Koerier van gevleugelde woorden Aldert Walrecht (58) bezoekt Leiden met Grote Poëziebloemlezing Smaakvol liedprogramma Strijards: virtuoos jongleur Nederlandse films bekroond in Brazilië Verrukkelijke nuances in Ackermann' s Don Pasquale I MAANDAG 4 DECEMBER 1989 KUNST PAGINA 2 1 Aldert Walrecht: "Mijn bloemlezing ligt bij Vasalisop de vleugel". Wendela Bronsgeest (sopraan) en Vera Verzijden (mezzosopraan), m.m.v. Tan Cro ne (piano), Theo Goedhart (kabinetorgel) en klavecimbel, en Frank den Herder (cello). Werken van Al. Grandi, Claudio Monteverdi, Domenico Scarlatti, Robert Schumann, Jo hannes Brahms en Leonard Bernstein. Ge hoord op 3 december in het Groene Kerkje Oegstgeest. LEIDEN Bijzonder veel be langstelling bestond er voor het smaakvolle programma dat de twee in Leiden wonende en wer kende zangeressen Wendela Bronsgeest en Vera Verzijden hadden samengesteld. Het pro gramma was bijna uitsluitend ge wijd aan werken voor twee zang stemmen met begeleiding, op zich zelf al een weinig voorko mend verschijnsel oj) liederen-re citals. Dank zij de medewerking van organist/klavecinist Theo Goedhart en pianiste Tan Crone kon een periode van ruwweg 300 jaar worden omspannen, van Claudio Monteverdi tot en met Leonard Bernstein. Ondanks een licht verschil in stern-karakter was het boeiend om te horen hoe sopraan en mez zo naar elkaar toe groeiden en een werkelijke eenheid vormden, waarin verklanking van het lied en verbeelding van de tekst hand in hand gingen. Boeiend ook was de vergelijking van de werkwijze van de ene met de andere compo nist, zoals bijv. het Salve Regina van Dom. Scarlatti en van Monte verdi. Bij Scarlatti klampen beide stemmen zich aan elkaar vast, winden zich om elkaar heen in een smeekbede. Monteverdi, een eeuw eerder, schrijft desondanks 'moderner' en dramatischer, wan neer hij beide stemmen vurig smekend laat klimmen en berus tend laat dalen. Hoe expressief en met een lichte glimlach schildert Monteverdi een hevige maar he laas te schuchtere liefde, of een twijfelend herderinnetje dat van haar herder een overtuigende lief desverklaring vraagt. In het schil deren van de liefde en alles wat die teweeg brengt worden de eeu wen overbrugd; Monteverdi reik te in dit programma de hand aan Schumann of Brahms, en ook in onze tijd is er in dat opzicht niets nieuws onder de zon. Zelfs waar de natuur bezongen wordt is er steeds een dubbele bodem: bloe men verwelken evenals de liefde (Botschaft), vogeltjes laten zich niet gemakkelijk vangen (Das Glück), en roosjes hebben helaas altijd echte doornen (Röselein). Maar ook in een musical als Peter Pan van Leonard Bernstein draait het om dezelfde dingen. Wendela Bronsgeest en Vera Ver- zijden voelden zich in alle tijden evenzeer thuis, of het nu de sere ne hemelse liefde of het aardse wel en wee betrof. De 'songs' van Leonard Bernstein, vooral het grappige Peter, Peter (Wendela Bronsgeest) als het ernstige Who am I (Vera Verzijden) vormden een even origineel als verrassend sluitstuk. Het omvangrijke pro gramma werd besloten met een tpegift waarin beide zangeressen elkaar na de gelukkige eensge zindheid van dit concert ogen schijnlijk de rug toekeerden. Veel van hef succes van deze middag was te danken aan de vakkundige begeleiding door Theo Goedhart bijgestaan door Frank den Her der (cello), en Tan Crone die beide zangstemmen wist te steunen en stimuleren in een voortreffelijke begeleiding. MIES ALBARDA 'Het syndroom van Stendhal' van Frans Strijards door Art Pro. Regie: Frans Strij ards. Toneelbeeld: Stans Luts. Gezien in het LAK Theater op 2 december. LEIDEN Uitzinnig jubelen over 'Het syndroom van Stend hal'? Het zou een symptoom kun nen zijn van het syndroom van Stendhal, een toestand van psy chische ontreddering door de overweldigende invloed van een kunstwerk. De voorstelling ratio neel analyseren? Dat doet denken aan de man die een mop niet snapt en eindeloos doorredeneert over 'hoe het nou precies zit'. Hoe men het ook benadert, 'Het syndroom van Stendhal' laat zich niet in een hokje vangen en valt misschien nog het beste te om schrijven als één lange, virtuoze improvisatie op het thema thea ter, alleen maar mogelijk doordat Strijards in zijn gezelschap Art Pro een al even virtuoze groep theaterdieren tot zijn beschik king had. Een verhaal is er wel, al lijkt het niet noodzakelijk dat te volgen. Het groepje mensen dat zich na de begrafenis van een failliete kunstliefhebber in diens huis ver zamelt voor koffie en broodjes, blijkt ook niet geïnteresseerd in een voortgang van bepaalde ge beurtenissen. Men geeft af en toe een schot voor de boeg, maakt geen gesprek af, duidt gebeurte nissen of ontwikkelingen met een enkel woord aan, maar is uitein delijk in niets werkelijk geïnte resseerd. Hooguit in zichzelf, maar ook dat leidt tot niets, om dat eerlijkheid tegenover dat on derwerp betekent, dat er eerst een fapade neergehaald moet worden. Wat overblijft is een constant ach ter elkaar èn achter de feiten aan lopen, maar dat gebeurt op een zo overrompelende, flitsende en met humor overgoten manier, dat het resultaat veel wegheeft van een ononderbroken slapstick. Dolle pret voor de liefhebber, een feest der herkenning bovendien voor de ervaren bezoeker, die tics, stij len en soms zelfs individuele ac teurs meent te herkennen, maar die bovendien zijn kennis kan toetsen. Tsjechov (Kersentuin, Drie zusters) voert de boventoon, van de vreemde mengeling van tragedie en komedie tot bijna let terlijke citaten, maar Pirandello is niet ver weg en na hem volgt een stoet van schrijvers die het to neel in de afgelopen eeuw van stof voorzien heeft. Schrijards jongleert virtuoos met alles wat hem voor de voeten komt en het resultaat is met geen pen te be schrijven. Ook niet voor een criti cus die meestal niet om woorden verlegen zit. PAUL KORENHOF Soms verschijnen er boeken waar een origineel en vooral tijdloos idee achter steekt. Dat maakt nieuwsgierig naar het antwoord op de vraag hoe het boek èn idee later vergaan zijn. Twee jaar geleden verscheen Mij liet je leven, Grote- poëzie-bloemlezingIn de toenmalige hausse van thematische poëzie-bloemlezingen viel dit boek bijzonder op. Het was een in groot formaat uitgebracht werk, waarin de gedichten in grote letter gezet waren. Aan de vooravond van het heerlijk avondje -"de dichter van Zie de maan schijnt door de bomen staat er óók in"- een gesprek met Aldert Walrecht (58), samensteller van deze bloemlezing voor letterlievende mensen die niet zo goed kunnen zien. Dagen Nederlandse Muziek in Utrecht UTRECHT (ANP) - Het centrum voor hedendaagse muziek Gëu- deamus heeft voor 15, 16 en 17 de cember het project Dagen Neder landse Muziek opgezet. Het omvat zeven concerten in het Muziekcen trum Vredenburg in Utrecht. Tot klinken worden gebracht 29 parti turen van 27 Nederlandse compo nisten. Het accent in de program ma's ligt op de nieuwe Nederlandse muziek. De reeks wordt 's middags ge opend met een optreden van violist Robert Szreder en pianist Peter Zimmermann. Zij spelen werk van Theo Loevendie, Caroline Ansink, Chiel Meijering, Tera de Marez Oyens en Pieter Hermsen. 's Avonds wordt het programma „Mu ziek en tape" geboden met mede werking van het Radio Filharmo nisch Orkest onder Richard Dufallo en pianist John Snijders. Uitge voerd worden werken van Luctor Ponse, Wim Laman, Enrique Raxach en Ton Brunèl. Zaterdagmiddag wordt het con cert gegeven door het Tilburgs Gi taarensemble met werk van René Pieper, door het Kleinkoor Rotter dams Toonkunstkoor met composi ties van Daan Manneke, Henk Ba- dings, Herman Strategier en Johan Wagenaar, en door het Symfonieor kest Con Brio met werk van Jurri- aan Andriessen en Iman Soeteman. Voor 's avonds staan op het pro gramma stukken van Jurriaan An driessen, Alexander Voormolen, Henriette Bosmans en Johan Wil lem Wilms, uit te voeren door het Radio Kamerorkest, pianist Ronald Brautigam en hoboïst Han de Vries. De laatste dag zijn er drie concer ten, om elf, één en vier uur. Het En semble Utrechts Conservatorium brengt werk van Chiel Meyering, Jan Welmers en Louis Andriessen. Het Radio Symfonie Orkest speelt op het tweede concert composities van Adriaan van Noord, Herman van Dam, Ton Lambij en Ivo van Emmerik. Tot slot verklanken het Koor Nieuwe Muziek, het Aurelia Kwartet, het Kwartet NM, met me dewerking van pianisten, harpisten en contrabassisten onder leiding van Huub Kersten 'To Brooklyn Bridge' van Tristan Keuris, en speelt het Asko Ensemble 'Aura' van Theo Verbey. LEIDEN - Aldert Walrecht (58) is er nog steeds full time mee bezig. In zijn knalgele wagen en in een wind jack, beide eveneens met grote let ters bedrukt, deed hij een dezer da gen Leiden aan. De voortijdig ge pensioneerde stafdocent Neder landse en Franse literatuur aan de Tilburgse bibliotheek-academie houdt alles in eigen hand. Hij gaf zijn bloemlezing zelf uit en richtte daartoe in zijn woonplaats de Ci troenpers Eindhoven op. Op het eerste gezicht leek Mij liet je leven bestemd voor slechtziende oude ren. Walrecht: "Zelf heb ik ook niet zulke goede ogen. Daarom ben ik begonnen met het grote-letter- straatnamenboek van Eindhoven. In bibliotheken waren wel heel wat grote-letter-boeken, maar die waren voor tachtig, negentig procent ge richt op een gemakkelijke lezers kring van triviaalliteratuur. Voor poëzie was er niets. Maar in het be gin vond ik weinig gehoor voor mijn idee een gedichtenbloemlezing in grote letter te gaan uitgeven. Ik heb alle gemeenten van Nederland en Vlaanderen aangeschreven om sub sidie te verkrijgen, maar, op zes na, reageerden ze negatief. Een stich ting voor blinden en slechtzienden voorspelde dat het gegarandeerd een mislukking zou worden en dat er van zo'n boek maar honderd of tweehonderd exemplaren verkocht zouden worden. Maar ik kreeg wel steun van onder andere het ministe rie van WVC en ik heb er nu, in twee jaar, zevenduizend verkocht." Om een aanbevelingscomité te formeren schreef Walrecht indertijd honderd Nederlanders aan, van wie er maar liefst een kleine tachtig - "dat schijnt een hoge score te zijn"- positief reageerden. Onder hen be vond zich Hedy d'Ancona, de huidi ge minister van WVC. Naar de vorm, zowel inwendig als uitwendig, is deze bloemlezing ui termate gebruikersvriendelijk. Ter wijl hij per ongeluk wat koffie op het knalgele omslag morst, licht Walrecht nog eens toe: "De kaft is afwasbaar, zie maar. Daarnaast is het een hele opgave geweest ge schikt papier te vinden. Het mocht niet glanzend zijn, want het moest gemakkelijk bij kunstlicht te lezen zijn. Het mocht ook niet doorschij nend zijn, vanwege de witte plek ken in een gedicht. We kwamen op een soort kringlooppapier uit. Ik meende verder dat een lang gedicht altijd op de linkerpagina moest be ginnen en op de rechterpagina daar naast moest eindigen, om het om slaan te vermijden. En tenslotte ben ik er in geslaagd een dusdanig for maat te vinden, dat geen enkele dichtregel anders afgebroken werd dan de dichter bedoelde, op één uit- zonderin na". Die uitzondering mag er dan ook wezen. Paul van Ostaijen brak voor zijn gedicht Melopee door Emiel Fangmann ("Onder de maan schuift de lange rivier/") de laatste regel niet af. Maar in grote letters afgedrukt is het begrijpelijk dat Waarom schui ven de maan en de man getweeën naar de zee er niet in één horizonta le regel op kon. Men zou Walrecht te kort doen, als men zou stellen dat hij slechts een doorsneebloemlezing in grote letter maakte. De inhoud is eveneens op merkelijk. "Bij de selectie heb ik be staande bloemlezingen ter hand ge nomen en er de grootste gemene de ler uit gehaald. Dat leidde er toe dat men alle bekende dichtregels, "ge vleugelde woorden" zoals ik ze in de inleiding noem en meestal beken der dan de dichter, in hun oorspron kelijke omgeving terug kan vin den." Hier houdt de spreker stil: hij snikthij kan niet meer blijkt dan van Tollens te zijn en Uren, dagen, maanden, jaren, vliegen als een schaduw heèn van Rhijnvis Feith. En Gelezen worden ze ontelbre ma len is ook bij Walrecht te vinden. Het is de eerste regel van Slauer- hoffs Brieven op zee. "Jan Pieter Heye, de tekstdichter van het Zie de maan schijnt door de bomen, staat in dit boek met Een karretje op een Zandweg reed." Desalniettemin biedt Walrechts keuze, ondanks de veel ruimte ei sende belettering, meer dan de ca non der Nederlandse poëzie. Hij nam ook vele niet-klassieke gedich ten op, moderne en oudere. Maar die moesten dan aan een inhoudelij ke eis voldoen. Walrecht: "Er staan veel gedichten in die reminiscenties oproepen aan de jeugd van de lezer. Zo is Jules Deelder aanwezig met Beknopte topografie van de Rijn mond. Dat gedicht begint met Rot terdam, Schiedam, Vlaardingen, Maassluis. Zulke rijtjes moesten moesten wij vroeger op school le ren. Ook vond ik vele gedichten, die thematisch of letterlijk op klassieke gedichten voortborduren. Een pa stiche van Komrij op Nijhoff bij voorbeeld. Zo lopen er allerlei dra den door dit boek. Als je een ge dicht leest dat aan een ander ge dicht doet denken, heb je grote kans dat dat andere gedicht er óók in staat. Er valt ook veel voor jongere lezers te ontdekken. Poëzie in grote letter leest überhaupt prettiger, zoals een grote advertentie meer op valt dan een mini". gens Gerard Reve hét thema van al le grote kunst, is eveneens in veel gedichten terug te vinden. Toch kan men ook een Mei(liedje) lezen. "Dit boek heet niet voor niets woordspe lig Mij liet je leven. Ik kwam op die titel naar aanleiding van Egidius, waer bestu bleven? Mi lanct na di, gheselle mijn; Du coors die doot, du liets mi leven. Daarbij komt nog: poëzie kan de mens tot nieuw leven brengen. En ik heb alle leden van het comité van aanbeveling als dank een miniscuul klein eigenge maakt boekje geschonken met op de titelpagina Meiliedje leven." Nadat Walrecht zijn keuze had ge maakt, gaven alle rechthebbenden, op één na, toestemming voor publi catie. De slechtziende Annie M.G. Schmidt, die gewoontegetrouw op name van haar werk in bloemlezin gen weigert, nam het eerste exem plaar in ontvangst. Haar gedicht Bijziende werd via de bloemlezing zelfs in het Tsjechisch vertaald. Wie wel problemen maakte was Gerard Reve. Zijn zaakwaarnemer Joop Schafthuizen had geen uitdrukke lijke toestemming voor het inmid dels gepubliceerde gedicht Loos alarm van Reve gegeven. Walrecht: "Ik heb iedere rechthebbende hon derdvijftig gulden per pagina be taald. Maar toen Schafthuizen moeilijk begon te doen, heb ik hem gezegd dat ik bereid was Reve tien keer zoveel te betalen. Loos alarm nam een kwart pagina in beslag, waarvoor Reve dus driehondervijf- enzeventig gulden kreeg. Schaft huizen ging akkoord en spande geen proces aan. Ik had wel in de bloemlezing het nut voor het onder wijs van dit boek uitdrukkelijk ver meld, waardoor er andere rechten en wetten gelden. Maar dat was ei genlijk om bij eventuele problemen sterker te staan. Vleugel Problemen kwamen er verder niet. Over publiciteit mocht Walrecht het eerste jaar niet klagen, getuige een door hem keurig getabuleerd lijstje, waarop tweehonderdvijftig bewij zen van aandacht in de media voor zijn boek. Uit het buitenland komen veel bestellingen, niet vreemd omdat De Driekleur, een blad voor Neder landse emigranten dat in 85 landen verschijnt, een aantal maanden een gedicht groot afdrukte. Aardig zijn de persoonlijke brieven die hij van lezers mocht ontvangen. Men dringt aan op een tweede bloemle zing en men besluit met "mij liet je lezen". Walrecht is er in geslaagd oudere mensen te bereiken en (op nieuw) voor poëzie te interesseren. "Ik kom nog wel eens in een grote boekhandel", schrijft 'een jongen van 81', "maar vind er niets meer van A. van Schendel, A. v.d. Leeuw, A. den Doolaard, Streuvels, Guido Gezelle, Fabricius en al die anderen terug. Voor de oorlog had ik een prachtige collectie van hen allen op gebouwd, maar er is door uitlenen en oorlogsgeweld bijna niets van overgebleven". Walrechts boek maakte iets goed. Een tweede bloemlezing komt er voorlopig nog niet. Voordat hij met zijn wagen vol geladen naar de volgende stad rijdt, merkt Aldert Walrecht op: "Ik moet. eerst weer ruimte hebben. Mijn bloemlezing ligt bij mijn moeder nog in drieduizend exemplaren op zolder. Maar bij de dichteres Vasalis op de vleugel". 'Mij liet je leven, Grote-poëzie- bloemlezing' verscheen bij de Ci troenpers Eindhoven en kost vijf entwintig gulden. FORTALEZA GPD) - De Ne derlanders Kees Kasander en Denis Wigman hebben met twee door hen geproduceerde speel films vier prijzen gewonnen tij dens Festrio; het "enige compe titieve A-festival van het zuide lijk halfrond". 'Secret wedding', van de Haagse Argentijn Alejan dro Agresti, die in september het Gouden Kalf gewonnen had voor de beste Nederlandse speelfilm van het jaar, ontving tijdens Festrio de Fipresci-prijs (van de internationale film-pers) voor de beste buiten competitie vertoonde film. De door Peter Greenaway ge regisseerde speelfilm 'The cook, the thief, his wife and her lover' werd bekroond door de officiële jury met twee zilveren toekans: voor de beste regie en voor He len Mirren als beste actrice. Greenaway's film werd boven dien onderscheiden met de Fipresci-prijs voor de beste competitiefilm. De Gouden Toekan voor de beste competitiefilm ging naar de Israëlische inzending 'Green field' van Izak Zepel. Als beste acteur werd veteraan-regisseur Sam Fuller onderscheiden voor zijn rol als verlamde oorlogsve teraan in de Amerikaanse film 'Sons', van Alexander Rock well. Na vijf jaar op rij te hebben plaatsgevonden in Rio de Janei ro vond de afgelopen tien dagen de zesde editie van Festrio plaats in de Noordbraziliaanse stad Fortaleza. Er werden circa 150 films gepresenteerd, waar van 24 in competitie. Computermuziek ALKMAAR (ANP) - In Provadja in Alkmaar gaan op 8 december drie composities in première die spe ciaal zijn geschreven voor uitvoe ring door het Hato Ensemble dat be staat uit zes instrumentalisten en een technicus. Het is muziek voor en met gebruik van de computer De drie muziekwerken zijn geschre ven door Paul Berg, Tajayuki Rai en Gottfried Michael Koening. Dit heeft Gaudeamus, centrum voor hedendaagse Nederlandse mu ziek, bekend gemaakt. Het pro gramma, aanmgevuld met soortge lijk werk van Thomas Kessler, Cort Lippe en Joji Yuasa wordt 10 de cember herhaald in muziekcentrum Vredenburg in Utrecht, de 15de in De Lindenberg in Nijmegen en de volgende dag in het Stedelijk Muse um in Amsterdam. Jaren '60 in Leiden LEIDEN - In het Stedelijk Museum De Lakenhal wordt van 23 decem ber tot en met 25 maart 1990 een ten toonstelling gehouden onder de ti tel 'De jaren zestig: actie, kunst en cultuur in Leiden'. Tal van facetten van het Leidse kunstleven in de ja ren zestig worden op de tentoon stelling in beeld gebracht. Er zijn ongeveer 150 kunstwerken te zien alsmede veel foto- en archiefmateri aal uit die jaren. Daarnaast zijn er vi deofilms over het huwelijk van Claus en Beatrix, de Maagdenhuis bezetting en de Beatles in Neder land. Op zondagmiddagen worden er 'happenings' georganiseerd. NEW YORK - Alvin Ailey, oprich ter van het gelijknamige dansgezel schap, is vrijdag op 58-jarige leef tijd na een langdurige longziekte gestorven. Ailey maakte als choreo graaf en danser grote naam in Ame rika. (foto AP) 'Don Pasquale' door De Nederlandse Opera m.m.v. het Nederlands Philharmonisch Orkest. Dirigent: Carlo Rizzi. Regie: Renate Ackermann. Decor: Guy-Claude-Francois. Kostuums: Anna Viebroek. Gezien in Het Muziekthe- AMSTERDAM - De Nederland se première van de 'Don Pas quale', die Renate Ackermann enkele jaren eerder voor de Frankfurter Oper had ontwor pen, bleek twee jaar geleden geen overweldigend succes. Haar aanpak leek een gewron gen, sterk theoretische poging tot actualisering, die iedere lichtvoetigheid miste en een ko mische opera omvormde tot mislukte maatschappijkritiek. Bovendien was de muzikale lei ding toen toevertrouwd aan een soort kapelmeester, die even min veel gevoel voor humor ten toon spreidde. Over Ackermann's actualise ring kan men van mening blij ven verschillen. Het effect van een Don Pasquale die als een moderne Dagobert Duck in zijn geldtoren zit en die vervolgens een poot wordt uitgedraaid door een malafide arts en zijn trawan ten, is misschien gezocht, maar wel leuk. Het probleem is echter dat een actualisering preten deert iets te zeggen over onze tijd en daarin past toch zeker niet de slaafse blijheid waarmee de oude man zich uiteindelijk heerlegt bij de manier waarop hij door zijn 'vrienden' te grazen genomen is. Echt leuk werd de enscene ring ditmaal echter door de ver taling van dit concept in een ver rukkelijk gedetailleerde en ook genuanceerde personenregie, die drie van de vier hoofdperso nen ver boven een kluchtig zwart-witpatroon uittilde. Het beste kwam dit tot uiting in de kittige Norina van Lillian Wats on, gezongen en gespeeld als een vat vol bruisende energie. Typerend is echter het slot beeld: zolang het doel niet be reikt is, profiteren de mannen gretig van haar inventiviteit en doorzettingsvermogen, maar daarna kruipen de heren der schepping ongeïnteresseerd met de krant in bed. De vertaling van de oude Don Pasquale tot modern personage ging minder makkelijk, maar Henk Smit wist precies het mid den te vinden tussen een eigen zinnige brombeer en een bejaar de die zich in blinde verliefd heid tot mikpunt van spot maakt. Nu eens een lach, dan weer ons medelijden opwek kend en daarbij vocaal geknipt voor de rol, hield hij stand zon der een moment naar de platte klucht af te glijden. Dat gold minder voor de bariton William Shimell, die de gladde dokter wel als toneelfiguur overtui gend neerzette, maar in zijn zang toch de brede belcantostijl miste. Het gold nog minder voor Peter Bronder als neef Ernesto, op zich al een kleurloze figuur met als enige functie dat hij de jonge minnaar moet spelen, maar (mede door zenuwen?) met een tenor die weinig van de vereiste elegance liet horen. Ook het Nederlands Philhar monisch Orkest liet een aantal steekjes vallen, maar aan een streven naar vloeiende lijnen werd meestal wel beantwoord. Jammer was dat de muziek bij alle tinteling niet meer souples se bezat, doordat dirigent Carlo Rizzi opteerde voor een uitvoe ring die strak en zonder traditio nele effecten aan de letter van de partituur beantwoordt. Zeker in het theater dient eerbied voor de componist hand in hand te gaan met eerbied voor de traditie. Ook Donizetti schreef zijn mu- i Lillian Watson (rechts) als (foto Jaap Pieper) ziek niet op een onbewoond ei- lan<Jje, maar als onderdeel van de operatraditie van zijn tijd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 21