Gevaarlijke stroming Jeugdboeken: van sf tot misdaad DE KEER Drugs, boeddha's en een duistere affaire Fuentes, Zweedse verhalen en poëzie Papieren krabbels uit de gevallen boekenkast McEwan schrijft beklemmend boek Begin van Nederlandse experimentelen belicht DINSDAG 29 DECEMBER 1987 De Mexicaan Carlos Fuentes aan wie op 25 november j.l. de belang rijkste literaire prijs in Spanje, de Cervantes-prijs. werd toegekend is geen onbekende. Zijn leukste boek, Terra nostra (1975), waarin een aantal figuren aan een spelletje poker deelnemen die uit andere li teratuur afkomstig zijn, bijvoor beeld uit Marquez' Honderd jaar eenzaamheid is nog niet vertaald. Maar van zijn beroemdste, De dood van Artemio Cruz (1962), kwam de Nederlandse vertaling onlangs weer beschikbaar. In deze roman ziet de 71-jarige Artemio Cruz, met een beroerte op genomen in het ziekenhuis, zijn le ven als een film genadeloos aan zich voorbijtrekken. Rijk, grond bezitter en eigenaar van een krant, een van de invloedrijkste Mexica nen, ooit als toegewijde jonge revo lutionair strijdend tegen het Diaz- regime. Doch daarna, teleurgesteld in de Mexicaanse Revolutie, had hij nog maar één doel: het verwerven van zoveel mogelijk geld en macht. Weinig scrupuleus ging hij hierbij te werk. Het leven van Artemio Cruz is daarom niet alleen de geschiedenis van de boerenjongen die kranten magnaat werd, maar ook die van Mexico zelf. De absurde strijd om macht en rijkdom schildert Fuen tes met de associatieve techniek van Joyce en de Franse Eén van de belangrijke Latijn- samerikaanse romans, kwalitatief niet minder dan Honderd jaar een zaamheid, Pedro Paramo of Mule- Zweden Zweden is dit keer aan de beurt in Meulenhoffs serie betaalbare bui tenlandse verhalen-anthologieën. Het oudste verhaal dateert uit 1898. Hjalmar Söderbergs 'Hond zonder baas'. Een wat sentimenteel aan onze Jacobus van Looy herinne rende dierengeschiedenis. 'Gloria' van Torgny Lindgren is het meest Slauerhoff recent (1983). Het beschrijft een oldUCA AAUAA doodarme familie aan het begin van de eeuw, waarvan de ouders, als de kinderen de deur uit zijn, uit wanhoop emigreren. Daartussen materiaal van beken de (Dagerman, Lagerquist, En- dquist, Johnson, Sundman, Gust- afsson) en minder bekende au teurs. Uit de laatste categorie zijn Agnes von Krusenstjerna en Lars Ahlin ware ontdekkingen. Opvallend is hoe diverse twintig ste eeuwse stromingen in de Zweedse literatuur doorwerken en hoezeer anderzijds allerlei constan ten door de jaren heen zichtbaar blijven. De houding van de platte landsbevolking tegenover de barre natuur bij voorbeeld. Een uitstekend cadeau voor deze barre dagen, één dat ook de ont vanger, die uiteraard meer van de ze schrijvers zal willen lezen, geld gaat kosten. Het werk van J. Slauerhoff is in de loop van de jaren nogal mishan deld door uitgevers en tekstbezor gers. Er werd geschrapt om de pa gina's op de gewenste lengte te krijgen. Er werden verhalen in bundels opgenomen om ze dik ge noeg te maken. Zonder rekening te houden met de plannen die de dichter zelf daarvoor heeft ge maakt, voor zijn dood in 1936. De laatste jaren is er een gewe tensvolle en nauwgezette bezorger aan het werk in de persoon van Kees Lekkerkerker. Hij redigeerde de definitieve en door de dichter zelf gewenste uitgave van Het len te-eiland en andere verhalen (1982) en onlangs de bundel Verwonderd saam te zijn, een titel die Slauer hoff zelf in 1935 aan zijn uitgever had gesuggereerd. Voor degene die met de 'oude' edities opgegroeide is Verwonderd saam te zijn nieuw en toch ver trouwd. Vijf jaar geleden ver scheen immers een tot de 'Chinese' verhalen gereduceerd Lente-ei land, en de toen verdwenen verha len vinden we in de nieuwe bundel terug. Het fraaie zeeverhaal 'Ere- bos' bijvoorbeeld, waar het oude schip uit de titel de hoofdpersoon is. Andere verhalen en de eenakter 'Escale' vinden we voor het eerst in een betaalbare editie. Lekkerkerker heeft bovendien zijn materiaal uit de oorspronkelij ke, tijdens Slauerhoffs leven gepu bliceerde tijdschrift versies geput en een en ander van een zeer dege lijke verantwoording Dc dood van Artemio Cruz. Carlos Fuentes. Vertaling Johanna Vuyk- Bosdriesz, Uitgeverij IVIeulenhoif. 37,50. Zweeds verhaal. Achttien moderne Zweedse schrijvers, redactie en na woord Egil Törnquist, Uitgeverij Mculcnhoff, 16.90. Verwonderd saam te zijn. J. Slauer hoff. Uitgeverij Nijgh Van Ditmar. ƒ24,90. AUGUST HANS DEN BOEF De kindertijd. Toen wij ons nog over de regenput bogen alsof het een safe betrof. Toen de grond onze vriend nog was, wij er nog geen angst voor hadden. Die tijd is weg. Voorgoed. Maar het kind dat we waren, we dragen het nog altijd in ons om. Dat denken we tenminste. We denken dat we om dat kind zijn heen gegroeid zoals vruchtvlees om een pit; we voelen ons een Rus sisch poppetje dat een kleiner pop petje herbergt. Maar het kind is verloren geraakt. Zoek gemaakt door de tijd. Het is deze problematiek die Ian McEwan behandelt in de nieuwe roman 'Het kind in de tijd', die on langs verscheen bij uitgeverij De Harmonie, de 'ontdekker' van McEwan. De zoekgeraakte jeugd wordt in zijn boek concreet voorge steld door Kate, het dochtertje van Stephen en Julie. Terwijl Stephen bij de kassa in de supermarkt staat af te rekenen, verdwijnt Kate die met hem is meegegaan om te win kelen op raadselachtige wijze. Van de manier waarop McEwan dit verhaal vertelt gaat een grote beklemming uit. Door toespelin gen te maken op het woest voortra zend verkeer op de avenue, brengt hij de lezer op de gedachte: o god, als dat kind zich nu maar niet los rukt en onder een auto loopt. Die suggestieve verteltrant verleent McEwans roman een bijna thriller achtige spanning. Dat geeft zijn re laas de nodige strakheid. Wie met liefde schrijft over kinderen, moet ervoor waken dat hij niet al te zeer in de greep komt van de 'ultieme vertedering', zoals iemand dat eens zo treffend heeft uitgedrukt. Door de spanning in deze roman ont komt McEwan aan dat gevaar. De rest van het boek gaat over de gevolgen die de verdwijning van Kate heeft voor de ouders. Julie, de moeder van het kind, kan haar ver driet niet uiten en sluit zich af voor de wereld om haar heen, Stephen stelt wanhopige pogingen in het werk om zijn dochter terug te vin den. Tevergeefs. Een en ander speelt zich af in een maatschappij waarin de overheid de vrijheid van de burgers sterk aan banden legt. Binnen de rege ring heeft men zelfs een commissie in het leven geroepen die een alge meen opvoedingsmodel moet con cipiëren, een model waarin kinde ren zo snel mogelijk tot volwasse nen moeten worden gekneed. Stephen, een schrijver wiens eer ste, voor volwassenen geschreven, roman met groot succes is uitgege ven als kinderboek, maakt deel uit van die Een belangrijke rol in dit boek speelt Charles Darke, de uitgever van Stephen. Op een gegeven mo ment laat deze Darke de kinderlite ratuur voor wat zij is en stort hij zich in de politiek. Met succes. Al snel bekleedt hij een vooraanstaan de positie, misschien wel dankzij het feit dat hij in opdracht van de regering een zeer autoritair opvoe- dingsboek heeft geschreven, een boek waarvan de commissie waar in Stephen zit niets afweet. Met Charles is iets *ierkweardigs aan de hand: aan de ene kant heeft hij een grote honger naar macht en aanzien, anderzijds zou hij. eigen lijk het liefst weer kind willen zijn. Dat laatste verlangen wint het uit eindelijk. Maar een man die weer kind wordt, die de korte broek weer aantrekt en in bomen gaat klimmen - dat moet natuurlijk wel verkeerd aflopen. Tussen de bedrijven door denkt Stephen terug aan zijn eigen jeugd. Als hij op weg is naar zijn vrouw Julie, die in een landelijke omge ving is ondergedoken met haar ver driet, ziet hij in een soort visioen zijn ouders zitten in een café, waar zij met elkaar bespreken of ze Step hen al dan niet geboren moeten la ten worden. Het fragment illu streert McEwans opvatting over het fenomeen tijd, waarin heden, verleden en toekomst soms door elkaar heen lopen. McEwan ziet het heden als één groot uitdijend nu waarin - en dat is zeer troostrijk - niets verloren gaat. Ook het kind dus niet. Het blijft als oerkracht, als levensbeginsel in de wereld be staan, alleen het 'jasje' waarin de tijd dit kind hult verslijt. De roman eindigt dan ook zeer optimistisch met een geboorte. De vrouwenbeweging is McE wan niet altijd even goed gezind geweest. Debet daaraan zijn de boude uitspraken die de schrijver De Canadese schrijver John Rals ton Saul heeft meermalen het avontuur persoonlijk opgezocht. Hij kent drugs- en wapenhande laars bij naam, verkeerde enige tijd bij de verzetsbeweging Polisario en ging diverse malen op stap met opiumsmokkelaars en rebellen in de 'gouden driehoek', het heroïne- gebied op de grens van Thailand, Burma en Laos. Zijn jongste thriller 'The next best thing' heeft de Nederlandse uitgever dan ook herdoopt naar het gebied, dat het decor vormt voor het indringende verhaal over de museumcurator James Spenser, die er in zijn bezetenheid letterlijk alles voor over heeft om boeddha beelden te kunnen stelen uit een vervallen tempel in dat beruchte grensgebied. John Ralston Saul weet dus uit ervaring dat in dat gebied heel an dere wetten gelden dan in de hoofdsteden. Daar heersen welis waar kleurrijke, maar in-en-in cor rupte figuren, die grif gebruik ma ken van de wetenschap dat Spen ser royaal voor hulp wil betalen. De mate van hulp wordt maar al te ge makkelijk bepaald door de luimen van die individuen. Het wordt voor Spenser een ware martelgang. Die de lezers echter - tegen het decor van het Thaise landschap - een ver bluffend karakteristiek schouw spel oplevert. Alleen davert de auteur in zijn liefde voor het literaire effect af en toe wat erg ver door: 'Spenser was zich bewust van een bedwelmend, gevoel van vrijheid. Vrijheid waar van? Hij had verwacht dat die vrij heid ergens verborgen zou liggen in zijn liefde voor schoonheid. Dat was wat zijn beelden hem beloof den, half-opgesloten in hun steen - niet een sleutel tot hun geheim maar een manier om het lichame lijke af te schudden. Een omgekeer de vorm van alchemie'. De zaak-Crabb In 'De Crabb Affaire' wordt een meer dan dertig jaar oude zaak op gerakeld. De Sowjetrussische lei ders Chroesjtsjow en Boelganin brachten in 1956 een bezoek aan Engeland. In de buurt van hun de oorlogsbodem, waarmee zij in Portsmouth waren aangekomen werd - ondanks een nadrukkelijk verbod om de buurt te komen - een kikvorsman gesignaleerd. Later spoelde het lichaam van oorlogs held commander Lionel Crabb De auteurs Christopher Creigh- ton en Noel Hynd zeggen in hun boek de ware toedracht van de af faire aan het licht te brengen. Maar Creighton (die op jeugdige leeftijd door Churchill als spion zou zijn aangeworven) maakt 'uit veilig heidsoverwegingen' zijn identiteit niet bekend. Daardoor is de bewe ring, dat hij zou als lid van de Britse geheime dienst nauw bij de kwes tie betrokken zou zijn geweest, niet te verifiëren. Net zo min als de rest van zijn verhaal. Het zou allemaal zo gecompli ceerd in elkaar hebben kunnen zit ten, maar zekerheid daarover kan (nog) niet worden gegeven. Wat blijft is een uiterst soepel geschre ven verhaal over een geraffineerd in elkaar gedraaid complot, dat op zijn minst enkele uren prettig leesplezier biedt. KOOS POST 'De Gouden Driehoek' door John Ralston Saul (Sijthoff - 27,50) en 'De Crabb Affaire' door Christopher Cre ighton en Noel Hynd (Sijthoff - 29,75). Mijn kleine tragedie. Voor mijn li teraire vrienden zal ik nooit iets an ders zijn dan een journalist, mijn journalistieke vrienden daarente gen zeggen: 'Van Straten, ach, een lettre". Zo opent 'De omgevallen boe kenkast', een verzameling anekdo ten, aforismen en verhaaltjes, ge schreven door Hans van Straten. Vroeger werkte hij voor het Vrije Volk, toen de Rode Burcht instort te verhuisde hij als literatuurredac teur naar het Utrechts Nieuwsblad. De journalist had de gewoonte om op papiertjes aantekeningen te maken over wat hij had gelezen, hij noteerde dromenalles wat waard was opgeschreven te worden, krab belde hij op zo'n papiertje. De vel letjes werden in boeken gestopt. "Toen het nu op een nacht, al weer verscheidene winters gele den, gebeurde dat ik door ontroe ring overmand met een onbeheer ste beweging een van mijn top zwaar geworden boekenkasten omverstootte, zodat de inhoud zich verspreidde tot in alle hoeken van cfe kamer, kwamen daarbij uit di verse boeken enkele van die voor het merendeel allang vergeten schrifturen te voorschijn". Van Straten gaf de notities in ei gen beheer uit, in zes cahiers, be stemd voor vrienden en kennissen. Dat de cahiers nu in een dik boek zijn gebundeld, is niet verwonder lijk: de cahiers werden ook gretig gelezen door anderen dan vrienden en kennissen. Niet alles wat in 'De omgevallen boekenkast' staat is ondertussen even interessant. Als aforist is Van Straten niet de gelijke van iemand als Chamfort. (Hij zal overigens de laatste zijn die dat beweert, denk ik) Over het genre schrijft Van Straten: "Aforismen schrijven: de spijkers van de waarheid zoeken op het laag water van de burgerlij ke moraal". Tsja, het zal wel, denk ik, en ben dit aforisme al weer ver geten. Dan is deze beter: "Aforismen zijn als dromen: als je ze niet on middellijk opschrijft ben je ze voor altijd kwijt". Wat voor de aforismen geldt, gaat ook op voor de verhalen en anekdoten, die in 'De omgevallen boekenkast' zijn opgenomen. Soms denk je: waarom moet dit ge publiceerd worden! Ik had dat ge voel bij voorbeeld toen ik het ver haal las over uitgever Theo Sont- rop, die overigens 'De omgevallen boekenkast' heeft opgenomen in de prestigieuze reeks Privé-Do- mein, maar dat terzijde. Van Straten interviewde Sont- rop. Een interessant interview, al dus Van Straten, maar er was één probleem: de uitgever wilde niet op de foto omdat hij moeders mooi ste niet is. Wat gebeurt er jaren la ter: ziet Van Straten het portret van Sontrop opeens in een kwaliteits krant, "een technisch knappe, maar belachelijk geposeerde, sterk flatterende foto". Gebabbel. Gelukkig revancheert Van Stra ten zich voortdurend. Het gebab bel wordt wat mij betreft teniet ge daan door een flinke hoeveelheid goed geschreven herinneringen en anecdoten. De kroon spannen de notities over Nescio en de herinne ringen aan Fred Batten en Ab Vis ser. Vooral in de langere stukken over Batten en Visser toont Van Straten zich een waar meester. Het stuk over Batten, de schild knaap van Forum, eindigt als volgt: "Wij stapten op. Hij bracht mij weg, pratend, pratend. Voor het Centraal Station werd het ge sprek vervolgd, nog zeker een half uur. Herhaaldelijk moest ik hem wegtrekken voor een aanstormen de tram. Als ik er toen geen punt achter had gezet, hadden wij daar nu nog gestaan. Maar wie weet le ven de doden gewoon tussen de le venden voort, onzichtbaar, zoals in de film 'Les jeux sont faits' van Sartre, en staat Fred daar op dat plein op mij te wachten als het mijn beurt is om uit te stappen". Wie zo kan schrijven, hoeft niet te tobben over de vraag of hij een journalist is of een schrijver. Zo ie mand kan gewoon mooi schrijven. WIM BRANDS De omgevallen boekenkast, Hans van Straten, uitg. De Arbeiderspers. in het verleden heeft gedaan over de vrouw. Zij zou genieten van de ondergeschikte rol die zij veelal vervult. Dat masochistische in haar karakter was nu juist het specifiek vrouwelijke. Hoe het ook zij, met de beschrijving van de geboorte te gen het einde van het boek komt McEwan de vrouwen weer een heel eind tegemoet. Bij geen schrijver heb ik die gebeurtenis nog zo ont roerend en helder beschreven ge zien. Zo gedetailleerd ook boven dien, iets dat voor aanstaande va ders die op noodsituaties voorbe reid willen zijn mooi is meegeno- 'Het kind in de tijd' is in wezen één grote lofzang op het geluk dat hier op aarde valt te ontdekken, als wij tenminste willen en als de om geving ons daartoe in staat stelt. Dat geluk is vooral het kind be schoren. Het denkt nog niet aan de tijd. De tijd lees: de dood heeft nog niet echt vat op hem. De schrij ver heeft wel iets gemeen met het kind. Hij weet die tijd soms zout op de staart te leggen door de werke lijkheid in kaart te brengen, door zijn dromen en fantasieën te note ren. Het kind hoeft dat niet te doen, het 'stroomt met de tijd mee'. De schrijver zwemt er tegenin. McE wan doet dat met krachtige slagen. CEES VAN HOORE In De Gids verschenen in '86 en '87 verhalen over de begintijd van de Nederlandse experimentelen. De herinneringen aan het Cobra-expe riment, waarbij dichters en schil ders betrokken waren, waren opge schreven door Jan Elburg. Deze dichter schreef zijn goed gedocu menteerde herinneringen in op dracht van het ministerie van WVC. 'Geen letterheren' is de titel van het boek, dat inmiddels door uitge verij Meulenhoff op de markt is ge bracht. Kort samengevat zou je kunnen zeggen dat Elburg schrijft over de voorhistorie van de vijfti gers, anders gezegd: over de weg bereiders van de 'literaire revolu tie' die na de oorlog zou worden ontketend door de vijftigers, Luce- bert en zijn gang, zogezegd. Elburg heeft gekozen voor een afstandelijke manier van beschrij ven. Hij bezondigt zich, met andere woorden, niet aan ik-gestamel. Schrijft hij over zichzelf, dan lijkt het wel alsof hij het over iemand anders heeft. Een voorbeeld. "De Jan Elburg van die dagen was een magerê'jongeman met een nogal door acné geschonden ge zicht: iets dat hem minder deerde dan over het algemeen werd'aange nomen". Aanvankelijk irriteerde deze manier van schrijven mij, la ter ebde de ergernis weg. Door con sequent de hij-vorm te gebruiken, krijgt het boek het karakter van een document - en dat was toch ook de bedoeling, denk ik. 'Geen letterheren' lijkt me vooral een belangrijk boek, omdat Elburg erin slaagt om een beeld te schet sen van het milieu waarin sommige dichters zich van het traditionalis me afwendden om op zoek te gaan naar nieuwe wegen in de literatuur. Achteraf lijkt het wel alsof de ex perimentelen er opeens waren. Dat een en ander niet zonder slag of stoot verliep, blijkt telkens weer uit het boek van Elburg. Zo weiger de Gerard Diels, die evenals El burg redacteur van Het Woord was, consequent gedichten van Luce- bert. In dit verband is de episode over Schierbeek ook interessant. Diels hoort niet in het rijtje vijftigers thuis, Schierbeek wel. Dat wil zeg gen: een literatuurstudent aan wie wordt gevraagd om de vijftigers op te sommen, zal ook Schierbeek wel Ik weet niet wat uitgevers bezielt om aan het eind van het jaar boek besprekers te overstelpen met zo'n stortvloed aan nieuwe uitgaven. Goed: de decembermaand is koop maand bij uitstek. Maar toch Moedeloos ren ik van de ene naar de andere stapel, niet goed wetend waar te beginnen. Het eerste boek dat ik uiteindelijk koos was 'NV Ruimtetaxi brengt u overal' van Henk van Kerkwijk, een grappig science-fictionverhaal voor jongeren vanaf 12 jaar. Men sen, dieren en andere soortgelijke wezens leven in broederschap met elkaar verspreid door het heelal. Dat levert komische situaties op: mensen en dieren hijsen zich af wisselend in lucht- of waterpakken om eikaars ruimte te kunnen bin nengaan. In deze wereld is ruimte- taxichauffeur Aristoteles werk- Op een dag krijgt hij twee merk waardige passagiers: een tandarts (een muis die te pas en te onpas ge bitten controleert en moppert over het suikergebruik) en een jongen die niets zegt maar des te meer doet. Hij saboteert de ruimtetaxi, waardoor het drietal op een roerige planeet terecht komt. Het begin van een reeks onderhoudende avonturen die met veel gevoel voor humor worden verteld. Het verhaal moet het vooral hebben van de grappige, onwaarschijnlijke situa ties die zich voordoen. 'De club van lelijke kinderen' van Koos Meinderts voor kinderen vanaf 9 jaar ligt wat dichter bij huis, ook al is het grotendeels fantasie. Generaal Isimo, die als een dictator over het land regeert, heeft wat te gen kinderen met flaporen, voor uitstekende tanden of een grote neus. Hij lokt ze met een school reisje in de val, waarna ze verdwij nen in een voormalig Hertenkamp (de oorspronkelijke bewoners zijn verwerkt tot kattevoer). Twee kin deren, Paul en Eitje, weten te ont snappen. Ze komen terecht op de boerde rij van mevrouw Van Soest, een aardige huisvrouw die in werke lijkheid de afgetreden koningin blijkt te zijn. Wanneer zij hoort wat er is gebeurd, gaat ze tot actie over. Met generaal Isimo wordt op gron dige wijze afgerekend en de kinde ren worden bevrijd. 'De club van lelijke kinderen' is een lichtvoetig geschreven, humo ristisch verhaal met een serieuze ondertoon en een duidelijke mo raal: alle mensen zijn gelijk. Die wijze boodschap wordt niet al te nadrukkelijk gebracht. De talrijke illustraties van Annette Ffenieg zijn ongetwijfeld origineel, maar of ze ook mooi zijn? Ik weet het niet. 'Ster' heet het nieuwste boek van Veronica Hazelhoff voor lezers vanaf 12 jaar. Wat kan er allemaal gebeuren als je 17 jaar bent, op school zit en plotseling de hoofdrol in een film (met naaktscènes!) krijgt aangeboden. Dan wordt je dus een 'ster', of je wil of niet. 'Ster' Stella (een voor de hand liggende naam in dit geval, ster stella) is aanvankelijk de nuchterheid zelve, haar ouders en zus Leen winden zich meer op over alles wat ge beurt. Dat verandert als de de publiciteit rond de film regelen steeds meer aan Stella gaan trek ken en alles voor haar beslissen. Het meisje wordt van hot naar her gesleept: interviews voor de krant, foto's, poseren voor modefoto's en zovoorts. Stella vervreemdt steeds meer van haar familie en vriend Remco. Deze voelt zich in de steek gelaten en zoekt troost bij zus Leen. Het eind is voorspelbaar: Stella stort compleet in en trekt zich terug bij een oude vriendin om tot rust te ko men. Leen zoekt haar op en pro beert de brokken te lijmen. Het verhaal begint stroef: het lijkt wel of Veronica Hazelhoff nog op dreef moet komen. De eerste hoofdstukken zijn slordig geschre ven. Gaandeweg gaat het verhaal echter lekker lopen, is er volop ac tie en vaart. Een prima boek om in te duiken: niet zwaar op de hand, maar toch met stof om over na te denken. Uitgever Sjaloom komt met een nieuwe misdaadserie voor de jeugd onder de naam Pandora. Er zijn twee leeftijdsgroepen: 9-12 jaar (groene omslag) en 12 - 16 jaar (blauwe omslag). Een leuk initia tief dat hopelijk met kwaliteitsboe ken wordt ingevuld. De eerste titel in de reeks, 'Mes in de rug' van de Zweedse schrijver Hans Erik Engqvist voor 12 jaar en ouder, valt niet tegen. Drie jongens worden verdacht van dg moord op een man in het dorpshuis. De opgetrommelde po litiecommissaris en zijn assistent weten heel langzaam de waarheid boven tafel te krijgen. Het is een boeiend verhaal, niet alleen door de ontrafeling van de moordzaak, maar ook door de spanning tussen de drie jongens. Het boterde al niet zo best tussen het drietal en de- moord doet daar nog een schepje bovenop: paniek slaat toe, één jon gen raakt in een shock-toestand, de andere twee slaan elkaar bijna de hersens in. Een opening van een misdaad reeks waarvoor niemand zich hoeft te schamen. Soms is de schrijver wat al te melodramatisch. Daar staat echter weer zoveel humor te genover (vooral het politieduo is heel vermakelijk) dat je geboeid blijft lezen. MARGOT KLOMPMAKER ƒ22,50. De club van lelijke kinderen, Koos Meinderts, ill. Annette Fienieg, uitg. Ploegsma ƒ22,95. Ster, Veronica Hazelhoff, uitg. Sja loom ƒ22,50. Mes in de rug, Hans Erik Engqvist, Wat schrijft Elburg? "Elburg waardeerde Schierbeeks ronde goedlachsheid, zijn gastvrijheid, luisterde geamuseerd wanneer Schierbeek, ter ere van zijn bezoe kers, achter een muziekstandaard klassiek op een viool begon te strij ken (Elbiirg had zelf altijd jazzgi- taar gespeeld), maar hij zag in deze vriend geen medestander. Het zou tientallen jaren duren eer hij vol doende gelatenheid had opgedaan om op dit standpunt terug te ko- Uit dit citaat blijkt overigens ook dat de experimentele groep soms wel wat weg had van Het Duistere Genootschap De Zwarte Hand. Een jongensclub. Lucebert schreef niet voor niets jaren later: "Die hele experimentele groep had toch iets van pietje bel en de rebellenklup". "Maar", voegt Elburg daaraan toe, "ook dit Pietje Bel-verhaal moest eenmaal opgeschreven wor den". Inderdaad - en we mogen blij zijn dat het zo goed werd opge schreven. WIM BRANDS ADVERTENTIE BOEKHANDEL LEIDEN - LEIDERDORP OEGSTGEEST KATWIJK VOORSCHOTEN Alle op deze pagina besproken boeken zijn bij ons dlrekt lever baar, óf vla onze TERMINAL te bestellen en dan binnen drie da- gen verkrijgbaar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 8