Het overbevolkte, vervuilde en verzuurde Nederland baart terecht zorgen ZATERDAG 11 FEBRUAR11989 EXTRA ^^^^J^BULAG^MDIE^EIDSCH/ALPHEN^AGBLAD PAGINA 21 De econoom dr. Roefie Hueting (59), hoofd van de Milieustatistie ken van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), is sceptisch. "Ik hoop dat de huidige golf niet weer wegebt. In de 25 jaar dat ik me met het milieu bezig houd ben ik heel wat somberder geworden. Als er namelijk echt iets moet ge beuren is er niemand thuis. Het enige dat tot nu toe is bereikt, is dat het tempo van de vervuiling is vertraagd, maar er komt onder tussen wel steeds meer bij. En dat is een wereldwijd probleem". door Hans Amesz Als ik tijdens ons gesprek opmerk dat nogal wat mensen roepen dat het ken nelijk toch wel meevalt met de aantas ting van het milieu, reageert Hueting verbeten. "Het valt mee? Jazeker, in de ontwikkelingslanden gaan duizen den mensen rechtstreeks dood als ge volg van milieurampen. En we heb ben het allemaal zien aankomen: het oprukken van de woestijnen, de over stromingen in Bangladesj omdat de grond van de Himalaya het water niet meer kan vasthouden. Er is een gigan tische uitstoot van kooldioxide in de lucht, overal ligt chemisch afval, de ozonlaag is verpest, plante- en dier soorten sterven uit, het grondwater is nu bedreigd, het oppervlaktewater was dat al langer. Dat was allemaal be kend, en nu worden we opeens weer overvallen door een milieugolf Bezorgd Hueting heeft recht van spreken. Al in het midden van de jaren zestig uitte hij zijn bezorgheid over de plunde ring en aanstaande uitputting van de planeet Aarde. In 1974 promoveerde hij cum laude bij prof. dr. Jan_Pen. Zijn proefschrift heette Nieuwe schaarste en economische groei, met als ondertitel Meer welvaart door minder produktie? Volgens hem moest het verlies aan milieufuncties worden verdisconteerd in de econo mische groei. Net als nu werd de toe neming van die groei uitsluitend ge meten aan de toeneming van het na tionaal inkomen, alles wat wij met el kaar verdienen. Maar in feite, zei Hueting, maakt een economie die alleen maar telt hoe veel extra er weer is geproduceerd, zonder daarbij te kijken naar het ver lies aan milieufactoren, dezelfde fout als de legendarische manager die al leen in zijn loonzakje kijkt en vergeet dat hij weer een stap dichter in de buurt van zijn hartinfarct is gekomen. In zijn proefschrift stelde Hueting, die in Nederland toen vooral ook be kend was als pianist van de Down Town Jazzband, de vraag of het ver der opvoeren van produktie en con sumptie in de geïndustrialiseerde lan den het offer aan verlies van milieu functies nog wel waard is. Als het ant woord nee zou zijn, zou dit betekenen dat welvaartsverhoging thans (in 1974) slechts kan wordeji bereikt door milieumaatregelen die de produktie en consumptie afremmen. In de praktijk luidde het antwoord echter niet nee, maar ja. De nadruk bleef liggen op vergroting van econo mische groei, op het opvoeren van het nationale inkomen. Politici, velé eco nomen en talrijke internationale eco nomische instellingen buitelden de laatste maanden over elkaar heen in het steken van de loftrompet over de economische groei. Was die, als een soort wonder, uitgerekend in 1988, het jaar na de beurscrisis, niet veel en veel groter geweest dan verwacht? En zijn de vooruitzichten voor op z'n minst dit jaar niet schitterend? Domper Produktie gaat vóór milieu. De econo mische 'goeroe' van de regering, se cretaris-generaal van economische zaken prof. dr. Frans Rutten, schreef in het economenvakblad Economisch Statistische Berichten (ESB): "Een actuele vraag is of de toenemende in spanningen ter bescherming van het milieu niet een zodanige domper op de economische ontwikkeling zullen zetten dat de economische groei weer wordt vertraagd". Dat lijkt een beetje op de stelling dat het tropisch regenwoud moet worden omgehakt om met de houtop brengst de schamele restanten te fi nancieren. Premier Lubbers was het trouwens niet met Rutten eens en riep kort en bondig: "Milieu gaat boven in komen". Of dat ook de basjs van het beleid zal worden, valt nog te bezien. Voorlo pig heeft het er veel meer de schijn van dat inkomen nog wel boven milieu gaat. 'Tets anders valt aan onze leden niet te verkopen", zei een vak bondsbestuurder in het meest ver vuilde gebied van Nederland, de Bot lek. Hueting toen en nu: "De groeicij fers worden een dolgedraaid kompas dat aangeeft dat de volkshuishouding de juiste koers vaart, terwijl de sa menleving in een ongewenste rich ting afdrijft". Wat gebeurt namelijk? Door opvij zeling van de produktie worden weliswaar sommige goederen minder schaars (auto's, kleren, wasmachines, computers), maar andere goederen worden schaarser. Hiertoe behoren Dr. Roefie Hueting: "Produktiegroei kan niet samengaan met milieubehoud". <foto gpd> Nederland wordt, zo lijkt het, overspoeld door een nieuw milieu-elan. In haar kersttoespraak veegde koningin Beatrix de vloer aan met de Troonrede waarin zij op gezag van de regering eerder nog moest melden dat ons land, en met name lucht en water, de laatste tijd schoner was geworden. Kort geleden sloten werkgevers en werknemers een akkoord over de bestrijding van de milieuvervuiling. Een historisch besluit, zo was alom te lezen en te horen. De PvdA heeft het milieu tot speerpunt van haar verkiezingsprogramma gemaakt. Kortom, het milieu is weer 'in'. Maar leren we daar iets van? schone grond, schoon water en scho ne lucht, een stimulerend leefmilieu, stilte, natuurschoon. Het valt onmo gelijk te ontkennen dat deze factoren wel degelijk hun invloed hebben op het welvaartsniveau. Welvaart is im mers de behoeftebevrediging die wordt opgeroepen door de omgang met schaarse middelen. Echter, de factoren die de welvaart beïnvloeden staan vaak met elkaar in conflict. Duivels cijfer In de politiek en volgens Hueting helaas ook in een deel van de litera tuur wordt economische groei ge definieerd als toeneming van het na tionale inkomen, dus als produktie groei. En dat noemt hij om die reden een 'duivels cijfer'. Want produktie is slechts een van de factoren die de wel vaart beïnvloeden. Hueting pleit voor een ander begrip van economische groei. "Er kan al leen van economische groei worden gesproken voorzover de schaarste wordt teruggedrongen". Dat betekent dat bijvoorbeeld het positieve effect van meer auto's moet worden gesteld tegenover het door die produktie schaarser worden van gezonde lucht, recreatiegebieden, stilte, flora, fauna. De economische interpretatie van Huetings groeikritiek komt er op neer dat in de loop van het groeiproces kosten worden gemaakt die niet of niet voldoende in het economisch proces worden meegeteld. "Kinderen kunnen nauwelijks nog op straat spe len. Dat heeft gevolgen voor hun ont wikkeling. Hoe worden de kosten daarvan geboekt? Waar komt het ver lies tot uiting dat aan de bossen is toe gebracht? Het milieu is het meest fun damentele schaarse goed dat er is. En er wordt, economisch gezien, gedaan alsof het gratis is. Er worden dus sys tematisch enorme rekenfouten ge maakt. Van het gelijkstellen van pro duktiegroei met toeneming van de welvaart gaat een dwingende, maar totaal verkeerde suggestie uit, name lijk: het gaat economisch uitsluitend goed als de produktie toeneemt". Traditionele economische doelstel lingen als bijvoorbeeld groei, schreef prof. Pen enige tijd terug in ESB, be horen ondergeschikt te worden ge maakt aan een andere: de redding van het natuurlijk milieu in het overbe volkte, vervuilde en verzuurde Neder land. En dat geldt ook voor de rest van de wereld. Twee functies Het afwegen van belangen gebeurt via het mechanisme van onze demo cratische instellingen. De algemene klacht van natuurbeschermers luidt dat de belangen van de natuur het vrijwel altijd afleggen tegen de belan gen die wèl kunnen worden uitge drukt in zogenaamde grote getallen (geld). Het voorstel van Hueting kwam er destijds dan ook op neer dat de produktie ten behoeve van de eli minatie van en de compensatie voor het verlies van milieufuncties als in termediaire leveringen (dus kosten en niet als eindprodukten) moeten wor den beschouwd. Water heeft bijvoorbeeld twee milieufuncties: lozing van afval en re creatie. Zolang er in het water kan worden geloosd zonder dat dit het zwemmen erin onmogelijk maakt, is er niets aan de hand. Wordt dit punt overschreden en gaat men, om de zwemmers voor dit verlies te compen seren, een zwembad bouwen, dan moet dit bad niet worden gezien als een nieuw produkt en niet bij het na tionale inkomen worden opgeteld. In tegendeel, het zijn kosten, gemaakt om te compenseren voor het verlies aan milieufuncties en daarom dienen ze niet bij het nationale produkt te worden opgeteld. Makkelijker gezegd dan gedaan. Hueting schrijft in de nabeschouwing van zijn boek: "De cruciale vraag 'wat is de natuur ons waard' kan met het ons ter beschikking staande instru mentarium niet worden beantwoord. Het natuurlijk milieu, de functie waar het allemaal om draait, gaat immers nooit over de markt. De studie heeft mijns inziens echter aannemelijk ge maakt dat daarmee tevens een andere vraag onbeantwoord blijft, namelijk: Wat zijn de goederen die ten koste van het milieu worden geproduceerd en geconsumeerd ons waard? Wanneer immers in het conflict tussen produk tie en milieu de waarde van het milieu niet kan worden bepaald, mag de marktprijs van geproduceerde goede ren niet meer worden aanvaard als in dicator voor de economische waarde van deze goederen". "Het verdient daarom aanbeveling bij de afweging tussen geproduceerde goederen en milieufuncties de (markt)prijzen van eerstgenoemde goederen bewust te vergeten en zich te baseren op een verbale omschrij ving van het nut van beide catego rieën goederen en op de in geld geme ten inzet van schaarse middelen die het verkrijgen c.q. behouden ervan vergt". Schaars De stelling dat milieubehoud ten kos te gaat van werkgelegenheid is wel licht het belangrijkste struikelblok voor een goed milieubeleid. "Deze stelling", zegt Hueting, "gaat echter voorbij aan de eenvoudige waarheid dat milieu en energie schaarse goede ren zijn. Voor het verkrijgen of be houd daarvan moeten dus produktie- factoren worden ingezet. En in de ge- industrialiseerde landen gaat 80 tot 95 procent van het nationale inkomen naar de factor arbeid". "Eenzelfde hoeveelheid produktie en consumptie vergt mèt milieube houd meer arbeid dan zonder. Die ar beid wordt echter ingezet voor goede ren die niet over de markt gaan. En omdat loon niets anders is dan een claim op geproduceerde goederen ko men milieumaatregelen neer op ver mindering van de groei van de loon voet, bij een gegeven pakket over heidsvoorzieningen. Het conflict ligt niet tussen milieu en werkgelegen heid maar tussen produktie (plus con sumptie) en milieu, waarbij uitgaven voor zuivering en dergelijke worden beschouwd als kosten". Nog één keer. "Economische groei is een veel genuanceerder begrip dan simpelweg produktiegroei. Het ont wikkelen van een alternatief komt daarom neer op het ombuigen van het produktie- en consumptiepatroon en op het culturele vlak het vinden van een genuanceerder vooruitgangs geloof voor de geïndustrialiseerde wereld. Dus: wij moeten fietsen weer leuker gaan vinden dan autorijden. De centrale verwarming moet plaats maken voor beperkte verwarmde ruimten, trek maar een trui aan. We moeten geen sla meer willen eten in de winter, niet elke dag vlees willen eten, niet meer met het vliegtuig op vakantie gaan. En 14 miljoen Neder landers is veel te veel". Voortgaande produktiegroei ge combineerd met voortgaande ener giebesparing en milieubehoud, dat acht Hueting in principe niet haal baar. "Maar ik zal de eerste zijn om de vlag uit te hangen als het wel kan". Rampen Vooralsnog houdt hij het op wat hij al in 1974 schreef: "Alle thans beschik bare informatie wijst er op dat een on gewijzigde voortzetting van produk tie- en bevolkingsgroei vrijwel zeker leidt tot ecologische of klimatologi sche rampen of tot ineenstorting van onze beschaving als gevolg van uit putting van energie en grondstoffen, voedselgebrek, vervuiling of ruimte- kort. Dit komt er op neer dat ons con sumptieniveau hoogst waarschijnlijk gaat ten koste van de consumptie, ja zelfs de levensmogelijkheden van on ze kinderen en kindskinderen. De milieuverslechtering is daarom vóór alles een probleem van toekomstige generaties, waarvoor deze generatie de verantwoordelijkheid draagt". De psycho-analyticus prof. dr. P. C. Kuiper in zijn dagboekaantekeningen van 4 januari: "...komen we op de milieuproblematiek en de kersttoe spraak van de Koningin daarover. De mensen weten niet half hoe erg het kan worden, of ze willen het niet we ten. Wanneer ons afweersysteem het opgeeft door straling of vergif krijgen we allemaal leukemie en ziekten die als twee druppels water lijken op aids. Een onvoorstelbare ramp. Er zijn fun damentele maatregelen nodig om de ze ramp te voorkomen. Alle partijen zouden de strijd tegen de vergiftiging van onze aarde hoog in het vaandel moeten voeren, en het moet niet blij ven bij woorden. Het is pompen of verzuipen".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 21