'Betrokkenheid is er echt' Ron Brandsteder over in glitter verpakte tv-actie Harrison pakt verrassend uit Harde klappen komen niet aan De slippers aan voor luie bui Kippevel van een prachtplaat Verkeerde gok 'Hedda Gabler' Fraaie raadsels Brandtheater LEST met mooie Pinter POP ZATERDAG 5 DECEMBER iy«7 KUNST PAGINA 33 Ronnie-honey wordt hij al gekscherend genoemd. Mr. Showbizz, Ron Brandsteder (37) is spraakmakend bezig met zijn Honeymoonkwis. Hij wordt getipt als de kandidaat voor de Televizierring met zijn nieuwste spelprogramma, dat zich wekelijks mag verheugen in een hoge kijkdichtheid. Mr. Showbizz en zegt dezelfde zorgen te hebbeb als miljoenen andere Nederlanders. Centraal staat zijn gezin, dat alles voor hem betekent en waaraan hij graag zijn carrière ondergeschikt maakt. door Peter Contant HILVERSUM (GPD) - De asbak wordt gestaag voller in het kleine werkvertrek van Ron Brandsteder in de Aalsmeerse studio van Joop van den Ende. De inrichting is summier: een paar stoelen en een bankje, alsmede een bureau. Brandsteder zit op z'n praatstoel. Uitgebreid zoekend naar woorden; bij vlagen is hij filosofisch, vooral als het gaat om de liefdadigsheids- actie, waaraan zijn Honymoonkwis gekoppeld is. Minutenlang praat hij erover. Het uitbundige gescha ter, op de buis veelvuldig te horen, blijft achterwege. Mr. Showbizz wrijft zich af en toe uitgebreid in de ogen. De prijs van te weinig slaap en te lange dagen. Werkuren van 's ochtends zeven tot twaalf uur 's nachts zijn niet uit zonderlijk bij de zelfstandig produ cent. In het kielzog van de Van den Ende-dynamiek wordt Brandste der meegesleept. Hij merkt dan ook subtiel op: „Als je er gevoelig voor bent, kun je hier behoorlijk mesjogge worden." Zelf heeft hij daar weinig last van. Want de persoon Van den En- de en de sfeer daar omheen spre ken hem aan. „De laatste tien jaar heb ik een vak geleerd, maar uit eindelijk heb ik de laatste twee jaar bij Joop van den Ende het meest opgestoken." In dat gedreven Van den Ende-stramien draait het idool mee. Naar volle tevredenheid. Want zoveel ambities heeft hij niet. En hij hoeft ook niet zonodig naar het buitenland. Een goede, positie ve werksfeer en een fijne club men sen om mee te werken vindt hij veel belangrijker. „En," zegt George Harrison 'Cloud nine' - (Dark Horse Re cords). Weten die lui dan nooit van op houden? Terwijl Paul McCart ney druk doende is met een uit gekookte kerstsingle de jeugd van acht tot tachtig in te pakken, lanceert George Harrisori na een bezinningsperiode van vijf jaar een doorrijpt album dat tot de beste solo-verrichtingen uit het post-Beatles-oeuvre mag wor den gerekend. In de hoogtijdagen van de Fab Four hing hij er ogenschijnlijk een beetje bij. Maar menigeen wist wel beter. Zijn smaakvolle, bijzonder goed uitgewerkte, en bovenal to the point gearrangeer de gitaarsoli hebben van meet af aan een zeer nadrukkelijk stem pel gedrukt op The Beatles. Har risons gitaarwerk in 'All my lo ving' en 'Something' zijn - om een breed tijdsbestek te over bruggen - slechts enkele, maar treffende voorbeelden van zijn muzikale inzicht. Eenmaal weer op eigen benen heeft het hem nooit zo willen luk ken. Hij was niet zo'n werkbijtje als McCartney en miste de gedre venheid van Lennon. Maar zie, een min of meer toevallige ont moeting met ELO-voorman Jeff Lynne heeft geleid tot een boei end samenwerkingsverband waarvan we in de nabije toe komst stellig meer zullen horen. 'Cloud nine' is allereerst een subliem geproduceerde plaat (dat is dus dubbel smullen op CD) vol pakkende melodielijnen en doordacht songmateriaal dat weliswaar nergens echt geniaal is, maar wel vrijwel zonder uit zondering een dikke acht ver dient. En daarbij komen dan nog de sierlijke gitaarduels die hij beurtelings uitvecht met mede producent Jeff Lynne en boe zemvriend Eric Clapton. Om nog maar te zwijgen van de talrijke stijlvarianten die deze lp ken merkt: stevige rock, ingetogen ballades, een hit ('Got my mind set on you'), en als klap op de vuurpijl een geslaagde grap die verwijst naar zijn BeatleS-perio- de ('When we was fab'), compleet met Tm the Walrus'-drumlijnen (Ringo Starr) en 'Strawberry Fields'-strijkers. Brandsteder met nadruk, „ik heb daarom ook helemaal niet zo de be hoefte om voor vol te worden aan gezien." Maar wat doet Brandsteder met een opmerking als zou z'n Honey- moonkwis bij vlagen veel weg heb ben van de laatste reeks shows, die wijlen Willem Ruis maakte? Brandsteden „Er zijn eigenlijk maar tien basisspelletjes in de we reld van spel- en kwisshows. Elk programma, dat zogenaamd een ei gen profiel heeft, is hiervan afge leid. Vandaar, dat al die spelpro- gramma's erg veel op elkaar lijken. Het draait om kandidaten, prijzen en tijd. Alles is eigenlijk al uitge probeerd. Het blijft daarom altijd zoeken naar een formule, waarin een specifieke sfeer en een op zich zelf staande spanning zit, zonder nu meteen naar een ander spelpro gramma te kijken." Acties Amusement koppelen aan een ac tie, zoals nu gebeurt ten behoeve van Jantje Beton; in hoeverre kan dat? En doet dat de presentator persoonlijk nog watof ontbreekt elke affiniteit hiermee? Brandsteder: „In TROS-Aktua zou je natuurlijk uitgebreider aan dacht kunnen vragen voor de pro blematiek van die kinderen dan in dit amusementsprogramma. Feit is, dat daar minder mensen naar kijken. En als je er van uit gaat, dat het doel de middelen heiligt, is het gerechtvaardigd een dergelijke ac tie te ondersteunen op wijze zoals het nu gebeurt. Maar we zouden de fout ingaan als we die actie zo beet zouden pakken, dat het doel mid del zou worden." „Die betrokkenheid van mij, die Kortom, een plaat waarvan je langzaamaan steeds meer gaat houden. De gedachte dringt zich overigens op wat de mensheid te wachten zou hebben gestaan als het roemruchte viertal op dit ni veau nog steeds actief zou zijn. Ik waag een conclusie: alle verering van de Princen en de Madonna's zou tot haar juiste proporties zijn teruggebracht. W.S. Dalbello •She' (EMI) Drie jaar geleden passeerde 'Whomenfoursays' vrijwel onop gemerkt ons land. Dat was de tweede plaat van de Canadese Lisa Dalbello, die daarmee op slag geen tienersterretje meer was. Samen met ex-Bowie gita rist Mick Ronson deed ze alles is er echt. Ik heb mezelf als vader van twee kinderen bewust in deze kwestie verdiept. Ik heb kinderen gezien en gesproken voor wie de actie gevoerd wordt. Je stuit bij die jeugdigen dan op een soort geeste lijke armoede. Kinderen, die het materieel wel goed gaat; ze hebben allemaal Nike-schoenen... Voor de rest is er niks. Op wezenlijke basi selementen stoelt hun leven niet. Het is ook een armoede waarvoor veel van deze kinderen zich scha men. Je zou de brieven eens moe ten lezen, die wij ontvangen heb ben. Dossiers vol ellende." „Het is misschien wel ongebrui- kelijk, dat dit soort maatschappe lijke ontwikkelingen in een amuse mentsprogramma naar buiten moeten komen. Maar het zou mij enorm veel plezier doen, als dank zij die show iets voor deze groep kinderen gerealiseerd wordt. Het geeft mij in elk geval een extra sti mulans om me juist daarvoor in te zetten." Brandsteder spreekt de taal van alle maatschappelijke lagen en ge draagt zich in elke vaderlandse so ciale cultuur naar de daar geldende zeden en gewoonten. Het imago van de snelle jongen, met de sexy look, de romantische uitstraling, die het idool is van zo wel moeder als dochter, roept zelfs enige kriegeligheid bij hem op. „Dat zogenaamde idool-zijn vind ik niet zo verheffend. Het is een uit vloeisel van mijn werk. Vergelijk baar met een arts die wel eens weekenddienst heeft of met een boer, die nooit met vakantie kan. Iets anders is, dat je altijd met je werk geconfronteerd wordt. Of je nou in de file staat of ergens een pakje sigaretten haalt. Je komt nooit meer ergens anoniem bin nen. Ik loop hier de deur uit, naar zelf: musiceren, arrangeren en produceren.. Het resultaat was zeer overtuigend. De opvolger liet heel lang op zich wachten. Als Dalbello al iets van zich liet horen, dan waren dat dubieuze berichten: ze ver taalde voor het Duitse zangeresje Nena liedjes in het Engels, schreef muziek voor de film '9'/^ weeks' en Queensryche en Heart zetten songs van haar op de plaat. Twee jaar geleden kwam ze naar ons land voor een paar optredens, bijgestaan door een bende huurlingen, vier rauwdou wers die haar muziek vakkundig om zeep hielpen. Waren de verwachtingen niet temin te hoog gespannen? Hoe dan ook: 'She' valt tegen. Het re cept ervan vertoont veel over eenkomsten met dat van de voor ganger. Ze zingt met sensuele stem haar teksten over de onaf hankelijke vrouw, maar schroomt niet om soms een flin ke keel op te zetten. Ook instru mentaal heeft ze weer zo veel mo gelijk de touwtjes in eigen hand m'n auto toe en daar staan drie ke rels aan de weg te werken. „Je kan wel zien waar de centen blijven bij de omroep," merkt er één op. Die man weet niet eens, dat die auto he lemaal niet van mij is; dat ik die in bruikleen heb. Mijn werk ligt dus voor de volle honderd procent in de openbaarheid. In het begin is zoiets leuk. Je ge niet ervan. De populariteit. Later is het niet zo leuk meer. Dan moét je er voor waken dat je niet te geiso- leeerd gaat leven. Aan de andere kant: het is leuker als de mensen roepen: „Hé Ronnie, wat gaat-ie lekker" dan „waardeloos Brandsteder". „Ik zit nog niet aan m'n plafond. Ik wil me daarom ook niet te veel vastleggen aan het vak kwismas- ter, al bevalt me dat op het ogen blik prima. Ik ben een vrije vogel, die van veelzijdigheid houd. Mis schien ga ik me in de toekomst meer richten op produkties; tek sten schrijven vind ik ook leuk; liedjes maken. Ik ben zeer gelukkig nu. Ik hoef niet koste wat het kost vooraan te staan. Die ambitie heb ik niet meer. Ik woon leuk in Breukelen. Casi no's, daar hoef ik niet naar toe en dure cruises daarvan houd ik ook niet. Een beetje lachen en een goed boek, dat vind ik veel belangrijker. Alles hoeft ook niet te wijken om de status die ik nu heb te behou den. Financieel zou ik die kunnen uitbuiten door in het weekend op tredens in het land te verzorgen. Maar dat doe ik niet. Ik treed liever thuis op, bij m'n eigen gezin. Con creet betekent het dat zo'n avondje thuis me duizend gulden aan in komsten scheelt. Maar dat geeft aan, dat de carrousel voor mensen in mijn positie veel te snel gaat draaien." gehouden: ze arrangeerde, pro duceerde, speelde drums en toet sen. Dat bepaalt voor een belang rijk deel de aantrekkelijkheid van de muziek. Ze kan zelf de contrasten bepalen en deelt als dat nodig is harde klappen uit. Toch mist 'She' het raffine ment van 'Whomenfoursays'. De suggestie van diepgang gaat ver loren in de meer gelikte instru mentatie. Kennelijk was de in breng van Ronson destijds van veel belang en verkeert ze nu in verkeerd gezelschap. Boven dien: alle liedjes zijn minstens een jaar oud en "Black on Black' en 'Baby Doll' kennen we al van een single, zij het in mindere uit voeringen. Als er toch zo lang over deze plaat is gedacht, waar om dan niet meer tijd aan de af werking besteed? Dalbello ver dient het. A.K. Helen Watson 'Blue Slipper' (EMI) Helen Watson is een vrouwelijke debutant van boven de dertig, en dat is een zeldzaamheid in de popmuziek vandaag de dag. Ze ker wanneer je in aanmerking neemt dat haar grootste talent schuilt in het songschrijven, en dat ze - getuige de foto's op de binnenhoes - aan de volslanke kant is. Het kan niet anders of het gaat bij haar om de muziek, en ner gens anders om. Diezelfde foto's moeten duidelijk maken dat het tijdens de opnamen in Los Ange les een gezellige boel was. Tal van Amerikaanse prominenten droegen hun steentje bij, zoals Bernie Leadon van de Eagles, Steve Lukather van Toto en Bill Payne, Paul Barrère en Richard Hayward van het legendarische Little Feat. Niemand minder dan Glyn Johns deed de produktie. Temidden van zoveel grote na men mag het een klein wonder heten dat het vakmanschap van Helen Watson nog hoorbaar is. Ze schrijft zeer verdienstelijke songs, die soms een tikje naïef klinken. Vocaal komt ze in het tragere, jazzy repertoire het best uit de voeten, maar de rockende nummers klinken aanzienlijk lekkerder. Dat is mede te danken aan het hechte en sfeervolle mu siceren. 'Rock myself to sleep' heeft de onovertroffen Feats- wing, het titelnummer modu- LEIDEN - Livin' Blues is eigen lijk bij toeval weer terug van weg geweest. Na meer dan een decenni um succesvol te zijn geweest, viel de band een jaar of wat geleden ui- telkaar. De verschillende leden be sloten hun geluk bij andere bands te beproeven. Of legden zich toe op het spelen van sessies, zoals zan ger/gitarist Nico Christiansen. En dat leidde uiteindelijk tot de niet meer verwachte heroprichting van de groep. Zij het in een andere sa menstelling, want van de oorspron kelijke bezetting is, naast de al eer der genoemde Christiansen, alleen John Lagrand (mondharmonica) door Herman Joustra Eén van de nieuwe gezichten in de zesmansformatie is Joop van Nimwegen, voormalig gitarist van de Haagse symfo-groep Finch: "Ni co belde mij een keertje op of ik zin had op losse basis wat met hem te spelen. Dat was een jaar of twee ge leden. Aad van Pijlen, John La- grand en Willem van der Wall kwa men erbij, de Free Lance Band waar ze in speelden kapte ermee". Drummer Art Bausch comple teerde het sextet: "Het lag eerst he lemaal niet in de bedoeling de band weer op te richten. We speelden wel vrij veel nummers van vroeger, het publiek vroeg daar ook steeds om. Het begon als een aardigheid je, maar na een tijdje werden we af en toe zelfs ongewild aangekon digd als Livin' Blues". Dat leidde er ten slotte toe dat de heren onderdak vonden bij Boun ce Records. Voor de zomer van dit jaar werden de opnames voor een lp afgerond. De schijf, getiteld 'Now', ligt binnenkort in de platen- 5. Nico Christiansen: "Het is Wim Koevoet Bijdragen: Ariejan Korteweg Willem Schrama leert op een manier die aan An nette Peacock doet denken en 'I'm jealous dear' wordt mooi zweverig gezongen. Voor een luie bui is 'Blue Slip per' lang geen slechte keus. De plaat is met liefde voor de mu ziek gemaakt, en dat is al heel wat. A.K. Fischer Z 'Reveal' (Ariola) Fischer Z is heropgericht. Ei genlijk is het allemaal een beetje nep, want van de leden van het eerste uur doet behalve aanvoer der John Watts alleen Steve Skolnik (toetsen) weer mee en dat alleen nog maar sporadisch. Watts solo-carrière liep voor geen meter. Vreemd genoeg, want zeker 'The iceberg model' maakte diepe indruk op de criti ci. Het heeft er dus alle schijn van dat we hier te maken hebben met een door de commerciële jon gens geregelde stunt. 'Reveal' is niettemin een prachtplaat, boordevol variatie, humor èn ontroering. Opmerke lijk is de vooruitgang die Watts zangtechnisch heeft doorge maakt. Zijn uit duizenden her kenbare snerpst^m is volgroeid, heeft meer kleur gekregen, 's Mans uithalen bezorgen me nog dikker kippevel. Flink cynisch pakt hij uit in een lied over de jonge zakenman nen. Laat het aan hen over om onze toekomst te bepalen, zingt Watts. Èn om jong te sterven, voegt hij er bijtend aan toe. Watts heeft altijd het patent ge had op wat ik maar thrilling songs zal noemen. Vooral 'The iceberg model' stond daar vol van. Ook op 'Reveal' zijn ze weer te vinden. Zoals het ontroerende 'Fighting back the tears' over de onbereikbare liefde en het ver borgen verdriet daarover. Zeer fraai is ook het nummer over de oude vrouw die al een paar dagen dood zit te zijn in haar huisje. Een beetje moeite heb ik met de laatste twee stukken. Volop lol hebben de musici hieraan be leefd, da's duidelijk, maar van dit soort probeerseltjes moet niet te veel op vinyl komen. Ze passen ook niet bij de andere stukken die juist zo serieus getoonzet zijn. W.K.j wel moeilijk te vergelijken, maar ik geloof dat we muzikaal beter zijn dan vroeger. De nadruk ligt niet meer zo op de heavy stukken, er zit ten meer jazz- en funk-invloeden in. Dat geldt ook voor onze optre dens. We hoeven niet net als vroe ger zoveel mogelijk eigen num mers te spelen om maar per se ori gineel te zijn. Want wat is origineel, popmuziek heeft ook haar invloe den, ook dat is allemaal al eens eer der gedaan. We steken de wat ou dere bekende nummers in een nieuw jasje. Je moet spelen wat je goed vindt, als je maar een eigen geluid hebt". Het ligt ook in de bedoeling dat er een single van de lp getrokken wordt, nog onduidelijk is welk nummer. Christiansen: "Een sin gle is noodzakelijk, al zijn we geen top-40 bandje. Maar pas als je een hit hebt mag het weer, want de naam van de band wordt nu door sommigen tegen ons gebruikt. Ze zeggen dan: leven ze nog, die ouwe zakken?" 'Hedda Gabler' van Henrik Ibsen door Rei zend Volkstheater, Antwerpen. Met: Pleuni Touw, Dimitri Dupont, Hugo Metsers, Anita Koninckx, Carry Goossens, Madeleine Snijders en Alice de Graef. Regie: Dirk Buyse. Decor: Frank Maieu. Gezien op 4 december in de Leidsche Schouwburg LEIDEN - Terwijl haar man zeer gehecht is aan een paar - door zijn tantes geborduurde - pantoffels, koestert Hedda Gabler twee pistolen uit de nala tenschap van haar vader. Pisto len tegenover pantoffels; duide lijker kan de incompatibilité d'humeur, het uiteenlopen van hun beider karakters niet tot uit drukking komen. Hun huwelijk is van meet af aan uitzichtloos. Andere perspectieven bieden zich niet aan. Voor Hedda is na een mislukte intrige zelfmoord door de kogel een onontkoomba re vanzelfsprekendheid. Dat Freud hier om de hoek komt kijken, wordt door de voor stelling wel heel erg benadrukt. Diens omvangrijke portret hangt gedurende een groot deel van de voorstelling achter Hedda's pia no en wordt steeds zichtbaar, als de achterwand van de kamer als een rotswand uiteensplijt. Overi gens is dat laatste een nauwelijks mis te verstane knipoog naar Freudiaanse symboliek. Uiteensplijtende muren vor men slechts één van de foefjes in het allesbehalve naturalistisch ingerichte decor. Eén handge baar, en de draaideur zwaait open of de lichtsterkte veran dert. De muren zijn bunkerach tig grauw; de meubels (zoals een fauteuil van steigermateriaal) zijn hypermodern, of misschien moet je het toverwoord 'postmo dern' gebruiken, wat dat dan ook mag betekenen. Aanvankelijk roept de elektro nische trucendoos enkele lache rige reacties op. Aan de visie op Hedda Gabler voegt het niets toe - hoogstens de combinatie van de historische kleding (behalve Hu- go Metsers, die Rob de Nijs-kle- ren draagt) en de futuristische ruimte kan wijzen op de tijdloos heid van Hedda's emancipatie streven. In het acteren zelf valt van de alternatieve aanpak vrij weinig te bespeuren. Pleuni Touw als Hedda kiest in het begin voor een soort hautaine verontwaardi ging. Als dat geleidelijk ver dwijnt, komt daar helaas niet iets overtuigends voor terug, al be schikt ze altijd nog over genoeg uitstraling om als Hedda Gabler overeind te blijven. 'Hedda Gabler' is een alleszins redelijke voorstelling, die gokte op de ex centrieke vormgeving, maar het uiteindelijk toch van de normale spelprestaties moet hebben. WIJNAND ZEILSTRA Bert Brouwer en Emit Kruk, kostuums: Sanneke Visser en Ma rian Vijsma, spelers: Anita van der Hulst, Raymonde de Kuyper, Hugo van Riet en Ruud Wessels. LEIDEN - 'Rode Kruis' en 'Stemmen' zijn twee eenacters van de Amerikaanse toneel schrijver die in Nederland nau welijks meer introductie be hoeft: Sam Shepard. In Neder land heeft Shepard het stempel gekregen van de gepassioneerde, romantische familietragedie- schrijver. De beide eenacters la ten Shepards avantgardezijde zien. Makkelijke teksten zijn het zeker niet. Eigenlijk zijn het twee raadsels die het Brandtheater het publiek voorschotelt. Hoewel Shepard 'Stemmen' (1978) twaalf jaar na 'Rode Kruis' (1986) schreef, hebben de stuk ken toch veel gemeen. Bij Shepard staan "beelden" cen traal. In 'Rode Kruis' bestaat het toneelbeeld uit twee bedden met witte lakens. Op de witte lakens converseren en bekvechten een man en een kamermeisje over luizen, teken en platjes. Er vindt een discussie plaats over het wel of hiet verschonen van het bed. Ook de personages zijn door het ongedierte vervuild. In hun fan tasie proberen het kamermeisje en de man de vervuiling met "nachtzwemmen" van zich af te spoelen. Shepards personages drukken zich fysiek en vaak heel kinderlijk uit. Het beredeneerde antwoord ontbreekt volkomen. In de eenacter 'stemmen' staat ook weer het lichamelijke cen traal, nu vooral gesymboliseerd door het zintuig van het gehoor. Tussen uiterst curieuze geluiden klinken keer op keer de rauwe kreet en de kinderstem op. Mooi is het beeld van de fluitende Hu- go van Riet, die als een soort een zame cowboy een telefoon met stekker (een tot zwijgen gebrach te stem) achter zich aansleept. In tegenstelling tot gewone raadsels zijn literaire raadsels nooit definitief op te lossen. Er zijn slechts interpretaties. Het moet gezegd dat het Brandthea ter de toeschouwer met een zwa re taak opzadelt. Niettemin wa ren het zeer fraai vormgegeven raadsels. Ook het acteren, het had weliswaar scherper gekund, was uitstekend verzorgd. Mooie monologen van Anita van der Hulst, mooi fysiek spel van Ruud Wessels, grappig varieté-werk van Hugo van Riet en een glans rol van Raymonde de Kuyper. RADBOUD ENGBERSEN The Collection' door het Leiden English Speaking Theatre. Tekst: Harold Pinter, re gie: Jane Milne en Carlo Scheldwacht, spe lers: Rene Wernars, Joost Walter, Greet Hooymans en Christopher Buck. Gezien op 3 december in Leiden. In Leiden nog te LEIDEN - Het Leiden English Speaking Theatre (LEST) is een theaterinstituut van standing aan het worden, een oude dame die een voorkeur heeft voor de klassieke toneeltekst. Het is een groep die zich weinig kopzorgen maakt over de plaats van het to neel in het huidige tijdsgewricht. Men kiest een mooie tekst en brengt die geen verantwoorde wijze op de planken. En de toe schouwer, die de mooi uitgespro ken Engelse volzinnen in zich hoort doorresoneren, verlaat het theater met weer wat nieuwe cul turele bagage. Toch moet het LEST uitkijken voor establishment-toneel, iets meer straatrumoer, puberale driften en onrust lijken gewenst. Dit gold ook voor de voorstelling The Collection'. Zeker, het was een mooie, trage voorstelling, waarin de spelers afgewogen hun dialogen voerden. Geamu seerd luister je naar Pinters tek sten en langzaam maar zeker krijgt de voorstelling het karak ter van een vredig wiegeliedje. Het effect is dat te veel stekelig heid en venijn uit het stuk ver dwijnt. Want hoe simpel en licht voetig Pinters tekst ook is er gaat - in de eigen woorden van het LEST - een gevaarlijke wereld achter schuil. Die gevaarlijke we reld is te weinig aan bod geko- In Pinters 'The Collection' (1961) staat eigenlijk een verhaal dat de ronde doet centraal. Men probeert er achter te komen of het verhaal klopt. Het verhaal wordt verteld, bijgesteld en ont kend. Aan het einde van het stuk is nog steeds niet duidelijk of het verhaal waar is en als het verhaal onwaar is aan wiens fantasie het is ontsproten. Het verhaal leidt, evenals de waarheid, zijn eigen grillige leven. Elk van de perso nages heeft een eigen versie en dat is een bedreigend inzicht. Er werd op simpele wijze doel treffend geacteerd. De tekstbe handeling was uitstekend en men wist goed in de dialogen de spanning te vinden. Een mooie voorstelling derhalve, maar wat een rust en vredigheid. RADBOUD ENGBERSEN Ron Brandsteder met het script van zijn Honey moon-show. (foto and winke George Harrison.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 33