'Ik ben een groot artiest en ik weet het'
Pilcontrole
SPREEKUUR
Stroom van boeken
Parijs eert Paul Gauguin met unieke expositie in Grand Palais
door Barbara Thiel, arts
ZATERDAG 18 FEBRUARI 1989
EXTRA
De stroom boeken over Gauguin neemt nog steeds toe. Naast het 'standaard
werk' van Madame Cachin (ook in de pocketserie 'PlurieD is er het fotoboek
dat door Gauguins kleinzoon Paul-René is samengesteld, met een uitstekende
inleiding van diens hand (uitg. Edita). Gauiguins ontroerende brieven werden
voor een deel gepubliceerd in een eerste deel, dat werd verzorgd door Victor
Merlhes (uitg. Fondation Singer-Polignac, 1984.) Een tweede deel verscheen
niet en zal waarschijnlijk ook nooit verschijnen.
Ten slotte is er natuurlijk de catalogus van de expositie in het Grand Palais,
die voor een deel door Amerikaanse en Britse experts is geschreven. De ten
toonstelling was eerder in Washington en in Chicago te zien.
Als Gauguin op 8 mei 1903 op Hiva-
Oa, een van de Markiezen-eilanden
in de Stille Zuidzee, aan ziekte en
uitputting is overleden, wordt een
groot deel van wat er aan kunstwer
ken in zijn atelier staat meteen op de
vuilnisbelt gegooid.
door Rudolph Bakker
Toch wordt op 2 september van dat jaar
nog een openbare verkoping van zijn
spullen gehouden. Een van de niet weg
gegooide doeken wordt door de veiling
meester aangekondigd als "De waterval
len van Niagara'. Het schilderij, dat ze
ven francs oplevert, stelt overigens hele
maal geen waterval voor. Het is een 'Bre
tons dorp in de sneeuw'. Maar op Hiva-
Oa heeft dan nooit iemand sneeuw ge
zien, ook de veilingmeester niet. Hij
houdt het wintergezicht dan ook onder
steboven en trekt zijn conclusie uit wat
hij dan ziet.
Paul Gauguin wordt in 1848 geboren
als het tweede kind van de liberale jour
nalist Clovis Gauguin en van de dochter
van Flora Tristan, die faam verwierf als
fel propagandiste van Saint-Simons soci
alistische heilsleer. Als driejarige wordt
Paul al meegenomen naar Peru. De
staatspresident is familie van zijn moe
der Aline. Vader Gauguin sterft onder
weg; de moeder, zoon Paul en dochter
Marie worden vier jaar lang in het exoti
sche Lima verwend en vertroeteld.
Zeeman
Als moeder Aline naar Frankrijk is terug
gekeerd, woont het gezin in Orleans,
waar Paul de school bezoekt. Al in 1865
gaat hij op z'n zeventiende naar zee
als leerling bij de koopvaardij. Jarenlang
is de jonge Gauguin onderweg tussen le
Havre en Rio. Pas als zijn moeder in 1871
overlijdt, keert Paul aan de wal terug.
Aline heeft in haar testament een oude
vriend, Gustave Arosa, als voogd voor de
kinderen aangewezen. Ten huize van
Arosa maakt Paul kennis met diens voor
die dagen opzienbarende collectie doe
ken van onder andere Courbet. Delac
roix, Corot, Jongkind en zelfs Pissarro,
die een van de eerste impressionisten
was en die Paul bij zijn voogd waar
schijnlijk ook voor het eerst ontmoet.
Om in zijn onderhoud te voorzien
zoekt en vindt Paul een baantje bij de Pa-
rijse beurs. Zijn taak is langs de cafés
rond de beurs te rennen en daar cliënten
voor aantrekkelijke effecten te interesse
ren. Als in 1880 de telefoon in Parijs
wordt geïnstalleerd en twee jaar later een
beurskrach volgt, is het met Gauguins
keurige betrekking gedaan. Het was de
laatste die hij ooit had.
Intussen is hij getrouwd met de 23-jari-
ge blonde Mette Gad, een Deens meisje
van keurige familie, bij wie hij vijf.kinde-
ren verwekt in een periode waarin hun
huwelijk steeds verder op de klippen
loopt. Niet alleen heeft het ontslag bij de
beurs de familie financieel afhankelijk
gemaakt, Gauguin ontpopt zich boven
dien als een zondagsschilder, die zich
steeds meer voor de kunst en steeds min
der voor zijn gezin interesseert. Hij
neemt lessen bij Pissarro en schildert
dan 'impressionistisch'.
In die periode begint het verhaal van
de tragische, onbegrepen en tegen armoe
en ziekte worstelende artiest. Het wordt
een roman waaraan de held zelf niet in
geringe mate opzettelijk bijdraagt. Gau
guins kleinzoon Paul René merkt in het
voorwoord van een fotoboek over zijn
grootvader op: "Paul Gauguin was in
hart en nieren een Latijn, en wat men
Mette zou kunnen verwijten is dat het
haar aan hartstocht ontbrak".
Daarbij heeft ze zoals z'e later zelf be
kent tegenover kleinzoon Paul René
nooit iets van Pauls kunst begrepen.
Eigen stijl
Met Latijnse hartstocht en onder Latijns
geklaag zet Gauguin zich aan het schilde
ren, waarbij hij zich al snel van Pissarro
en zijn lessen in het impressionisme
losmaakt. Gauguin vertrekt naar Pont-
Aven, een schilderskolonie in Bretagne.
Daar vindt hij de weg naar een eigen stijl
waarmee hij - net als Van Gogh - in onze
dagen al uit de verte meteen te herken
nen valt.
Die eigen stijl is bovendien een werke
lijke bijdrage aan de ontwikkeling van
de zogenaamde moderne kunst. Gau
guin komt in Bretagne steed meer tot de
overtuiging dat schilderen niet een di
recte overbrenging dient te zijn van wat
de kunstenaar om zich heen 'ziet' (zoals
bijvoorbeeld de impressionisten te werk
gingen), maar dat het veel meer moet
worden opgevat als een 'synthese' van
ervaringen die in de herinnering zijn op
geslagen. En hij gaat op zoek naar kleur
en lijnharmonieën, die de weg wijzen
naar het symbolisme.
Deze door Gauguin met steeds meer
nadruk in de praktijk gebrachte opvat
ting brengt hem ook in conflict met Vin
cent van Gogh, als hij eind oktober 1888
in Arles arriveert om er met de Hollander
'samen' te gaan schilderen. Artistieke en
persoonlijke verschillen leiden daar dan
op 14 december tot het beroemde con
flict, waarbij Van Gogh zich in een vlaag
van waanzin een stuk van zijn oor af
snijdt.
Behalve door zijn manier van schilde
ren, die in een bepaald stadium ook-wel
cloisonnismewerd genoemd en veel
weg had van glas-in-loodkunst, werd de
in hooghartige eenzaamheid worstelen
de schilder ('Ik ben een groot artiest en ik
weet het', schreef hij in 1892 aan zijn
vrouw) bovenal geleid door zijn zucht
naar het exotische.
Gauguin leeft dan ook in een tijd,
waarin vooral in de letterkunde
kunstenaars blijk geven van een naïeve
avonturenzucht die meestal neerkomt
op de 'exotische-eilanddroom'. Het gaat
Zolang de pil bestaat is er pilcontrole. Ja
renlang is het een algemene gewoonte ge
weest dat vrouwen ieder half jaar voor
een nieuw recept naar de dokter gingen,
bij wie ze werden onderworpen aan een
uitgebreid onderzoek. Reden hiervoor
was het feit dat men aanvankelijk aller
lei bijwerkingen van de pil verwachtte.
Inmiddels is deze controle achterhaald;
men is er achter dat de pil helemaal niet
zo gevaarlijk is.
De pil kwam in Nederland in 1960 op
de markt. Die eerste pil was zeer veel
'zwaarder' dan de huidige soorten, en
had veel meer bijwerkingen. Ook was ui
teraard nog erg weinig bekend over risi
co's op de langere termijn, met name voor
wat betreft het ontstaan van kanker en
hart- en vaatziekten.
Er is vanaf het begin veel onderzoek ge
daan naar eventuele nadelige gevolgen
van pilgebruik. Zo leek er met name een
vergrote kans te zijn op trombose (het ont
staan van een bloedstolsel in een bloed
vat, bijvoorbeeld in het been). Ook bleek
de oude pil invloed te hebben op de sui
kerstofwisseling. Bij vrouwen met aan
leg hiervoor kon suikerziekte ontstaan.
Er zou een vergrote kans zijn/op hart- en
vaatziekten. En mogelijk een grotere
kans op baarmoederhalskanker. Verder
kon er hoge bloeddruk ontstaan en nam
soms het gewicht nogal flink toe.
De richtlijnen voor pilcontrole hielden
wegens al deze verwachte bijwerkingen
het volgende in: ieder half jaar controle
van gewicht en bloeddruk, onderzoek
van de urine op suiker en eiwit, onder
zoek van de borsten, en inwendig onder
zoek, met eens in het jaar een uitstrijkje.
De pil bestaat uit twee vrouwelijke hor
monen, oestrogeen en progesteron. Deze
twee hormomen zorgen er onder meer
voor dat in de eierstokken geen eicel kan
rijpen. In de loop van de jaren is de hoe
veelheid van deze hormonen sterk afge
nomen. Tegenwoordig gebruikt men
hoofdzakelijk de zogeheten sub-50-pil: de
ze bevat een zeer lage dosis oestrogeen.
Bij de zogeheten combinatiepil is deze ge
combineerd met een vaste, kleine hoeveel
heid progesteron; bij de driefasenpil is er
een opklimmende dosering progesteron,
in nabootsing van de natuurlijke cyclus.
De risico's van de pil blijken bij deze
lage doseringen veel lager te zijn, boven
dien zijn ze waarschijnlijk in het verle
den overdreven. De kans op trombose
blijkt zeer gering verhoogd; alleen men
sen die al eens trombose of een longembo-
lie hebben gehad, kunnen beter de pil niet
Voor wat betreft het risico op hart- en
vaatziekten, is men het er nu over eens
dat dit alleen verhoogd is bij vrouwen die
ouder zijn dan 35 en bovendien roken;
zonder sigaretten is de pil geen 'risicofac
tor'. Vrouwen met een bepaalde aangebo
ren stoornis in de vetstofwisseling kun
nen wel beter een ander voorbehoedmid
del gebruiken. Op de suikerstofwisseling
blijkt de pil nu nauwelijks invloed te heb
ben.
De kans op kanker van eierstokken en
van het baarmoederlichaam vermindert
bij gebruik van de pil. De kans op baar
moederhalskanker is waarschijnlijk niet
vergroot, al lijkt die misschien wel wat
groter doordat onder pilgebruïksters
meer vrouwen met wisselende partners
voorkomen. Op het ontstaan van borst
kanker heeft de pil zeer waarschijnlijk
geen invloed.
Er is een aantal ziekten en kwalen
waarbij het gebruik van de pil wordt af
geraden. De belangrijkste is een sterk
verhoogde bloeddruk, verder zijn dat on
der meer een aantal leverziekten en het
gebruik van sommige medicijnen.
De pil kan echter ook nog een aantal
gunstige effecten hebben, behalve het ver
minderde risico op een aantal vormen
van kanker. De pil lijkt enige bescher
ming te geven tegen het ontstaan van
chronische reuma en kan een gunstig ef
fect hebben op vet haar en puistjes (maar
ook een ongunstig); klachten veroorzaakt
door het prementrueel syndroom of zeer
pijnlijke menstruaties kunnen vermin
deren of verdwijnen.
Ondanks de zeer lage dosering kan de
pil toch een groot aantal ongevaarlijke
maar vervelende bijwerkingen hebben.
Die hangen onder meer af van de mate
waarin een van beide hormonen de over
hand heeft: er zijn pillen met een oestro
geen- of met een progesteronoverwicht,
en er zijn neutrale pillen. Bij klachten
kan het soms nodig zijn over te stappen
op een pil met een andere samenstelling.
Een voorbeeld is de invloed op acne
(jeugdpuistjes), die sterk verschillend en
moeilijk voorspelbaar is. Dan kan het no
dig zijn een aantal pillen uit te proberen
voordat de beste gevonden is. Er is ook
een speciale pil tegen acne. Sommige bij
werkingen (misselijkheid, pijnlijke
borsten) treden in het begin op en ver
dwijnen na enige maanden; andere ko
men juist pas na enkele jaren gebruik.
Eén bijwerking van de pil staat wel
vast: ze kan hoge bloeddruk veroorza
ken. Door de oestrogenen in de pil is het
mogelijk dat het lichaam in de eerste
maanden wat meer vocht gaat vasthou
den. Dit kan leiden tot een geringe ge
wichtstoename en een wat hogere bloed
druk, maar dit neemt na enige tijd weer
af. Een verdere gewichtstoename kan op
treden door een verhoogde eetlust, juist
weer veroorzaakt door het progesteron-
deel. Niet van alles moet de pil echter de
schuld krijgen; sommige vrouwen tobben
immers altijd met hun gewicht.
Verder lijkt bij langdurig gebruik een
geleidelijk toenemende kans op hoge
bloeddruk te bestaan die overigens weer
verdwijnt bij het staken van het pilge
bruik. Die hoge bloeddruk is eigenlijk het
enige waarop nog moet worden gecontro
leerd.
Ten slotte wordt de pilcontrole nogal
eens gebruikt voor het onderzoek op kan
ker: het uitstrijkje, en het borstonderzoek.
Wanneer men echter vrouwen gaat scree
nen via de pilcontrole, onderzoekt men
een groep van vrij jonge vrouwen met een
laag risico, en mist men de vrouwen die
een ander of geen voorbehoedmiddel ge
bruiken. Bovendien wordt er momenteel
in ons land gewerkt aan bevolkingson
derzoek naar deze beide vormen van
kaiiker.
In het huisartsenblad Huisarts en We
tenschap meldde men vorig jaar dat de
volgende overeenstemming was bereikt
over de pilcontrole. Bij het eerste verzoek
om de pil zal de dokter een aantal aan
doeningen moeten noemen waarbij ge
bruik van de pil afgeraden moet worden.
Soms blijkt er een reden te zijn om de
vrouw wel regelmatig te controleren.
Verder ligt de nadruk op voorlichting.
Bij een of meer volgende bezoeken
wordt de bloeddruk gecontroleerd; als
deze normaal blijft is er verder eigenlijk
geen reden voor controle, tenzij de vrouw
klachten heeft. Toch zullen veel vrouwen
en huisartsen nog wel aan een controle
vasthouden, om het veilige gevoel of uit
gewoonte. Voor veel vrouwen zal het drie
jaarlijkse uitstrijkje aanleiding zijn om
zich weer eens voor een ouderwetse con
trole te melden. Toch zal het ook voor ve
len een opluchting zijn te weten dat het
inwendig onderzoek eigenlijk niet meer
nodia is.
In het plantsoen voor het Parijse Grand Palais slingeren de rijen wachtenden
zich over de stoep, tot ze om de hoek uit het gezicht verdwijnen. Op de
affiches blinken het oranje en rood en het geel en groen van Gauguins
'Pastorales Tahitiennes' een doek dat voor de gelegenheid uit Moskou is
gehaald en met nog zo'n 250 van Gauguins schilderijen, sculptures en
houtsneden tot 24 april in Parijs te zien is. Door 600.000 bezoekers, zo wordt
verwacht, want met Vincent van Gogh werd Paul Gauguin een van de
populairste schilders van onze eeuw. Dat komt voor een deel omdat, net als in
het geval van Van Gogh, de rampzaligheid van zijn bestaan aan zijn doeken
een extra dimensie van eenzaamheid en ontbering gaf. en er de sporen op
naliet van de strijd om een ideaal.
Het Grand Palais is op dinsdag gesloten.
Tegelijk met deze expositie zijn er in het
Musée d'Orsay foto's van de Markiezen-ei
landen en Tahiti uit 1869 te zien (tot 23 april).
Verder is in de Bibliothèque Nationale een
opvallende verzameling gravures tentoon
gesteld van kunstenaars uit Pont-Aven in de
dagen van Gauguin. Onder andere van de ten
onrechte wat miskende Brit O'Connor (tot 5
maart).
dikwijls van laag allooi. Bij het ophangen
van de doeken in het Grand Palais bleek
opnieuw in welke slechte staat vele er
van verkeren. Toen een lid van de staf
één van de schilderijen per ongeluk liet
vallen viel het tot stof uiteen.
daarbij niet alleen om de 'ontsnapping',
maar ook om de terugkeer tot een be
paalde vorm van Drimitivisme.
De Franse Gauguin-expert Madame Ca
chin beweert in een veelgelezen boek
over de schilder dat hij zich bij zijn ver
trek naar de Stille Zuidzee zou hebben
laten inspireren door een roman van
Pierre Loti's die eveneens in die tropi
sche droomwereld speelt. "En", zo gaat
madame Cachin voort, "dat boek had
Vincent van Gogh met veel enthousias
me gelezen en het was Van Gogh ge
weest die het Gauguin had aangeraden".
Met andere woorden: Van Gogh zou zijn
vriend ertoe hebben aangezet naar de
Stille Zuidzee te gaan.
Deze theorie wordt' lang niet door ie
dereen onderschreven. Gauguin had die
exotische zucht namelijk niet uitsluitend
omdat die in de mode is. Hij had immers
het grootste deel van zijn jeugd in
Zuidamerika en op de grote vaart door
gebracht en was, wat zijn familie van
moeders kant betreft, uitgesproken 'exo
tisch'. Uit al die factoren is waarschijn
lijk zijn onvermoeibare heen-en- weer-
gereis te verklaren naar verre en in die
dagen slechts moeizaam te bereiken oor
den. Hij was tweemaal op Tahiti (in 1891
en 1895) en vertrok in 1901 naar de Mar
kiezen-eilanden, waar hij in 1903 op Hi-
va Oa overleed.
Het was onder meer Gauguins tragiek
dat het primitivisme en de religies die hij
in de Stille Zuidzee zocht toen alleen nog
maar door tandeloze oude bessen kon
den worden naverteld. De Franse kolo
nisten maakten het bestaan er niet vrolij
ker op voor de brutale schilder die, in
voor die dagen ongebreidelde erotiek,
met inheemse meisjes samenleefde.
Rechts een
pagina uit
Gauguins
manuscript
Noa, Noa.
Links een
portret van
Paul Gau
guin (1893).
De tragiek van Gauguins leven blijkt
ook uit de intensieve correspondentie,
die hij nog jarenlang met zijn vrouw Met
te en met de kinderen onderhield. De
brieven hielden pas op toen Mette hem
op korte toon had bericht dat zijn lieve
lingsdochter Aline aan de griep was be
zweken. Het meisje was toen 20 jaar.
Voor haar schreef hij ook een van zijn
mooiste 'logboeken', naast al die andere
getuigenissen van zijn leven (zoals het
beroemd geworden 'Noa Noa') die net als
de brieven van Van Gogh tot de litera
tuur kunnen worden gerekend.
Het wordt uit zijn brieven duidelijk dat
hij nog jarenlang was blijven houden van
zijn/vrouw, die er op haar beurt meer dan
een dagtaak aan had zich financieel te
redden en haar talrijke kroost een be
hoorlijke opvoeding te geven. Mette zal
ook niet zijn gestimuleerd door de we
tenschap dat Paul in de Stille Zuidzee bij
zijn zeer jeugdige vriendinnen nog eens
twee kinderen verwekte, en dat al eerder
in Parijs bij nog weer een ander ook al
had gedaan.
Zo botsten zijn pas laat ontwikkelde
artisticiteit en zijn 'latijnsheid' zijn hele
leven lang met het bourgeois-milieu dat
hij zelf gekozen had door met de Deense
Mette in het huwelijk te treden en met
haar te zorgen voor een uitgebreid nage
slacht.
De tentoonstelling in het Parijse Grand
Paleis is de eerste en de laatste van een
dergelijke gigantische omvang. Ze om
vat vele doeken en sculptures uit parti
culiere verzamelingen en uit musea in de
Verenigde Staten en de Sovjetunie, die
na terugkeer geen wereldreizen meer
zullen ondernemen. Het materiaal waar
mee Gauguin diende te werken was