
ik niet meer in. Het gaat iedereen ge
woon om te overleven, mij ook. En daar
doe ik alles voor."
"Na verloop van tijd ga je als therapeut een delinquent steeds meer als mens zien. Dat wil zeggen: je gaat hem steeds
meer accepteren. Soms moet je jezelf dan wakker schudden door even z'n dossier lezen om je te realiseren dat hij hier
inderdaad niet voor zijn zweetvoeten zit". aotocrot