'God hoort mij brommen'
'Ik ben onschuldig, er is geen enkel bewijs geleverd'
Ex-bokser Rudi Lubbers vreet zich op in Portugese cel
ZATERDAG 18 FEBRUARI 1989
PAGINA 29
Tevreden doet oud-bokskampioen
Rudi Lubbers die nacht het licht uit in
zijn hotelkamer in 'Santa Maria' en
sluit de ogen.
Het is een mooie dag geweest. Een
tje die helemaal past in zijn favoriete
leefstijl. Een dag dus, die zich heeft af
gespeeld in het buitenland. Portugal
dit keer.
Geland op het vliegveld van Faro,
de hoofdstad van Algarve, een warm
toegedekte provincie.
Opgetrokken met een man uit de
streek, het soort mensen van wie hij
houdt. De ontmoeting met Joaco de
Oliveira is vanuit Amsterdam gere
geld door "Dikke Willem", een kennis
uit de gokwereld.
Samen wat gedronken met twee
Nederlanders die zich hebben aange
sloten: Jacob en Genie.
Een uitstapje gemaakt, met z'n vie
ren, naar het toeristen-bungalowpark
Pedras de El-Rei in het kustplaatsje
Tavira.
Met Gerrie gewinkeld in Faro, ter
wijl Joaco en Jacob achterblijven in
het vakantie-huisje 52-A.
Gegeten in Casa J. J. aan de Estrada
Nacional in Fuseta.
Op het hotelbed nog wat gelezen
van zijn favoriete schrijver Ludlum.
Lamp uit, ogen dicht. Het is een
mooie dag geweest.
Dan floept ineens het licht aan. Ge
schreeuw vult zijn kamer. Langs het
bed staan zeven leden van de Guarda
Nacional Republicana, karabijnen en
pistolen in de aanslag; Het is 17 sep
tember 1986, 03.30 uur. Rudi Lubbers
gaat in de boeien.
Elders wordt ook Joaco de Oliveira
in zijn slaap overvallen. Als ze aanko
men bij het politiebureau van Faro,
zijn ze onverwacht weer met z'n vie
ren in het dorp Ameixial heeft de Gu
arda het bestelbusje van Jacob en
Gerrie aangehouden. Weging wijst la
ter uit dat de partij hasj gevonden
op twee geheime bergplaatsen
314.399 kilo zwaar is.
Op 29 oktober 1987 wordt Joaco de
Oliveira door de districtsrechter te
Loulé veroordeeld als een groot
drugshandelaar, met een belangrijke
lijn naar Nederland. Hij krijgt 10 jaar
en een maand, alsmede een boete van
14.500 gulden.
In Rudi Lubbers ziet de rechter de
verbindende schakel tussen Joaco de
Oliveira en de buiten schot gebleven
Dikke Willem, het eindpunt aldus
het rechtbankverslag van het hasj-
traject Portugal-Nederland. Lubbers
zou de organisator/coördinator zijn
van het transport. Zijn straf: 8 jaar en
3 maanden, een boete van 13.500 gul
den en tot twintig jaar na zijn gevan
genisstraf persona non grata in Por
tugal.
Jacob wordt als chauffeur in
dienst genomen door Lubbers, stelt
de rechter vast veroordeeld tot 7,5
jaar en f7500.
Gerrie, de vriendin van Jacob,
krijgt vrijspraak. Jacob heeft alle
schuld van het hasjvervoer op zich ge
nomen. Agent Goncalo Amaral no
teerde in een verklaring van 17 sep
tember 1986: "Zij wilden een kind en
dat was alleen mogelijk door het
kunstmatige proces via een reageer
buis, hetgeen erg duur is. Daarom was
dit de manier om het nodige geld bij
elkaar te krijgen".
Op de kop af zit 'de bekende Neder
landse ex-bokser Rudi L.' nu 2 jaar en
5 maanden achter tralies en muren.
„Onschuldig" zegt hij. "Er is geen en
kel bewijs geleverd. De rechter heeft
conclusies getrokken uit verklarin
gen die niet mijn verklaringen wa
ren". Hij was, zegt hij, die dag in Al-
garve om als vriendendienst een
tweede huisje te zoeken voor Dikke
Willem, die hem daarvoor als make
laar Joaco de Oliveira had aanbevo
len. Wat Jacob en Gerrie betreft: "Die
kende ik helemaal niet. Ik zat met
Joaco te praten toen Jacob op me af
kwam en zei: Hé, ben jij niet Rudi
Lubbers, de bokser?"
Het bevalt hem niks in de Portuge
se bajes. Hij wil uitgeleverd worden,
daarvoor zijn gronden, meent zijn ad
vocaat Jan Boone. Lubbers spande
daarom een kort geding aan tegen de
Staat der Nederlanden en verloor dat
op 7 juni 1988. Volgende maand, op 16
maart, dient de zaak in hoger beroep.
In Portugal is de zaak-Rudi Lubbers
inmiddels afgesloten. Twee weken
geleden werd de cassatie verworpen.
De papieren strijd van Rudi Lub
bers, richt zich nu op 'Straatsburg'.
Hij wendde zich tot het Europese Hof
wegens „schending van de i
rechten".
Rudi Lubbers in de boeien. "Ik ben onschuldig. Er is geen enkel bewijs geleverd"
(foto'i GPD>
Op 17 september 1986 werd Rudi
Lubbers in Portugal gearresteerd. De
ex-bokser zou de organisator zijn
geweest van een groot
drugstransport en werd veroordeeld
tot een gevangenisstraf van acht jaar
en drie maanden. In de Portugese
inrichting Vale de Judeus in
Alcoentre is hij sindsdien nummer
505, de gevangene Rudolfus
Josephus Maria Lubbers (43 jaar),
die nog altijd vecht om uitgeleverd te
worden. Twee van onze
verslaggevers bezochten hem. Als
zijn 'nicht' en zijn 'vriend' kwamen ze
door de bewaking, met tien zoute
haringen, twee makrelen en de
laatste Ludlum.
door Peter Heerkeris
en Charlotte Hoogendoorn
De schrijfdrift waarmee Rudi Lub
bers zich afreageert op de gevange
nisdagen, richt zich deze week op
prins Bernhard. Die postzegel kan
er nog wel bij, na alle uitgaven aan
advocaten, geldboete van de rech
ter, en reis- plus verblijfkosten van
bezoekende familieleden. Wat is
nou 70 escudos op een onkostenpost
van ruim honderdduizend gulden?
Tussen de regels aan de prins door,
werkt hij aan zijn verhaal 'Het Sprookje
Van De Samenleving'. Daarin veegt hij
danig de vloer aan met zijn naamgenoot
die het land leidt, met minister Van den
Broek en met minister Korthals Altes, of
tewel 'De Zwijger, De Hoorder en De
Ziener', ook wel 'Het Carnavalstrio De
Drie Apies'.
Zijn HBS-opleiding en drie jaar Aca
demie Lichamelijke Opvoeding, sturen
de pen naar diepzinnige gedachten en
stevige volzinnen. Niet altijd overigens.
Als de geest moe is van de kwelling en de
rechterhand koud, omdat er in de cel
geen kachel gloeit die de temperatuur
rond het vriespunt kan opvangen, wil het
wel eens niet vlotten. Of, zoals hij op
oudejaarsnacht aan de Nationale Om
budsman schreef: "De omstandigheden
beletten mij niet de feiten objectief te
blijven benaderen, maar de schrijfstijl
lijdt er wel onder."
Het is de tweede brief aan de familie
van Oranje. De oudste dochter kreeg er
begin 1988 een. "Tijdens de Olympische
Spelen van Tokio heb ik een half uur met
Beatrix gesproken. Ik dacht: die kent
me, die moet een-of-ander ministerie
voor mij in beweging kunnen zetten".
Hoe dat afliep, meldde hij de Nationale
Ombudsman op nieuwjaarsdag. "De
schat draagt mijn brieven over aan het
ministerie en verzoekt de heer Van den
Broek te antwoorden". Dat gebeurde via
de Nederlandse vertegenwoordiging in
Lissabon. "De ambassade heeft op
dracht van het ministerie de ontvangst
van uw brief mede te delen".
Emotie
Als het over die schriftelijke kruistocht
langs de Haagse burelen gaat, zwelt Lub
bers emotie, om bij de naam Beatrix tot
explosie te komen. Dan wordt de kale ta
fel in de kale bezoekersruimte van de ge
vangenis, geramd door zijn knuisten die
het in oktober 1973 twaalf ronden vol
hielden tegen Cassius Clay. "Allemaal
nietszeggende ambtelijke taal van een
paar regeltjes. Geen enkel uitvoerig ant
woord. Op één brief van justitie na. Een
waardeloze brief, waarin ze me er op wij
zen datje op de hoogte dient te zijn van
de gevolgen in een ander land wanneer je
daar risico's neemt. Verder niks. Geen
begrip, geen hulp. Maar nou Beatrix in
de troonrede. "Rechtshulp en rechtsze
kerheid, ook voor landgenoten over de
grens".
Dus vroeg hij aan de Ombudsman:
"Mag mijn koningin misbruikt worden
tot het uitspreken van zulke woorden,
waar in de praktijk niets van terecht
komt? Tegenwerking i.p.v. medewer
king van de instanties die toch gekozen
zijn door het volk, teneinde het volk te
helpen!"
Hij zal nooit meer iets vragen. Niet aan
prins Bernhard, of welke Nederlandse
autoriteit dan ook. "Ik zit vol wrok en
haat". Ze kunnen hem wat, net als de be
wakers die hem als eten harige varkens
oortjes en varkensstaarten voorzetten.
"Dat vreet ik ook niet".
Maar waar gaat die brief naar prins
Bernhard dan over? "Juliana en hij heb
ben vorig jaar in Madrid een fonds opge
richt voor uitstervende vogelsoorten; de
Siberische ijsvogel, iets met papegaai-
tjes, ik dacht de Portoricaanse, en nog
wat van die dingen. Nou schrijf ik ge
woon dat ik ook een unieke vogel ben;
d'r is maar één exemplaar van. En dat ik
ook tot de bedreigde soorten behoor. Dat
ik gekooid ben, gekortwiekt. En dat m'n
snaveltje steeds verder afbreekt door het
getik om vrij te komen. Zo'n verhaaltje
dus".
Zijn medegevangenen drugshande
laren, moordenaars en roofovervallers
zijn hem 'de Filosoof gaan noemen. Voor
de directie is hij de grootste lastpost van
alle 525 gasten die ze in huis hebben. On
der de leuze 'Maling aan alles', bokst hij
voor rechten waar ze in Vale de Judeus
nog nooit van hebben gehoord. Dat ver
baast Lubbers niets, want na bestude
ring van het Portugese politieke klimaat
vanaf 1928, is hij tot de vaststelling geko
men dat hij zich'in een land bevindt
waarin ze zich geen raad weten met de in
1974 via een revolutie binnengemar
cheerde democratie.
De exponenten daarvan zijn voor hem
de bewakers: "Stomme machtswelluste
lingen". Ze slingerden hem ooit op rap
port "wegens het gooien met broodkrui
mels tijdens de maaltijd", waarna hij
voor straf 90 dagen in zijn cel moest eten.
"Nou ja, eten. Het meeste is te goor om
naar te kijken, laat staan door je keel te
proppen. Sla waar de slakken doorheen
kruipen, halfgare kool, stinkende kip
pen, varkensvlees waar nog huid vol
troep aanzit. Er is een jongen in m'n blok
die momenteel alleen wormen schijt".
Daarom ging er een brief naar de mi
nister van hygiëne in Portugal en volks
gezondheid in Nederland.
Vlees
Wanneer Rudi Lubbers een kroket open
breekt en de bonenhap van de vorige dag
in andere vorm geretourneerd ziet, zet hij
zich andermaal aan de opklapbare
schrijftafel in zijn cel. Hij wendt zich,
met een afschrift aan de directie van de
gevangenis, tot een hoogleraar voedings
wetenschappen in Coimbra. "Want naar
mijn weten dient een kroket een vastge
steld minimaal percentage vlees te be
vatten".
Als het gerucht gaat dat een gedeti
neerde is afgevoerd naar het gevangenis
ziekenhuis wegens open tbc, knalt Lub
bers er een brief naar het ministerie over
heen met de vraag om opheldering. En
eenmaal toch bezig, pakt hij meteen de
medische voorzieningen aan. "In de
tandartsenkamer bevindt zich slechts
een stoel en een tang en de dokter is al
een jaar onderweg".
Hij schampert over het huiskrantje
waarin de gevangenen niet mogen schrij
ven, zodat alleen de stem van de directie
doordringt. Wat heeft hij zich de laatste
keer geërgerd aan een artikel over drugs.
"Ze wezen op de gevaren ervan. Maar on
der het toezicht van de directie wordt het
spul hier door de arts met kilo's tegelijk
uitgedeeld om ons rustig te houden. Zo
proberen ze opstandig gedrag te onder
drukken. Valium 10, morfine, halbol, ro
hypnol, sedex. Wie vraagt die krijgt, en
wie even zonder zit, jat bij een andere
jongen. Laatst hebben ze er een met een
boekbindersmes neergestoken om in
zijn pillenpot te graaien. D'r waggelen
hier pelotons zombies door het gebouw.
Vooral tegen de tijd dat de rechter komt,
eens per veertien dagen. Die man beslist
dan of je halverwege je straftijd dat is
de regel in aanmerking komt voor in
vrijheidsstelling. Dan is de spanning zó
groot dat er handenvol pillen gegeten
worden. Spanning en depressiviteit kun
nen hoog oplopen. Ik heb hier al vijf ge
vallen van zelfmoord meegemaakt. Niet
dat ik erbij was toen ze aan hun broek
riem gingen hangen, maar wij weten alle
maal: het was zelfmoord".
Hok
Het 'Verdrag tot bescherming van de
rechten van de mens en de fundamentele
vrijheden' (Rome, 1950), ligt als de bijbel
van dé geknechte in zijn cel, "een tochtig
hok van 3 bij 2 meter, waarin een schuim
rubbermatras dat beschimmeld en uitge
zakt is, voorzien van vier dekens die niet
meer zijn dan op een merkwaardige ma
nier bijelkaar gehouden partij draadjes
waar de wind doorheen blaast".
Met Het Verdrag in handen, bevocht
hij het verbod om in het Nederlands te
corresponderen met zijn familie; volgens
artikel 8 lid 1 had hij daar recht op maar
toen dat was erkend, had hij al zeven
maanden geen post kunnen versturen en
ontvangen. Voor zijn trouwplannen
hij heeft sterk de indruk dat die geboycot
worden door de autoriteiten - met
vriendin Ria, schermt hij met artikel 12.
Aan de hand van artikel 4, lid 1, heeft
hij geweigerd om in de gevangenisdruk
kerij te werken. "Niemand", zo zegt dat
artikel, "mag in slavernij of dienstbaar
heid worden gehouden". Lubbers: "Ik
zou negentig cent per dag verdienen. Dat
vind ik slavernij".
Zijn meest recente actie geldt artikel
11, lid 1, van de mensenrechten: "Een
ieder heeft recht op vrijheid van vereni
ging met inbegrip van het oprichten van
een vakvereniging, of zich aan te sluiten
bij een vereniging voor de bescherming
van zijn belangen". Wat hij wil: "Een
bond van gevangenen. De jongens vin
den het schitterend dat ik daarvoor
strijd". De directie niet. Dus klom Rudi
Lubbers weer achter zijn bureau. Dit
keer voor een brief aan Portugals presi
dent Mario Suarez, aan wie hij het voor
stel deed voor een televisie-cursus men
senrechten.
Hij heeft wat winst geboekt. "Sinds
kort hangt er op de publicatie-borden
een brief, waarin staat dat conflicten op
gelost moeten worden via de dialoog tus
sen gevangenen en bewakers met res
pect voor beider standpunten. Da's ook
maar betrekkelijk hoor. Komt op een
avond zo'n baasje in mijn cel en vraagt:
hoe is het hier? Dat kon ik aan Portugees
nog net begrijpen. En dat licht 'luz' is,
weet ik ook, maar hoe ik moet zeggen dat
ze hier de lamp voor mij niet om elf uur
's avonds hoeven uit te doen.. Dat krijg ik
in het Portugees niet voor mekaar. In een
andere taal hoef ik niks uit te leggen, dat
begrijpen ze hier niet. Zelfs de directeur
spreekt geen woord Engels. Dat baasje
zal dus wel in zijn rapport hebben ge
schreven dat hij in de dialoog met mij tot
de bevinding is gekomen dat ik niks te
klagen had".
Bovenal hanteert Rudi Lubbers Het
Verdrag om zijn recht te halen inzake de
procesvoering. Wat de rechter bewijzen
noemt, kwalificeert hij als vermoedens.
Met de voorschriften om gehoord en op
de hoogte gesteld te worden onverwijld
in een taal welke hij verstaat is gesold,
zegt hij gesteund door zijn advocaat.
"Het ging voornamelijk in het Portugees
of, ook van mijn kant, krom Engels. Daar
zijn zoveel misverstanden door ontstaan,
dat ik nu onschuldig zit".
Zomaar
Maar een mens rolt toch niet zómaar in
een sitatie, waarbij het gaat om 314 kilo
hasj?!
"Ik wel dus. Zo ben ik. Impulsief, goed
van vertrouwen en gek op avontuur. Ik
ben er een die als-ie met iemand thee
drinkt en daar hangt zo'n Ceylonzakje in,
denkt: hé, Sri Lanka, nooit geweest. Dan
kan het gebeuren dat ik de volgende dag
in het vliegtuig zit. Zetten ze me in Sri
Lanka lekkere zalm voor waarvan ik
hoor dat die uit Ierland komt, dan is het
mogelijk dat ik een paar weken later naar
Ierland reis. En als Dikke Willem vraagt
of ik voor hem een huisje wil gaan bekij
ken in Algarve, dan denk ik verder niet
na, dan ben ik weg. Maar ik weet het wel:
als je in boks- en gokkringen zit, heb je
de schijn tegen. Dat is het imago. Natuur
lijk: er lópen dubieuze figuren rond in
die wereld, maar daarom hoef Ik daar
toch niet mee vereenzelvigd te worden?
Als ze mij op de slechte mensen in mijn
omgeving beoordelen, dan wil ik ook be
oordeeld worden op de goede. Ik heb re
laties die niet zouden misstaan in de
vriendenkring van Korthals Altes".
Ja, maar toch..
"Inderdaad, ja maar toch. Ik heb eens
aan mijn advocaat, Jan Boone, gevraagd:
Jan, wat is dat toch met mij, dat ik onge
vraagd in de problemen kan komen?
Stel, heb ik toen gezegd, dat iemand nog
200 gulden van me krijgt. Hij woont bij
jou in de buurt, ik geef dat geld aan jou
mee. 'Dat is het nou net', zei-ie, 'dat geld
geef je mij niet mee, want ik néém het niet
mee. Weet ik waar het vandaan komt of
waarvoor het bestemd is'. Daar zit veel
Wel iets geleerd dus.
"Ik ben hier tot het besef gekomen dat
ik op een vulkaan leefde, met allemaal
vulkanen om me heen. Dat zal ik moeten
veranderen als ik terug ben in de maat
schappij. Die terugkeer, daar zie ik te
genop. Ik ben bang dat ze me altijd zul
len blijven aankijken op deze zaak. Mis
schien ga ik wel weg uit Nederland, ik
weet het niet. Het liefst zou ik blijven.
Met oud-topsporters een soort centrum
voor jongens runnen; kennis overdra
gen".
Bij het afscheid zegt Rudi Lubbers:
"Er zijn er die zich hier overeind houden
door te hopen dat de paus eens op be
zoek komt zodat er amnestie wordt ver
leend. Ik haal mijn kracht uit het schrij
ven van brieven en het bestuderen van
het gedrag van de andere gevangenen en
de bewakers. Die belangstelling voor de
mens heb ik altijd gehad. Wat dat betreft
ben ik hier goed op m'n plaats. Ik zit op
de universiteit van het leven".
Zonder het antwoord af te wachten,
vraagt hij: "Ben ik een beetje goed over
gekomen? Ik hoop het. Eerlijk gezegd
ben ik wat positiever geweest dan ik me
van binnen voel. Ik wilde overkomen als
een kerel, maar God heeft me horen
brommen".
Het gevangeniscomplex Vale de Judeus in Alcoentre, waar Rudi Lubbers nummer 505 is.