Wet alternatieve geneeswijzen blijft vaag Denkwijzer Hertrouwen Onze taal Veel serieuze hulpverleners blijven alsnog in strijd met beunhazen verwikkeld eu. ij- oe ZATERDAG 5 DECEMBER 1987 EXTRA PAGINA 23 De Tweede Kamer behandelt volgende maand het wetsvoorstel Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG). Omstreden daarvan is het hoofdstuk over alternatieve geneeswijzen. De wet moet er komen om de alternatieve hulpverlening uit de duistere sfeer van de illegaliteit te halen en om er een adequate vergoedingsregeling voor te treffen. Het eerste is niet zo'n probleem, het tweede daarentegen wel. De problematiek in een notedop, alsmede gesprekken met enkele therapeuten die buiten de nieuwe wet zullen vallen. Jos de Miranda: "Er zou een overgangsregeling moeten komen voor men sen zoals ik". ifoto s gpd) UI. DOOR JOOP VAN DER HORST Enkele weken geleden kon iedereen in de krant lezen wat een röntgenlaser is: een getemde kernbom die zijn energie in de vorm van een gerichte bundel rönt genstraling afgeeft. Het werd verteld naar aanleiding van het bericht waarin stond dat de onderzoekers die ermee bezig zijn, Reagan leugens verteld heb ben over hoe gauw ze klaar zijn. Die röntgenlaser was nogal belangrijk, stond erbij, want deze 'was aanvankelijk het veelbelovendste project van het ruimtedefensiesysteem SDI'. Zo stond het er. Het veelbelovendste? Ik moest even nadenken om te beseffen wat er stond. Het veelbelovendste project is het pro ject dat meer dan anderen projecten veelbelovend is. Hoe moet men zoiets zeggen? Ik zou kiezen voor het meest belovende project, liever dan veelbelo vendste. Voor mij is de overtreffende trap van veelbelovend: meest belovend. Veelbelovendste kwam op mij over als de veelgehoordste mening, de weinig- kostendste oplossing, de hoogaange- schrevendste kandidaat, het laagge- waardeerdste werk of het veelbekeken- ste programma (voor: meest gehoorde opvatting, minst kostende oplossing, hoogst aangeschreven kandidaat, laagst gewaardeerde werk en meest be keken programma). Dat veelgehoordste en weinigkos- tendste verzin ik maar om te laten zien hoe vreemd veelbelovendste mij in de oren klonk. Ondertussen stond veelbe lovendste dan toch maar in de krant. De journalist die dat schreef probeerde al lerminst grappig te zijn. Voor hem of haar was het blijkbaar een gewoon woord. We kunnen het een fout of een vergissing noemen, maar laten we niet te vlug veroordelen. Het is interessanter om je af te vragen waarom iemand zo iets doet. En waarom vermoedelijk heel veel lezers niet bijzonders zien. Het antwoord ligt voor de hand. De schrijver van dat artikel moet veelbelo vend als één woord hebben opgevat. Oorspronkelijk waren het er natuurlijk twee: veelbelovend is hij die veel be looft. Maar veelbelovend heeft er gaan deweg een andere betekenis bij gekre gen. Die twee betekenissen kunnen we zien in een uitspraak van Arthur James Balfour, de Engelse politicus die leefde van 1848 tot 193C. Hij moet eens ge zegd hebben: 'Vroeger beschouwde ik Churchill als een veelbelovende jonge man. Nu constateer ik dat hij slechts een jongeman is die veel belooft'. Als we veelbelovend gebruiken met de beteke nis 'die veel doet verwachten', dan is die betekenis meer. of iets anders, dan we uit de losse woorden veel en belovend kunnen afleiden. Het is de combinatie veelbelovend die die betekenis draagt. En omdat veel en belovend in dat geval alleen samen die betekenis hebben, valt er veel voor te zeggen om veelbelovend in die betekenis één woord te noemen Veelbelovend ondergaat in onze tijd waarschijnlijk net zoiets als wat goed koop vroeger overkomen is. Ook dat waren eerst twee losse woorden. Men sprak van beter koop en best koop (Mijn schoenen zijn beter koop dan die van jou). Maar toen die twee samen een ei gen betekenis kregen ('weinig geld kos tend'). ging men de delen aaneen schrij ven. Ook de trappen van vergelijking werden anders: goedkoper en goed koopst. Honderd jaar geleden heeft men dat heel rare woorden gevonden. Die eigen betekenis van veelbelo vend is er dus waarschijnlijk de oorzaak van dat veelbelovendste wel voorkomt maar veelbekekenste of weinigkostend- ste niet. Daar zeggen we meest beke- ken en minst kostende, want de losse woorden drukken al precies uit wat we zeggen willen. Alternatieve behandelingswijzen op medisch, para-medisch en psycho therapeutisch vlak worden dank zij de nieuwe wet weliswaar allemaal gelegaliseerd, maar er bestaat een dermate veelheid aan stromingen in die sectoren dat het onmogelijk is een antwoord geven op de vraag hoe het toezicht op deze beroepsuitoefe ning is te regelen. En dus ook op de vraag welke kosten ziektekosten verzekeraars wel en welke zij niet zullen vergoeden. Terwijl daarvoor nu juist vijf jaar geleden tot invoe ring van de wet werd besloten. door Jos van der Meer „We beseften toen dat het medisch handelen volgens de oude wet van Thor- becke uit 1865 ten onrechte geheel wordt voorbehouden aan mensen met een uni versitaire opleiding", zegt Floris Haak, persoonlijk adviseur alternatieve ge neeswijzen van de directeur-generaal voor de volksgezondheid bij het ministe rie van wvc. Haak: „Wat voorlopig alleen in de wet wordt opgenomen is enerzijds het me disch handelen op basis van de wet- Thorbecke van mensen die aan een uni versiteit zijn opgeleid, zoals huisartsen en psychiaters. Anderzijds worden de therapievormen uit de Wet Paramedi sche Beroepen erin ondergebracht, zoals fysiotherapie en logopedie (spraakles). De twee oude wetten komen daarmee te vervallen". Kort samengevat wordt het woord 'be voegd' uit de wet geschrapt. Alleen het - zoals Haak het noemt - „prikken met naalden en snijden met messen" blijft gebonden aan strenge regels en voorbe houden aan mensen met een erkende, dus meestal universitaire opleiding. „De serieuze alternatieve hulpverle ners, voor wie de nieuwe wet eigenlijk was bedoeld, vallen al met al straks toch weer buiten de wet en blijven in feite on beschermd", aldus Haak. „Dat betekent dat zij alsnog in een strijd met beunhazen en charlatans verwikkeld kunnen blij ven. Immers, de nieuwe wet is bedoeld om meer vrijheid te scheppen, waardoor bij het publiek een grotere verantwoor delijkheid wordt gelegd bij het vinden van een betrouwbare behandelaar". Plus-pakketten In sommige gevallen zal de keuze voor de hand liggen, omdat verschillende ver zekeraars, zowel particuliere als zieken fondsen, al een beperkt aantal alternatie ve behandelingen voor hun rekening ne men, doorgaans via zogeheten 'plus-pak ketten'. Eenvormigheid zit daar niet in. „Meestal gaat het om homeopathie, ma nuele therapie of natuurgeneeskunde; bij paranormale geneeswijzen zijn er ook drie of vier vormen die geregeld terugko men. De verzekeraars weten ook niet precies wie ze moeten erkennen, maar soms denk ik: ze hadden beter een ande re therapie kunnen vergoeden". Haak verwacht bovendien dat een paar alternatieve genezers, mensen van wie de bezigheden nu oogluikend wor den toegestaan, vrij snel na de invoering van de nieuwe wet alsnog daarin zullen worden opgenomen. Hij denkt aan acu puncturisten, manueel therapeuten, chi- ropraktoren (ruggewervel-krakers) en podo-orthesiologen (die met behulp van op maat gemaakte inlegzolen in schoe nen de houding van een cliënt verbete ren, waardoor allerlei pijnklachten kun nen verdwijnen). „Die zitten dicht tegen erkenning aan, maar vallen nog niet on der een wet omdat de minister daarmee wil wachten tot de wet is ingevoerd", al dus Haak. Het opvallende van de nieuwe situatie is volgens hem dat straks vooral allerlei dure ingrepen in het vaste deel van het pakket van verzekeraars zullen zitten. Voor alternatieve behandelingen zal een heel systeem van aanvullende verzeke ringen ontstaan, zo voorspelt hij. „Ter wijl je die dure zaken volgens de alterna tieve genezers nu juist niet nodig hebt, mits je verstandig leeft. Deze hulpverle ners claimen goedkoper te zijn dan ae re guliere genezers en dat komt doordat ze een ander mensbeeld hebben. Een speci alist kijkt, als er een patiënt met een klacht komt, welk onderdeeltje stuk is en maakt dat, doorgaans een kostbare grap. Angst, hoop en wil, het onderbe wuste en stress worden meestal niet be trokken in zijn behandeling. Terwijl de alternatieve genezer dat wel doet; die kijkt naar heel de mens, zoekt uit op wel ke manier de harmonie in een mens is verstoord. Ik neem aan dat de invloed van de geest op genezingsprocessen in derdaad wel eens veel groter kan zijn dan wij nu denken. Kijk maar eens naar de wonderbaarlijke genezingen van kan kerpatiënten na alternatieve behandelin gen". Ervaring Deze uitspraken roepen de vraag op hoe behandelaars die nu 'buiten de wet' vallen, hun zaken aanpakken en in welke mate hun mensbeeld anders is. Jos de Miranda uit Utrecht geeft relatie- en psy chotherapie, individueel of in groepen. En hij doet intensieve zevendaagse groepstrainingen. Maar afgestudeerd psycholoog is hij niet. Zodat geen enkele verzekering de 65 tot 95 gulden (afhanke lijk van het inkomen) vergoedt die hij vraagt voor een individueel gesprek van anderhalf uur. En de 875 gulden maxi maal voor de therapieweek evenmin. Geen passende vooropleiding? De Mi randa: „De vaardigheden die ik bezit heb ik meer te danken aan een ruime en bre de praktische ervaring dan aan oplei ding. Ik ben al twintig jaar bezig met het begeleiden van mensen, heb in erkende instellingen gewerkt. Toch ziet het er niet naar uit dat ik onder de regels van de wet zal komen te vallen, en mensen met veel minder ervaring maar met het goede papiertje wel. Dat is een kwalijke zaak. Er zou een overgangsregeling moeten komen voor mensen zoals ik, waarbij niet alleen naar opleiding, maar ook naar ervaring en vaardigheden wordt geke ken". Volgens Floris Haak (wvc) zit zo'n re geling er niet in. „En dan is niet eens het aspect van ervaring doorslaggevend, of van opleiding, ook al hoeft een hulpver lener geen universiteit te hebben om goed te zijn. Dit soort hulpverleners zal, zo voorspel ik, om praktische redenen worden uitgesloten. Want als deze groep in de wét wordt opgenomen zullen er di rect tien andere bij de minister op de stoep staan die dat ook willen". „De ellende is dat er tussen de vijftig1 en honderd verenigingen van alternatie ve behandelaars bestaan en dat, waar je de grens voor toelating ook trekt, vlak daarbuiten altijd problemen ontstaan. Daar wordt het moeilijk voor het publiek om onderscheid te maken tussen serieu ze en niet-serieuze hulpverleners. De Tweede Kamer vindt overigens dat dit soort groepen zelf dan maar voor een streng toelatingsbeleid, een duidelijke herkenbaarheid en een eigen tuchtrecht moeten zorgen". Begrip -Jos de Miranda heeft een achtergrond die op een zekere vaardigheid zou kun nen duiden. „Ik heb een cursus kinder bescherming gevolgd, heb hbo inrich tingswerk en deed een driejarige oplei ding bij het toenmalige Nederlands Ge- stalt Instituut; tot slot volgde ik diverse trainingen en cursussen, in Nederland en het buitenland, op het gebied van psy- cho-drama en Gestalt". Sinds 1984 leidt De Miranda zijn 'Leer huis voor Zoekenden'. Vóór die tijd werkte hij achtereenvolgens in tehuizen voor jongeren, in de psychiatrie, bij een bureau voor levens- en gezinsmoeilijkhe den en gedurende acht jaar in een eigen praktijk te Beverwijk. De Miranda: „Ook al moeten de men sen die zich hier melden dat zelf betalen, toch komen ze zelfs van ver naar me toe. Dat heeft, denk ik, te maken met mijn specifieke persoonlijke benadering en met wie ik ben. Ik toon begrip, zorg voor een sfeer van veiligheid en acceptatie. De mensen hoeven niet te doen alsof, zowel naar mij toe als naar- zichzelf. Ze zeggen vaak: jij vindt ook niks gek". „Bovendien behandel ik de hele mens. Niet alleen symptomen, maar evengoed factoren die ogenschijnlijk niets met een klacht te maken hebben. Verder spreek ik de mensen hier vanaf het eerste mo ment aan op de eigen bronnen in plaats van dat er een therapeut zit die zegt wat ze moeten doen en laten". „Natuurlijk zit er een kern van waar heid in wanneer u zegt dat ik commercie bedrijf met de onlustgevoelens van een ander. Maar ik gebruik liever andere ter men. Zoals persoonlijke groei van cliën ten; mijn therapieën richten zich op be wustwording. In iedereen zit zo veel meer dan waarvan hij of zij gebruik maakt; de mensen moeten contact zien te krijgen met de eigen rol die ze spelen in het leven. Ik help ze verantwoordelijk heid te leren dragen en onvrij makende Zo'n drie jaar geleden ontmoette ik op een feestje een goede kennis die pas ge scheiden was en met haar twee kinderen alleen woonde. Ze vertelde me een aardi ge vent te hebben ontmoet en van plan te zijn met hem een gooi naar een nieuwe relatie te doen. Kort geleden kwam- ik haar opnieuw tegen. De relatie had geen stand gehouden. Niet omdat het tussen hen beiden zo slecht was gegaan, maar omdat het tussen hem en de kinderen niet klikte. In tweede instantie de liefde te vinden "tot de dood ons scheidt" is iets dat steeds gebruikelijker wordt. In één op de vier huwelijken die worden gesloten is er minstens één partner die al eerder ge trouwd is geweest. Maar al te veel reden voor optimisme is er niet. Tweede huwe lijken lopen tweemaal zo vaak en twee keer zo snel stuk. Waaraan ligt dat? Is het zo dat mensen die voor de tweede keer trouwen figuren zijn die er sneller de brui aan geven als een relatie niet zo goed gaat? Of komen er onder de mensen die hertrouwen meer probleemfiguren voor. Personen, die moeilijk zijn in de omgang met anderen en met zichzelf? Of is het misschien zo dat mensen die her trouwen veel meer spanningen hebben dan 'eerstgetrouwden'vanwege de rela tie met hun 'ex', met ex-schoonouders, fa milieleden, kennissen en vrienden? Vol gens twee onderzoekers van de Universi teit van Nebraska in de Verenigde Sta ten ligt een belangrijke oorzaak van de mislukking van tweede huwelijken in kinderen. In 1980 interviewden zij 1700 getrouwde volwassenen en drie jaar la ter spraken ze hen nog eens. Tweede hu welijken waren in de tussenliggende pe riode meer dan tweemaal zo vaak op de klippen gelopen dan eerste. Maar uit de talloze gegevens die de onderzoekers ver zamelden kwam één feit heel duidelijk factoren om te buigen in vrij makende krachten. Dat leidt naar vermindering van stress, want hoe meer iemand laat uitkomen wat er in hem zit, des te pretti ger hij zich zal voelen in het bestaan". Aanraking Leo de Vetten doet aan Touch for Health, vrij vertaald: aanraking ten be hoeve van gezondheid. „Het is geen the rapie, maar het heeft wel een helende werking", legt hij uit. De behandeling heeft in de verte iets weg van fysiothera pie. De verzekering vergoedt de eerste 'vorm echter niet, de tweede wel. En dat zal zo blijven, meent wvc-woordvoerder Floris Haak: „De opstellers van de wet willen het aantal behandelingswijzen dat in de wet wordt genoemd nu eenmaal be perken, in elk geval voorlopig". De Vetten over 'zijn' hulpverlening: naar voren: het grotere aantal scheidin gen in tweede huwelijken hangt vooral samen met de aanwezigheid van stief kinderen. Want de relatie tussen partners in- tweede huwelijken is in andere opzich ten beslist niet onbevredigender. Het sa men doen van dingen en het genieten daarvan - zoals samen eten, inkopen doen, huishouden doen, vrienden bezoe ken, samen uitgaan, samen praten en seksualiteit - is in het algemeen minstens zo positief als in eerste huwelijken. Ook komt het niet vaker tot ruzies of grote spanningen tenzij dan over kinderen). Het is ook niet zo dat na een tweede 'ja woord' een scheiding gemakkelijker valt. Dit vooroordeel wordt door de resultaten van het onderzoek krachtig ondergra ven. Dat bleek bijvoorbeeld uit de ant woorden op de volgende uitspraken: "Men kan beter met de instelling trou wen: als het niet gaat kunnen we altijd weer uit elkaar gaan" - "Persoonlijk ge luk is belangrijker dan een slecht huwe lijk overeind houden" - "Voor kinderen is het 't beste als ouders, die voortdurend met elkaar overhoop liggen, gaan schei den" - "Een huwelijk wordt voor het le ven gesloten" - "Wanneer een van de partners invalide wordt moet de ander bij hem of haar blijven en zich daarop instellen". Hertrouwden verschilden niet van voor de eerste maal getrouwden in hun oordeel over deze uitspraken. Behalve dan die 10 procent hertrouwden bij wie er kinderen - voor de ene partner 'echte' en voor de andere partner 'stiefkinderen' - in de gemeenschappelijke huishouding waren. Die bleken wat gemakkelijker over scheiding te denken, hoewel ook zij de partnerrelatie verder niet minder be vredigend vonden. Wat ondermijnt die huwelijken dan? Het antwoord op die „Die gaat ervan uit dat bepaalde spieren corresponderen met een orgaan in het li chaam en daar hoort dan weer een ener- giebaan, een meridiaan, bij. Een sterke spier staat als een blok beton. Is-ie uit ba lans, dan merkje dat doordat de cliënt op die plek beverig is. Zoiets heeft zijn weerslag op het bijbehorende orgaan en de meridiaan. Door aanraking kan ik zo'n spier isoleren, waarna ik de cliënt vraag 'm vast te houden. Ik oefen er lich te druk op uit door zenuwvatpunten aan te raken en de lymfepunten diep te mas seren. Dat geeft een versterking van de spier en een verlichting voor het orgaan dat daarbij past". „Ik moet een hele cyclus van spieren afwerken om te weten te komen waar de blokkade zit die een spier uit balans brengt. Op die manier hou ik mensen een spiegel voor van hun lichamelijke condi- vraag lijkt gevonden te moeten worden in het gezinsleven, en vooral in de ge spannen verhouding tot kinderen uit een eerder huwelijk. Dat bleek duidelijk uit antwoorden op vragen als: "Soms heb ben ouders het gevoel dat het hun relatie goed zou doen als ze zonder kinderen zouden leven. Hoe vaak denkt u er ook zo over?" "Hebt u veel, tamelijk veel, wei nig of helemaal geen moeilijkheden met uw kinderen (gehad)?" "Bent u blij met hoe het tussen uw partner en uw kind(e- ren) gaat?" "Heeft uw huwelijk uw ver houding tot uw kind eerder positief of negatief beïnvloed?" "Als u het nog eens kon overdoen, zou u dan uw huidige partner weer kiezen, iemand anders, of helemaal geen partner?" Op elk van deze vragen antwoordden hertrouwden met stiefkinderen, en alleen zij, beslist negatiever dan eerstgetrouw den. Het feit dat ze daarnaast nog even tueel natuurlijke kinderen bij elkaar hadden veranderde aan die negatieve instelling weinig of niets. Deze gegevens laten volgens de onderzoekers maar één conclusie toe: tweede huwelijken zouden even stabiel zijn als andere als er geen stiefkinderen in het spel zouden zijn. On danks de aanwezigheid van stiefkinde- tie. Waar ze trillen zit een probleem. Dat kan slechte voeding zijn, wantje voelt je zoals je eet. Maar vaker wordt een geeste lijk probleem m het lichaam weerspie geld; wie niet in een harmonieuze omge ving leeft, verkrampt. Als ik het voor el kaar krijg dat iemand weer in balans raakt, dan zucht of geeuwt-ie. Dat is een ontlading, dan weetje datje goed zit". Een voorbeeld: „Bij mensen die erg bezorgd zijn of met emotionele spannin gen kampen is nogal eens sprake van overbelaste hersenen. Zoiets kan zijn weerslag hebben op diverse spieren: de grote borstspieren, de trapezius, spieren in de knieholtes, het onderste deel van de monnikskapsspier. Door die te behande len, worden de spanningen minder. Zo dra iemand aan iets anders kan denken dan alleen maar aan z'n eigen ellende richt-ie zich naar buiten en treedt er een verdere verbetering op". Luxe problemen Ook al zijn Nicoline Hoog Antink en Mart van Dijk afgestudeerde psycholo gen en verwijzen huisartsen, urologen, seksuologen of de NVSH geregeld cliën ten naar hen door, toch betaalt de verze kering ook niet voor hun praktijk voor relatie- en/of seksuologische klachten. „Ziektekostenverzekeraars en het minis terie van wvc vinden verstoorde relaties en seksualiteit luxe problemen", aldus Van Dijk. „Hoe rot iemand zich er ook door kan voelen". Floris Haak van het ministerie van wvc zegt dat therapeuten als Van Dijk en Hoog Antink voorlopig op een wachtlijst komen te staan. „En dat zal de serieuze lijst zijn, met hulpverleners waarvan de minister een eventuele vermelding in de wet ook.echt wil laten behandelen omdat ze een goed herkenbare opleiding heb ben. Voor anderen komt er een minder serieuze wachtlijst". In de eerste gesprekken van een cliënt met Van Dijk of Hoog Antink duikt meestal de vraag op hoe lang 'het' gaat duren. Vanwege de kosten. Die liggen, afhankelijk van het inkomen, tussen 20 en 130 gulden per consult. Hij: „De duur van de therapie hangt af van de bereid heid van de cliënt zelf om aan problemen te werken". Op welke manier de psycholoog ie mand daarbij helpt ligt aan het type klacht. Bij moeilijkheden met een seksu ele voorkeur - exhibitionisme, pedofilie, homoseksualiteit - is gesprekstherapie de aangewezen weg, meent Van Dijk. Gaat het om mannen met erectie- of zaadlozingsproblemen dan wel om vrou wen met vaginisme (zogeheten disfunc ties), dan geeft hij opdrachten mee naar huis om de moeilijkheid stapsgewijs aan te pakken. De vorderingen worden we kelijks besproken. Zelfvertrouwen Van Dijk: „Ligt er een relatieprobleem ten grondslag aan een disfunctie, dan werken die opdrachten niet. Dan moet ik eerst de relatieproblematiek aanpakken. En ook dan kan blijken dat er weer een ander probleem vóór zit. Mensen kun nen in een relatie desastreus op elkaar re ageren doordat een van de partners een slechte jeugd heeft gehad; ouders die constant te hoge eisen hebben gesteld bijvoorbeeld. De andere partner heeft ook weer gedrag ontwikkeld, als reactie op dat van de ander. Met zulke paren voer ik gesprekken, waarbij ik probeer ze zelf te laten ontdekken op welke ma nier ze hun relatie beter kunnen aanpak ken". „Iemand kan ook een ontstellend ge brek aan zelfvertrouwen hebben, mis schien zelfs zelfhaat, waardoor-ie op een vernietigende manier met de eigen ge dachten omgaat. Zoiets pak ik aan met 'rationele emotieve therapie'. De cliënt leert rationeel te denken, zodat-ie onge wenste gevoelens kan vermijden. Bij voorbeeld: een bedrijf gaat failliet en ie dereen krijgt ontslag. Een van hen wordt depressief en denkt vervolgens dat 't door het ontslag komt. 'Nee', zegt die the rapie, het komt doordat die man ver keerd, vol zelfverwijt wellicht, op dat ontslag reageert. De therapie laat zo ie mand inzien dat het irreëel is zo'n ontslag aan zichzelf te wijten". ren lukt het de partners toch betrekkelijk gelukkig met elkaar te zijn. Alleen van wege problemen met kinderen zijn ze gauwer geneigd te scheiden. Door deze problemen zoeken nogal wat hertrouwden naar een dubieuze oplos sing. En die is: het stiefkind te verdrij ven. Terug naar de ex-partner, of met materiële ondersteuning naar vroegtij dige zelfstandigheid. Dit vermoeden werd bevestigd toen de onderzoekers de ruim 600 kinderen tussen de 16 en 19 jaar, die in 1980 nog bij hun hertrouwde ouder woonden, eens nader bekeken. Binnen drie jaar had ruim de helft van de stiefkinderen de gemeenschappelijke huishouding verlaten tegen nog niet één op de drie 'natuurlijke' kinderen. De problemen tussen hertrouwden en hun eventuele stiefkind of -kinderen kun nen verschillende oorzaken hebben. Net als degenen die voor de eerste keer een huwelijk aangaan, is het partners die hertrouwen op de eerste plaats om de re latie met elkaar te doen. Het opbouwen en bestendigen van een liefdesrelatie be tekent veel met elkaar bezig zijn, veel tijd en energie in de relatie investeren, vooral in het begin. Wanneer er geen kin deren in het spel zijn is dat meestal geen probleem want men heeft dan 'de tijd aan zichzelf. Maar zijn er wel kinderen, dan moet hun tijd en aandacht verdeeld worden. En niet zelden vragen kinderen nou net de tijd die gereserveerd was om samen door te brengen. De spanningen die daaruit voortvloeien kunnen soms heel hoog oplopen. Zo hoog dat degene die de kinderen 'inbrengt' zich soms ge steld voelt voor de keuze tussen kind en nieuwe partner. Daar komt bij dat kinderen die een scheiding achter de rug hebben zelf met allerlei emotionele problemen kunnen zitten en daardoor toch al extra aan dacht vragen, wil het bijvoorbeeld op school niet mislopen. Een nieuwe ouder, terwijl je ergens anders al een eigen va der of moeder hebt, is voor een kind bo vendien niet zo gemakkelijk te accepte ren. Het kan daarom snel in een loyali teitsconflict terechtkomen. Zelfs als het de nieuwe vader of moeder in feite aar dig vindt, kan het kind zich er toch tegen verzetten dat toe te geven of te laten blij ken. Vanuit het idee verraad te plegen aan de eigen vader of moeder. En voor de nieuwe ouder kan het moeilijk te verte ren zijn dat hij of zij nooit de enige of de echte vader of moeder van het kind zal zijn. Als zich herhaaldelijk conflicten voordoen leidt dit op den duur nogal eens tot een houding van: "Waarom zou ik me eigenlijk uitsloven voor een kind dat niet eens van mij is en waarvan ik toch alleen maar Voor iemand die een relatie aangaat met een ander die reeds eerder getrouwd is geweest en een gezin heeft, is het dus heel belangrijk te beseffen dat hij in feite met een heel systeem moet kunnen op schieten. Niet alleen met de partner of de kinderen, maar ook min of meer met al lerlei mensen die relaties met het kind onderhouden, tot de ouders van de 'ex' soms toe. Voor een systeem geldt meestal dat je het als individu maar beter niet naar je hand moet proberen te zetten. Dat leidt meestal alleen maar tot een machtsstrijd met uitsluitend verliezers. In een systeem moet je je invoegen. door Rerié Diekstra hoogleraar psychologie te Leiden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 23