Zak vol feitjes zonder verband Maarten Biesheuvels kruimelliteratuur (nog) niet saai DE KEER Andrew Vachss' Burke in een lagere versnelling Vrouw in Afrika moet opboksen tegen tradities Vargas Llosa zet leger Peru in verdachtenbank De biografie van Simon Vestdijk De beperkte vrijheid van Peereboom De vrolijke lach teruggevonden bij Brusselmans DONDERDAG 10 DECEMBER 1987 PAGINA 9 Groot schrijver, maar minder groot politicus Na een serie dikke boeken (als 'De oorlog aan het einde van de we reld') kwam Mario Vargas Llosa vorig jaar met een uitgesponnen novelle, die zojuist in het Neder lands vertaald is onder de titel 'Wie heeft Palomino Molero vermoord ?- Het boek heeft de contouren van een thriller. Men vindt het lijk van een jonge soldaat die op beestach tige wijze is vermoord en de twee politiemannen die het misdrijf wil len oplossen worden ernstig door het leger tegengewerkt. Uiteinde lijk ontdekken zij, luitenant Silva en agent Lituma, wie Palomino Molero heeft vermoord en vervol gens worden ze overgeplaatst. De naam Lituma zal lezers van Llosa's 'Het groene huis' bekend voorkomen en het gaat dan ook om dezelfde figuur. In die. roman was hij een jongeman die uit de gevan genis terugkeert in zijn woonplaats Piura en om deze heuglijke gebeur tenis te vieren met zijn vroegere kroegmaatjes, 'de onsterfelijken', naar het bordeel wil. Omdat zij we ten dat daar, in 'het groene huis', te genwoordig Lituma's vriendinne tje werkt en omdat een van hen een relatie met haar heeft, proberen zij hem van het bezoek af té houden. Hun opzet mislukt maar de onver mijdelijke confrontatie loopt met een stevige sisser af. Nu was de tocht van Lituma en zijn vrienden door het nachtleven van Piura maar één van de lagen in 'Het groene huis' en die gelaagd heid mist het nieuwe boek nu juist. 'Wie heeft Palomino Molero ver moord?' is inderdaad niet meer dan een serie soms spannende en intrigerende gebeurtenissen die Lituma meemaakt. Llosa is een groot schrijver, maar juist bij een wat zwakker werk als dit realiseer je je dat hij daarnaast een belangrijk Peruviaans politi cus is. En die kant van zijn per soonlijkheid vind ik minder groot. Graag mag Llosa schimpen op linkse intellectuelen in het Westen die het liefst een radicaal bewind in Peru zouden zien, zelf pleit hij voor een 'derde' weg. In de praktijk be schermt hij echter de bestaande or de, zoals in het onderzoek naar de moord op een aantal journalisten, die volgens de schrijvende politi cus door de guerrillabeweging 'Het lichtende pad" zou zijn gepleegd, terwijl het leger daarvoor verant woordelijk bleek. Overigens merkwaardig genoeg hetzelfde leger dat achter de moord op Palomino Molero zit. Je kunt je afvragen of Llosa achteraf spijt heeft gekregen van zijn 'onder zoek'. Wil hij nu in deze novelle wel laten zien waartoe het leger in zi.jn land allemaal in staat is? Of wil hij betogen dat het leger in 1957 niet dat van 1986 is? Want Llosa situeert zijn verhaal in 1957. Dat zijn de raadsels die je tijdens het lezen van dit nieuwe boek worden gesteld. Grotere raadsels dan dat uit de ti tel, wantje weet al op pagina 23 wie de moord op zijn geweten heeft. AUGUST HANS DEN BOEF. 'Wie heeft Palomino Molero ver moord?' Mario Vargas Llosa. Vertaling Mieke Westra, uitgeverij Meulenhoff, 27,50. "Dit is niet dé biografie, maar wel de eerste". Hans Uitdewilligen van de Utrechtse uitgeverij Kwadraat legde onlangs bij de presentatie van de Vestdijk-biografie met deze woorden al veel vast over de waar de van het levenswerk van Hans Visser. Hij nodigde als het ware an dere biografen uit aan de slag te gaan en het werk van Visser als ba- Hans Visser zegt het in het na woord van zijn boek: "Deze biogra fie is een begin. Veel van wat in de ze biografie wordt aangestipt, zal nader moeten worden onderzocht - biografieën zijn altijd meer ency clopedieën dan van encyclopedi sche volledigheid". Dat doet den ken aan een schooljongen die zijn repetitie inlevert en een 8 ver wacht, omdat hij de docent al bij voorbaat zijn excuses heeft ge maakt voor het ontbreken van een paar antwoorden. Vissers doel was aan te tonen hoezeer Vestdijks leven bepalend was voor de inhoud van zijn wer ken. Eigenlijk komt dat neer op herhaling van zetten. Veel van wat Visser nu presenteert was al in een of andere vorm bekend. De getui genissen van de vele mensen die Vestdijk al dan niet van nabij heb ben meegemaakt, leveren slechts zelden nieuws. Visser heeft zijn gegevens neer gelegd in een - wat hij noemt - fei tenbiografie. Een lange reeks van feiten en feitjes, ruim 700 bladzij den lang. Visser wilde geen inter preterende biografie maken. Maar wat heb je aan een zakvol feitjes zonder dat daarin afdoende ver band wordt gebracht? Vissers interpretatie-huiver blijkt ver te gaan. Dat uit zich het duidelijkst in de structuur die hij voor zijn biografie heeft gekozen. Hij koos voor de opvattingen van prof. dr. B. C. J. Lievegoed die het leven van de mens verdeelt in di verse perioden die elk hun eigen kenmerken hebben. De overgan gen gaan gepaard met crises. Vis ser meent dat deze visie ook toe pasbaar is op het leven van Vest dijk. Hij heeft zijn biografie aldus ingedeeld. Zijn chronologische benadering van de materie werkt evenwel niet goed uit. Sterker nog: Visser is er in verstrikt geraakt. Veel te vaak komt hij terug op hetgeen hij twee bladzijden, twee hoofdstukken al eerder heeft verteld. Terugvallen kan onvermijdelijk of noodzakelijk zijn, maar het wordt toch hinder lijk wanneer dezelfde informatie in nagenoeg gelijke bewoordingen te rugkomt. Vooral wanneer in het notenapparaat hetzelfde naar vo ren wordt gebracht als in de tekst waarop de noot betrekking heeft. Een chronologische benadering is vooral niet vol te houden wan neer sprake is van een 'rode draad'. Om twee draden te noemen: de pressies en meisjes. Voor de lezer werkt die versnippering versluie rend omdat je nooit een helder beeld krijgt van oorzaken, kenmer ken en effecten van de depressies. Waarom niet gewoon een of meer hoofdstukken gewijd aan het ver schijnsel? Nog sterker doet zich een gemis aan thematische benadering voe len wanneer Vestdijks relatie tot vrouwen aan bod komt. Dit facet uit Vestdijks leven (zeer bepalend voor zijn leven) éist een diepgaan der behandeling. Met een simpele opsomming van talloze veroverin gen en evenzovele blauwtjes kom je er niet. Zo zijn er meer zaken die wel worden aangehaald, maar niet van voldoende diepgang worden voor zien. Onder meer in de Vestdijk kroniek is een stevige discussie ontbrand over de houding van Vestdijk in de oorlog. Heeft Vest dijk zich nu wel of niet bii de Kul tuurkamer aangemeld om zich uit het gijzelaarschap te bevrijden? Visser is hier bepaald summier. Deze en nog veel meer vragen laat Visser liggen. Het antwoord er op is van groot belang als we Vest dijk echt willen leren kennen. Zo groot is dat belang, dat je je kunt af vragen of Visser een onnuttig werk heeft afgeleverd en misschien be ter toch samenwerking had kun nen zoeken met een literator. Dan zou wellicht de waardevolle literai re nalatenschap van Vestdijk (die Visser niet kon raadplegen na ruzie met de weduwe van Vestdijk) ten volle hebben kunnen worden be nut. Dé biografie is het dus inderdaad niet. Vissers werkstuk is te frag mentarisch, te anekdotisch en mist structuur. En is tot overmaat van ramp zeer slordig door Kwadraat afgewerkt. Visser die veertien jaar aan de biografie heeft gewerkt, ver dient al met al toch meer dan een boek dat al bij de uitgave is voor zien van een inlegvel met een stuk of tien errata. Het boek is een waar foutenfestival. RUUD KERSTEN Simon Vestdijk, een schrijversle ven, Hans Visser, uitg. Kwadraat, pa perback 74,50, gebonden 94,50. Simon Vestdijk. J.J. Peereboom. Nico Steene, de hoofdpersoon van 'Een man aan de deur', werkt voor de televisie, op de afdeling filmzaken. Op een dag krijgt hij een idee voor een do cumentaire: hij wil een pro gramma maken over zijn dorps genoten, de bewoners van een dorp in het Gooi. Steene wil la ten zien hoe men denkt, voelt en leeft. Uiteindelijk hoopt hij te ontdekken wat het begrip 'vrijheid' voor hen inhoudt. Op zijn werk spant Steene zich op een bepaald moment in voor een jonge medewerker, die ontslagen dreigt te worden. Niet omdat hij zijn werk slecht doet, nee, het gedrag van de jonge medewerker valt slecht bij de chef. De jongen houdt er gedachten op na die zijn meer dere niet zinnen. De documentaire en de hulp actie vormen de hoofdbestand delen van deze nieuwe roman van J.J. Peereboom. Vrijheid is het sleutelwoord: hoe vrij is de mens, wanneer komt hij in bot sing met zijn medemensen? Peereboom beschrijft op knappe manier hoe Steene zijn programma probeert te maken: zijn bezoeken aan mogelijke kandidaten, de argwaan die hij ioms ontmoet. Peereboom lardeert, de be schrijvingen van de w< tm- heden met verhalen over de dorpsbewoners, zodat de lezer op een bepaald moement rede lijk goed op de hooge is van hun reilen en zeilen. En dat reilen en zeilen blijkt voornamelijk te be staan uit schipperen. Schippe- i tussen gezin en vriendin bij voorbeeld. Het is alsof de schrijver zegt: vrijheid? - iedereen loopt in een tredmolen, en af en toe mag je heel even uit om een rondje door de kamer te lopen. Hoe somber. Gelukkig krijgt de le- geen molensteen om zijn hals, daarvoor schrijft Peere boom bij vlagen te humoris tisch. WIM BRANDS 'Een man aan de deur' door J.J. Peerboom, uitgegeven door de Ar beiderspers. De vrolijke lach die ons in deze tij den van duister en weinig opwin dende letterkunde wat is ontscho ten, heb ik onlangs teruggevonden in het tweede boek van Herman Brusselmans, een Vlaams auteur, die her en der spraak maakte met zijn debuut "Heden ben ik nuch ter". Eindelijk weer, nu ook Car- miggelt ons is ontvallen, een hu morist van klasse die met zijn ver makelijke levenstragiek mij nog het meest doet denken aan Lévi Weemoedt - maar wel met een ge heel eigen toon en stijl. In zijn nieuwe roman "Zijn er ka nalen in Aalst?" voert Brusselmans ons mede naar het treurige domein van Eduard Kronenburg, het mi nisterie van A T te Brussel, waar de ongelukkige, aan levensleed en - angst lijdende werknemer tot taak heeft te controleren middels tele foontjes of arbeidsongeschikten niet inmiddels zijn overleden, zo dat hun namen uit de boeken ge schrapt en hun uitkeringen ge staakt kunnen worden. Een ontzettend bestaan, waaraan Eduard, een waarachtig romanti cus, zich alleen kan onttrekken door grappen en grollen uit te ha len, zowel met de stakkers aan de andere kant van de lijn als met zijn bevriende collega's. Voorts drinkt hij iedere wanhopige werkdag tal loze blikjes bier (van het merk Ju- piler) en is hij regelmatig verliefd, i.e. op Mabiche, die weer een ver houding heeft met Dolf, zijn beste vriend. Om de chaos van zijn leven compleet te maken is hij ook nog uitzonderlijk gelukkig getrouwd met Gloria, die deze halve waanzin nige troetelt en koestert als een kind. Komt het ooit nog in orde met de ongelukkige Eduard? "Ik moet lo gisch leren denken, dacht hij. Wie dat bereikt kan ook logisch leren leven. Logisch en begrijpelijk en samenhangend, zoals een eenvou dig doch diepzinnig verhaal, ver teld door iemand met een heldere stem, die iedereen kan verstaan". De lezer vreest evenwel het erg ste, daarin ferm gesteund door de tobbende hoofdpersoon zelf. "Zijn er kanalen in Aalst? vroeg Eduard zich. Vijf jaar lang had hij in de buurt gewoond en hij wist het niet eens. De meest voor de hand lig gende waarheden waren hem on bekend. Hij wist nooit iets". Toch weet Eduard, zij het met moeite en de montere hulp van vrienden, vriendinnen en vrouw, zich te handhaven. Humor is daar toe de sleutel, en over een (niet zel den grof en adrem) soort humor be schikt de lijder in ruime mate. De tussen-de-middag-uitstapjes met Dolf en Splendide zijn een verade ming: er wordt krachtig ingeno men op de terrasjes, grappen en wedergrappen vliegen over de ta feltjes. Zelfs is er een opwekkende ont moeting met de vloeiend Fins spre kende, bekende schrijver Brussel- mans zelf, "een schrijver van nu en dan een roman en hij had een schit terende vrouw die Gerdox heette. Verder had hij een gezicht dat sur realistische schilders tot model diende en zoop hij zich verloren". Ondanks alle angst, wanhoop, zuiperijen en zotternij loopt het tenslotte met Eduard toch nog goed af. Nou ja, hij besluit schrijver te worden. "Zijn er kanalen in Aalst?" is een van de geestigste boeken die ik de laatste tijd heb ge lezen, en.een bewijs dat romantiek, vermenging van humor en wan hoop, geen Hollands unicum is. Want dit is van alle tijden en overal, gelukkig: "Angst Liefde Wan hoop Twijfel Verlangen naar Maarten Biesheuvel. goa weet wat beheersten z'n hele bestaan en dat was dat, verder niks, behalve misschien de krijsende ka ters na het zuipen. Het Zuipen uit Onmacht". Voor moedeloze derti gers en veertigers een boek vol Troost van een, dat zij gezegd, uit stekend schrijver. Ook hier in het bevroren noor den zijn er gerenommeerde schrii- n lijders aan Angst etc. Biesheuvel is uit. "De angstkunstenaar" heet de bundel en ja, ze staat weer vol met bange beschouwingen, sentimentele en toch montere overpeinzingen, wonderlijke sprookjes met een du bieus diepzinnige moraal en veel somberte. Dat alles in Biesheuvels unieke stijl: een bezwerend gekab- bel van zinnen en woorden, wanho pig aaneengeregen. De stijl van een eenzame zondagsschrijver. Vergeleken met de extraverte humor van Brusselmans is die van Biesheuvel dieper en subtieler ver borgen onder de woordenvloed. Gekte speelt minder een rol dan vroeger, maar verder komen we weer veel romantische hopeloos heid tegen, dezelfde door en over het leven verwarde types, in wie we niet zelden de auteur zelf vermoe den. Nu kan men een boek van Biesheuvel alleen vergelijken met andere boeken van Biesheuvel en dat geeft weinig houvast. "De angstkunstenaar" benadert het niveau van mijn persoonlijke favorieten: "In de Bovenkooi" en "Reis door mijn kamer"; Biesheu vel vind ik op zijn best, als hij heel dicht bij huis blijft en vertelt over eigen ervaringen van waanzin en verwondering. Tegelijk heb ik deze keer iets van een negatieve "déja vu": het is weer allemaal hetzelfde of maar een heel klein beetje an ders. Dan dreigt het ergste wat schrij ver en lezer kan overkomen: verve ling. Ik heb me wel degelijk een vier-, vijftal verhalen zitten verve len en pas na koppig doorlezen werd ik zo hier en daar weer getrof fen door dat ooit zo behaaglijke ge voel van genegenheid voor de schrijver en zijn wonderlijke spin sels. Zodra er moedeloze persoon lijkheden voortsjokken onder het juk van hun eigen kleine noodlot, klaar ik op. Klein, maar invoelbaar leed, dat is het mooiste. Er is weinig niveauverschil tus sen de 23 verhalen, maar ik had vooral aardigheid in, zeg maar, de laatste tien vertellingen, zoals "Sa tirisch blijspel" ('Die Piet Huiden koper is het ineens in de bol gesla gen'.), "Hansworsten" vooral (waarin de hopeloze ik zich buiten in de vrieskoude waagt. "Ik nam af scheid, mijn vrouw en ik wierpen ons op de divan en er volgde een onstuimige omhelzing. Eva is na melijk ieder ogenblik bang dat de hartaanval bij mij nu echt zal toe slaan en daarom is ieder afscheid bij ons een afscheid alsof het het laatste is".) en "De zenuwachtige boer", waarin de landman des zon dags verkrampt in zijn stoel zit te wachten tot het Noodlot, in eender welke vorm, zal toeslaan. Het. mooiste verhaal? Ik aarzel tussen het korte, heel zuivere en eenvoudige "Ruhe des Todes", waarin de stervende Piet van Dijk, wekenlang krijsend van pijn en el lende, eindelijk bezoek krijgt van "de mooie vrouw in de bontjas", en anderzijds "In de roeiboot". Hierin tracht de hoofdpersoon te genieten van de natuur op het water, tot hij - het is al donker geworden - wordt gestoord doornou ja, Herman Brusselmans. leest u zelf maar. Een verhaal dat me deed denken aan een jongere, minder ingedutte Biesheuvel. De ware Biesheuveliaan koopt de boeken van de schrijver toch wel, maar een behoedzamer en achterdochtiger lezer zou zich - mettertijd - kunnen afvragen: vind ik Biesheuvels kruimellitera tuur niet saai worden? Maar zó ver ben ik zelf nog niet. ROB VOOREN 'Zijn er kanalen in Aalst?' door Her man Brusselmans. Bert Bakker, ƒ24,90. 'De angstkunstcnaar' door J.M.A. Biesheuvel. Meulenholï, 26,50 (geb. ƒ39,50). Literaire hoogstandjes zijn de ro mans van de Nigeriaanse schrijf ster Buchi Emecheta niet, maar boeiend zijn ze zeker. Na 'Als een tweederangs burger', 'De zegenin gen van het moederschap' en 'De prijs van de bruid' verscheen on langs een vierde boek, getiteld 'Vrouwenhandel', in een Neder landse vertaling. 'Vrouwenhandel' speelt aan het begin van deze eeuw in Nigeria, op dat moment een Engelse kolonie. Hoofdpersoon is het Ibo-meisje Ogbanje Ojebeta. Als ze zes jaar is wordt het dorp waar ze woont plot seling geteisterd door een geheim zinnige ziekte. In een paar zinnen weet Emecheta de 'onwezenlijke' effecten van de Engelse kolonisatie te schetsen: 'In Ibuza begonnen verklaringen de ronde te doen over hoe de ziekte werd veroorzaakt. Vóór die tijd wisten de meeste die in het binnenland van Nigeria woonden niet dat het hele land nu toebehoorde aan het volk dat de Britten heette. Nu, in het jaar 1916, ging het gerucht dat de koloniale heersers in oorlog waren met hun buren 'de Germani's' en dat die laatsten de Britten bestre den door giftig gas in de lucht te blazen. Al je het inademde stierf je. Veel mensen vroegen zich af wat zij met de Germani's te maken had den en de Germani's met hen. Er was niemand om hun vragen te be antwoorden'. Zowel Ojebeta's vader als haar moeder overleven de 'felenza' niet. Het meisje wordt dan door haar ou dere broer Okolie als huisslaaf ver kocht aan een ver familielid 'Ma Palagada'. Deze vrouw staat sym bool voor een typische Afrikaans fenomeen: de marktmama's die de handel, in sommige landen tot op de dag van vandaag, de lokale markten beheersen. Wanneer Oje beta bijna volwassen is en haar ba zin overweegt haar uit te huwelijk, vlucht ze weg om te trouwen met de man van haar keuze. In dit 'ogenschijnlijk weinig spectaculaire verhaal beschrijft Emecheta op heldere wijze de Afri kaanse tradities en gewoonten, de invloed van de Engelse kolonisatie en, een thema dat in al haar romans aan de orde komt, dé positie van de Afrikaanse vrouw. Ze maakt daar van geen karikatuur. De Afrikaan se vrouw is bij Emecheta noch wil loos slachtoffer noch de krachtfi guur, de 'oermoeder' die sommige van haar mannelijke collega's van haar maken. Emecheta maakt wel duidelijk dat vrouwen moeten op boksen tegen allerlei tradities die haar ontwikkeling en persoonlijke vrijheid belemmeren. ADVERTENTIE Van de mannen hebben ze daar bij weinig te verwachten. Okolie verkoop zijn zus om er zelf beter van te worden, Pa Palagada kijkt toe hoe zijn vrouw het geld ver dient en de ogenschijnlijk zo mo derne Jacob, waar Ojebeta mee trouwt, vindt pas rust als hij -jaren later- de bruidsprijs voor haar heeft betaald. Emecheta besluit: "Terwijl Groot-Brittannië opnieuw als over winnaar uit een oorlog te voor schijn komt en er prat op ging een eind gemaakt te hebben aan de sla vernij die het in al zijn zwarte kolo niën had helpen verbreiden, wis selde Ojebeta, nu een vrouw van vijfendertig, van meester". NICOLE LUCAS BOEKHANDEL LEIDEN LEIDERDORP OEGSTGEEST KATWIJK VOORSCHOTEN Alle op deze pagina besproken boeken zijn bij ons dlrekt lever baar, óf vla onze TERMINAL te bestellen en dan binnen drie da- gen verkrijgbaar. De Newyorkse advocaat Andrew Vachss creëerde in zijn vorig boek de ex-bajesklant Burke, die vis send in het uiterst troebele water van Manhattan het hoofd net bo ven water kan houden. In opdracht van uitzonderlijke figuren verricht hij daar wat gevaarlijk speurwerk, waarbij hij zijn doel vaak de midde len laat heiligen. Was het in 'Bur ke's Manhattan' zijn kleurrijke vriendin Flood die hem tot actie bracht, in Vachss' tweede boek komt hij op aandringen van de ma- fiaprinses Strega in het geweer te gen kinderporno. Vachss is als advocaat gespecia liseerd in kinderrecht en kinder mishandeling. Hij weet dus waarop hij zijn speurder afstuurt. Hij om ringt Burke met een levendig inter nationaal gezelschap van extrava gante figuren. Veelzijdige hulpen in de kruistocht tegen de wekkende exploitatie van kinde ren. Maar ik vind wel dat Vachss zich ditmaal erg te buiten gaat aan de detaillering van de maatregelen die Burke neemt om in het ruige en bloeddorstige Manhattan te overle ven. Maatregelen die het verhaal veelal overbodig blijken en er der halve als ballast aan hangen. Het lijkt wel of Vachss zijn lezers voor alles wil laten weten wat een gruwelijke jungle Manhattan wel is. Om in de jungle te overleven moet je de roofdieren kennen, zo zegt hij ergens. Dus neemt de door bittere ervaringen wijs geworden Burke niet het kleinste risico. Daardoor duurt het (te) lang eer hij echt in actie komt. Maar als het eenmaal zover is vliegen de bloedi ge spetters in het rond. Kinderporno is moeilijk te bewij zen en zelfs als er een bewijs ligt komen de daders er met relatief lichte straffen af. Burke laat het zo ver niet komen, hij helpt 'het recht' een handje. Of beter: een hele stevi ge hand. En op die momenten is Andrew Vachss echt goed op dreef. Traag motel 'Motel van de angst' van Dean R. Koontz is een traag verhaal. De au teur neemt alle tijd en ruimte om het gegeven zorgvuldig in elkaar te zetten. Hij vraagt veel geduld van de lezers voor hij iedereen uit het gezelschap heeft voorgsteld. Een gezelschap, dat een geheim deelt. Het weet zelf niet wat of welk, om dat de symptomen bij iedereen ver schillend zijn. Een veelbelovend jong schrijver maakt griezelig gevaarlijke slaap wandelingen, een eveneens jeugdi ge chirurg raakt volledig in paniek als zij zwarte handschoenen ziet, een priester verliest van het ene moment op het andere zijn geloof, een zevenjarig meisje tekent alleen nog maar bloedrode manen en een ex-marinier is ineens als de dood voor de duisternis. Waar komt die verstikkende angst vandaan? Een gruwelijke angst, die hen allen in zijn greep houdt en anderen tot zelfmoord heeft gedreven. Dean Koontz komt ten slotte na zijn ellenlange inleiding tot een bij na afdoende verklaring. Maar niet helemaal, omdat hij de buitenaard se verschijnselen die zich hier en daar hebben voorgedaan verder volledig buiten beschoüwing laat. Het zet het geheel danig op losse schroeven. Koontz mag dan tot de conclusie komen dat het onaanne melijk is dat de schepping alleen is bedoeld voor dat relatief kleine groepje wezens op onze relatief kleine aardkloot, maar veel verder dan die bewering komt hij niet. Intussen heeft de lezer(es) zich wel door een dikke vijfhonderd pa gina's kleine lettertjes moeten wor stelen. De enige winst van zo uit voerig schrijven is dat de ten tonele gebrachte figuren, hun doen en la ten, hun denken en gevoelen wat verder kunnen worden uitgediept. En er zijn best figuren bij met wie het leuk is kennis te maken. Maar ook zij kunnen het niet helpen dat men moe is van het langdurig ploe teren door een brij van woorden voordat de toch nog spectaculaire slotepisode wordt bereikt. Die kan ook niet alles goedmaken. KOOS POST 'Strega' door Andrew Vachss en 'Motel van de angst' door Dean R. Koontz. Beide verschenen bij Lui- tingh (resp. 29,90 en 34,50).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 9