Liefde op het tweede gezicht
De smoezenmaker
Denkwijzer
Onze taal
De moeizaam bevochten levensavond van Inge en Wouter
ZATERDAG 31 DECEMBER 1988
OUDEJAARSBIJLAGE LEIDSCH/ALPHENS DAGBLAD
PAGINA 31
Veel oudere mensen brengen het
laatste deel van hun leven alleen
door, meestal gedwongen door
omstandigheden. Hun partner is er
niet meer, en opnieuw beginnen met
een ander lijkt vaak te moeilijk. Maar
soms lukt het wel. Soms begint er in
de herfst van de jaren een nieuw, rijk
en gelukkig leven. Zoals bij Inge en
Wouter uit Alphen. Vijf jaar geleden
bevonden zij zich op de grens van
een nieuw leven. Gemakkelijk ging
het niet, maar het is toch gelukt.
door Ko van Leeuwen
Zij is 74 jaar. Achttien jaar geleden over
leed haar man. Dat betekende voor haar
daarna een zelfstandig en onafhankelijk
bestaan. Als directrice van een kleine
tijdschriftenuitgeverij had ze een uitste
kende baan. Na haar pensionering kre
gen de hobby's het volle pond: handwer
ken en vooral reizen. Als ze een contact
advertentie zou plaatsen, zou aan boven
staande omschrijving nog kunnen wor
den toegevoegd: charmante vrouw met
brede interesse, zoekt financieel onaf
hankelijke vriend om samen nog wat ge
lukkige jaren te hebben.
Hij is 80 jaar. Is altijd zelfstandig on
dernemer geweest als directeur-eigenaar
van een. boeken- en handelsdrukkerij.
Bijna tien jaar geleden werd zijn vrouw
ernstig ziek. In betrekkelijk korte tijd
werd ze volledig dement. Sinds enkele
jaren is ze niet meer aanspreekbaar. Dat
betekende voor hem een leven alleen. De
getrouwde kinderen brachten hem z'n
eten, of hij at bij een van hen.
Financieel bleef hij onafhankelijk. Als
hij een contactadvertentie zou plaatsen,
zou aan deze gegevens kunnen worden
toegevoegd: Opgeruimde natuur en bre
de belangstelling. Het hart op de tong.
Zoekt financieel onafhankelijke vrouw
om samen nog een prettige levensavond
te hebben. Houdt van reizen.
Niet getrouwd
Contactadvertenties waren niet nodig.
Inge en Wouter leerden elkaar kennen
via hun werkzaamheden en ze wonen nu
al enkele jaren samen. Op de voordeur
van het huis dat ze samen kochten in een
gegoede nieuwbouwwijk staan hun bei
de achternamen achter elkaar, maar zorv
der verbindingsstreepje. Want ze zijn
niet getrouwd. Dat kan ook niet, vanwe
ge de toestand van Wouters vrouw. De
wet laat een echtscheiding nu eenmaal
niet toe als een van de partijen daarin
niet zelf kan toestemmen. Overigens ligt
een huwelijk onder de huidige omstan
digheden ook niet in de bedoeling.
Wouter: "Dat vinden we verder ook
niet belangrijk. Op deze leeftijd, ik be
doel, we zouden alleen nog trouwen als
we daar financieel op vooruit zouden
gaan. Ik zeg het maar zoals het is. We
hebben allebei een heel leven achter ons,
we zijn geen kinderen meer. We hebben
elkaar zakelijk leren kennen en zo zijn
we verder gegaan. Daarover heel wat ge
praat. Kijk, wij lopen niet rond met een
bord van: wij hokken. Maar als we samen
op reis zijn en je raakt met mensen in ge
sprek, en als dan rechtstreeks de vraag
valt: zijn jullie getrouwd, dan zeggen we
altijd: we zijn niet getrouwd en dat komt
door persoonlijke omstandigheden".
Inge: "Als je zo'n stap zet na al die ja
ren datje alles zelf besliste, is het heel be
langrijk dat je financieel onafhankelijk
van elkaar bent en dat ook blijft. Zo'n
stap om samen te gaan is niet gemakke
lijk. Vooral in het begin denk je: op mijn
leeftijd, waar begin je aan? Het is veel ge
ven en nemen, en dat wasje niet meer ge
wend".
Wouter: "We hebben het financieel zo
geregeld: iedere maand storten we auto
matisch eenzelfde bedrag voor het huis
houden op een rekening. Niet voor de
privédingen, puur voor het huishou
den".
Inge: "Dat lijkt een bijzaak, maar het is
een belangrijke bijzaak. Over geld kun je
dan geen onenigheid krijgen".
Vriendin
Wouter heeft drie kinderen. Drie ge
trouwde dochters. Hij heeft alles goed
met ze kunnen doorpraten. "Ze begre
pen het gelukkig direct. De kinderen wa
ren er van het begin af aan voor. Zij is te
genover mijn kinderen direct opgetre
den als vriendin. Niet als tante-zus-of-zo.
Maar niet iedereen om je heen begrijpt
het. Zo oud en dan nog weer....hoor je ze
denken. Er zijn mensen met wie je hele
maal geen contact meer hebt. Om die re
den, denk ik. Maar ik voelde me nog veel
te vitaal om alleen te blijven. Op een ge
geven moment kwam ik met haar in aan
raking. Zij maakte een tijdschrift en dat
ging ik drukken. Zo leerden we elkaar za
kelijk kennen. Zij was m'n moeilijkste
klant. Als er ook maar één e-tje in de
drukproef verkeerd was stond bij mij de
hele zetterij op stelten. Ze was strak en
lastig. M'n onmogelijkste klant. Maar dat
trok me toch aan. Wij zijn uitersten die el
kaar aantrekken, als je begrijpt wat ik be
doel. En ik hou daar wel van, als iemand
z'n werk goed doet".
"Ja, en hoe gaat het dan. Met zakelijke
relaties ging ik wel eens uit eten. Dat
deed ik af en toe met haar ook. En als dat
dan wat vaker gebeurt worden de ge
sprekken langzaam minder zakelijk, ik
zou zeggen intiemer, warmer. Je krijgt
persoonlijke belangstelling voor elkaar.
Zo ontstonden over en weer steeds meer
persoonlijke interesses. Je bemerkte bij
elkaar ook en dat is zeer belangrijk
voor een hechtere relatie - een gelijk
soortige algemene ontwikkeling. Je
merkte datje een breed vlak had om over
te praten, elkaar te begrijpen. Door die
ontwikkeling ben je ook niet altijd even
tolerant voor elkaar. Waardering, dat is
ook van groot belang. Nou, op een gege
ven moment komt dan het hoge woord er
uit: zouden we maar niet samen verder
gaan".
Even is hij stil. "Dan komt er wat ik
noem de Sturm und Drang-periode. Je
ontkomt er niet aan dat je gaat vergelij
ken. Vergelijken met je vroegere hechte
relatie".
Inge: "Precies. Dat ga je onwillekeurig
doen. Zeker op de momenten dat je het
DOOR JOOP VAN DER HORST
De column van de Engelsen is de colon
ne van de Fransen en wij hebben de ko
lom. Onze kolom is alleen verticaal; de
column en de colonne in hun moedertaal
kunnen ook horizontaal zijn. Maar wij
hebben ze nu alle drie.
Hugo Brandt Corstius, ook wel Battus
geheten, heeft een aantal van zijn weke
lijkse stukken in NRC/Handelsblad ge
bundeld en uitgegeven onder de titel
Denk na. Quinta Columnia. Die artikelen
hadden ook allemaal een titel in potjesla
tijn, vandaar deze latijns aandoende
boektitel. De artikelen zelf zijn overigens
heel leesbaar.
Die titel lijkt voor de hand te liggen voor
zo'n bundeling van 32 wekelijkse stukjes
oftewel columns. Alleen: quinta betekent
in het Latijn geen '32' maar Vijfde'. Blijk
baar is columnia geen verlatijnsing van
column, maar gaat het om de vijfde colon
ne, Brandt Corstius onthult zichzelf als de
of een vijfde colonne: heulend met de vij
and. Een echte vijfde colonne zou zich
zelf nooit als zodanig bekend maken, dus
het zal allemaal wel meevallen.
De column, de colonne en de kolom
gaan allemaal terug op het Latijnse woord
columna (meervoud: columnae). Een co
lumns is een zuil. In het Frans is dat co-
lomne en later colonne geworden. In le-
gerkringen bedoelde men met een colon
ne een 'legeropstelling die bij geringe
frontbreedte een grote diepte heeft'.
Gaandeweg werd colonne gebruikt voor
elke opstelling van eenheden achter el
kaar, iedere lange stoet die zich voortbe
weegt. Zo heeft colonne er een horizonta
le betekenis bij gekregen.
Het Nederlands heeft colomne al in de
middeleeuwen of eerder ontleend aan het
Latijn of het Frans; dit werd onze kolom,
met alleen de verticale betekenis. Veel la
ter is aan het Frans colonne als legerterm
ontleend, met de horizontale betekenis.
Nog weer later werd aan het Engels co
lumn ontleend voor wat eerst een cursief
je heette. Cursiefjes worden echter niet
meer cursief gedrukt maar rechtop en in
een kadertje, waardoor ze, column zijn
gaan heten.
De kolom is nog steeds een term in de
bouwkunde, maar bij uitbreiding kan het
woord gebruikt worden voor zaken met
een overeenkomstige vorm, zoals in de
waterkolom, kwikkolom in een thermo
meter en wervelkolom. We spreken over
de kolommen van een krant en over een
kolom cijfers.
De zogenaamde Vijfde Colonne is
vooral iets uit de Tweede Wereldoorlog.
De vijfde colonne waren de in het geheim
opererende aanhangers van de vijand in
het eigen gebied, heimelijke landverra
ders. De term is overigens iets ouder, en
afkomstig uit de Spaanse Burgeroorlog.
Hij schijnt voor het eerst gebruikt te zijn
door generaal Franco, anderen zeggen
generaal Queipo de Llano, men rukte met
vier colonnes op tegen de republikeinen
en noemde de aanhangers van Franco in
het belegerde Madrid zijn vijfde colonne.
Van Dale omschrijft de vijfde colonne
als volgt: 'benaming voor clandestiene
aanhangers van een vijandelijke macht in
het eigen gebied'. In oudere drukken
stond: 'verkapte aanhangers', wat ik ei
genlijk beter vind. Verkapt is in het ge
heim, clandestien is bovendien 'ongeoor
loofd', wat in dit verband nogal raar is; net
alsof er ook geoorloofde aanhangers van
de vijand zijn. Het woordenboek van Koe
nen zegt: 'verzamelnaam voor hen die in
het eigen land voor de vijand werken', wat
me evenmin juist lijkt. Immers, daaronder
vallen ook de openlijke landverraders,
terwijl die vijfde colonne nu juist zo grie
zelig geheim was.
door René Diekstra
hoogleraar psychologie te Leiden
Een oudjaars-experiment. Een groep stu
denten krijgt een vragenlijst voorgelegd,
waarop ze moeten invullen wat hun hou
ding is ten opzichte van het drinken van
alcohol Van zowel de drankzuchtigen als
van de geheelonthouders nodigt de on
derzoeker er 30 uit voor een wetenschap
pelijk zorgvuldig geplande jaarwisse
lingspartij. Een aantal aantrekkelijk
uitziende feestgangers, die in feite onder
zoeksassistenten zijn, hebben de op
dracht ervoor te zorgen dat van iedere
groep de helft alcohol drinkt en de andere
helft droog blijft. Dat lukt niet bij ieder
een, maar in de meeste gevallen slagen de
assistenten toch in hun opdracht.
Vervolgens wordt de studenten op
nieuw gevraagd de alcohol-vragenlijst
in te vullen. Wat blijkt? Van de studenten
die aanvankelijk drankgebruik als iets
negatiefs hadden beschreven, vonden de
genen die drank hadden gebruikt dat dat
toch eigenlijk niet zo erg was, terwijl de
genen die consequent waren geweest
even negatief als tevoren over alcohol ble
ven oordelen.
De opvatting van de andere groep ver
anderde op een dienovereenkomstige ma
nier. Van de studenten die drankgebruik
aanvankelijk prima vonden, bleven de
oudjaarhijsers op hun stuk staan en de
genen die tegen hun opvatting in niet ge
dronken hadden, waren achteraf minder
positief ten aanzien van drankgebruik.
Wat we hier zien is een typisch mense
lijk trekje. Een opvatting (of de waarde
die we hechten aan een opvatting) veran
dert meestal als we gedrag gaan verto
nen dat met die opvatting in strijd is. Het
omgekeerde is veel minder vaak het ge
val. Dat wil zeggen dat we veel minder
geneigd zijn ons gedrag dan onze opvat
ting te veranderen, als die met elkaar in
strijd zijn. De vraag hoe dat komt is een
van de meest interessante en belangrijke
vragen over de mens die psychologen al
vele jaren proberen te beantwoorden.
Waarom praten mensen steeds recht
wat ze krom doen in plaats van gewoon
hun gedrag te verbeteren? We beschikken
nog altijd niet over een afdoende ant
woord daarop, maar belangrijke tippen
van de sluier zijn wel opgelicht. Laten we
eens de veronderstelling maken dat u een
overtuigd verdediger bent van het idee
van echtelijke trouw. Maar op een keer
bezwijkt u tijdens een uitbundig feest
toch voor de uitdagende avances van een
ander. Als u de volgende morgen te laat
voor het ontbijt thuis komt, is een van de
vragen die u uzelf zult stellen mocht u
het vergeten, dan herinnert uw partner u
er overigens wel aan "Hoe is het in
godsnaam mogelijk dat ik
We kunnen er rustig vergif op innemen
dat in de daarop volgende verklarings
pogingen u zult blijven proberen de goe
gemeente ervan te overtuigen dat 'het al
lemaal niet echt veel te betekenen heeft',
dat het kwam 'door de combinatie van
drank en.dat u 'gewoon uzelf niet
was en dat het niks verandert tussen u
beiden ...'en wie weet van wat voor an
dere slimmigheden u nog meer weet te
Maar al dat soort woordtovenarij zal
de essentiële rotklap die uw partner heeft
opgelopen niet of nauwelijks kunnen ver
zachten, namelijk dat u in staat bent din
gen te doen, ook heel belangrijke, die lijn
recht indruisen tegen de opvattingen
waarvan u altijd beweerd hebt een aan
hanger te zijn. Waarom doet u dat? Is het
uit vrije wil? Of was u eenvoudig het wil
loze, weerloze slachtoffer van krachten
die sterker waren dan uzelf? Als we af
gaan op de huidige stand van kennis is
het antwoord: geen van beide, of allebei!
De sleutel tot dit raadselachtige ant
woord ligt in de bouw en de wijze van
werken van onze hersenen. Heel lang
werd gedacht dat ons brein als een goed
geïntegreerde eenheid binnenkomende
informatie opneemt, verwerkt en omzet
in gedrag, in acties en reacties. Veel men
sen, ook veel wetenschappers, hangen de
ze opvatting nog altijd aan. Sommige on
derzoekers vergelijken de hersenen daar
om wel met een centraal geleide samenle
ving, waarvan de verschillende onderde
len en groepen in goede harmonie samen
werken door middel van een algemeen
organisatie-schema.
Maar het meest recente onderzoek door
zogenoemde neuropsychologen, van wie
Michael Gazzaniga de bekendste is, wijst
er op dat die theorie waarschijnlijk on
juist is. Het lijkt er veel meer op dat onze
hersenen georganiseerd zijn in betrekke
lijk onafhankelijk werkende eenheden,
die gelijktijdig actief (kunnen) zijn. Als
er informatie ons brein binnenkomt,
wordt deze in verschillende delen opge
splitst, en tegelijkertijd gaan er verschil
lende hersenafdelingen mee aan het
werk, vaak zonder aan elkaar door te ge
ven wat ze aan het doen zijn. Zo'n beetje
op de manier waarop de afdelingen op
ministeries langs elkaar heen werken.
De hersenafdelingen laten ook vaak
niet aan de leiding, aan ons bewustzijn,
weten waar ze precies mee bezig zijn. Dat
wil niet zeggen dat ze per se onbewust
zijn en dat we ze niet zouden kunnen her
kennen en begrijpen. Het is eerder zo dat
ze parallel aan ons bewuste denken bezig
zijn en daaraan alleen op bepaalde mo
menten berichten doorgeven.
Zo komt het dat we ons vaak afvragen
waar een bepaalde gedachte vandaan
komt, als die in ons bewustzijn opduikt.
We horen bijvoorbeeld een bepaald mu
ziekstuk dat ons diep beroert, en plotse
ling 'weten' we dat we er goed aan doen
een bepaalde beslissing te nemen. Waar
komt dat inzicht vandaan? We lijken het
niet te weten. De reden is dat we alleen
maar het eindprodukt van bepaalde
"hersenafdelingen" aangeboden krijgen,
maar geen toegang hebben tot het pro-
duktieproces zéf. De naam, die neuro
psychologen voor zulke afdelingen ver
zonnen hebben, is hersenmodules.
Uit experimenten weten we inmiddels
dat de relatief onafhankelijke hersenmo
dules zelf gedrag kunnen sturen. Dat is
precies de reden, dat we regelmatig moe
ten constateren dat we dingen doen of
juist niet doen, die uit het niets lijken te
komen, die we niet bewust gepland heb
ben, of die helemaal niet passen bij het
beeld dat we van onszelf hebben. Het be
sef dat ons brein in modules is georgani
seerd, geeft aan dat we bepaalde van on
ze gedragingen zouden moeten accepte
ren als grillig, onvoorspelbaar en dat
dingen die we doen hun oorsprong soms
helemaal niet hebben in ons bewuste den
ken. Verliefdheid, het kiezen van een op
leiding of beroep, het type auto dat we ko
pen, het goede voornemen voor het nieu
we jaar, en vooral het niet doorzetten
daarvan, zijn typische voorbeelden.
Het interessante is nu dat het ook weer
ons brein is, dat zich tegen de interpreta
tie van ons gedrag als 'grillig of ondoor
dacht verzet. We zijn nl. uitgerust met een
(onbegrensd) vermogen voor het verzin
nen van verklaringen of verhalen waar
om we een bepaald gedrag vertonen. Dat
vermogen is in de menselijke hersenen te
vinden in een speciale afdeling of modu
le, bij rechtshandigen in de linkerhersen
kwab, die als taak heeft om als tolk, als
smoezenmaker te fungeren.
Een voorbeeld om te demonstreren hoe
die module werkt. We vinden het bijvoor
beeld schandalig dat onze dochter door
haar echtgenoot in de steek wordt gela
ten, maar genieten tegelijkertijd wel een
paar keer per week van series als Dallas,
Dynasty of ander Sodom en Gomorra,
waar overspel schering en inslag is. Als
iemand ons met die tegenstrijdigheid
confronteert, verzint onze breintolk on
middellijk een verklaring voor waarom
we dat doen, zoals"ja, dat is maar een
serie, dat is niet echt", of: "je moet juist
kijken om te weten hoe je het zelf niet
moet doen".
Zulke smoezen hebben we nodig om een
min of meer samenhangend, consequent
beeld van onszef overeind te kunnen
houden en om de illusie te kunnen blijven
koesteren dat we handelen uit vrije wil in
plaats van geleid te worden door krach
ten die we niet zo goed beheersen. Zonder
een min of meer samenhangend beeld
van onszelf zouden we helemaal ten prooi
zijn aan de buitenwereld en zou ons zelf
respect, ons geloof in onszelf, volledig ver
nietigd worden.
Omdat onze opvattingen veel meer be
paald worden door wat we doen dan om
gekeerd, heeft het weinig zin te proberen
meer geloof in onszelf of anderen te krij
gen door bijvoorbeeld voor een nieuw
jaar meer goede voornemens te maken.
Een of ander superbrein heeft uw her
senen namelijk geconstrueerd volgens het
principe dat hoe vaker u aardig tegen ie
mand doet, hoe aardiger u hem of haar
gaat vinden. Mijn advies voor de komen
de twaalf maanden is daarom dat u nu
een keer de aanwijzingen van uw con
structeur volgt.
niet met elkaar eens bent. Dan ben je
gauw geneigd om je af te vragen: heb ik
het nou wel goed gedaan? Je moetje er
van bewust worden dat dat vergelijken
eigenlijk niet kan. Dat is heel belangrijk,
datje dat beseft".
"Je gaat ook opnieuw nadenken over
je leven. Je was op een dood spoor. Zo
van: komt er morgen nog een dag, nou ja,
we zien wel. Alleen als ik op reis ging met
een vriendin voelde ik me prettig. Ik ben
altijd gek op reizen geweest. Dat heeft
zich met hem weer voortgezet".
Wouter: "Alleen zijn we er wel een
beetje verschillend in. Ik ben een zon-
aanbidder en zij is een onderzoeker. Ik
hou van een grote sigaar en een luie stoel
en dan gaat zij op onderzoek uit, op ver
kenning".
Zo'n vijf jaar zijn ze nu samen. Er is
meer dan een warme vriendschap ge
groeid. Maar makkelijk was het niet.
Wouter: "Vooral in zo'n beginperiode,
als je je gevoelens nog niet voldoende be
heerst, is de kans op een voortijdige
breuk groot. Je moet je ervan bewust
worden dat je geen vervanger bent van
de overledene".
Inge: "Ik ben ook een tijdje weer bij
hem weg geweest. Na een paar maanden
ben ik bij hem weggegaan. Toen woonde
ik nog bij hem in. Er waren riogal wat
misverstanden. Het was allemaal opeens
zo definitief en ik dacht: oh jee, wat doe
ik allemaal en waar blijft m'n zelfstandig
heid? Er werd opeens zoveel voor me be
slist dat het me even te veel werd".
Wouter knikt en kijkt haar begrijpend
aan. Het is alweer enkele jaren geleden.
Dan zegt hij: "Je bent je dat zelf niet zo
bewust, je denkt alleen maar goed te
doen, maar voordat je het in de gaten
hebt ben je bezig alles voor de ander te
regelen. En dat kan niet, want zij is ook
een zelfstandig wezen. Ze heeft al die ja
ren volkomen zelfstandig geleefd, alles
altijd zelf beslist en geregeld. Haar fami
lie nam haar toen in bescherming. Dan
besef je dat je de consequenties moet
overzien van het weggeven van een stuk
je van je eigen persoonlijkheid. Want dat
is het samenleven wel. En zij was geen
huisvrouw, zij was een zelfstandige
Geduld
Inge: "Ik was te zelfstandig. Veel geduld
moetje hebben. Ook met jezelf. Maar het
duurt geruime tijd voordat je dat in de
gaten hebt. Je hebt allebei een gesetteld
leven achter de rug, dat is het ook. Want
(tot Wouter) ja, hoe lang ben jij nu al ge
trouwd?".
Wouter, denkt even na: "Nou, zo'n 54
jaar bijna".
Inge: "Wij zijn nu ongeveer vijfjaar sa
men. Nou, het duurt driejaar voordat je-
...haha...voordat je niet meer met het ser
vies gooit, zal ik maar zeggen".
Wouter: "Dan krijgt het leven zo sa
men hetzelfde als een normaal huwe
lijksleven. Met z'n ups en downs. Dan
ben je elkaar zodanig gaan begrijpen dat
je ook meningsverschillen kunt oplos
sen. De vorm van toenadering verandert
ook".
"Wat ook van wezenlijk belang is, ze
ker voor mensen van onze leeftijd, dat is
dat je hobby's hebt. Allebei moet je lief
hebberijen hebben waardoor je niet de
hele dag maar tegenover elkaar hoeft te
zitten. Je moet je kunnen terugtrekken
in je eigen ruimte. Daarvoor hebben we
toen ook dit huis gekocht. Er zijn wel
eens mensen die zeggen: wat een groot
huis voor twee mensen. Maar dit huis is
niet te groot, het is precies goed. Zij heeft
haar eigen werkkamer waar haar breima
chines staan, en ik heb m'n werkkamer".
Inge: "Daar hebben we wel goed aan
gedaan. Dat huis hebben we ook gekocht
omdat ik anders steeds het idee had dat
ik niks voor mezelf had. Dat ik bij hem
Inge en Wouter: "Vooral in het begin denk je: op mijn leeftijd, waar begin
je aan? Het is veel geven en nemenen dat was je niet meer gewend".
(foto GPD)
inwoonde. Dan leef je anders. De dingen
moeten gelijkwaardig verdeeld zijn. En
inderdaad, je moet je eigen liefhebberij
en hebben. Drie weken geleden ben ik
nog naailes gaan nemen. En dat op 74-ja-
rige leeftijd. Gewoon, omdat ik dat leuk
vind".
Wouter: "Je moet ook contact houden
met de buitenwereld. Want het gevaar is
groot dat je je gaat afschermen, hier in je
vertrouwde wereldje. Als ik nare dingen
op de televisie zie zeg ik: dat is daar, ik
ben er nu te oud voor om me daar nog erg
druk over te maken. Toch moet je daar
voor oppassen. Dus ook belangstelling
hebben voor jongeren".
Opgezette knie
Inge, met een geruststellend knikje naar
de bezoeker: "Dan voel je je niet oud
hoor, als je met jongere mensen in con
tact blijft. Nou ja, jongeren, dat zijn voor
ons toch ook meestal wel mensen van
een jaar of veertig. Maar dan hou je inte
resse in anderen".
Dan, alsof ze zich realiseert dat een
mens wel veel, maar niet alles zelf in de
hand kan hebben: "Tenzij je een gebrek
krijgt. Ja, dan wordt alles anders. Geluk
kig is alles nog goed. Ik heb de laatste tijd
een beetje last van een opgezette knie.
Dat is wel lastig, je loopt er wat moeilij
ker door. Ik hoop dat het gauw weer
overgaat".
Wouter: "Het is inderdaad belangrijk
dat je je probeert in te leven in de jongere
generatie, wil je jezelf niet buiten de ge
meenschap plaatsen. Maar door je hoge
leeftijd en ervaring heb je veel kritiek op
de dingen. Dat is ook een gevaar. En de
moeilijkheid is dat die kritiek niet eens
onterecht is". Hij gaat er eens even voor
zitten en zegt dan: "Het is alleszins de
moeite waard om te zoeken naar een
goeie partner en niet te proberen in je
eentje de eindspurt te nemen. We heb
ben het prettig samen, we houden allebei
van reizen en we kunnen het gelukkig
nog doen. Maar de week is angstig kort
geworden. Ik heb zo'n kalender waar ik
een vakje op de juiste datum schuif. In
het begin van de maand schuifje hem op
1 en je bent zó weer beneden op dertig.
Soms denk ik: zal ik weer gaan studeren?
Maar dan realiseer je je dat je het waar
schijnlijk toch niet meer kunt afmaken.
Ik ben wel weer met de piano begonnen.
Elke dag studeer ik wel een poosje. Ik
heb het modernere genre nu te pakken,
ik speel nu Laurens van Rooyen".
"Je credo moet blijven: houd een bre
de belangstelling op elk gebied. Vooral
kranten goed lezen, zodat je op de hoogte
blijft van wat er om je heen gebeurt. Dat
moet je waarborg zijn voor een harmoni
euze finale. Je bent je ervan bewust dat
elke dag meegenomen is".
Inge kijkt ietwat verwonderd en
vraagt: "Voel jij je zo?"
Lastig
Wouter: "Nee. Maar laten we eerlijk zijn,
we zijn niet ziek. Zoals ik het nu voel
word ik wel 125. Als je ziek bent, dan is
harmonie moeilijker. Maar je kunt dan
heel veel meer voor elkaar betekenen.
Overigens, je knie is niet zo dik op het
ogenblik".
Dan kijkt hij naar haar alsof hij iets in
z'n schild voert. Opeens strekt hij de rug
en zegt met milde spot in de ogen en een
krullende lach om de lippen: "Het enige
lastige is: zij eist seksueel te veel van
me!".
En Inge, wat verbouwereerd lachend:
"Nou, dat is niet belangrijk".
Hij, als een halsstarrige jongen: "Wél
belangrijk. Maar we hebben de leeftijd
die met zich meebrengt dat 't niet meer
zo eh...gebeurt".
Inge: "Ach, je moet met beide benen
op de grond blijven staan. Het gaat er om
dat je voor elkaar iets kunt betekenen.
Dat zit 'm vaak in kleine dingen. Het ont
bijt, dat verzorg ik nooit. Dat doet hij al
tijd. Automatisch. Ik ben eigenlijk m'n
hele leven verwend geweest. Je beseft 't
wel hoor dat je al 74 jaar op de wereld
bent. Dat wou ik even zeggen".
Het enige dat wel heel erg verschilt is
de politieke opvatting van beiden. Wou
ter: "Ik ben behoorlijk rechts. Dat heeft
zij niet. Zij is wat rooier. Maar de ge
sprekken blijven er levendig door. Soms
wordt ze wel fel. Omdat ze denkt dat ik
haar persoonlijk aanval. Nou, dan hou ik
verder maar m'n mond. Dat leer je ook".
Voelt zij dat ook zo? Inge, terwijl ze
slim lacht: "Nee, nee, want als hij zwijgt
denk ik dat-ie 't met me eens is".
Wouter: "Ik ben blij dat het zo gelopen
is. Kijk eens, je voelt je niet oud, daar
door, maar je moetje ook niet voorstellen
datje nog jong bent. Je moetje instellen
op het ouder worden, op de verande
ring".
Pluk de dag
Inge: "Al voel je je niet zo hoor. Maar je
leeft wel met de gedachte: ik heb zo lang
niet meer. Je beseft dat je toch niet zo
véél meer te verwachten hebt. En ik wil
nog zoveel. Dan denk je: is dat nog te rea
liseren? Ik zou soms wel eens willen we
ten: hoeveel tijd heb ik nog?".
Wouter: "Ik niet. Je moet er wat meer
rekening mee houden dat het niet zo
hoeft te zijn, datje nog veel tijd hebt. Aan
de andere kant, myn lijfspreuk is: carpe
diem. Pluk de dag! Bij elke dag denk ik:
die is binnen. Soms zitje zo bij jezelf je le
ven te overdenken. Dan denk ik: ik ben
impulsief, ik heb altijd gedacht dat ik al
les beter kon. Maar soms is dat niet zo".
Ze buigt zich een beetje naar hem toe
en zegt: "Jij zegt zo dikwijls over dingen
in je leven: ik heb de verkeerde beslis
sing genomen. En ik denk dat dat niet zo
Wouter: "We hebben ieder onze eigen
persoonlijkheid. Die zyn we zo samen
nog niet verloren. We staan nog steeds
strijdbaar tegenover elkaar. We zijn wild
op de tong".
Inge: "Dat moet ook, wil het interes
sant blijven".
Wouter kijkt alsof hij van alles wil zeg
gen. Dan zegt hij, vriendelijk en zacht:
"Dat moet ik wel toegeven. Het blijft in
teressant".