Het alternatief voor spek en rookworst Islamitische slagerijen steeds meer ingeburgerd ZATERDAG 5 DECEMBER 1987 EXTRA PAGINA 29 Was er zo'n twintig jaar geleden in heel Nederland nog maar één islamitische slagerij te vinden, tegenwoordig zijn er meer dan tweehonderd. Hoewel de meeste geconcentreerd zijn in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht, zijn er ook vier in Leiden. Stilaan hebben ze zich gevestigd naast hun Hollandse collega's, en ze bedienen zo hun eigen specifieke klantenkring. Immers: voor een hamlapje hoefje er niet te komen. door Lucas van der Erven De eerste islamitische slagerij in Leiden werd in 1974 geopend aan de Groenesteeg door de Marokkaan A. Abdales. Hij bleef daar gevestigd tot 1983, daarna verhuisde hij naar de Nieuwe Beestenmarkt. "Veel van onze klanten komen niet uit Leiden maar uit de omgeving, plaatsen als Katwijk en Noordwijk. Daarom be sloten we dichter bij het station te gaan zitten", zegt Driss, de zoon van Abdales die de slagerij inmiddels van zijn vader heeft overgenomen. De winkel werd na de verhuizing 'Mabrouk' gedoopt, wat 'gefeliciteerd' betekent. Hiermee wenste de familie Abdales zichzelf geluk toe met het nieuwe pand. Islamitische slagerijen hebben een an der voorkomen dan hun Nederlandse soortgenoten. Het vlees ligt er meestal niet in voorgesneden lapjes met een naambordje erbij in de vitrine, maar wordt op wens van de klant gesneden. Zakjes instant-jus en dergelijke ontbre ken er ook. In plaats daarvan verkoopt een islamitische slager naast lams-, kalfs- en geitevlees wel artikelen als ge droogde bonen, cous-cous, plantaardige oliën, een groot assortiment olijven, zoutkegels uit Somalië, rozenwater (in o.a. gebak en koffie), geitekaas, allerhan de noten en vaak ook nog groente en fruit. In tegenstelling tot de conventionele slagerijen bestaat de cliëntèle in een moslimslagerij niet zozeer uit Hollandse huisvrouwen, maar veel meer uit Marok kaanse of Turkse mannen. In hun ge boortelanden is het immers de gewoon ste zaak van de wereld dat mannen de boodschappen doen. Wie de Leidse islamslagerijen Ma brouk, Islamik, Merkez Kasabi of Salem binnenloopt om varkenshaasjes te ko pen, zal onverrichterzake de winkel weer verlaten. Een rechtgeaarde moslim eet geen varkensvlees en een islamiti sche slager zal dat dan ook niet verko pen. Volgens de koran is 'vlees van ge storven dieren, bloed, varkensvlees, en vlees waarover (bij het slachten) een an der wezen dan Allah is aangeroepen' on rein. Als een moslim niettemin door hon gersnood gedwongen zou zijn om onrein vlees te eten, wordt dit door Allah verge ven, zo voegt de koran er aan toe. Het vlees dat bij een islamitische sla ger in de vitrine ligt is per definitie ritu eel geslacht. De dieren worden niet, zo als dat bij de Nederlandse slacht gebrui kelijk is, met een pistoolschot gedood, maar er wordt een halssnede ('dabbah') verricht. Aders en halsslagaders, lucht pijp en slokdarm worden in één keer doorgesneden. Zoveel mogelijk (onrein) bloed moet het dier verlaten. Tijdens de ze handeling wordt de naam van Allah aangeroepen. Vergunning Ruim honderd slachthuizen in Neder land slachten ritueel. Hiervan mogen er 43 alleen maar tijdens het Grote Offer feest slachten, een jaarlijks terugkerend feest waarbij ieder gezin een dier laat slachten. In een islamitisch land deelt zo'n gezin het vlees vervolgens in zeve nen, houdt één deel zelf en verdeelt het overige onder de armen. In Nederland gaat die praktijk niet op, dus is het ook wel gebruikelijk dat moslims van hier uit een dier laten slachten in hun vader land, waar het dan wordt verdeeld. In Nederland hebben zestig slachthui zen een vergunning om voor dagelijks gebruik ritueel te slachten. Ook het slachthuis in Leiden heeft zo'n vergun ning. Aan de Pasteurstraat wordt zo'n drie tot vier dagen in de week geslacht volgens de islamitische voorschriften. "Bijna al het geslachte vlees verkoop ik aan moslims", zegt Daniël Verschoor, grossier in vee en vlees. In een kleine zijhal van het slachthuis staan zo'n dertig schapen en wat geiten. De slachter leidt steeds één schaap door een klein deurtje naar het slachtblok en legt het daar op de zij. Met een vlijm scherp mes snijdt hij in één vloeiende beweging de strot van het schaap door. Hierna wordt het dier aan zijn poten op gehangen. Het geheel neemt niet meer dan een minuut of twee in beslag. "De zenuwen naar de hersens zijn in één keer verwoest, dus het dier is met een in coma", zo verzekert Daniël Ver schoor. "Het hart van het schaap blijft echter werken en pompt het bloed er netjes uit". Het is niet het doden van het schaap, maar het zijn veeleer de handelingen daarna die enige weerzin wekken. Het schaap wordt via een rail-systeem door een team van Nederlandse slachters af gewerkt. Nummer één snijdt de poten eraf, nummer twee 'split' het dier met een elektrische zaag. De 'afhuidmachi- ne' trekt in één ruk het vel van het schaap. Daarna worden de ingewanden verwijderd. In minder dan een kwartier hangt het nog warme vlees van het schaap in de koude lucht te dampen. Betrouwbaar "De slachters zijn hadji's, mensen die op bedevaart zijn geweest naar Mekka en daardoor voor een moslim door en door betrouwbaar. De hadji's zijn ons aangewezen door de moskee en werken zonder vergoeding. Een dierenarts heeft bekeken of ze vakbekwaam zijn", zegt Daniël Verschoor. In het slachthuis aan de Pasteurstraat is het op dinsdag en donderdag een drukte van belang. Tal van Turkse en Marokkaanse slagers uit heel Zuid-Hol land rijden af en aan met busjes die en kele uren later weer volgeladen vertrek ken. "Islamitische slagers doen alles met die kleine busjes", zegt Daniël Ver schoor. "Ze vertikken het om het vlees in een koelwagen te laten vervoeren om dat het dan in aanraking komt met var kensvlees. Het kan ze niet schelen of ze er een bekeuring voor krijgen". De grootste concurrentie die islamiti sche slagers te vrezen hebben is afkom stig van moslims die hun vlees recht streeks bij het slachthuis kopen. Zowel Ben Ali, de 42-jarige Marokkaanse eige naar van slagerij Salem (Vrede) als Driss Abdales van Mabrouk klagen hierover. Ben Ah zegt zelfs dat hij nauwelijks iets verdient aan de verkoop van vlees. "Op een kilo vlees verdien ik één gulden. Ik moet het echt hebben van de Marok kaanse produkten die ik erbij verkoop". Daniël Verschoor van het slachthuis geeft het grif toe: "Ik verkoop ook vlees aan particulieren, maar dat is niet straf baar". Temel Tank van de Turkse slage rij Merkez Kasabi moet er een beetje om lachen: "Laatst kwamen hier mensen die een schaap bij het slachthuis hadden laten slachten. Maar ze kregen het niet goed gesneden. Ik heb dat uiteindelijk maar voor ze gedaan". Ook in het rapport 'Islamitische slage rijen in Nederland', dat het Hoofdbe drijfschap Ambachten in 1985 liet op stellen door de Stichting Onderzoeks collectief Utrecht, wordt de bedreigende concurrentie genoemd die de directe verkoop door slachthuizen voor moslim slagers inhoudt. Volgens het collectief is genoemde concurrentiefactor vele ma len groter dan die tussen de etnische middenstanders onderling. Strafbaar Het vlees dat bij de Turkse slagerij Merkez Kasabi van Temel Tank in de glazen uitstalkast ligt wordt elke dag vers aangeleverd. "Ik woon in Amster dam en in het slachthuis daar kan ik van maandag tot en met vrijdag slachten. Er is hier in de winkel eens iemand van de Vleeskeuringsdienst langsgekomen. Hij verbaasde zich erover dat er geen poeder in het vlees zat om het te conserveren. Hij heeft toen stukjes vlees ter keuring meegenomen, maar hij heeft niets kun nen vinden", zegt Temel Tank triomfan telijk. Mosüms in Nederland hebben het recht om ritueel te slachten niet zonder slag of stoot verkregen. In het begin van de jaren zestig, toen veel migranten uit islamitische landen naar Nederland kwamen, was het strafbaar om te slach ten volgens de de islamitische voor schriften. Nadat moslim-organisaties zich in 1974 beriepen op de in de grond wet gegarandeerde godsdienstvrijheid, gaf het ministerie van volksgezondheid en milieuhygiëne in 1975 te kennen een zelfde regeling te willen treffen voor het islamitisch slachten zoals die al gold voor het slachten volgens de joodse godsdienst. In 1977 werd een definitieve wijziging van het Vleeskeuringsbesluit van kracht, waardoor ritueel slachten wettelijk werd geregeld. Een opmerkelijk verschil tussen een Nederlandse en een islamitische slager is volgens Driss Abdales ook de manier van snijden. "Marokkanen eten bijvoor beeld veel gekookt vlees, dus Marok kaanse slagers willen het vlees wel eens vaker met een botje erin snijden". Turk se en Marokkaanse slagerijen verschil len overigens weer van elkaar doordat Turkse slagers meer schapevlees dan lamsvlees verkopen. Bij Marokkaanse slagers is het omgekeerde het geval. Marokkanen zijn de belangrijkste klantenkring van slagerij Mabrouk. Tur ken kopen volgens Driss Abdales hun vlees weer bij de Turkse slager op de Apothekersdijk. Wel komen er bij hem Nederlanders, Spanjaarden en Joegosla- ven in de winkel. Hij schat hun aandeel op 15 procent. "Misschien gaan Turken liever naar een Turkse slager omdat ze dan geen problemen met de taal hebben", denkt Temel Tank (30), de eigenaar van slagerij Merkez Kasabi aan de Apothekersdijk. Volgens hem is eenderde van zijn klan ten afkomstig uit Turkije, de rest komt uit Marokko of Nederland. Twee jaar geleden nam Temel Tank samen met zijn broer de slagerij van een Marokkaanse voorganger over. Voor die tijd dreef hij een islamitische slagerij in Amsterdam met zijn vader en broer. "Ik heb me in Leiden gevestigd omdat hier nog niet zoveel islamitische slagerijen zijn als in Amsterdam", zegt hij. Getuigschrift Temel Tank kwam in 1973 naar Neder land. Zijn vader werkte al in Nederland sinds 1962. In Turkije was Temel in dienst als leerling-slager. "Ik heb een ge tuigschrift van de man bij wie ik heb ge werkt, maar in Nederland wordt dat niet als diploma geaccepteerd, onder andere omdat Turkije niet is aangesloten bij de Europese Gemeenschap". Anders dan in Nederland bestaan er in Turkije en Marokko geen slagersvak scholen. Het ambacht wordt er geleerd binnen de bedrijven zelf en gaat vaak over van vader op zoon. De organisatie van slagers in deze landen is te vergelij ken met het gildensysteem zoals dat vroeger in Nederland bestond. Om te voorzien in de behoefte aan reli gieus geslacht vlees kunnen islamitische slagers in Nederland sinds het begin van de jaren zeventig een ontheffing krijgen van het vereiste slagersvakdiploma als zij een 'vaktest of proeve van bekwaam heid' afleggen. Doen zij dit naar beho ren, dan wordt ze het vereiste midden standsdiploma 'geschonken'. De ontheffing wordt verleend door het Hoofdbedrijfschap Ambachten, onder de voorwaarde dat er geen varkensvlees wordt verkocht. Per gemeente mag zich op 1000 islamitische alleenstaanden en gezinshoofden één slager vestigen. Het bedrijfschap gaat ervan uit dat 60 pro cent van de uit een islamitisch land af komstige inwoners in een gemeente ge zinshoofden of alleenstaanden zijn die in Allah geloven. Omgerekend mag zich per gemeente één slager vestigen op 1666 voornamelijk in Turkije en Marok ko geboren inwoners. Surinaamse mos lims worden buiten beschouwing gela ten. "Ik heb geen ontheffing", zegt Temel Tank. "Weet u wat het is? Alle islamiti sche slagers zijn zo rond de dertig. Ik heb wel eens naar een ontheffing geïn formeerd bij de Kamer van Koophandel. Daar zeiden ze dat ik naar de slagersvak school moest. Maar daar zitten toch al leen jongens van een jaar of zestien? Toch wil ik die ontheffing heel graag hebben". Certificaat Geen van de vier islamitische onder nemers in Leiden heeft overigens die ontheffing. Alleen slagerij Islamik aan de Haarlemmerstraat is op dit moment in de weer er een te bemachtigen. Toch is Driss Abdales van Mabrouk ervan overtuigd er een in zijn bezit te hebben. Opgewonden toont hij het certificaat volgens welk hij gerechtigd is vlees te bewerken en te verkopen voor menselij ke consumptie. De Kamer van Koop handel in Leiden licht toe dat Mabrouk zijn ontheffing is kwijtgeraakt, omdat het bedrijf veranderde van eenmansbe drijf in een vennootschap onder firma, en later weer een eenmanszaak werd. Om het slagersvak te mogen uitoefenen had hij bij die veranderende eigendoms verhoudingen opnieuw een ontheffing moeten aanvragen. De Economische Controle Dienst is de instantie die illegaal gevestigde bedrij ven opspoort. Tot sluiting van opge spoorde islamitische slagerijen gaat de rechter echter niet snel over. Wel kregen illegaal gevestigde middenstanders in het verleden vaak boetes opgelegd. Vol gens het rapport 'Islamitische slagerijen in Nederland' van het Hoofdbedrijf schap Ambachten zijn er vaak misver standen tussen de verschillende instan ties en de islamitische slagers. Adviezen die aan laatstgenoemden worden gege ven komen volgens de opstellers van het rapport niet altijd even goed over. Het Hoofdbedrijfschap Ambachten wil een einde maken aan het falende ont- heffingsbeleid. Het is de bedoeling dat er in augustus 1988 een vieijarige oplei ding begint voor moslims van 16 tot 25 jaar op de Slagersvakschool in Utrecht. "Het wordt een opleiding voor de twee de generatie migranten in Nederland", zegt Paul Faber, docent aan de school. "Turken en Marokkanen kunnen of wil len nu niet aan de reguliere slagersvak opleiding deelnemen. Het ontheffings- beleid kweekt een uitzonderingspositie. Hollandse slagers, die aan zeer hoge vak bekwaamheidseisen moeten voldoen, voelen zich hierdoor benadeeld". Niet moeilijk Toch voelt menige slager uit die 'twee de generatie' zich te oud voor een derge lijke opleiding. Zo ook de 42-jarige Ben Ali, eigenaar van slagerij Salem aan het Noordeinde. Hij zegt nog sfeeds niet veel te begrijpen van het Nederlandse ontheffingenbeleid. De vleeskeurings dienst komt bij hem regelmatig langs, en nooit zijn er moeilijkheden, zegt hij. Het slagersvak is hem overigens naar eigen zeggen op het lijf geschreven. De daad bij het woord voegend, hakt hij zijn sla gersmes razendsnel door een sappige lamsbout. "Kijk", zegt hij, "zo moeilijk is het toch niet". De Turkse slagerij Merkez Kasabi aan de Apothekersdijk: geen problemen met de taal. De Marokkaanse slagerij Mabrouk aan de Nieuwe Beestenmarkt: veel meer mannen dan vrouwen in de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 29