Zak vol feitjes zonder verband
Maarten Biesheuvels kruimelliteratuur (nog) niet saai
DE
KEER
Andrew Vachss' Burke in een lagere versnelling
Vrouw in Afrika moet opboksen tegen tradities
Vargas Llosa zet leger
Peru in verdachtenbank
De biografie van Simon Vestdijk
De beperkte
vrijheid van
Peereboom
De vrolijke lach teruggevonden bij Brusselmans
DONDERDAG 10 DECEMBER 1987
PAGINA 9
Groot schrijver, maar
minder groot politicus
Na een serie dikke boeken (als
'De oorlog aan het einde van de we
reld') kwam Mario Vargas Llosa
vorig jaar met een uitgesponnen
novelle, die zojuist in het Neder
lands vertaald is onder de titel 'Wie
heeft Palomino Molero vermoord ?-
Het boek heeft de contouren van
een thriller. Men vindt het lijk van
een jonge soldaat die op beestach
tige wijze is vermoord en de twee
politiemannen die het misdrijf wil
len oplossen worden ernstig door
het leger tegengewerkt. Uiteinde
lijk ontdekken zij, luitenant Silva
en agent Lituma, wie Palomino
Molero heeft vermoord en vervol
gens worden ze overgeplaatst.
De naam Lituma zal lezers van
Llosa's 'Het groene huis' bekend
voorkomen en het gaat dan ook om
dezelfde figuur. In die. roman was
hij een jongeman die uit de gevan
genis terugkeert in zijn woonplaats
Piura en om deze heuglijke gebeur
tenis te vieren met zijn vroegere
kroegmaatjes, 'de onsterfelijken',
naar het bordeel wil. Omdat zij we
ten dat daar, in 'het groene huis', te
genwoordig Lituma's vriendinne
tje werkt en omdat een van hen een
relatie met haar heeft, proberen zij
hem van het bezoek af té houden.
Hun opzet mislukt maar de onver
mijdelijke confrontatie loopt met
een stevige sisser af.
Nu was de tocht van Lituma en
zijn vrienden door het nachtleven
van Piura maar één van de lagen in
'Het groene huis' en die gelaagd
heid mist het nieuwe boek nu juist.
'Wie heeft Palomino Molero ver
moord?' is inderdaad niet meer
dan een serie soms spannende en
intrigerende gebeurtenissen die
Lituma meemaakt.
Llosa is een groot schrijver, maar
juist bij een wat zwakker werk als
dit realiseer je je dat hij daarnaast
een belangrijk Peruviaans politi
cus is. En die kant van zijn per
soonlijkheid vind ik minder groot.
Graag mag Llosa schimpen op
linkse intellectuelen in het Westen
die het liefst een radicaal bewind in
Peru zouden zien, zelf pleit hij voor
een 'derde' weg. In de praktijk be
schermt hij echter de bestaande or
de, zoals in het onderzoek naar de
moord op een aantal journalisten,
die volgens de schrijvende politi
cus door de guerrillabeweging 'Het
lichtende pad" zou zijn gepleegd,
terwijl het leger daarvoor verant
woordelijk bleek.
Overigens merkwaardig genoeg
hetzelfde leger dat achter de moord
op Palomino Molero zit. Je kunt je
afvragen of Llosa achteraf spijt
heeft gekregen van zijn 'onder
zoek'. Wil hij nu in deze novelle wel
laten zien waartoe het leger in zi.jn
land allemaal in staat is? Of wil hij
betogen dat het leger in 1957 niet
dat van 1986 is? Want Llosa situeert
zijn verhaal in 1957. Dat zijn de
raadsels die je tijdens het lezen van
dit nieuwe boek worden gesteld.
Grotere raadsels dan dat uit de ti
tel, wantje weet al op pagina 23 wie
de moord op zijn geweten heeft.
AUGUST HANS DEN BOEF.
'Wie heeft Palomino Molero ver
moord?' Mario Vargas Llosa. Vertaling
Mieke Westra, uitgeverij Meulenhoff,
27,50.
"Dit is niet dé biografie, maar wel
de eerste". Hans Uitdewilligen van
de Utrechtse uitgeverij Kwadraat
legde onlangs bij de presentatie
van de Vestdijk-biografie met deze
woorden al veel vast over de waar
de van het levenswerk van Hans
Visser. Hij nodigde als het ware an
dere biografen uit aan de slag te
gaan en het werk van Visser als ba-
Hans Visser zegt het in het na
woord van zijn boek: "Deze biogra
fie is een begin. Veel van wat in de
ze biografie wordt aangestipt, zal
nader moeten worden onderzocht -
biografieën zijn altijd meer ency
clopedieën dan van encyclopedi
sche volledigheid". Dat doet den
ken aan een schooljongen die zijn
repetitie inlevert en een 8 ver
wacht, omdat hij de docent al bij
voorbaat zijn excuses heeft ge
maakt voor het ontbreken van een
paar antwoorden.
Vissers doel was aan te tonen
hoezeer Vestdijks leven bepalend
was voor de inhoud van zijn wer
ken. Eigenlijk komt dat neer op
herhaling van zetten. Veel van wat
Visser nu presenteert was al in een
of andere vorm bekend. De getui
genissen van de vele mensen die
Vestdijk al dan niet van nabij heb
ben meegemaakt, leveren slechts
zelden nieuws.
Visser heeft zijn gegevens neer
gelegd in een - wat hij noemt - fei
tenbiografie. Een lange reeks van
feiten en feitjes, ruim 700 bladzij
den lang. Visser wilde geen inter
preterende biografie maken. Maar
wat heb je aan een zakvol feitjes
zonder dat daarin afdoende ver
band wordt gebracht?
Vissers interpretatie-huiver
blijkt ver te gaan. Dat uit zich het
duidelijkst in de structuur die hij
voor zijn biografie heeft gekozen.
Hij koos voor de opvattingen van
prof. dr. B. C. J. Lievegoed die het
leven van de mens verdeelt in di
verse perioden die elk hun eigen
kenmerken hebben. De overgan
gen gaan gepaard met crises. Vis
ser meent dat deze visie ook toe
pasbaar is op het leven van Vest
dijk. Hij heeft zijn biografie aldus
ingedeeld.
Zijn chronologische benadering
van de materie werkt evenwel niet
goed uit. Sterker nog: Visser is er in
verstrikt geraakt. Veel te vaak
komt hij terug op hetgeen hij twee
bladzijden, twee hoofdstukken al
eerder heeft verteld. Terugvallen
kan onvermijdelijk of noodzakelijk
zijn, maar het wordt toch hinder
lijk wanneer dezelfde informatie in
nagenoeg gelijke bewoordingen te
rugkomt. Vooral wanneer in het
notenapparaat hetzelfde naar vo
ren wordt gebracht als in de tekst
waarop de noot betrekking heeft.
Een chronologische benadering
is vooral niet vol te houden wan
neer sprake is van een 'rode draad'.
Om twee draden te noemen: de
pressies en meisjes. Voor de lezer
werkt die versnippering versluie
rend omdat je nooit een helder
beeld krijgt van oorzaken, kenmer
ken en effecten van de depressies.
Waarom niet gewoon een of meer
hoofdstukken gewijd aan het ver
schijnsel?
Nog sterker doet zich een gemis
aan thematische benadering voe
len wanneer Vestdijks relatie tot
vrouwen aan bod komt. Dit facet
uit Vestdijks leven (zeer bepalend
voor zijn leven) éist een diepgaan
der behandeling. Met een simpele
opsomming van talloze veroverin
gen en evenzovele blauwtjes kom
je er niet.
Zo zijn er meer zaken die wel
worden aangehaald, maar niet van
voldoende diepgang worden voor
zien. Onder meer in de Vestdijk
kroniek is een stevige discussie
ontbrand over de houding van
Vestdijk in de oorlog. Heeft Vest
dijk zich nu wel of niet bii de Kul
tuurkamer aangemeld om zich uit
het gijzelaarschap te bevrijden?
Visser is hier bepaald summier.
Deze en nog veel meer vragen
laat Visser liggen. Het antwoord er
op is van groot belang als we Vest
dijk echt willen leren kennen. Zo
groot is dat belang, dat je je kunt af
vragen of Visser een onnuttig werk
heeft afgeleverd en misschien be
ter toch samenwerking had kun
nen zoeken met een literator. Dan
zou wellicht de waardevolle literai
re nalatenschap van Vestdijk (die
Visser niet kon raadplegen na ruzie
met de weduwe van Vestdijk) ten
volle hebben kunnen worden be
nut.
Dé biografie is het dus inderdaad
niet. Vissers werkstuk is te frag
mentarisch, te anekdotisch en mist
structuur. En is tot overmaat van
ramp zeer slordig door Kwadraat
afgewerkt. Visser die veertien jaar
aan de biografie heeft gewerkt, ver
dient al met al toch meer dan een
boek dat al bij de uitgave is voor
zien van een inlegvel met een stuk
of tien errata. Het boek is een waar
foutenfestival.
RUUD KERSTEN
Simon Vestdijk, een schrijversle
ven, Hans Visser, uitg. Kwadraat, pa
perback 74,50, gebonden 94,50.
Simon Vestdijk.
J.J. Peereboom.
Nico Steene, de hoofdpersoon
van 'Een man aan de deur',
werkt voor de televisie, op de
afdeling filmzaken. Op een dag
krijgt hij een idee voor een do
cumentaire: hij wil een pro
gramma maken over zijn dorps
genoten, de bewoners van een
dorp in het Gooi. Steene wil la
ten zien hoe men denkt, voelt
en leeft. Uiteindelijk hoopt hij
te ontdekken wat het begrip
'vrijheid' voor hen inhoudt.
Op zijn werk spant Steene
zich op een bepaald moment in
voor een jonge medewerker,
die ontslagen dreigt te worden.
Niet omdat hij zijn werk slecht
doet, nee, het gedrag van de
jonge medewerker valt slecht
bij de chef. De jongen houdt er
gedachten op na die zijn meer
dere niet zinnen.
De documentaire en de hulp
actie vormen de hoofdbestand
delen van deze nieuwe roman
van J.J. Peereboom. Vrijheid is
het sleutelwoord: hoe vrij is de
mens, wanneer komt hij in bot
sing met zijn medemensen?
Peereboom beschrijft op
knappe manier hoe Steene zijn
programma probeert te maken:
zijn bezoeken aan mogelijke
kandidaten, de argwaan die hij
ioms ontmoet.
Peereboom lardeert, de be
schrijvingen van de w< tm-
heden met verhalen over de
dorpsbewoners, zodat de lezer
op een bepaald moement rede
lijk goed op de hooge is van hun
reilen en zeilen. En dat reilen en
zeilen blijkt voornamelijk te be
staan uit schipperen. Schippe-
i tussen gezin en vriendin bij
voorbeeld.
Het is alsof de schrijver zegt:
vrijheid? - iedereen loopt in een
tredmolen, en af en toe mag je
heel even uit om een rondje
door de kamer te lopen. Hoe
somber. Gelukkig krijgt de le-
geen molensteen om zijn
hals, daarvoor schrijft Peere
boom bij vlagen te humoris
tisch.
WIM BRANDS
'Een man aan de deur' door J.J.
Peerboom, uitgegeven door de Ar
beiderspers.
De vrolijke lach die ons in deze tij
den van duister en weinig opwin
dende letterkunde wat is ontscho
ten, heb ik onlangs teruggevonden
in het tweede boek van Herman
Brusselmans, een Vlaams auteur,
die her en der spraak maakte met
zijn debuut "Heden ben ik nuch
ter". Eindelijk weer, nu ook Car-
miggelt ons is ontvallen, een hu
morist van klasse die met zijn ver
makelijke levenstragiek mij nog
het meest doet denken aan Lévi
Weemoedt - maar wel met een ge
heel eigen toon en stijl.
In zijn nieuwe roman "Zijn er ka
nalen in Aalst?" voert Brusselmans
ons mede naar het treurige domein
van Eduard Kronenburg, het mi
nisterie van A T te Brussel, waar
de ongelukkige, aan levensleed en -
angst lijdende werknemer tot taak
heeft te controleren middels tele
foontjes of arbeidsongeschikten
niet inmiddels zijn overleden, zo
dat hun namen uit de boeken ge
schrapt en hun uitkeringen ge
staakt kunnen worden.
Een ontzettend bestaan, waaraan
Eduard, een waarachtig romanti
cus, zich alleen kan onttrekken
door grappen en grollen uit te ha
len, zowel met de stakkers aan de
andere kant van de lijn als met zijn
bevriende collega's. Voorts drinkt
hij iedere wanhopige werkdag tal
loze blikjes bier (van het merk Ju-
piler) en is hij regelmatig verliefd,
i.e. op Mabiche, die weer een ver
houding heeft met Dolf, zijn beste
vriend. Om de chaos van zijn leven
compleet te maken is hij ook nog
uitzonderlijk gelukkig getrouwd
met Gloria, die deze halve waanzin
nige troetelt en koestert als een
kind.
Komt het ooit nog in orde met de
ongelukkige Eduard? "Ik moet lo
gisch leren denken, dacht hij. Wie
dat bereikt kan ook logisch leren
leven. Logisch en begrijpelijk en
samenhangend, zoals een eenvou
dig doch diepzinnig verhaal, ver
teld door iemand met een heldere
stem, die iedereen kan verstaan".
De lezer vreest evenwel het erg
ste, daarin ferm gesteund door de
tobbende hoofdpersoon zelf. "Zijn
er kanalen in Aalst? vroeg Eduard
zich. Vijf jaar lang had hij in de
buurt gewoond en hij wist het niet
eens. De meest voor de hand lig
gende waarheden waren hem on
bekend. Hij wist nooit iets".
Toch weet Eduard, zij het met
moeite en de montere hulp van
vrienden, vriendinnen en vrouw,
zich te handhaven. Humor is daar
toe de sleutel, en over een (niet zel
den grof en adrem) soort humor be
schikt de lijder in ruime mate. De
tussen-de-middag-uitstapjes met
Dolf en Splendide zijn een verade
ming: er wordt krachtig ingeno
men op de terrasjes, grappen en
wedergrappen vliegen over de ta
feltjes.
Zelfs is er een opwekkende ont
moeting met de vloeiend Fins spre
kende, bekende schrijver Brussel-
mans zelf, "een schrijver van nu en
dan een roman en hij had een schit
terende vrouw die Gerdox heette.
Verder had hij een gezicht dat sur
realistische schilders tot model
diende en zoop hij zich verloren".
Ondanks alle angst, wanhoop,
zuiperijen en zotternij loopt het
tenslotte met Eduard toch nog
goed af. Nou ja, hij besluit schrijver
te worden. "Zijn er kanalen in
Aalst?" is een van de geestigste
boeken die ik de laatste tijd heb ge
lezen, en.een bewijs dat romantiek,
vermenging van humor en wan
hoop, geen Hollands unicum is.
Want dit is van alle tijden en overal,
gelukkig: "Angst Liefde Wan
hoop Twijfel Verlangen naar
Maarten Biesheuvel.
goa weet wat beheersten z'n hele
bestaan en dat was dat, verder niks,
behalve misschien de krijsende ka
ters na het zuipen. Het Zuipen uit
Onmacht". Voor moedeloze derti
gers en veertigers een boek vol
Troost van een, dat zij gezegd, uit
stekend schrijver.
Ook hier in het bevroren noor
den zijn er gerenommeerde schrii-
n lijders aan Angst etc.
Biesheuvel is uit. "De
angstkunstenaar" heet de bundel
en ja, ze staat weer vol met bange
beschouwingen, sentimentele en
toch montere overpeinzingen,
wonderlijke sprookjes met een du
bieus diepzinnige moraal en veel
somberte. Dat alles in Biesheuvels
unieke stijl: een bezwerend gekab-
bel van zinnen en woorden, wanho
pig aaneengeregen. De stijl van een
eenzame zondagsschrijver.
Vergeleken met de extraverte
humor van Brusselmans is die van
Biesheuvel dieper en subtieler ver
borgen onder de woordenvloed.
Gekte speelt minder een rol dan
vroeger, maar verder komen we
weer veel romantische hopeloos
heid tegen, dezelfde door en over
het leven verwarde types, in wie we
niet zelden de auteur zelf vermoe
den. Nu kan men een boek van
Biesheuvel alleen vergelijken met
andere boeken van Biesheuvel en
dat geeft weinig houvast.
"De angstkunstenaar" benadert
het niveau van mijn persoonlijke
favorieten: "In de Bovenkooi" en
"Reis door mijn kamer"; Biesheu
vel vind ik op zijn best, als hij heel
dicht bij huis blijft en vertelt over
eigen ervaringen van waanzin en
verwondering. Tegelijk heb ik deze
keer iets van een negatieve "déja
vu": het is weer allemaal hetzelfde
of maar een heel klein beetje an
ders.
Dan dreigt het ergste wat schrij
ver en lezer kan overkomen: verve
ling. Ik heb me wel degelijk een
vier-, vijftal verhalen zitten verve
len en pas na koppig doorlezen
werd ik zo hier en daar weer getrof
fen door dat ooit zo behaaglijke ge
voel van genegenheid voor de
schrijver en zijn wonderlijke spin
sels. Zodra er moedeloze persoon
lijkheden voortsjokken onder het
juk van hun eigen kleine noodlot,
klaar ik op. Klein, maar invoelbaar
leed, dat is het mooiste.
Er is weinig niveauverschil tus
sen de 23 verhalen, maar ik had
vooral aardigheid in, zeg maar, de
laatste tien vertellingen, zoals "Sa
tirisch blijspel" ('Die Piet Huiden
koper is het ineens in de bol gesla
gen'.), "Hansworsten" vooral
(waarin de hopeloze ik zich buiten
in de vrieskoude waagt. "Ik nam af
scheid, mijn vrouw en ik wierpen
ons op de divan en er volgde een
onstuimige omhelzing. Eva is na
melijk ieder ogenblik bang dat de
hartaanval bij mij nu echt zal toe
slaan en daarom is ieder afscheid
bij ons een afscheid alsof het het
laatste is".) en "De zenuwachtige
boer", waarin de landman des zon
dags verkrampt in zijn stoel zit te
wachten tot het Noodlot, in eender
welke vorm, zal toeslaan.
Het. mooiste verhaal? Ik aarzel
tussen het korte, heel zuivere en
eenvoudige "Ruhe des Todes",
waarin de stervende Piet van Dijk,
wekenlang krijsend van pijn en el
lende, eindelijk bezoek krijgt van
"de mooie vrouw in de bontjas", en
anderzijds "In de roeiboot". Hierin
tracht de hoofdpersoon te genieten
van de natuur op het water, tot hij
- het is al donker geworden -
wordt gestoord doornou ja,
Herman Brusselmans.
leest u zelf maar. Een verhaal dat
me deed denken aan een jongere,
minder ingedutte Biesheuvel.
De ware Biesheuveliaan koopt
de boeken van de schrijver toch
wel, maar een behoedzamer en
achterdochtiger lezer zou zich -
mettertijd - kunnen afvragen:
vind ik Biesheuvels kruimellitera
tuur niet saai worden? Maar zó ver
ben ik zelf nog niet.
ROB VOOREN
'Zijn er kanalen in Aalst?' door Her
man Brusselmans. Bert Bakker,
ƒ24,90.
'De angstkunstcnaar' door J.M.A.
Biesheuvel. Meulenholï, 26,50 (geb.
ƒ39,50).
Literaire hoogstandjes zijn de ro
mans van de Nigeriaanse schrijf
ster Buchi Emecheta niet, maar
boeiend zijn ze zeker. Na 'Als een
tweederangs burger', 'De zegenin
gen van het moederschap' en 'De
prijs van de bruid' verscheen on
langs een vierde boek, getiteld
'Vrouwenhandel', in een Neder
landse vertaling.
'Vrouwenhandel' speelt aan het
begin van deze eeuw in Nigeria, op
dat moment een Engelse kolonie.
Hoofdpersoon is het Ibo-meisje
Ogbanje Ojebeta. Als ze zes jaar is
wordt het dorp waar ze woont plot
seling geteisterd door een geheim
zinnige ziekte. In een paar zinnen
weet Emecheta de 'onwezenlijke'
effecten van de Engelse kolonisatie
te schetsen: 'In Ibuza begonnen
verklaringen de ronde te doen over
hoe de ziekte werd veroorzaakt.
Vóór die tijd wisten de meeste
die in het binnenland van
Nigeria woonden niet dat het hele
land nu toebehoorde aan het volk
dat de Britten heette. Nu, in het
jaar 1916, ging het gerucht dat de
koloniale heersers in oorlog waren
met hun buren 'de Germani's' en
dat die laatsten de Britten bestre
den door giftig gas in de lucht te
blazen. Al je het inademde stierf je.
Veel mensen vroegen zich af wat zij
met de Germani's te maken had
den en de Germani's met hen. Er
was niemand om hun vragen te be
antwoorden'.
Zowel Ojebeta's vader als haar
moeder overleven de 'felenza' niet.
Het meisje wordt dan door haar ou
dere broer Okolie als huisslaaf ver
kocht aan een ver familielid 'Ma
Palagada'. Deze vrouw staat sym
bool voor een typische Afrikaans
fenomeen: de marktmama's die de
handel, in sommige landen tot op
de dag van vandaag, de lokale
markten beheersen. Wanneer Oje
beta bijna volwassen is en haar ba
zin overweegt haar uit te huwelijk,
vlucht ze weg om te trouwen met
de man van haar keuze.
In dit 'ogenschijnlijk weinig
spectaculaire verhaal beschrijft
Emecheta op heldere wijze de Afri
kaanse tradities en gewoonten, de
invloed van de Engelse kolonisatie
en, een thema dat in al haar romans
aan de orde komt, dé positie van de
Afrikaanse vrouw. Ze maakt daar
van geen karikatuur. De Afrikaan
se vrouw is bij Emecheta noch wil
loos slachtoffer noch de krachtfi
guur, de 'oermoeder' die sommige
van haar mannelijke collega's van
haar maken. Emecheta maakt wel
duidelijk dat vrouwen moeten op
boksen tegen allerlei tradities die
haar ontwikkeling en persoonlijke
vrijheid belemmeren.
ADVERTENTIE
Van de mannen hebben ze daar
bij weinig te verwachten. Okolie
verkoop zijn zus om er zelf beter
van te worden, Pa Palagada kijkt
toe hoe zijn vrouw het geld ver
dient en de ogenschijnlijk zo mo
derne Jacob, waar Ojebeta mee
trouwt, vindt pas rust als hij -jaren
later- de bruidsprijs voor haar heeft
betaald.
Emecheta besluit: "Terwijl
Groot-Brittannië opnieuw als over
winnaar uit een oorlog te voor
schijn komt en er prat op ging een
eind gemaakt te hebben aan de sla
vernij die het in al zijn zwarte kolo
niën had helpen verbreiden, wis
selde Ojebeta, nu een vrouw van
vijfendertig, van meester".
NICOLE LUCAS
BOEKHANDEL
LEIDEN LEIDERDORP
OEGSTGEEST KATWIJK
VOORSCHOTEN
Alle op deze pagina besproken
boeken zijn bij ons dlrekt lever
baar, óf vla onze TERMINAL te
bestellen en dan binnen drie da-
gen verkrijgbaar.
De Newyorkse advocaat Andrew
Vachss creëerde in zijn vorig boek
de ex-bajesklant Burke, die vis
send in het uiterst troebele water
van Manhattan het hoofd net bo
ven water kan houden. In opdracht
van uitzonderlijke figuren verricht
hij daar wat gevaarlijk speurwerk,
waarbij hij zijn doel vaak de midde
len laat heiligen. Was het in 'Bur
ke's Manhattan' zijn kleurrijke
vriendin Flood die hem tot actie
bracht, in Vachss' tweede boek
komt hij op aandringen van de ma-
fiaprinses Strega in het geweer te
gen kinderporno.
Vachss is als advocaat gespecia
liseerd in kinderrecht en kinder
mishandeling. Hij weet dus waarop
hij zijn speurder afstuurt. Hij om
ringt Burke met een levendig inter
nationaal gezelschap van extrava
gante figuren. Veelzijdige hulpen
in de kruistocht tegen de
wekkende exploitatie van kinde
ren. Maar ik vind wel dat Vachss
zich ditmaal erg te buiten gaat aan
de detaillering van de maatregelen
die Burke neemt om in het ruige en
bloeddorstige Manhattan te overle
ven. Maatregelen die het verhaal
veelal overbodig blijken en er der
halve als ballast aan hangen.
Het lijkt wel of Vachss zijn lezers
voor alles wil laten weten wat een
gruwelijke jungle Manhattan wel
is. Om in de jungle te overleven
moet je de roofdieren kennen, zo
zegt hij ergens. Dus neemt de door
bittere ervaringen wijs geworden
Burke niet het kleinste risico.
Daardoor duurt het (te) lang eer hij
echt in actie komt. Maar als het
eenmaal zover is vliegen de bloedi
ge spetters in het rond.
Kinderporno is moeilijk te bewij
zen en zelfs als er een bewijs ligt
komen de daders er met relatief
lichte straffen af. Burke laat het zo
ver niet komen, hij helpt 'het recht'
een handje. Of beter: een hele stevi
ge hand. En op die momenten is
Andrew Vachss echt goed op dreef.
Traag motel
'Motel van de angst' van Dean R.
Koontz is een traag verhaal. De au
teur neemt alle tijd en ruimte om
het gegeven zorgvuldig in elkaar te
zetten. Hij vraagt veel geduld van
de lezers voor hij iedereen uit het
gezelschap heeft voorgsteld. Een
gezelschap, dat een geheim deelt.
Het weet zelf niet wat of welk, om
dat de symptomen bij iedereen ver
schillend zijn.
Een veelbelovend jong schrijver
maakt griezelig gevaarlijke slaap
wandelingen, een eveneens jeugdi
ge chirurg raakt volledig in paniek
als zij zwarte handschoenen ziet,
een priester verliest van het ene
moment op het andere zijn geloof,
een zevenjarig meisje tekent alleen
nog maar bloedrode manen en een
ex-marinier is ineens als de dood
voor de duisternis. Waar komt die
verstikkende angst vandaan? Een
gruwelijke angst, die hen allen in
zijn greep houdt en anderen tot
zelfmoord heeft gedreven.
Dean Koontz komt ten slotte na
zijn ellenlange inleiding tot een bij
na afdoende verklaring. Maar niet
helemaal, omdat hij de buitenaard
se verschijnselen die zich hier en
daar hebben voorgedaan verder
volledig buiten beschoüwing laat.
Het zet het geheel danig op losse
schroeven. Koontz mag dan tot de
conclusie komen dat het onaanne
melijk is dat de schepping alleen is
bedoeld voor dat relatief kleine
groepje wezens op onze relatief
kleine aardkloot, maar veel verder
dan die bewering komt hij niet.
Intussen heeft de lezer(es) zich
wel door een dikke vijfhonderd pa
gina's kleine lettertjes moeten wor
stelen. De enige winst van zo uit
voerig schrijven is dat de ten tonele
gebrachte figuren, hun doen en la
ten, hun denken en gevoelen wat
verder kunnen worden uitgediept.
En er zijn best figuren bij met wie
het leuk is kennis te maken. Maar
ook zij kunnen het niet helpen dat
men moe is van het langdurig ploe
teren door een brij van woorden
voordat de toch nog spectaculaire
slotepisode wordt bereikt. Die kan
ook niet alles goedmaken.
KOOS POST
'Strega' door Andrew Vachss en
'Motel van de angst' door Dean R.
Koontz. Beide verschenen bij Lui-
tingh (resp. 29,90 en 34,50).