OEKEN
Een nieuw uitzicht op de kinderboekenberg
Kleurrijk werk van Canetti
Criminele praktijken
Günter Grass op reis door India
LITERATUUR
Boeiende herdruk van forumroman
WOENSDAG 10 JANUARI 1
De bijdrage van Kees Fens aan 'De
hele Bibelebontseberg, De geschie
denis van het kinderboek in Neder
land Vlaanderen van de middel
eeuwen tot heden' vormt letterlijk
en figuurlijk het hart van het boek.
De beschouwing over de relatie tus
sen kinderliteratuur en later gele
zen literatuur is slechts zeven blad
zijden lang. Er staat in te lezen waar
om het kinderboek gelijkwaardig is
aan het volwassen boek en dat het
daarom hoog tijd wordt voor een in
tegratie van beide literaturen.
Veelzeggend is zijn opmerking:
'De geschiedenis van de Nederland-
se poëzie vanaf Vijftig is in hoge ma
te onvolledig zonder de modern^
jeugdpoëzie, in het géval van Anniè
M: G. Schmidt even tegendraads,
anarchistisch zelfs - ook in het
woordgebruik - als wat toen de
nieuwe poëzie heette. Ze vindt ook
in dezelfde tijdgeest haar oor
sprong.'
Avontuur
In de inleiding schrijven de eind
redacteuren Nettie Heimeriks en
Willem van Toorn dat zij vanaf het
begin voor ogen hebben gehad dat
'De hele Bibelebontse berg' een
boek zou moeten, zijn voor een groot
publiek, dat geïnteresseerd is in het
avontuur dat het woord in de we
reld van kinderen betekent. De me
dewerkers die zij aanzochten dien
den daarom niet alleen literatuur-
specialist te zijn, maar ook helder en
leesbaar hun kennis onder woorden
te kunnen brengen. Wie de lijst Van1
medewerkers beziet kan niet an
ders dan toegeven dat aan de eerste
eis voldaan is. Of dat ook voor de
tweede voorwaarde geldt is een
kwestie van lezend ontdekken, hoe
vervelend het is steeds voortijdig te
moeten ophouden, omdat het mor
gen weer vroeg dag is.
Omdat in 'De hele Bibelebontse
berg' voor het eerst de geschiedenis
van het Nederlandstalige kinder
boek door literatuurspecialisten be
schreven wordt en niet door peda
gogen, zal duidelijk zijn dat er naast
wat al langer bekend was, veel
s boven water kómt. Dat daar
veel volhardend speurwerk aan
voorafgegaan is, blijkt al meteen in
het eerste hoofdstuk waarin F. P.
van Oostrom zich de moeilijke
vraag stelt: was er ook jeugdlitera
tuur in de middeleeuwen?
Zijn bevestigend antwoord is in
drukwekkend beargumenteerd,
maar tegelijkertijd hoogst specula
tief, omdat veel middeleeuwse boe
ken in de loop van de tijd spoorloos
verdwenen zijn en het (klooster)on-
derwijs bovendien een sterke mon
delinge traditie kende. Handge
schreven boeken waren duur en
kinderen zeiden tot hun zestiende
jaar allerlei teksten net zo lang na
tot zij ze van buiten kenden. Het
vruchtbaarste terrein voor onder
zoek is het stadse onderwijs aan jon
ge burgers die wilden leren lezen,
omdat ze in de handel hun brood
moesten zien te verdienen. Een
daarbij veel gebruikt jeugdboek
was de in 124 strofen van vier regels
berijmde 'Spiegel der jonghers'
(1488) van Lambertus Goetman.
Daarin kwamen allerlei lessen over
christenplicht voor, maar ook het
advies zelden naar de kroeg en nim
mer naar de hoeren te gaan. Die
laatste aanbeveling doet veronder
stellen dat we bij de gebruikers van
het boek eerder aan jong volwasse
nen moeten denken.
Hoewel in de zestiende eeuw door
de uitvindingvan de boekdruk
kunst en door vernieuwingen in het
onderwijs veel veranderde op het
gebied van teksten voor kinderen,
zijn er nauwelijks boeken aan te wij
zen die geschreven werden met het
vooropgezette doel kinderen ont
spanning en vermaak te verschaf
fen. Dat betekent overigens niet dat
kinderen alleen maar abc-boekjes,
gedragsboekjes en godsdienstige
lectuur te lezen kregen. Zoals kin
deren tegenwoordig op de televisie
zaken zien die voor volwassenen be
stemd zijn, zo lazen ze vroeger waar
schijnlijk mee in de boeken van hun
ouders. Niemand minder dan Desi-
derius Erasmus waarschuwde in
1516: 'Maar heden ten dage zien we
dat velen zich vermaken met de ver
halen over Arthur en Lancelot en
meer van dergelijke, verhalen die
niet alleen over tirannen handelen,
maar ook volstrekt zonder eruditie,
dwaas zijn en op oudewijvenpraat
lijken.'
Veel indruk zal zijn tirade niet ge
maakt hebben, want uit latere ge
schriften weten we dat middel
eeuwse ridderromans, liefdesro
mans en schalkse novellen-bijzon
der populair waren. Spanning,
avontuur, liefde en humor dus. Kin
deren zagen er zelfs geen been in
hun ouderwijzers met dit soort lec
tuur te confronteren, getuige het ci
taat dat R. J. Resoort vond in de Re
gel der Duytsche schoolmeester
van Dirk Adriaensz Valcooch
(1591): 'Comen sy met grollen en on
nutte boecken ter scolen Die teg-
hen Schriftuer strijden, ende der
waerheyt doen dolen, Stuertse
vander hant of Godt sal u wreken.'
Afgezien van het ontstaan van
losbladige kinderprenten verander
de er in de zeventiende eeuw vrijwel
niets. Er kwam meer van hetzelfde
(school-\en geloofsboekjes). Blijk
baar moesten alle vernieuwingen
uit vorige perioden eerst verwerkt
worden.
Bekrompen
Tot welke bekrompen visie op het
kinderboek de bemoeienissen van
neerlandici (Is dat wel literatuur?)
en pedagogen (Is de inhoud opvoe
dend?) kunnen leiden, toont P. J.
Buijnsters onomstotelijk aan in zijn
hoofdstuk over het Nederlandse
kinderboek uit de achttiende eeuw.
Met zijn vrouw zocht hij in de grote
wetenschappelijke bibliotheken
naar oorspronkelijk voor kinderen
bestemde of op den duur vooral
door hen genoten lectuur. Zijn in
drukwekkende lijst van 31 soorten
lectuur corrigeert voor altijd het tra
ditionele beeld dat Hieronymus van
KORNELIS Mimt op eene- Koets.
Vie zich roekeloos wil wagen
Of zich in gevaar begeeft
IvEESJE! zal zich eens beklagen,
Dat hij zoo gehandeld heeft
Kornelis klimt op eene Koets. Kopergravure uit Alphabetische Letter
kransjes van J.F.L. Muller, 1836.
Alphen met zijn 'Proeve van kleine vader van het Nederlandstalige kin-
Gedigten voor Kinderen' (1778) de derboek zou zijn.
Ook aan het hoofdstuk over de
negentiende eeuw ligt een kwanti
tatief onderzoek ten grondslag. Het
werd verricht door de vakgroep Ne
derlands van de Rijksuniversiteit
Leiden en resulteerde in een over
zichtelijke samenvatting van 64
bladzijden van de aan kinderboe
ken overstelpend rijke eeuw (9000
titels).
De reusachtige berg kinderboeken
die de eeuw van het kind tot nu toe
voortbracht, stelde Harry Bekke
ring en Aukje Holtrop voor de wel
haast onmogelijke taak daarin eni
ge ordening aan te brengen. Hun
keiize een maximaal aantal repre
sentatieve boeken uit de gehele pe
riode een kans te geven, leidde tot
een onderverdeling naar genres als
het avonturenboek, het kindervers,
het meisjesboek, het komische
jeugdboek en het maatschappijkri
tische kinderboek.
Of een ander ordeningsprincipe
tot een betere opzet geleid zou heb
ben valt moeilijk te beoordelen,
maar het heeft er alle schijn van dat
ook Kees Fens niet helemaal tevre
den is met de bijdrage van de twee
auteurs. Hij neemt in de eerste ali
nea's van zijn beschouwing Bekke
ring en Holtrop al te opzichtig in be
scherming tegen critici die menen
dat het beter had gekund. Want hoe
waardevol hun overzicht ook is, er
valt in alle redelijkheid wel wat op
aan te merken. Bekkering leent te
veel bij anderen om zijn eigen con
clusies kracht bij te zetten en Aukje
Holtrop doet met kwalificaties als
'Een prachtige verhaal, geestig en
origineel' (over Minoes van Annie
M. G. Schmidt) recensies nog eens
dunnetjes over.
Hollandse arrogantie valt slecht
in het heel wat bescheidener Vlaan
deren, maar wie de 44 bladzijden
van Emiel Willekens over de ge
schiedenis van het kinderboek in
Vlaanderen gelezen heeft, kan toch
moeilijk anders dan uiterst tevre
den vaststellen dat onze kinderen in
hun handjes mogen klappen met al
het moois dat hier verschijnt. Er is
de laatste jaren ongetwijfeld veel
ten goede veranderd, maar ook in
1989 geldt waarschijnlijk nog steeds
wat Eric Hulsens (Vlaming) in 1976
in Humo schreef: 'De gemiddelde
Vlaamse jeugdschrijver is 52, on
derwijzer en bewusteloos.'
Zelfs wie maar een klein beetje
thuis is in het Nederlandse kinder
boek zal op de drukbevolkte Bibele
bontse berg beslist een heleboel au
teurs en illustratoren missen. Ook
in een enkel ander opzicht is deze
geschiedenis van het kinderboek
niet volledig te noemen. Over het
hedendaagse informatieve jeugd
boek met literaire kwaliteiten bij
voorbeeld wordt met geen woord
gerept. Maar als een volledig over
zicht betekend had dat voor de
laatste drie hoofdstukken geen
ruimte geweest was, dan valt het
niet moeilijk tevreden te zyn met
wat er nu ligt.
Wie immers zou het hoofdstuk
over het kinderboek in de reclame
willen missen? Tine van Buul roept
ze allemaal nog eens tot leven: Pig-
gelmee, Bulletje en Bonestaak, Piet
Pelle, Tiels Flipje, Pijpje Drop, Pre-
lientje, Pukkie Planta.... In 'Het ge
zicht van het kinderboek' dartelen
talloze termen uit het grafisch woor
denboek over de bladzijden, maar
Reinold Kuipers vertelt een begees
terend verhaal in zalige zinnetjes als
'Het formaat van deze eerste druk is
octavo klein mediaan ofte wel zo
wat 19x13,5 cm.' Nettie Heimeriks
en Willem van Toorn tenslotte dis
sen veel interessante wetenswaar
digheden op over drukkers en uit
gevers vanaf de vijftiende eeuw tot
heden.
De toenemende belangstelling
voor kinderboeken en de verzorgde
uitgave met veel (helaas zwartwit)
afbeeldingen uit soms uiterst zeld
zame boeken wettigt de gedachte,
dat er voor 'De hele Bibelebontse
berg' inderdaad een groot en divers
lezerspubliek bestaat.
JAN SMEEKENS
De hele Bibelebontse berg. De geschie
denis van het kinderboek in Nederland
Vlaanderen van de middeleeuwèn
tot heden. Uitg. Querido. 125,-
Net als zijn vorige boek 'Dubbele
mandekking' gebruikt Bert Hidde-
ma in zijn jongste thriller een actu
eel onderwerp -het milieu-als decor
voor criminele praktijken. Nu heb
ben we Hiddema niet nodig om te
weten dat er altijd mensen zijn die
op weerzinwekkende wijze goud
weten te delven uit de afvalberg die
ons leefklimaat dreigt te verzieken.
Diverse milieuschandalen hebben
ons m,et de neus op de feiten ge
drukt. Sommige geesten zijn al
even vervuild als hier en daar het
milieu. Maar dat het allemaal zo
somber is als de cynisch pessimisti
sche, bittere en soms zelfs zwartgal
lige Hiddema ons voorschotelt, wei
ger ik toch te geloven.
Nederland was halverwege de ja
ren zestig honderd keer zo erg als de
DDR nu, zó schrijft hij bijvoorbeeld.
En dat zette hij op papier vóór er ga
ten vielen in de Berijnse Muur. Alles
was toen zo dood als een pier, con
stateert hij vervolgens met de ster
ke neiging tot overdrijven die ook
de rest van zijn verhaal kenmerkt.
Jan was journalist. Hij wist genoeg.
Hij zou zijn handen niet meer bran
den. Het land was toch al van onder
tot boven vergiftigd. Waarom zou
lüj zich opofferen terwijl iedereen
rustig doorleefde en zich nergens
iets van aantrok?
In dat door Hiddema zo verguisde
land laat hij de uiterlijk vrome za
kenman Loenhout tot in de hoog
ste regeringskringen hogelijk ge
waardeerd en geëerd kapitalen
verdienen aan de verwerking van
het afval van die corrupte maat
schappij. Maar gelukkig weet privé-
detective Flip de deksel van de
beerput omhoog te krijgen.
Hiddema's verheerlijking van de
provocerende uitspattingen van de
jaren zestig en zijn negatieve instel
ling ten opzichte van alles wat daar
na gebeurde en nog gebeurt kunnen
mij niet overtuigen. Dé verrassend
simpele gebeurtenissen en de on- -
verwachte ontknoping maken met
elkaar nog geen treffende thriller.
Bochtenrijder
Nog niet zo lang geleden had ik het
op deze boekenpagina over de Belg
Jan L. Broeckx, een gepensioneer
de muziekkenner die zo nodig een
thriller moest schrijven. Een deel
van de bezwaren tegen dat boek gel
den onverkort voor de nu .versche
nen 'Bochtenrijder van de opera'
van Johny van Tegenbos. Ook hij
heeft gemeend zijn boek tè moeten
volstoppen met een schier eindelo
ze hoeveelheid niet terzake doende
muziektermen, omdat het verhaal
zich afspeelt rond de 'Opera Impe
rial d'Europa'. Net als bij Broeckx
zijn weinig geprofileerde hoofdper
sonen naarstig op zoek naar een nog
onbekend partituur waarmee ech
ter muzikaal veel eer zou zijn in te
leggen.
Van Tegenbos laat zijn verhaal
vertellen door de chauffeur (de
'bochtenrijder') van de directeur
van de opera, maar tot ver over de
helft van het boek komen we nau
welijks verder dan een opsomming
van alle boodschapjes die de niet
brandschone jongeman moet doen.
Een wijdlopige aanloop naar de
bloedige ontknopingen op de
laatste tientallen bladzijden, die het
etiket 'thriller' moeten waarmaken.
Of vormen die gebeurtenissen nu
juist de tragische climax in de
droefgeestige bespiegelingen van
de jongeman, die moet constateren
dat zijn leven tot nu toe alleen uit
flarden heeft bestaan? Een ver
scheurd leven, waarin de turbulen
te verwikkelingen in de opera ook
alleen maar de afsluiting zijn van
weer een flard, een episode, een
brokje bestaan. Erg overtuigend te
het niet en spannend ook al niet.
Romantiek
'Dodelijke hartstocht' is de" eerste
van een reeks detectives van de
Amerikaanse schrijfster Orania Pa-
pazoglou. Deze en alle nog komen
de boeken spelen zich af in de we
reld van de schrijfsters van romanti
sche series als de Bouquet-, Jas
mijn-, Intiem-reeksen of hoe ze ver
der mogen heten.
Er heerst in dat wereldje veel haat
en nijd. De schrijfster gunnen el
kaar geen spatje succes. Overigens
zijn er aan het einde van het verhaal
niet bijster veel meer over. Iemand
vermoordt ze aan de lopende band,
waardoor de ik-figuur, Patience Mc-
Kenna, danig in het nauw komt.
Men probeert haar die moorden in
de> schoenen te schuiven. Dat dat
niet zal lukken weet de lezer al op'de
eerste bladzijde. Maar voordat onze
Patience haar onschuld afdoende
heeft kunnen bewijzen heeft ze ons
langs een leger collega's gevoerd en
door een doolhof van ingewikkelde
gebeurtenissen..
Weliswaar zijn er genoeg buite
nissige figuren om het gehéel kleur
rijk en soms zelfs levendig te kun
nen presenteren, maar het té veel
aan mensen en ingewikkelde rède-
neringen gaat ten koste van de sïteer
en de spanning.
KOOS POST
Jeuk, Bert Hiddema, Luitingh, 13,-.
De bochtenrijder van de opera, Joh
ny van Tegenbos. Manteau.
Dodelijke hartstocht, Orania Papa-
zoglou. Furie, 24,50.
Van alles wat 'Forum' heeft voort
gebracht is 'Het land van herkomst'
zonder twijfel de belangrijkste ro
man, schreef W.F. Hermans dertig
jaar geleden. En sindsdien heeft hij
alleen maar meer gelijk gekregen.
'Forum', het tijdschrift van Menno
ter Braak en Eddy du Perron, mag
dan enig gezag hebben vanwege de
essays, het 'echte' literaire werk
stelde niet zoveel voor. Wie leest er
tegenwoordig nog romans van Ter
Braak of gedichten van Greshoff?
Zeker, we hebben Vestdijk en
Slauerhof, maar die behoorden niet
tot de harde kern van 'Forum'.
Een uitzondering vormt Du Per
rons 'Het land van herkomst', on
langs voor de dertiende keer ge
drukt. Het is dan ook een bijzonder
boeiende roman. Du Perron be
schrijft vanuit Parijs de woelige ja
ren 1933-1935, blikt terug op zijn
jeugd in Indië en vertelt en passant
over zijn belevenissen in het Euro
pa van de jaren twintig. Via zijn al
ter ego Arthur Ducroo onderzoekt
hij de achtergronden van een Eu
ropese intellectueel die in Indië is
opgegroeid en in het Europa van die
tijd, temidden van radicale politie
ke systemen als fascisme en com
munisme, zijn positie moet bepa
len.
'Het land van herkomst' is abso
luut geen saaie ideeënroman. Zeer
levendig is het verslag van de dis
cussies die Arthur Ducroo voerde,
evenals de portretten van zijn ge
sprekspartners. Het
dag ontbreekt niet: de affaire Sta-
visky, Van der Lubbe, noch de
Vampier van Düsseldorf zijn Du
Perron ontgaan. En dat alles weer
spiegelt zich in de stijl die pendelt
van tegenwoordige naar verleden
tijd.
De nieuwste druk is een goedko
pe editie en ook degene die het boek
al bezit, raad ik aan de nieuwe druk
aan te schaffen. Voor het eerst zijn
namelijk de 453 aantekeningen die
Du Perron in het exemplaar van zijn
vriend Greshoff noteerde in het
boek opgenomen. Jammer dat de
uitvoering zo goedkoop moest. De
uitgever heeft het oude zetsel ge
bruikt en daar 453 keer een sterretje
op laten plakken en er enige malen
een verticale streep in de marge bij
laten drukken. Het papier is ook an
derhalf keer zo dik als vroeger. Maar
de aantekeningen zijn hoogstinte-
ressant: ik heb nog nooit eerder met
rode oortjes een notenapparaat
doorgenomen. Sommige dingen
waren al bekend; in iedër geval dat
de pseudoniemen die Du Perron
voor de belangrijkste personages
gebruikte, betrekking hadden op fi
guren als André Malraux, Pascal
Pia, Menno ter Braak, Jan Greshoff,
A. Roland Holst en verwanten.
Interessanter is dat Du Perron re
gelmatig uitlegt hoe hij het boek
heeft gecomponeerd. Wanneer hij
een bepaald stuk heeft geschreven.
Waarom hij het op die plaats hëeft
ingelast. Welke stukken uit materi
aal voor vroegere boeken afkomstig
zijn. Hoe hij om esthetische rede
nen de verschillende personen
combineerde tot één. Dat Ter Braak
en Greshoff op Du Perrons verzoek
zelfs brieven schreven opdat hun
vriend ze in zijn boek kon verwer
ken.
Wat deze aantekeningen weerleg
gen is de mythe dat Du Perron ge
heel volgens de idealen van 'Forum'
in één ruk de beschrijving van zijn
leven en werk heeft genoteerd. Als
een echte 'vent' wars van modernis
tische pretenties en literaire tech
nieken.
Eén mooi voorbeeld van de me
thode die Du Perron hanteerde tot
slot. Het gaat om de plaats in Indië
waar hij het meest van hield: Zand
baai. De beschrijving van de omge
ving behoorde volgens veel critici
tot de meest authentieke momenen
in 'Het land van herkomst'. Du Per
ron onthult echter dat hij Zandbaai
voornamelijk opgeroepen heeft aan
de hand van foto's! Bijna even mooi
is de noot waarin hij vertelt dat het
schrijven over Indië hem op een ge
geven moment verveelde. Als lezer
weet je nu waarom 'Het land van
herkomst' nooit verveelt: omdat Du
Perron weliswaar een 'vent' was,
maar het uiteindelijke resultaat van
zijn werk liet bepalen door de vorm.
AUGUST HANS DEN BOEF
Het land van herkomst, E. du Perron.
Uitg. G.A. van Oorschot, 25,-.
Elias Canetti ontving de Nobelprijs
voor literatuur in 1981. Dat gegeven
nodigt uit tot nóg kritischer lezen
dan gewoonlijk. 'Stemmen van
Marrakesch verdraagt zo'n kriti
sche blik. Hét boek is opgebouwd
uit kleurrijke miniaturen. Canetti
schildert met zijn pen. Maar hij doet
meer. De wereld van Marrakesch
(Marokko) wordt niet alleen gevisu
aliseerd, alle .zintuigen van de lezer
worden ingeschakeld. Bij het om
slaan van de pagina's ruik je de exo
tische kruiden, het zweet van de
verkopers en de mest van kamelen
en ezels. Geschreeuw van marklie-
den en vleiende of eisende stem
men van bedelaars klinken op.
Uit de impressies blijkt dat Canetti
een vreemdeling is en blijft, en dat
eigenlijk ook wil blijven. Hij schrijft
dat goede reizigers geen gevoel heb
ben. Canetti is volgens dat (impli
ciete) criterium geen goede reiziger.
Vooral het leed dat dieren wordt
aangedaan raakt hem. Hij lijkt soms
een beetje wereldvreemd en naïef.
Een kamelenmarkt met slechts en
kele kamelen die voor hun leven
vechten omdat ze de naderende
dood ruiken, verstoort het idylli
sche beeld dat hij zich van zo'n
markt gevormd had. Zijn coulantp
houding tegenover de vele bede
laars, hoe begrijpelijk ook, laat zien
dat hij een buitenstaander is. Canet
ti en de Marokkaanse cultuur blij
ven vreemden voor elkaar.
Dat neemt niet weg dat de confron
tatie veel boeiends oplevert. Canetti
is gefascineerd door de gesluierde
vrouwen. Welke raadsels gaan er
schuil achter de ondoordringbare
sluiers? Maar ook de vrouw die haar
hele gelaat aan de wereld toont
roept vragen op. Is de vrouw uit 'De
vrouw achter het tralievenster' gek
of is ze een prostituée? Voor Ca
netti is ze een verleidelijke sirene
die gedurende een moment al zijn
aandacht opeist. Andere figuren die
worden geportretteerd zijn Elie
Dahan en Ginette en haar man. Elie
'plakker' die Canetti blijft achter
volgen met de dwingende vraag als
bemiddelaar op te treden bij Elie's
pogingen om aan werk te komen.
Ginette is een zielige jonge vrouw
die het met de moraal niet zo nauw
neemt. Ze wil letterlijk haar lijf ver
kopen als dat haar zou helpen om
het milieu waarin ze leeft te ont
vluchten. Het verhaal over Elie is
oppervlakkig beschouwd komisch,
maar er ligt een zekere tragiek aan
ten grondslag. Dat over Ginette is
tragisch maar heeft komische trek
jes, al vallen die eerder onder de
noemer zwarte humor. En zo is alles
weer in evenwicht.
Canetti kan behalve portretteren
ook goed schetsen. Een oude vrouw
wordt als volgt beschreven: Een
stokoud, volkomen verweerd vrouw
tje schuifelde voort, zij zag eruit als
de oudste mens. Hij probeert de
mensen in hun waarde te laten en
soms meer dan dat. Nadat een
schoolmeester als een dompteur
een aantal kinderen voor Canetti
heeft laten optreden, schrijft deze:
Ik bedankte hem zeer beleefd en, om
hem te verheffen, een weinig vanuit
de hoogte, alsof ik een belangrijke
bezoeker was. Een fraaie paradox
bovendien.
Voor Canetti niets dan lof. De verta
ling van Theo Duquesnoy, die voor
het eerst in 1969 verscheen, is anno
1989 soms gedateerd. Zo is 'pleizier'
geen erkende spelling meer. Maar
dit blijven kanttekeningen in de
marge. Kwalijker is de manier waar
op deze uitgave is verzorgd. Soms
zijn letters bijna weggevallen of on
nodig vet gedrukt. Soms staan ze
vóór de eigenlijke kantlijn, boven
de regelhoogte, scheef of is er teveel
wit.
REINOLD VUGS
Stemmen van Marrakesch. Vertaald
door Theo Duquesnoy. Uitg. Van Gen
nep, 19,50.
Nieuwe Uitgaven
Jeugdboeken
Verkleden is een feest, Guusanke
Vogt. Originele ideëen voor het ont
werpen en maken van verkleedkos-
tuums. Uitg. M&P 34,90
Niet zielig, Mischa de Vreede.
Een verslag van ziekenhuiservarin
gen van kinderen en hun ouders.
Uitg. Van Loghum Slaterus. 25,-
Lastige portretten, Karei Ey-
kman. Een bundel poëtische por
tretten van jongens en meisjes van
twaalf jaar eri ouder, met tekenin
gen van Sylvia Weve. Uitg. De Har
monie 19,90
Non fiction
se Antillen en Aruba. Pim Heuvel
en Freek van Wel. 2e herziene uitga
ve. Uitg. Van Gorcum 42,50
Katharine Hepburn, Christopher
Andersen. Een biografie met mede
werking van Katharine Hepburn
zelf, voorzien van foto's. Uitg. Fon
tein, ƒ42,50
Het leven van Kathleen Ferrier,
Maurice Leonard. Een fascinerende
biografie over een vrouw met een
prachtige stem. Uitg. Fontein
42,50
Als een dief in de nacht, John
Cornwell. Verslag van een onder
zoek naar de plotselinge dood van
de kersverse paus Johannes Paulus
I. Standaard uitgeverij.
Fiction
The Beggar's Opera, John Gay. De
tekst van een muzikale satire op de
handel en wandel van autoriteiten.
Stichting Sitos.
In 1986 en 1987 reisde Günter Grass
samen met zijn vrouw enkele maan
den door India en Bangla Desh. Zijn
ervaringen stelde hij op drie manie
ren te boek: een chronologisch ver
slag in dagboekvorm, een lang ver
halend gedicht en enkele tekenin
gen. In de Nederlandse vertaling
zijn de tekeningen niet opgenomen
(afgezien van een tekening op het
omslag die naar de titel verwijst).
Het gedicht en het dagboek zijn
echter voldoende om een goede in
druk te krijgen van Grass verblijf in
India en zijn gedachten.
De Duitse titel 'Zungen zeigen' -
in de Nederlandse vertaling 'Tong
en van schaamte'- duidt op een hin
doe-mythe. Kali, de tienarmige go
din van de vernietiging, toonde haar
tong toen ze zich realiseerde dat ze
haar man Shiva wilde doden. Ge
voed door de overlevering werd
daarmee het tonen van de tong voor
hindoes een teken van schaamte.
Met die schaamte lijkt Grass regel
matig vervuld: schaamte over de ar
moede in India, schaamte over de
tegenstellingen tussen rijk en arm.
Tegelijkertijd is het natuurlijk een
paradox: Grass schrijft otfer de te
genstellingen tusen rijk en arm ter
wijl hijzelf met zijn vrouw vaak in
een luxe omgeving (in 'westerse'
hotels) vertoeft.
Grass is echter scherpzinnig ge
noeg om die tegenstelling te zien.
Veilig in mijn koloniale stoel noemt
hij dat. Soms spreekt hij over zijn
vrouw Ute en zichzelf in de derde
persoon en schept daarmee afstand.
Zij was hier nooit eerder en wilde
ook nooit hierheen. Toen hij jaren
geleden in zijn eentje hier was en de
stad hem met schrik vervulde, wilde
hij weg. Amper weg wilde hij weer
terug. Verder laat hij zijn medele
ven met de armen in India duidelijk
blijken. Hij bezoekt achterbuurten
en praat met sociaal-bewogen intel
lectuelen en helpt bij het regisseren
van een van zijn toneelstukken.
Grass heeft oog voor detail. Zelfs
vanuit zijn luxe hotel in de stad Puri
kijkt hij goed om zich heen. Tegen
over het hotel loopt dwars op het
strand een open riool, dat bij vloed
volloopt en bij eb met een flinke
vaart in zee stroomt. Ik zie hoe man
nen in het riool vissen. Twee netten
afwisselend in gebruik uit
modder en drek, uit de stront van
Puri's pelgrims en bedelaars peute
ren zij pinknagéllange visjes die,
als zij maar lang genoeg het riool af-
vissen, genoeg zijn voor een,maal
tijd. Voor hen, achter een
strandwal, schuimt de zee. Maar zij
mogen in zee niet hun net uitzetten,
zij mogen niet (zoals de jongens ver
derop bij het dorp) de branding af-
vissen; zij zijn onaanraakbaren, ho
ren bij het riool, zijn riool: levens
lang". Het citaat laat iets zien van de
barokke stijl van Grass. Die komt
vooral in het lange gedicht duidelijk
naar voren. Grass schrijft beeldend
(denk maar aan het beroemde 'Die
Blechtrommel').
Uiteindelijk blijkt Grass' plan om ze na eei
een jaar lang door India te reizen te Duitsland,
ambitieus. Door allerlei tegenval
lers, en omdat Grass en zijn vrouw
Ute niet langer tegen de omstandig-
Tongen van schaamte, omslagillustratie
het vreemde vertrouwd wordt en
vreemd blijft
JOS DAMEN
heden opgewassen zijn, vertrekken India. In Grass' woorden: Zien hoe uitg. Meulenhoff ƒ28,50
haamte, Günter Grass.