Wij lopen voorop in het brengen van nieuws
Gerard van der Wulp nieuwe hoofdredacteur NOS-Journaal
GEVARIEERD
Ben E. King niet
weg te krijgen
Voedselmix met
Heinz Polster
Laurens en
Francis samen
Vera de muis nu
ook op de plaat
Typisch Engelse koorzang
van Schola cantorum
Machiko Takahashi boeiend
Sempre Avanti één groot familiefeest
ZATERDAG 19 DECEMBER 1987
KUNST
PAGINA 33
Terwijl de fotograaf zijn camera klaar maakt, graait
Gerard van der Wulp in een grote doos, haalt er een
borstel uit en brengt z'n haardos in orde. „Ik heb de in
houd van m'n bureauladen bij mijn vertrek er zo inge
gooid, en heb nog niet de tijd gehad die spullen op te
bergen," verontschuldigt hij zich. Begin deze maand
verruilde hij zijn stek bij de Haagse redactie van het
NOS-Journaal voor het hoofdredacteurschap van dit
medium. „Ik vind dat, zeker als je er van uitgaat dat wij
zeven dagen in de week zes journaals per dag brengen,
hier een organisatie zit die het ontzettend goed doet".
HILVERSUM - Gerard van der
Wulp, 37 jaar oud, getrouwd, vader
van twee kinderen. Hij heeft voor
journalistieke begrippen reeds een
opmerkelijke loopbaan achter
zich. Negentien jaar geleden be
gonnen als free-lancer kwam hij
via Het Binnenhof en de parlemen
taire redactie van Trouw in '79 bij
de voorlichting van de CDA-fractie
terecht.
„Voorlichting is een ander vak
dan de journalistiek, je staat aan de
andere kant van de lijn. Ik heb,
toen ik woordvoerder voor Lub
bers werd, gezegd: ik weet nog niet
of ik dit wil blijven doen. En na drie
jaar wist ik dat ik dat niet wilde.
Want de journalistiek is het enige
vak dat ik ooit heb geleerd, en dat
ik een léuk vak vind. Ik voel me
journalist, ik blijf journalist. Ach
teraf beschouw ik mijn voorlich-
tingstijd als een uitstapje van drie
jaar, dat heeft geleid tot een ver
sterking van mijn journalistieke
ontwikkeling: ik heb de zaak ook
eens van de andere kant kunnen
bekijken."
De stap terug naar de journalis
tiek, die Van der Wulp vervolgens
maakte, is met argusogen gevolgd.
Zeker toen hij, als oud-CDA-
woordvoerder, de parlementaire
redactie van het Journaal ging ver
sterken.
Van der Wulp: „Je bent uitslui
tend geloofwaardig als je aan je col
lega's duidelijk kunt maken dat je
moreel aan niemand iets verplicht
bent, noch je aan een partij of orga
nisatie verplicht voelt. Dat moetje
nooit doen. Bij mij is dat gelukkig
absoluut niet het geval. Het feit dat
ik geaccepteerd ben door een aan
tal toch zeer kritische collega's is
voor mij het bewijs dat ik vijfjaar
binnen het Haagse op een journa
listieke manier heb kunnen opere
ren op een kennelijk geloofwaardi
ge basis."
door
Bert Mol
Zijn voorganger bij de Haagse re
dactie van het NOS-Journaal,
Charl Schwietert, krijgt dat ver
trouwen van Van der Wulp in elk
geval niet. „In '82 zou Schwietert
voorlichter worden van de minister
van financiën, maar werd plotse
ling staatssecretaris. Tenminste,
dat dacht-ie. Hij verklaarde open
lijk: 'Ik heb in de denktank van Ed
Nijpels gezeten tijdens de afgelo
pen formatie'. Hij zei dus in feite: 's
avonds vertelde ik in het Journaal
hoe het in Den Haag ging, maar de
rest van de dag was ik bezig Ed Nij
pels te vertellen hoe hij het moest
doen. Als er iets in de journalistiek
niet kan, dan is dit het wel. Ik gru
wel als iemand zegt met journalis
tiek werk bezig te zijn als hij over
hetzelfde onderwerp een bepaalde
groepering adviseert. Niet dat hij
dat zegt, maar dat hij dat dóet. Daar
gruwel ik van, daar kan ik niet te
gen."
De nieuwe hoofdredacteur is te
vreden over de kwaliteit, die 'zijn'
Journaal vandaag de dag brengt.
„Het gevoel groeit bij mij dat
steeds meer mensen uitsluitend, of
althans het eerst via het NOS-Jour
naal kennis nemen van wat er in de
wereld gebeurt. Dus is het Jour
naal belangrijk voor de oordeels
vorming van een hele grote groep
mensen. Dat eerste contact met het
nieuws is heel erg belangrijk. Dat
betekent voor ons dat wij, als
grootste nieuwsmedium van dit
land, onze verantwoordelijkheid
terdege beseffen."
„En die verantwoordelijkheid
neemt alleen maar toe. De informa
tievoorziening via de Nederlandse
televisie wordt steeds belangrijker.
Dat heeft te maken met het feit dat
de mensen door meer informatie
worden overspoeld. Een groeiende
groep consumenten pakt daar al
leen de hoofdmoot uit. Zo'n 'hoofd
moot' is het Journaal: hoe krijg je
in tien of twintig minuten het be
langrijkste nieuws voorgeschoteld,
en ben ik voor de rest van de infor
matiestroom af? Door naar het
Journaal te kijken."
Primeur
„Wij lopen voorop, wij horen ook
voorop te lopen in het brengen van
nieuws. De dagbladen schijven
doorgaans in de krant wat wij de
vorige avond hebben gebracht. Na
tuurlijk, de andere media hebben
ook wel eens een primeur. Maar ik
vind de toonzetting van het Jour
naal terug in de kranten. Daaruit
blijkt, ondanks de af en toe wat kin-
nesinne-achtige uitlatingen, dat er
donders goed gekeken wordt naar
het Journaal."
Hij vergelijkt het NOS-journaal
met de nieuwsmedia in andere lan
den. „Sinds twee jaar heb ik de
BBC op de kabel in Den Haag.
Daarvoor heb ik het BBC-news wel
Bijdrage: Bram van Leeuwen
Iedere keer als je verwacht dat
hij nu wel definitief is bijgezet in
het museum voor legendarische
zangers keert hij weer terug. Ben
E. King, ooit enkele jaren lead
zanger van de populaire groep
The Drifters, is bezig met zijn zo
veelste come-back. Als titel voor
zijn lp koos hij voor een van de
grootste Drifters-successen uit
de jaren 60, 'Save the last dance
for me'. Een nummer dat in die
tijd een uiterst tuttige Neder
landse vertolking kreeg van The
Fouryos.
Ben E. King grootste roem ver
gaarde hij in het begin van de ja
ren 60 toen hij als solo-zanger
hits scoorde als 'Stand by me en
I who have nothing', dat onder
meer door Tom Jones werd inge
pikt.
In de jaren 70 stak hij nog even
de kop op met een solo-lp en een
lp met The Average White Band,
maar dat werden geen bestsel
lers. Daarna werd het stil rond
King totdat we onlangs de revi
val meemaakten van veel ouder
r&b- en soulwerk, zoals Reet Pe
tite.
Het recept van King is in al die
jaren weinig veranderd. Ook dit
maal zijn het weer voornamelijk
lekker dansbare ballads afgewis
seld met een enkel up-tempo
nummer. Wel is meer dan voor
heen aandacht besteed aan de in
strumentale begeleiding.
Zo is bijvoorbeeld gitarist
Mark Knopfler (ex-Dire Straits)
ingehuurd en tekende voor som
mige produkties Lamont Dozier,
de man die met het duo Holland
vele Motown-hits op zijn naam
schreef.
De andere ingrediënten zijn
bekend: een lekker swingend
achtergrondkoortje en veel werk
op keyboards en drums. Heel
aardig is de bewerking van de
aloude hit 'Halfway to paradise'.
Hoep hoep Hiezee voor drs. P. -
Philips
Heinz Polster is een vreemde vo
gel in platenland. Zijn absurde
rijmelarij kent vele bewonde
raars, maar even zovelen veraf
schuwen zijn nasale zang. Maar
hoe men ook over drs. P. mag
denken zijn vondsten en muzika
le grillen zijn even verrassend als
bizar.
Ook op de nieuwe lp geeft hij
daarvan weer enkele staaltjes ten
beste. Want het is niet iedere
tekstdichter gegeven een lied te
componeren waarvan het refrein
is opgebouwd uit knolraap, lof,
schorseneren en prei.
Teksten van veel liedjes heb
ben tegenwoordig niet veel om
het lijf. Vaak blijft het beperkt
tot enkele strofen in een eindelo
ze herhaling. Bij drs. P. verveelt
de tekst je nooit. Bovendien zijn
ze gevat in een zo onverwachte
toonzetting dat de luisteraar
voortdurend op het verkeerde
been wordt gezet. Teksten die
vaak een gulle lach opwekken.
P. ontrukt zijn liedjes ditmaal
voornamelijk aan de consump
tieve sfeer. Taart, kokosnoot, an
dijvie, ananas en olijven om er
een paar te noemen. En deze
voedselmix wordt opgediend
met een even gevarieerde instru
mentatie. Mandoline, gonzofoon,
doedelzak, panfluit, bouzouki,
accordeon, ze zijn allemaal te ho
ren. Maar de boventoon voert
drs. P's piano die - zo meldt de
hoes - werd gestemd door Nico
Schoonderwoerd
Ik kan de verleiding niet weer
staan het slot van zijn kritische
kijk op de literatuur te citeren: O,
waar ik ook tuur, zie ik litera
tuur/ de li,li,li,literatuur/ de liter,
de liter, de liter, de liter, de litera
tuur/ de litera, titera, tutera, tate-
ratade literatuur.
Mijn favoriete nummer is 'Win-
schoterdiep' dat het niveau van
de aloude 'Troika' benadert.
'Concierto' - Laurens van
Rooyen en Francis Goya - Dino
Music
Twee coryfeeën van de Neder
landse easy-listening-muziek
zijn samengebracht op een nieu
we Spaans getinte plaat. Het zijn
gitarist Francis Goya, die eigen
lijk Francis Weyer heet en in het
Belgische Luik werd geboren.
En pianist Laurens van Rooyen
die in 1984 de Gouden Harp van
de Stichting Conamus kreeg.
Beide musici hebben al een
flink aantal lp's op hun naam
staan. Goya kreeg vooral be
kendheid door zijn eerste plaat
'Nostalgia', terwijl van Laurens
van Rooyen zijn meest recente
opamen 'Inspiration' mij bijzon
der aansprak. Fraaie arrange
menten van bekende tv-thema's
als The Thorn Brids, Dossier
Verhulst en de NCRV-serie
Cheers.
De nieuwe gezamenlijke pro-
duktie die werd gearrangeerd
door orkestleider Harry van
s
Hoof en werd geproduceerd door
Ruud Jacobs bevat merendeels
niet direct voor de hand liggend
repertoire. Een uitzondering
geldt voor het 'Concierto de
Aranjuez' dat al zo is platgewalst
in allerlei arrangementen en va
riaties dat deze wat mij betreft
met het grof vuil kan worden
meegegeven.
Dat geldt zeker niet voor
'Chanson Anonyme' en 'La Com-
parsa' (daterend uit het Tuney
Tunes-tijdperk en ooit de hitpa
rade binnengesmokkeld door ZZ
en de Maskers). Verder gaat het
om werk waaraan alle eer valt te
behalen. Vooral Francisco Tarre-
ga's 'Recuerdos de la Alhambra'
krijgt een zeer originele en speel
se vertolking.
Maar ook 'Cancion del Fuego'
en 'Siempre mi Corzon' wordt
door het duo Laurens en Francis
op de juiste waarde geschat. Het
geheel wordt gecompleteerd met
enkele eigen composities, waar
van vooral Van Rooyens 'When
love is in the air' mij goed beviel.
Tot slot een plaat voor de klein
tjes. 'Vera de muis' is het geestes
kind van tekenares Marjolein
Bastin. Ze kreeg vooral bekend
heid door haar natuurtekeningen
in de bladen Libelle en Grasdui
nen. Drie jaar gelden tekende ze
voor het eerst een aangekleed
muisje. En die Vera werd zo po
pulair dat er nu een plaat van is
gemaakt.
De schepster schreef samen
met Wieteke van Dort alleraar
digste teksten voor de plaat
waarin behalve het muisje nog
tal van andere opmerkelijk die
ren een rol vervullen. De lp bevat
ook een groot aantal bijzonder
grappige liedjes waarvoor Joop
Stokkermans de muziek schreef.
De koper wordt tevens in de
gelegenheid gesteld om tegen
kostprijs in het bezit te komen
van een fraaie kleurenposter van
het kerstdiner ten huize van Vera
Muis. Daarop staan alle hoofdfi
guren afgebeeld.
Pianist Laurens van Rooyen
met gitarist Francis Goya.
eens op videobanden gezien. Toen
dacht ik: nou, die doen het een stuk
beter dan wij. Nu ik de BBC elke
avond zie, houd ik er zeker geen
minderwaardigheidscomplex aan
over. Ook niet als je naar het saaie,
statische Westduitse journaal
kijkt."
„De BBC gooit zijn journaal vol
met rechtzittingen en politieverha
len, waarvan ik vind datje die soms
wel moet hebben - en dat kan in het
NOS-Journaal ook wel wat meer
en beter -, maar je moet die elemen
ten niet alleen in het programma
halen om de sappigheid ervan:
'kijk eens, weer een lijk'. Je moet
dergelijke onderwerpen laten zien
om een maatschappelijke on
derstroom te tonen." Zoals bijvoor
beeld een door de BBC uitvoering
belicht item over een baby, dat
maanden heeft moeten wachten op
een hartoperatie, en vervolgens
stierf. „Dat was illustratief voor de
bezuinigingstendens in de gezond
heidssector in Groot-Brittanië. Ik
vind het uitstekend om aan de
hand van een voorbeeld duidelijk
te maken aan de mensen wat er ge
beurt, zolang je maar niet in die
voorbeelden blijft steken. Je moet
niet alleen maar als een soort voy
eur te werk gaan. Wij moeten meer
willen als journalist."
Veranderingen
Van der Wulp wil in elk geval
méér met het NOS-Journaal. Met
de komst van de nieuwe hoofdre
dacteur staan er voor het medium
de nodige veranderingen op stapel.
Al wil en kan Van der Wulp nog
niet alle details bekend maken, de
grote lijnen wil hij wel aangeven.
„De redactie van het NOS-Jour
naal stamt uit een tijd dat we één
hoofdbulletin maakten om acht
uur, en twee samenvattingen: om
zeven uur en half elf. Daar is de or
ganisatie in feite nog steeds op ge
bouwd, met uitzondering van het
half zes-journaal, dat een eigen
eindredactieteam heeft. Binnen
het Journaal wordt er al geruime
tijd gesproken over het starten van
eigen redactieteams per bulletin.
Die zullen elkaar niet beconcurre
ren, maar versterken. Elk bulletin
krijgt straks een groepje mensen
dat als eerste verantwoordelijk is
voor de uitzending. Die teams ko
men er voor 5 april, de datum waar
op wij onze eerste derde-net-jour
naal gaan uitzenden".
„Dit
i de
een poging
schillende journaals een eigen ge
zicht te geven. Maar ook om de re
dactieleden meer betrokken te krij
gen bij het bulletin dat zij maken.
Dat is hard nodig in een continu-or-
ganisatie zoals wij die hebben."
Ontbreekt het daar dan aan? Van
der Wulp: „Eh...Nee, niet echt. Niet
in die zin dat er iets fout zit. Maar
het is wel zo dat het beter kan".
Ooit is er - in een poging het
Journaal 'aantrekkelijker' te ma
ken - geprobeerd om de presentatie
over te laten aan twee personen.
Gelooft Van der Wulp in die dub-
belpresentatie? „Nee, dat hoort ze
ker niet tot mijn prioriteiten. Een
van de nadelen die daaraan kleven
- om maar wat te noemen - is het
feit datje meer mensen nodig hebt.
Ik denk dat er andere formules
denkbaar zijn voor de presentatie.
Zoals bijvoorbeeld ons bulletin
van half zes: een korte opsomming
van feiten, een onderwerp er uit
lichten en het tempo neerhalen,
even rustig doorpraten, en tenslot
te nog een leuke reportage. Zo zijn
tal van formules te bedenken.
Waarbij we in de gaten houden dat
de kijker om zeven en acht uur in
elk geval het nieuws van de laatste
twintig uur gezien moet hebben".
Monopolie
Het NOS-Journaal kent de weel
de van een monopolie-positie: de
Nederlandse televisie telt geen
tweede dagelijks terugkerend
nieuwsmedium. „Ik zou er geen
bezwaar tegen hebben als dat an
ders zou zijn. Maar laat ik voorop
stellen dat ik de indruk heb dat Ne
derland te klein is voor twee con
currerende journaals. Ik zit nu
twee weken hier in de centenkwes
ties te kijken, en het enige dat ik zie
is dat het ontzettend veel kost om
een behoorlijk continu-nieuwsor-
gansatie op poten te zetten en te
houden. Wij werken met een bud
get van ruim veertig miljoen gul
den per jaar. Als je er een tweede
naast zet moetje nog zo'n geldpak-
ket op tafel leggen. Maar als het
haalbaar is, vind ik het prachtig.
Gezien vanuit myn journalisten-
hart zou ik het een leuke uitdaging
vinden om met een andere club te
concurreren. Het zal het niveau
van het NOS-Journaal verhogen.
Begrijp me goed, ik vind ons ni
veau nu al hoog, maar ik denk dat
er mogelijkheden zijn om het te
verbeteren. En ik sluit zeker niet
uit dat concurrentie ongetwijfeld
een prikkel zal betekenen"
Zijn voorganger Peter Brusse
heeft zich eens laten ontvallen dat
de personele bezetting van de
Journaal-redactie veel te mager is
Hij vond het aantal van zeventig re
dacteuren 'belachelijk weinig
Van der Wulp: „Het is woekeren
met dit aantal mensen, dat is heel
duidelijk. Als we het aantal jour
naals willen uitbreiden dan moeten
er meer mensen komen. Wij zijn
bereid en achten ons in staat om,
buiten de tijden die we nu hebben,
uit te zenden. Maar dan moet er wel
geld komen. Je kan niet tegen de
redacteur die hier tien uur zit, zeg
gen: 'Je blijft maar zestien uur'.
Kerstconcert Schola cantorum of Oxford
o.l.v. Howard Moody in de St. Willibrord-
kerk te Oegstgeest. op 18 december.
Een kerstconcert pleegt een ech
te familie-aangelegenheid te zijn;
jong en oud komt voor stemmige
koorzang en de vertrouwde lie
deren, waarvan altijd een aantal
meegezongen mogen worden. In
dit opzicht was het traditionele
kerstconcert van K&0 Oegst
geest voor sommigen misschien
wat teleurstellend: vóór de pauze
werd een gewoon concertpro
gramma uitgevoerd met koor
werken van Debussy, Poulenc
en Ravel. Het was trouwens een
dubbeltje op zijn kant geweest of
het concert wel had kunnen
doorgaan. De storm had de over
tocht zo vertraagd dat het koor
pas een half uur vóór het begin
van het concert de kerk binnen
kwam. Zonder de acoustiek uit
te kunnen testen en zonder goed
ingezongen te zijn begon men
precies op tijd met het program
ma. Ook dit universitaire kamer
koor produceerde die typisch
Engelse koorklank, zeer strak
van toon, uitermate homogeen
en tot in de puntjes afgewerkt.
Een pure klank, die op de lange
duur toch wat eenvormig wordt
en het verlangen naar wat meer
emotie doet groeien. Deze Engel
se koorstijl bleek wonderwel te
passen bij de Franse liederen van
Debussy, Ravel en Poulenc,
raffinement verweven zijn. De
capella zettingen van de
chansons, soms op oude Franse
teksten of zoals bij Ravel op ei
gen tekst, werden knap en met
een onderkoelde expressiviteit
gezongen, waarbij alleen op de
uitspraak van het Frans wel wat
viel af te dingen. De vrolijk ge
kleurde kerstkransjes in de pau
ze kondigden het eigenlijke
kerstgedeelte van het program
ma aan met bekende en minder
bekend kerstliederen, zoals een
verrassende zetting van 'Es ist
ein Reis entsprungen' van de
hand van Alban Berg, en een on
verwacht modern klinkend lied
'The lamb' van de vroeg-16e
eeuwse Oxfordse componist
John Taverner. In deze gaaf ge
zongen kerstliederen voelde het
koor zich duidelijk thuis. Door
de voortreffelijke balans tussen
de stemmen en een subtiel ge
bruik van de dynamiek klonken
de liederen effectvol en toch na
tuurlijk. Minder gelukkig - mis
schien door oververmoeidheid?
- slaagde het moeilijke 'Lobet
den Herrn alle Heiden' van Bach,
waar de orgelbegeleiding de gro
te intonatieproblemen genade
loos aan het licht bracht. Zoals
de traditie dat wil werd het con
cert begonnen en besloten met
samenzang van alle aanwezigen.
MIES ALBARDA
Concert door Machiko Takahashi - fluit.
Aan de vleugel begeleid door Lodewijk Col-
lette. Er werden werken gespeeld van G.
Fauré, C. Ph. Bach, F. Chopin, Cl. Debus
sy. G. Scelsi en J. Rietz. Gehoord in de Ka
pelzaal van K&O op 18 december
LEIDEN - Wat doe je als je duo-
partner ziek wordt en je moet de
zelfde dag nog een concert ge
ven? De Japanse Machiko Taka
hashi vond Lodewijk Collette op
zeer korte termijn nog bereid het
aandeel van Danièle Dechenne
over te nemen. Dat had wel enige
konsekwenties voor de program
maopstelling die veel minder sa
menhang vertoonde dan oor
spronkelijk de opzet was. Ook
over de samenwerking tussen
beide musici kan niet veel meer
gezegd worden dan dat ze met
zijn tweeën heelhuids en zonder
kleerscheuren door beide stuk
ken heen kwamen. (Er waren in
het geheel slechts twee werken
voor fluit en piano samen). Echt
verdiept kon Collette zich niet
hebben in de partijen, zodat zijn
spel nogal oppervlakkig over
kwam.
Gelukkig maar dat Takahashi
niet alles heeft afgezegd, want ik
had haar aandeel niet graag wil
len missen. Ze is een sprekende
persoonlijkheid. Nooit is ze saai
of vervelend. Wat ze ook aanpakt
en speelt, ze blijft boeien. Steeds
opent ze weer andere gezichts
punten, telkens weer een onver
wacht aspect. Alles is even door
dacht en afgewerkt tot in de
puntjes. Zelfs een stuk als de so
nate voor fluit en piano van J.
Rietz (1812-1877) - toch niet zo'n
denderend werk - wist ze uit te
tillen boven de salonachtige
sfeer van een ingedut negentien
de eeuws kuuroord.
Eigenlijk vind ik haar spel wat
te ingetogen en te verfijnd vi
bovenstaand stuk. Veel meer
wist ze nog te maken van 'heden
daagse' muziek. Nu dateert Sy
rinx van Debussy voor fluit solo
van 1913 - niet zó modern dus -
maar in de fluitliteratuur geldt
dit poëtische werkje als het be
gin van de hedendaagse fluitmu-
ziek. Echt modern was 'Pwyll'
van de niet zo bekende Italiaan
Giacinto Scelsi (geb. 1904). Of
schoon het een Italiaanse oor
sprong heeft gaf Takahashi er
een nogal oosters klinkende ver
sie van, waarbij ze geraffineerd
speelde met de verschillende
klankkleuren-van haar bijzonde
re toon. Van Takahashi kun je
ieder geval zeggen dat ze zich
niet afgeeft met de tegenwoordig
zo gangbare en klakkeloos door
iedereen overgenomen stan-
daardfluitklank en dat is zeer te
prijzen.
MONICA SCHIKS
Gerard van der Wulp: Journaal
doet het erg goed'. (foto gpd>
NPhO op plaat
AMSTERDAM (GPD) - Het Neder
lands Philharmonisch Orkest heeft
z'n eerste platen op de markt ge
bracht. Het NedPho is ontstaan uit
een fusie van het Utrechts Symfo
nie Orkest, het Nederlands Kamer
Orkest en het Amsterdams Phil
harmonisch. Het ensemble is huis
orkest van de Nederlandse Opera,
maar heeft ook een grote eigen con
certpraktijk in twee formaties, als
symfonie orkest en als kameror
kest.
De drie platen zijn uitgebracht
door de maatschappij Arcade, die
zich totnutoe beperkte tot het uit
brengen pop- en andere lichte mu
ziek, maar nu voorzichtig aan ook
buiten dit terrein stappen gaat zet
ten. Het is de bedoeling dat de
markt veroverd wordt met behulp
van onder meer televisiespots.
Op Arcade 1 is opgenomen: Mars
1 KV 335, de Posthoornserenade
LV 320, Mars 2 KV'335 en Diverti
mento nr 3 KV 138, alle van Mozart;
op plaat 2 staan de symfonieën nr
38 KV 504 (Prager) en nr 40 KV 550
van Mozart; op plaat 3 vinden we
de symfonieën nr 4 (Tragische) en 8
(Onvoltooide) van Schubert.
Echte kerstsfeer in Rijnlands Lyceum
'Kerstshow 1987' door muziek- en showge
zelschap Sempre Avanti. Algehele leiding
Koos Kukler. Solisten: Fransje du Pon,
Netty Koelewijn, Joop van der Voord en
Jan de Vries. Gezien op 18 december in
het Rijnlands Lyceum, Oegstgeest. Aldaar
nog vanavond te zien.
LEIDEN/OEGSTGEEST - Om
half acht stond er op de stoep van
het Rijnlands Lyceum een me
terslange rij wachtenden: de vele
Sempre Avantifans waren ruim
op tijd aanwezig om maar een
mooi plaatsje in de zaal te kun
nen bemachtigen. Na lange tijd
bracht namelijk dit bekende
Leidse muziek- en showgezel
schap in deze hiervoor goed ge
schikte zaal weer eens een
avondvullend programma. Zoals
vanouds bracht Sempre Avanti
wederom een stemmig famili-
feest voor jong en oud.
Het openingsnummer met een
speciaal belichtingseffect oogst
meteen al succes. Daarmee be
gint het eerste deel dat vooral
een showprogramma is. Voor na
de pauze heeft arrangeur, diri
gent, leider, kortom de 'vader
van Sempre Avanti' Koos Kukler
een sfeervol kerstpakket samen
gesteld. Koor, orkest en solisten
vormen tesamen met de ruim
vijfhonderd toeschouwers een
grote huiselijke kring. Bij show
hoort feestelijke aankleding -
ook dit keer heeft Sempre Avanti
aan het geheel veel zorg besteed.
Kerstmis krijgt in zo'n zestien
nummers ruimschoots aan
dacht. Elke gezongen en gespeel
de noot is bekend en kan op her
kenning rekenen: van 'Silver
bells' tot "Little Drummer Boy'
en 'Let It Snow'. Maar niet alleen
naar romantische kerstsneeuw
gaat de aandacht uit. In het
showgedeelte komen de lente en
de zomer al flink aan bod. Vol
gens presentatrice Margreet v.d.
Voord gebeurde dat om de slech
te zomer van 1987 maar zo snel
mogelijk te vergeten. Ander
showthema was de muzikale reis
langs bekende steden: 'Amster
dam', 'I love Paris', 'Wunderful
Copenhagen' en het altijd weer
tot meeklappen verleidende
'Berliner Luft'.
In eerste instantie is Sempre
Avanti een show- en muziekge
zelschap dat gezelligheid hoog in
het vaandel voert. In zijn pro
grammering heeft Koos Kukler
ditmaal relatief veèl soli opgeno
men. Dat kan natuurlijk - maar
toch lijkt het aanbevelenswaar
dig om een volgend keer het aan
deel van de (overigens verdien
stelijke) solisten terug te dringen
ten gunste van het ensemble. Als
dan de choreografie wat meer
aandacht krijgt, kan Sempre
Avanti nog weer beter worden.
WIJNAND ZEILSTRA