De schandvlek van Zuidafrika Soweto: armoedig, gevaarlijk, maar ook ongemeen boeiend ZATERDAG 19 DECEMBER 1987 PAGINA 23 Voor een buitenstaander zijn gj er eigenlijk maar twee manieren om Soweto enigszins veilig te bezoeken. Er zijn dagelijks excursies voor toeristen die in steeds grotere hoeveelheden de zwarte miljoenenstad bezoeken. Maar een veel indringender beeld krijgt degene die in het gezelschap van een autochtoon door de immense wijken rijdt. Onze correspondent in Zuidafrika maakte van beide mogelijkheden gebruik. door Ruud de Wit De zwarte miljoenenstad Soweto op ongeveer 15 kilometer ten zuidwes ten van Johannesburg is ongetwij feld het meest karakteristieke sym-, bool van het Zuidafrikaanse apart heidssysteem. Eigenlijk is Soweto geen echte stad. Soweto is de afkorting van South Wes tern Townships en bestaat uit 26 verschil lende woonwijken waarvan de meeste worden bestuurd door de Soweto Coun cil, een soort gemeenteraad die wordt bijgestaan en gecontroleerd door een blanke 'stadsklerk'. Hoeveel mensen er wonen in de wij ken van Soweto, die samen meer dan 100 vierkante kilometer beslaan en die van Johannesburg worden gescheiden door s de terreinen van de door blanken beheer de goudmijnen, kan niemand zeggen. De officiële cijfers houden het op ruim 1,5 miljoen, maar het is beter om van het dubbele uit te gaan. Ondanks het feit dat Sowetö is wegge drukt in de marges van de dominante, westers georiënteerde blank-Zuidafri- kaanse samenleving, heeft het een inter nationale bekendheid. Al was het alleen maar als de woonstad van de huidige An glicaanse aartsbisschop van Kaapstad, Nobelprijswinnaar Desmond Tutu, van Winnie Mandela, van de leider van de burgerrechtenbeweging Nthato Motla- I I na, van de schrijfsters Ellen Kuzwayo en Miriam Thali, en van zovele andere anti- apartheidsactivisten. Soweto heeft ook het grootste zieken huis van het zuidelijk halfrond, het Ba- ragwanath-hospitaal. Maar het bekendst is Soweto ongetwijfeld vanwege de op stand van 1976 toen duizenden zwarte jongeren in hun heldhaftige maar kans loze strijd tegen het gehate en minder waardige Bantu-onderwijs om het leven kwamen. Niet geheeld Het So weto van 1976 is even wel al lang weer opgeborgen in de trieste annalen van de apartheidsgeschiedenis, hoewel de wonden nooit echt geheeld zijn. Hier en daar zijn de geblakerde ruïnes van I voormalige staatsdrankwinkels, admini stratiegebouwen, winkelcentra en scho len nog zichtbaar. En ook na 1976 is So weto regelmatig getroffen geweest door gewelddadigheden die vele mensen het leven hebben gekost. Maar het leven gaat verder, ondanks de confrontaties tussen de tegenstanders van apartheid en de verdedigers daar van: de blanke politieagenten, het Zuid afrikaanse leger, de gehate zwarte 'ge meentepolitie', de 'vigilantes', de 'mi grantenarbeiders', de 'comrades' en na tuurlijk ook de gewone criminelen. Toch is Soweto vóór alles een boeiende, ar moedige, levendige, vaak gevaarlijke woonstad van miljoenen zwarte mensen. Enige weken geleden reed ik rond het middernachtelijk uur met een aantal vrienden van Johannesburg naar So weto. Na een bezoek aan een aantal cafés in het verder uitgestorven blanke cen trum van de 'Gouden Stad' wilden we nog even een dansje maken in de aller laatste trend van het nachtleven van So weto, de luxueuse disco 'A-train'. Op het moment dat we, met drie auto's in kon vooi, op de oude Potchefstroomweg de denkbeeldige grens tussen Soweto en Johannesburg passeerden kwam er een politiewagen met blauw zwaailicht naast me rijden. Een van de twee blanke agen ten maakte gebaren om te stoppen en zo gebeurde. Het gesprek dat hierop volgde is teke nend voor de houding van nagenoeg alle blanken in Zuidafrika als het gaat om een zwarte woonwijk, en zeker Soweto: „U bent ongetwijfeld verdwaald? Weet u wel waar u bent? Dit is niet Johannes burg, maar Soweto" Op mijn antwoord dat ik daarvan vol Kinderen spelend in een autowrak: het leven gaat verder. gevallen waarvan de politie op de hoogte Het feitelijke aantal moorden, berovin gen, diefstallen en verkrachtingen moet aanzienlijk hoger liggen. In een stad als Soweto. waar de politie - nog minder dan elders in de wereld - zelden als een vriend wordt beschouwd, wordt ze zelfs in geval van moord lang niet altijd inge schakeld. Wie Soweto veilig wil bezoeken kan het best deelnemen aan een van de dage lijkse excursies. De belangstelling voor deze trips, die beginnen voor het luxe Carlton-hotel in het centrum van Johan nesburg, is groot, weet gids Bushy Mo- hulatsi te melden: „De tijden dat buiten landers slechts belangstelling hadden voor de stranden van Durban en Kaap stad en de wildparken zijn geweest. Ze komen nu ook naar Zuidafrika om So weto te zien en de berichten erover in hun kranten te verifiëren". Hoewel de trips worden georganiseerd door de omstreden en weinig populaire Soweto Council, moet worden toegege ven dat de toerist een redelijk represen tatief beeld van Soweto krijgt. Om met Bushy te spreken: „Ik laat het goede, het slechte en het afschuwelijke van Soweto Bushy is realistisch genoeg om te er kennen dat Soweto vooral afschuwelijk is. vooral naar westerse maatstaven: de kleine huisjes, in Soweto 'luciferdoosjes' genoemd, de enorme overbevolking, de illegale krotten, de smerige, ongeasfal- teerde straten, de vuilnishopen voor de huizen, de talrijke kinderen die maar wat rondhangen en spelen zonder naar school te gaan, en de zogenaamde 'hostels' waar de duizenden 'migranten- arbeiders' uit de thuislanden en de buur landen zonder enig comfort een zeer schamele slaapplaats hebben. Al<> we Orlando-East binnenrijden laat Bushy de chauffeur stoppen in een door snee straat: „Omdat er een tekort aan huizen is wonen in deze tweekamerwo ninkjes vaak tusen de acht tot tien perso nen. U ziet de met ijzeren platen opge richte uitbouwsels en de auto's voor de garages. Garages zijn in Soweto bestemd voor bewoning of onderhuur, niet voor auto's. En deze huisjes hebben geen bin- nentoilet, terwijl de enige kraan aan de buitenkant zit". Broeinest Aangezien Orlando-East nog lang niet het slechtste deel van Soweto is, is het welhaast onmogelijk zich een beeld vor men van de werkelijkheid van een aantal andere wijken. Die moet je gezien heb ben, zoals de krotten van Chiawelo, waar zo'n 10.000 mensen gebruik moeten ma ken van een beperkt aantal centrale wa- terpunten, zonder elektriciteit, zonder gas en met enige tientallen door de ge meente geplaatste centrale wc's. Om nog maar niet te spreken van het tekort aan winkels, scholen, speelplaatsen, biosco pen en sportvelden. Kortom een broei nest van armoede, criminaliteit en ziek te-epidemieën. Toch zijn - voor wie andere overbe volkte metropolen als Mexico-stad, Cal cutta of Bombay heeft gezien - het niet zozeer de armoede en ellende van So weto die schokken. Het stuitende van Soweto en alle andere niet-blanke wij ken in Zuidafrika is het contrast met de meeste blanke wijken, met hun grote tui nen, hun zwembaden en de twee of drie luxe auto's voor de deur. Dat contrast maakt van Soweto de schandplek van de apariheidsmaatschappij en niets anders. Maar Soweto kent ook zijn eigen te genstellingen, zoals blijkt bij het bezoek aan Orlando-West, waar een aantal zwar- In dit deel, in de volksmond Beverley Hills geheten, beschikt bisschop Des- mond Tutu over een huis dat in menige luxe blanke woonwijk niet zou misstaan. Gids Bushy weet niet zonder gevoel voor humor te melden „dat mevrouw Tutu het niet leuk vindt als er van haar woning fo to's worden gemaakt". Bushy waar schuwt de buitenlandse toeristen dan ook snel en niet te opzichtig een foto te maken, omdat mevrouw Tutu al eens met stenen heeft gegooid. Niet ver van het huis van Tutu staat trouwens ook de nieuwe woning van Winnie Mandela, die 24 kamers telt en een luxe kent die haaks staat op het beeld dat de wereld van de Mandeia's heeft. En ook Winnie Mandela is er niet op gesteld dat er foto's van haar huis worden gemaakt, gezien de dreigende taal en bewegingen van haar persoonlij ke lijfwachten, beter bekend als FC Man dela. Een tweede, veel persoonlijkere ma nier om Soweto te bezoeken is samen met zwarte vrienden of kennissen. Maar ook dat is niet van gevaar ontbloot. Het is dan niet zonder reden dat ik daarvoor een beroep doe op een van de bekendste inwoners van Soweto, Godfrey L.L. ('Louis Luyt') Moloi, alias The God- father, wiens boeiende autobiografie 'My Live' enige weken geleden bij Ravan Press is verschenen. Moloi heeft weinig op met de politiek. Als eigenaar van zo'n veertig shebeens (kroegen), drie taxi's en met een verleden dat - als tenminste zijn autobiografische schelmenroman enige waarheid bevat - heeft bestaan uit vrouwen, criminaliteit, muziek, geweld en drank heeft hij er nu als multimiljonair alle belang bij om overal buiten te blijven, dus ook buiten de politiek. Samen met Moloi maak ik een uren lange tocht langs shebeens en disco's en dat is een ervaring die onmisbaar is om een goede indruk van een zwarte woon wijk te hebben. Immers, het nachtleven zegt vaak meer over het karakter van een stad dan een rondtrip bij daglicht. De shebeen is eigenlijk de belangrijk ste vermaaksplaats in de zwarte woon wijken. Het is een soort informeel kroeg je in een ordinaire huiskamer. Volgens Moloi moeten er in Soweto meer dan 10.000 shebeens zijn. Pas sinds kort kun nen zwarten een licensie krijgen om drank te verkopen. Voordien moest dit illegaal gebeuren. De enige drank die voorheen in Soweto verkrijgbaar was kwam uit de speciale regerings-drank- winkels. Aanvankelijk werd er in de shebeens slechts zelf gefabriceerd sorghum-bier geschonken, maar in de veertiger jaren werd dit vervangen door de literflessen van een blanke drankleverancier die, il legaal opnieuw, een extra centje verdien de door drank aan shebeen-eigenaren te verkopen. Veel gedronken Moloi kan urenlang verhalen vertellen hoe dat gebeurde, altijd met de politie op de hielen. Nog een week geleden werd een van de shebeens die we samen be zochten door de politie overvallen en kreeg de eigenaresse een boete. Alle aan wezige drank werd natuurlijk geconfis queerd. Het zal geen verbazing wekken, dat er in de shebeens veel wordt gedronken, vooral in de weekeinden. Ook in Soweto worden de huiselijke problemen, de werkloosheid en de politieke realiteit door velen, althans voor enige tijd, weg gedronken met grote flessen bier. De shebeens die wij bezochten haddeb trou wens een opvallend jeugdige clientèle. In deze situatie is het dan ook niet te vermijden dat geweld er een belangrijke factor is. De meeste shebeen-eigenaren hebben om die reden body-guards, 'uit smijters' en een pistool bij de hand, ter wijl iedereen bij het binnengaan zorgvul dig wordt gefouilleerd. Wat overigens tot gevolg heeft dat de gewelddadigheden zich veelal op straat afspelen, in de nau welijks verlichte steegjes van de woon wijken. Vaak met fatale afloop. Wie eenmaal enige tijd in Soweto heeft vertoefd en het bruisende, spannende, gevaarlijke en onmenselijke van het le ven aldaar heeft geproefd, kan er niet verbaasd over zijn dat er slechts weinig inwoners echt staan te trappelen om er weg te gaan. Zelfs niet zij die het zich fi nancieel kunnen veroorloven een huis in een blanke wijk te betrekken. Meec, en vooral betere huizen willen de inwoners van Soweto, betere facilitei ten als bestrating, recreatiemogelijkhe den, winkels, elektriciteit, een regelmati ge vuilnisophaaldienst. En natuurlijk be vrijd worden van de veiligheidstroepen en de apartheid. Niet weg Zelfs Moloi, die in zijn testament heeft laten vastleggen dat zijn huis in de wijk Mapetla Extension na zijn dood een mu seum moet worden, en die, met gevoel voor drama en koude humor reeds een doodskist heeft laten maken welke hij trots in zijn slaapkamer heeft neergezet, wil hier nooit meer weg. "Hier ben ik opgegroeid, hier heb ik geleefd en hier wil ik sterven. Maar ik be grijp deze regering niet. Er zou zoveel méér van te maken zijn". ons rijden, totdat we inderdaad bij een winkelcentrum aankwamen en de auto parkeerden tussen de Mercedessen en BMW's van de zwarte elite van Soweto, die evepeens in de 'A-train' haar nachte lijk vermaak zocht. Helemaal onverklaarbaar is de be zorgdheid van de agenten ook niet. So weto is gevaarlijk, zeker 'diep-Soweto', zoals de meest armoedige delen worden aangeduid. De elke maandag terugke rende kranteberichten bewijzen dat. Neem bijvoorbeeld het volgende be richt uit The Star van 12 oktober: „Der tien mensen zijn het afgelopen weekend bij gewelddadigheden in Soweto om het leven gekomen. De politie heeft acht ver dachten gearresteerd in verband met drie van deze moorden. Verder overleed er nog een ander slachtoffer van een moordaanslag. Robert Myhembu stierf in het Baragwanath-ziekenhuis afgelo pen donderdag, nadat hij reeds op 18 sep tember in het Meadowlands-Pension door een kogel was geraakt. Tot de slachtoffers van dit weekend behoort een 38-jarige man van Mofoio-Noord, die voor zijn huis bij het hek stond en daar zaterdag werd neergeschoten. Eerder op de dag was het levenloze lichaam van een 43-jarige inwoner van het Diepkloof- Pension in de buurt van zijn kamertje met een kogel in het hoofd aangetrof fen". Geen vriend Dit is nog maar een fragment uit het politierapport. De jaarcijfers zijn schok kender. In 1986 werden er 2638 personen in Soweto vermoord. 187 meer dan het jaar ervoor. Miet minder dan 256 van de slachtoffers werden met geweer- of pis toolkogels gedood. Verder werden er 1212 gevallen van verkrachting bij de po litie gemeld en 1778 autodiefstallen. En dan gaat het hier nog alleen maar om de Argwaan De verbazing van de twee agenten werd nog groter en veranderde in arg waan toen ik hem antwoordde dat we naar een disco gingen. „Een disco? In So weto?" We kregen vervolgens toestem ming onze rit te vervolgen. De tijd dat het voor blanken zonder speciaal pasje ver boden was een zwarte woonwijk binnen te gaan ligt alweer enige jaren achter ons. Slechts als er sprake is van een onlustsi tuatie kan een blanke worden tegenge houden. Maar de argwaan was gewekt. Enige minuten later verscheen de politiewagen wederom in mijn autospiegeltje. Nu zon der zwaailicht. De agenten bleven achter ledig op de hoogte was en dat ik er juist naar op weg was, viel de mond van de agent geheel open: „Maar wat gaat u dan doen in Soweto op dit uur van de nacht? Weet u dan niet hoe gevaarlijk dat is?". In een krot als deze wonen zes tot tien mensen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 23