Wij lopen voorop in het brengen van nieuws Gerard van der Wulp nieuwe hoofdredacteur NOS-Journaal GEVARIEERD Ben E. King niet weg te krijgen Voedselmix met Heinz Polster Laurens en Francis samen Vera de muis nu ook op de plaat Typisch Engelse koorzang van Schola cantorum Machiko Takahashi boeiend Sempre Avanti één groot familiefeest ZATERDAG 19 DECEMBER 1987 KUNST PAGINA 33 Terwijl de fotograaf zijn camera klaar maakt, graait Gerard van der Wulp in een grote doos, haalt er een borstel uit en brengt z'n haardos in orde. „Ik heb de in houd van m'n bureauladen bij mijn vertrek er zo inge gooid, en heb nog niet de tijd gehad die spullen op te bergen," verontschuldigt hij zich. Begin deze maand verruilde hij zijn stek bij de Haagse redactie van het NOS-Journaal voor het hoofdredacteurschap van dit medium. „Ik vind dat, zeker als je er van uitgaat dat wij zeven dagen in de week zes journaals per dag brengen, hier een organisatie zit die het ontzettend goed doet". HILVERSUM - Gerard van der Wulp, 37 jaar oud, getrouwd, vader van twee kinderen. Hij heeft voor journalistieke begrippen reeds een opmerkelijke loopbaan achter zich. Negentien jaar geleden be gonnen als free-lancer kwam hij via Het Binnenhof en de parlemen taire redactie van Trouw in '79 bij de voorlichting van de CDA-fractie terecht. „Voorlichting is een ander vak dan de journalistiek, je staat aan de andere kant van de lijn. Ik heb, toen ik woordvoerder voor Lub bers werd, gezegd: ik weet nog niet of ik dit wil blijven doen. En na drie jaar wist ik dat ik dat niet wilde. Want de journalistiek is het enige vak dat ik ooit heb geleerd, en dat ik een léuk vak vind. Ik voel me journalist, ik blijf journalist. Ach teraf beschouw ik mijn voorlich- tingstijd als een uitstapje van drie jaar, dat heeft geleid tot een ver sterking van mijn journalistieke ontwikkeling: ik heb de zaak ook eens van de andere kant kunnen bekijken." De stap terug naar de journalis tiek, die Van der Wulp vervolgens maakte, is met argusogen gevolgd. Zeker toen hij, als oud-CDA- woordvoerder, de parlementaire redactie van het Journaal ging ver sterken. Van der Wulp: „Je bent uitslui tend geloofwaardig als je aan je col lega's duidelijk kunt maken dat je moreel aan niemand iets verplicht bent, noch je aan een partij of orga nisatie verplicht voelt. Dat moetje nooit doen. Bij mij is dat gelukkig absoluut niet het geval. Het feit dat ik geaccepteerd ben door een aan tal toch zeer kritische collega's is voor mij het bewijs dat ik vijfjaar binnen het Haagse op een journa listieke manier heb kunnen opere ren op een kennelijk geloofwaardi ge basis." door Bert Mol Zijn voorganger bij de Haagse re dactie van het NOS-Journaal, Charl Schwietert, krijgt dat ver trouwen van Van der Wulp in elk geval niet. „In '82 zou Schwietert voorlichter worden van de minister van financiën, maar werd plotse ling staatssecretaris. Tenminste, dat dacht-ie. Hij verklaarde open lijk: 'Ik heb in de denktank van Ed Nijpels gezeten tijdens de afgelo pen formatie'. Hij zei dus in feite: 's avonds vertelde ik in het Journaal hoe het in Den Haag ging, maar de rest van de dag was ik bezig Ed Nij pels te vertellen hoe hij het moest doen. Als er iets in de journalistiek niet kan, dan is dit het wel. Ik gru wel als iemand zegt met journalis tiek werk bezig te zijn als hij over hetzelfde onderwerp een bepaalde groepering adviseert. Niet dat hij dat zegt, maar dat hij dat dóet. Daar gruwel ik van, daar kan ik niet te gen." De nieuwe hoofdredacteur is te vreden over de kwaliteit, die 'zijn' Journaal vandaag de dag brengt. „Het gevoel groeit bij mij dat steeds meer mensen uitsluitend, of althans het eerst via het NOS-Jour naal kennis nemen van wat er in de wereld gebeurt. Dus is het Jour naal belangrijk voor de oordeels vorming van een hele grote groep mensen. Dat eerste contact met het nieuws is heel erg belangrijk. Dat betekent voor ons dat wij, als grootste nieuwsmedium van dit land, onze verantwoordelijkheid terdege beseffen." „En die verantwoordelijkheid neemt alleen maar toe. De informa tievoorziening via de Nederlandse televisie wordt steeds belangrijker. Dat heeft te maken met het feit dat de mensen door meer informatie worden overspoeld. Een groeiende groep consumenten pakt daar al leen de hoofdmoot uit. Zo'n 'hoofd moot' is het Journaal: hoe krijg je in tien of twintig minuten het be langrijkste nieuws voorgeschoteld, en ben ik voor de rest van de infor matiestroom af? Door naar het Journaal te kijken." Primeur „Wij lopen voorop, wij horen ook voorop te lopen in het brengen van nieuws. De dagbladen schijven doorgaans in de krant wat wij de vorige avond hebben gebracht. Na tuurlijk, de andere media hebben ook wel eens een primeur. Maar ik vind de toonzetting van het Jour naal terug in de kranten. Daaruit blijkt, ondanks de af en toe wat kin- nesinne-achtige uitlatingen, dat er donders goed gekeken wordt naar het Journaal." Hij vergelijkt het NOS-journaal met de nieuwsmedia in andere lan den. „Sinds twee jaar heb ik de BBC op de kabel in Den Haag. Daarvoor heb ik het BBC-news wel Bijdrage: Bram van Leeuwen Iedere keer als je verwacht dat hij nu wel definitief is bijgezet in het museum voor legendarische zangers keert hij weer terug. Ben E. King, ooit enkele jaren lead zanger van de populaire groep The Drifters, is bezig met zijn zo veelste come-back. Als titel voor zijn lp koos hij voor een van de grootste Drifters-successen uit de jaren 60, 'Save the last dance for me'. Een nummer dat in die tijd een uiterst tuttige Neder landse vertolking kreeg van The Fouryos. Ben E. King grootste roem ver gaarde hij in het begin van de ja ren 60 toen hij als solo-zanger hits scoorde als 'Stand by me en I who have nothing', dat onder meer door Tom Jones werd inge pikt. In de jaren 70 stak hij nog even de kop op met een solo-lp en een lp met The Average White Band, maar dat werden geen bestsel lers. Daarna werd het stil rond King totdat we onlangs de revi val meemaakten van veel ouder r&b- en soulwerk, zoals Reet Pe tite. Het recept van King is in al die jaren weinig veranderd. Ook dit maal zijn het weer voornamelijk lekker dansbare ballads afgewis seld met een enkel up-tempo nummer. Wel is meer dan voor heen aandacht besteed aan de in strumentale begeleiding. Zo is bijvoorbeeld gitarist Mark Knopfler (ex-Dire Straits) ingehuurd en tekende voor som mige produkties Lamont Dozier, de man die met het duo Holland vele Motown-hits op zijn naam schreef. De andere ingrediënten zijn bekend: een lekker swingend achtergrondkoortje en veel werk op keyboards en drums. Heel aardig is de bewerking van de aloude hit 'Halfway to paradise'. Hoep hoep Hiezee voor drs. P. - Philips Heinz Polster is een vreemde vo gel in platenland. Zijn absurde rijmelarij kent vele bewonde raars, maar even zovelen veraf schuwen zijn nasale zang. Maar hoe men ook over drs. P. mag denken zijn vondsten en muzika le grillen zijn even verrassend als bizar. Ook op de nieuwe lp geeft hij daarvan weer enkele staaltjes ten beste. Want het is niet iedere tekstdichter gegeven een lied te componeren waarvan het refrein is opgebouwd uit knolraap, lof, schorseneren en prei. Teksten van veel liedjes heb ben tegenwoordig niet veel om het lijf. Vaak blijft het beperkt tot enkele strofen in een eindelo ze herhaling. Bij drs. P. verveelt de tekst je nooit. Bovendien zijn ze gevat in een zo onverwachte toonzetting dat de luisteraar voortdurend op het verkeerde been wordt gezet. Teksten die vaak een gulle lach opwekken. P. ontrukt zijn liedjes ditmaal voornamelijk aan de consump tieve sfeer. Taart, kokosnoot, an dijvie, ananas en olijven om er een paar te noemen. En deze voedselmix wordt opgediend met een even gevarieerde instru mentatie. Mandoline, gonzofoon, doedelzak, panfluit, bouzouki, accordeon, ze zijn allemaal te ho ren. Maar de boventoon voert drs. P's piano die - zo meldt de hoes - werd gestemd door Nico Schoonderwoerd Ik kan de verleiding niet weer staan het slot van zijn kritische kijk op de literatuur te citeren: O, waar ik ook tuur, zie ik litera tuur/ de li,li,li,literatuur/ de liter, de liter, de liter, de liter, de litera tuur/ de litera, titera, tutera, tate- ratade literatuur. Mijn favoriete nummer is 'Win- schoterdiep' dat het niveau van de aloude 'Troika' benadert. 'Concierto' - Laurens van Rooyen en Francis Goya - Dino Music Twee coryfeeën van de Neder landse easy-listening-muziek zijn samengebracht op een nieu we Spaans getinte plaat. Het zijn gitarist Francis Goya, die eigen lijk Francis Weyer heet en in het Belgische Luik werd geboren. En pianist Laurens van Rooyen die in 1984 de Gouden Harp van de Stichting Conamus kreeg. Beide musici hebben al een flink aantal lp's op hun naam staan. Goya kreeg vooral be kendheid door zijn eerste plaat 'Nostalgia', terwijl van Laurens van Rooyen zijn meest recente opamen 'Inspiration' mij bijzon der aansprak. Fraaie arrange menten van bekende tv-thema's als The Thorn Brids, Dossier Verhulst en de NCRV-serie Cheers. De nieuwe gezamenlijke pro- duktie die werd gearrangeerd door orkestleider Harry van s Hoof en werd geproduceerd door Ruud Jacobs bevat merendeels niet direct voor de hand liggend repertoire. Een uitzondering geldt voor het 'Concierto de Aranjuez' dat al zo is platgewalst in allerlei arrangementen en va riaties dat deze wat mij betreft met het grof vuil kan worden meegegeven. Dat geldt zeker niet voor 'Chanson Anonyme' en 'La Com- parsa' (daterend uit het Tuney Tunes-tijdperk en ooit de hitpa rade binnengesmokkeld door ZZ en de Maskers). Verder gaat het om werk waaraan alle eer valt te behalen. Vooral Francisco Tarre- ga's 'Recuerdos de la Alhambra' krijgt een zeer originele en speel se vertolking. Maar ook 'Cancion del Fuego' en 'Siempre mi Corzon' wordt door het duo Laurens en Francis op de juiste waarde geschat. Het geheel wordt gecompleteerd met enkele eigen composities, waar van vooral Van Rooyens 'When love is in the air' mij goed beviel. Tot slot een plaat voor de klein tjes. 'Vera de muis' is het geestes kind van tekenares Marjolein Bastin. Ze kreeg vooral bekend heid door haar natuurtekeningen in de bladen Libelle en Grasdui nen. Drie jaar gelden tekende ze voor het eerst een aangekleed muisje. En die Vera werd zo po pulair dat er nu een plaat van is gemaakt. De schepster schreef samen met Wieteke van Dort alleraar digste teksten voor de plaat waarin behalve het muisje nog tal van andere opmerkelijk die ren een rol vervullen. De lp bevat ook een groot aantal bijzonder grappige liedjes waarvoor Joop Stokkermans de muziek schreef. De koper wordt tevens in de gelegenheid gesteld om tegen kostprijs in het bezit te komen van een fraaie kleurenposter van het kerstdiner ten huize van Vera Muis. Daarop staan alle hoofdfi guren afgebeeld. Pianist Laurens van Rooyen met gitarist Francis Goya. eens op videobanden gezien. Toen dacht ik: nou, die doen het een stuk beter dan wij. Nu ik de BBC elke avond zie, houd ik er zeker geen minderwaardigheidscomplex aan over. Ook niet als je naar het saaie, statische Westduitse journaal kijkt." „De BBC gooit zijn journaal vol met rechtzittingen en politieverha len, waarvan ik vind datje die soms wel moet hebben - en dat kan in het NOS-Journaal ook wel wat meer en beter -, maar je moet die elemen ten niet alleen in het programma halen om de sappigheid ervan: 'kijk eens, weer een lijk'. Je moet dergelijke onderwerpen laten zien om een maatschappelijke on derstroom te tonen." Zoals bijvoor beeld een door de BBC uitvoering belicht item over een baby, dat maanden heeft moeten wachten op een hartoperatie, en vervolgens stierf. „Dat was illustratief voor de bezuinigingstendens in de gezond heidssector in Groot-Brittanië. Ik vind het uitstekend om aan de hand van een voorbeeld duidelijk te maken aan de mensen wat er ge beurt, zolang je maar niet in die voorbeelden blijft steken. Je moet niet alleen maar als een soort voy eur te werk gaan. Wij moeten meer willen als journalist." Veranderingen Van der Wulp wil in elk geval méér met het NOS-Journaal. Met de komst van de nieuwe hoofdre dacteur staan er voor het medium de nodige veranderingen op stapel. Al wil en kan Van der Wulp nog niet alle details bekend maken, de grote lijnen wil hij wel aangeven. „De redactie van het NOS-Jour naal stamt uit een tijd dat we één hoofdbulletin maakten om acht uur, en twee samenvattingen: om zeven uur en half elf. Daar is de or ganisatie in feite nog steeds op ge bouwd, met uitzondering van het half zes-journaal, dat een eigen eindredactieteam heeft. Binnen het Journaal wordt er al geruime tijd gesproken over het starten van eigen redactieteams per bulletin. Die zullen elkaar niet beconcurre ren, maar versterken. Elk bulletin krijgt straks een groepje mensen dat als eerste verantwoordelijk is voor de uitzending. Die teams ko men er voor 5 april, de datum waar op wij onze eerste derde-net-jour naal gaan uitzenden". „Dit i de een poging schillende journaals een eigen ge zicht te geven. Maar ook om de re dactieleden meer betrokken te krij gen bij het bulletin dat zij maken. Dat is hard nodig in een continu-or- ganisatie zoals wij die hebben." Ontbreekt het daar dan aan? Van der Wulp: „Eh...Nee, niet echt. Niet in die zin dat er iets fout zit. Maar het is wel zo dat het beter kan". Ooit is er - in een poging het Journaal 'aantrekkelijker' te ma ken - geprobeerd om de presentatie over te laten aan twee personen. Gelooft Van der Wulp in die dub- belpresentatie? „Nee, dat hoort ze ker niet tot mijn prioriteiten. Een van de nadelen die daaraan kleven - om maar wat te noemen - is het feit datje meer mensen nodig hebt. Ik denk dat er andere formules denkbaar zijn voor de presentatie. Zoals bijvoorbeeld ons bulletin van half zes: een korte opsomming van feiten, een onderwerp er uit lichten en het tempo neerhalen, even rustig doorpraten, en tenslot te nog een leuke reportage. Zo zijn tal van formules te bedenken. Waarbij we in de gaten houden dat de kijker om zeven en acht uur in elk geval het nieuws van de laatste twintig uur gezien moet hebben". Monopolie Het NOS-Journaal kent de weel de van een monopolie-positie: de Nederlandse televisie telt geen tweede dagelijks terugkerend nieuwsmedium. „Ik zou er geen bezwaar tegen hebben als dat an ders zou zijn. Maar laat ik voorop stellen dat ik de indruk heb dat Ne derland te klein is voor twee con currerende journaals. Ik zit nu twee weken hier in de centenkwes ties te kijken, en het enige dat ik zie is dat het ontzettend veel kost om een behoorlijk continu-nieuwsor- gansatie op poten te zetten en te houden. Wij werken met een bud get van ruim veertig miljoen gul den per jaar. Als je er een tweede naast zet moetje nog zo'n geldpak- ket op tafel leggen. Maar als het haalbaar is, vind ik het prachtig. Gezien vanuit myn journalisten- hart zou ik het een leuke uitdaging vinden om met een andere club te concurreren. Het zal het niveau van het NOS-Journaal verhogen. Begrijp me goed, ik vind ons ni veau nu al hoog, maar ik denk dat er mogelijkheden zijn om het te verbeteren. En ik sluit zeker niet uit dat concurrentie ongetwijfeld een prikkel zal betekenen" Zijn voorganger Peter Brusse heeft zich eens laten ontvallen dat de personele bezetting van de Journaal-redactie veel te mager is Hij vond het aantal van zeventig re dacteuren 'belachelijk weinig Van der Wulp: „Het is woekeren met dit aantal mensen, dat is heel duidelijk. Als we het aantal jour naals willen uitbreiden dan moeten er meer mensen komen. Wij zijn bereid en achten ons in staat om, buiten de tijden die we nu hebben, uit te zenden. Maar dan moet er wel geld komen. Je kan niet tegen de redacteur die hier tien uur zit, zeg gen: 'Je blijft maar zestien uur'. Kerstconcert Schola cantorum of Oxford o.l.v. Howard Moody in de St. Willibrord- kerk te Oegstgeest. op 18 december. Een kerstconcert pleegt een ech te familie-aangelegenheid te zijn; jong en oud komt voor stemmige koorzang en de vertrouwde lie deren, waarvan altijd een aantal meegezongen mogen worden. In dit opzicht was het traditionele kerstconcert van K&0 Oegst geest voor sommigen misschien wat teleurstellend: vóór de pauze werd een gewoon concertpro gramma uitgevoerd met koor werken van Debussy, Poulenc en Ravel. Het was trouwens een dubbeltje op zijn kant geweest of het concert wel had kunnen doorgaan. De storm had de over tocht zo vertraagd dat het koor pas een half uur vóór het begin van het concert de kerk binnen kwam. Zonder de acoustiek uit te kunnen testen en zonder goed ingezongen te zijn begon men precies op tijd met het program ma. Ook dit universitaire kamer koor produceerde die typisch Engelse koorklank, zeer strak van toon, uitermate homogeen en tot in de puntjes afgewerkt. Een pure klank, die op de lange duur toch wat eenvormig wordt en het verlangen naar wat meer emotie doet groeien. Deze Engel se koorstijl bleek wonderwel te passen bij de Franse liederen van Debussy, Ravel en Poulenc, raffinement verweven zijn. De capella zettingen van de chansons, soms op oude Franse teksten of zoals bij Ravel op ei gen tekst, werden knap en met een onderkoelde expressiviteit gezongen, waarbij alleen op de uitspraak van het Frans wel wat viel af te dingen. De vrolijk ge kleurde kerstkransjes in de pau ze kondigden het eigenlijke kerstgedeelte van het program ma aan met bekende en minder bekend kerstliederen, zoals een verrassende zetting van 'Es ist ein Reis entsprungen' van de hand van Alban Berg, en een on verwacht modern klinkend lied 'The lamb' van de vroeg-16e eeuwse Oxfordse componist John Taverner. In deze gaaf ge zongen kerstliederen voelde het koor zich duidelijk thuis. Door de voortreffelijke balans tussen de stemmen en een subtiel ge bruik van de dynamiek klonken de liederen effectvol en toch na tuurlijk. Minder gelukkig - mis schien door oververmoeidheid? - slaagde het moeilijke 'Lobet den Herrn alle Heiden' van Bach, waar de orgelbegeleiding de gro te intonatieproblemen genade loos aan het licht bracht. Zoals de traditie dat wil werd het con cert begonnen en besloten met samenzang van alle aanwezigen. MIES ALBARDA Concert door Machiko Takahashi - fluit. Aan de vleugel begeleid door Lodewijk Col- lette. Er werden werken gespeeld van G. Fauré, C. Ph. Bach, F. Chopin, Cl. Debus sy. G. Scelsi en J. Rietz. Gehoord in de Ka pelzaal van K&O op 18 december LEIDEN - Wat doe je als je duo- partner ziek wordt en je moet de zelfde dag nog een concert ge ven? De Japanse Machiko Taka hashi vond Lodewijk Collette op zeer korte termijn nog bereid het aandeel van Danièle Dechenne over te nemen. Dat had wel enige konsekwenties voor de program maopstelling die veel minder sa menhang vertoonde dan oor spronkelijk de opzet was. Ook over de samenwerking tussen beide musici kan niet veel meer gezegd worden dan dat ze met zijn tweeën heelhuids en zonder kleerscheuren door beide stuk ken heen kwamen. (Er waren in het geheel slechts twee werken voor fluit en piano samen). Echt verdiept kon Collette zich niet hebben in de partijen, zodat zijn spel nogal oppervlakkig over kwam. Gelukkig maar dat Takahashi niet alles heeft afgezegd, want ik had haar aandeel niet graag wil len missen. Ze is een sprekende persoonlijkheid. Nooit is ze saai of vervelend. Wat ze ook aanpakt en speelt, ze blijft boeien. Steeds opent ze weer andere gezichts punten, telkens weer een onver wacht aspect. Alles is even door dacht en afgewerkt tot in de puntjes. Zelfs een stuk als de so nate voor fluit en piano van J. Rietz (1812-1877) - toch niet zo'n denderend werk - wist ze uit te tillen boven de salonachtige sfeer van een ingedut negentien de eeuws kuuroord. Eigenlijk vind ik haar spel wat te ingetogen en te verfijnd vi bovenstaand stuk. Veel meer wist ze nog te maken van 'heden daagse' muziek. Nu dateert Sy rinx van Debussy voor fluit solo van 1913 - niet zó modern dus - maar in de fluitliteratuur geldt dit poëtische werkje als het be gin van de hedendaagse fluitmu- ziek. Echt modern was 'Pwyll' van de niet zo bekende Italiaan Giacinto Scelsi (geb. 1904). Of schoon het een Italiaanse oor sprong heeft gaf Takahashi er een nogal oosters klinkende ver sie van, waarbij ze geraffineerd speelde met de verschillende klankkleuren-van haar bijzonde re toon. Van Takahashi kun je ieder geval zeggen dat ze zich niet afgeeft met de tegenwoordig zo gangbare en klakkeloos door iedereen overgenomen stan- daardfluitklank en dat is zeer te prijzen. MONICA SCHIKS Gerard van der Wulp: Journaal doet het erg goed'. (foto gpd> NPhO op plaat AMSTERDAM (GPD) - Het Neder lands Philharmonisch Orkest heeft z'n eerste platen op de markt ge bracht. Het NedPho is ontstaan uit een fusie van het Utrechts Symfo nie Orkest, het Nederlands Kamer Orkest en het Amsterdams Phil harmonisch. Het ensemble is huis orkest van de Nederlandse Opera, maar heeft ook een grote eigen con certpraktijk in twee formaties, als symfonie orkest en als kameror kest. De drie platen zijn uitgebracht door de maatschappij Arcade, die zich totnutoe beperkte tot het uit brengen pop- en andere lichte mu ziek, maar nu voorzichtig aan ook buiten dit terrein stappen gaat zet ten. Het is de bedoeling dat de markt veroverd wordt met behulp van onder meer televisiespots. Op Arcade 1 is opgenomen: Mars 1 KV 335, de Posthoornserenade LV 320, Mars 2 KV'335 en Diverti mento nr 3 KV 138, alle van Mozart; op plaat 2 staan de symfonieën nr 38 KV 504 (Prager) en nr 40 KV 550 van Mozart; op plaat 3 vinden we de symfonieën nr 4 (Tragische) en 8 (Onvoltooide) van Schubert. Echte kerstsfeer in Rijnlands Lyceum 'Kerstshow 1987' door muziek- en showge zelschap Sempre Avanti. Algehele leiding Koos Kukler. Solisten: Fransje du Pon, Netty Koelewijn, Joop van der Voord en Jan de Vries. Gezien op 18 december in het Rijnlands Lyceum, Oegstgeest. Aldaar nog vanavond te zien. LEIDEN/OEGSTGEEST - Om half acht stond er op de stoep van het Rijnlands Lyceum een me terslange rij wachtenden: de vele Sempre Avantifans waren ruim op tijd aanwezig om maar een mooi plaatsje in de zaal te kun nen bemachtigen. Na lange tijd bracht namelijk dit bekende Leidse muziek- en showgezel schap in deze hiervoor goed ge schikte zaal weer eens een avondvullend programma. Zoals vanouds bracht Sempre Avanti wederom een stemmig famili- feest voor jong en oud. Het openingsnummer met een speciaal belichtingseffect oogst meteen al succes. Daarmee be gint het eerste deel dat vooral een showprogramma is. Voor na de pauze heeft arrangeur, diri gent, leider, kortom de 'vader van Sempre Avanti' Koos Kukler een sfeervol kerstpakket samen gesteld. Koor, orkest en solisten vormen tesamen met de ruim vijfhonderd toeschouwers een grote huiselijke kring. Bij show hoort feestelijke aankleding - ook dit keer heeft Sempre Avanti aan het geheel veel zorg besteed. Kerstmis krijgt in zo'n zestien nummers ruimschoots aan dacht. Elke gezongen en gespeel de noot is bekend en kan op her kenning rekenen: van 'Silver bells' tot "Little Drummer Boy' en 'Let It Snow'. Maar niet alleen naar romantische kerstsneeuw gaat de aandacht uit. In het showgedeelte komen de lente en de zomer al flink aan bod. Vol gens presentatrice Margreet v.d. Voord gebeurde dat om de slech te zomer van 1987 maar zo snel mogelijk te vergeten. Ander showthema was de muzikale reis langs bekende steden: 'Amster dam', 'I love Paris', 'Wunderful Copenhagen' en het altijd weer tot meeklappen verleidende 'Berliner Luft'. In eerste instantie is Sempre Avanti een show- en muziekge zelschap dat gezelligheid hoog in het vaandel voert. In zijn pro grammering heeft Koos Kukler ditmaal relatief veèl soli opgeno men. Dat kan natuurlijk - maar toch lijkt het aanbevelenswaar dig om een volgend keer het aan deel van de (overigens verdien stelijke) solisten terug te dringen ten gunste van het ensemble. Als dan de choreografie wat meer aandacht krijgt, kan Sempre Avanti nog weer beter worden. WIJNAND ZEILSTRA

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 33