Het legioen van eer vraagt slechts waardering Vrijwilligers maandag voor één keer in het zonnetje PAGINA 22 ZATERDAG 5 DECEMBER 1987 Doorgaans knappen ze hun karweitjes in volstrekte anonimiteit op. Maandag evenwel wordt in de Amsterdamse RAI de publieke aandacht gevraagd voor het werk dat vrijwilligers ten behoeve van de samenleving en zichzelf uitvoeren. Een en ander vloeit voort uit een initiatief van de Verenigde Naties die 7 december hebben uitgeroepen tot Internationale Vrijwilligersdag. "Het is goed dat vrijwilligers eens in het zonnetje worden gezet. Als ze met z'n allen een dag zouden staken, dan raakte de hele maatschappij in de knoop". streefd wordt naar continuïteit, zowel in het persoonlijke contact met die cliënt als in het werk". "Iemand die zich bij ons voor vrijwilli gerswerk aanmeldt moet bereid zijn dat jarenlang te doen", licht voorzitter Blok- lander toe. Om nader kennis te nemen van de beweegreden die iemand drijft tot het opknappen van vrijwilligerswerk zal het plaatseüjk bestuur nooit verzui men een intake-gesprek met de aanmel der aan te knopen. De adspirant-UW'er loopt daarna enkele weken stage; eerst na een half jaar wordt de nieuwe mede werker of medewerkster als volwaardige UW'er geïnstalleerd, wat gepaard gaat met de ceremoniële uitreiking van de UW-speld. Verdeeld over de 126 plaatselijke afde lingen zijn er in het hele land 17.500 dra gers of draagsters van dat insigne. Een bekend project van de UW is 'tafeltje- dekje' dat in samenwerking met het Centrale Dienstencentrum wordt uitge voerd. "Per jaar worden ongeveer 65.000 maaltijden aan ouderen verstrekt". Niet alleen uit eigen ervaring, maar op grond van wat haar zo uit de kring van Leidse UW'ers geregeld ter ore komt, heeft mevrouw Bloklander zich het no dige inzicht kunnen vormen over de be tekenis van vrijwilligerswerk voor vrij willigers. "Het geeft voldoening, omdat je buiten je eigen kringetje nog iets kan betekenen voor een ander. Het gevoel dat je nog meetelt in de maatschappij geeft je een stukje levensgeluk. En dan denk ik vooral ook aan de ouder wor dende mens, aan de vrouwen wier kin deren de deur uit zijn en aan de mannen die in de vut zijn gegaan. Ik wil niet zeg gen dat je voor het werk dankbaarheid terugkrijgt, maar wel menselijk contact. Met die menselijke contacten slaan we als het ware een brugfunctie; de cliënt is ermee gebaat en de vrijwilliger ook". Imago Ooit ging de in 1945 opgerichte UW door voor de 'gouden armbandenclub'. "Maar gelukkig zijn we van dat imago al lang af', bezweert Bloklander. "Dat cha- ritas-beeld van de gegoede mens die tijd gaf aan de minderbedeelde ligt achter ons. Die goeie ouwe tijd was zo goed niet. Rijk en arm, iedereen is gelijk. Van daar dat wij iedereen, ongeacht status, achtergrond of inkomen, in staat stellen vrijwilligerswerk te doen". Dat wil zeggen: niet meer dan gemid deld een halve dag per week per object, omdat de UW ervoor waakt dat de vrij willigers als onbetaalde beroepskrach ten gaan fungeren. Zodoende zal de Unie nooit botsen met de tekst van de Wet Onbetaalde Arbeid die op 1 januari a.s. in werking treedt. Bij de Vrijwilli- gerscentrale wacht men de consequen ties van deze wet wel enigszins bezorgd af. Penningmeester Marselis: "Tot nu toe was het zo dat mensen met een uitkering toestemming moesten vragen aan de so ciale dienst om vrijwilligerswerk te mo gen doen. Je moet immers bereikbaar zijn voor de arbeidsmarkt. Het GAK doet nog moeilijker over dagwerk, daar redeneert men dat iemand die pakweg twintig uur besteedt aan dagwerk die tijd had kunnen benutten met het schrij ven van sollicitatiebrieven en bezoeken aan de vacaturebank". "Nu die wet er aankomt kunnen be paalde dagprojecten nog meer in het ge drang komen", zegt voorzitter Eduard Berentzen. "Er komt een toetsingscom missie waarin naast afgevaardigden van werkgevers- en werknemersorganisaties ook een overheidsvertegenwoordiger en iemand uit het vrijwilligerswerk zitting nemen. Die commissie moet gaan uitma ken of een bepaald dagproject valt onder de noemer onbetaald werk of kan wor den beschouwd als een taakstelling waarvoor in wezen betaald zou moeten worden. Eventueel zou die commissie haar veto kunnen uitspreken over een dergelijk project. De commissie, van wie de meeste leden zich overigens nooit met vrijwilligerswerk hebben bemoeid, kan de uitspraak doen dat een bepaald project niet langer voor subsidie in aan merking komt. Ieder lid afzonderlijk heeft de bevoegdheid iets tegen te hou den. Zo gauw die vertegenwoordiger vindt dat een project riekt naar concur rentie zal er meteen worden gezegd: pang, weg ermee. Waarmee dan meteen die werkloze vrijwilliger wordt gepakt die al geruime tijd een zinvol bestaan ontleent aan het werk waarmee hij dage lijks bezig is". In de knoop Er zijn thans om en nabij vijf miljoen Nederlanders als vrijwilliger werkzaam. Ze zijn actief in het verenigingsleven, in politieke partijen, in het jeugd- of oude renwerk, in de welzijnssector of in het onderwijs. Twee economen hebben uit gerekend dat ze per jaar gezamenlijk een economische waarde van bijna 32 mil jard gulden vertegenwoordigen. Deze gegevens zijn opgenomen in het boek 'Dat doe je gewoon', dat met het oog op Vrijwilligersdag is samengesteld door prof. dr. R.C. Kwant. In het bewuste boekje wordt voorts de stelling geponeerd dat de Nederlandse samenleving volledig in de knoop zou raken als het legioen van eer zou beslui ten de activiteiten voor één dag te sta ken. Bij de Leidse Vrijwilligerscentrale leeft de indruk dat lang niet iedereen daarvan doordrongen is. "De maat schappij kan niet functioneren zonder vrijwilligers. Daarom zou het goed zijn als sommige directeuren, personeelsle den en bestuurders van instellingen de morele verplichting op zich zouden ne men de vrijwilliger wat meer te waarde ren". In het arbeidsproces duiken ze steeds vaker op, de onbetaalde dienstverleners. In samenhang met de toenemende werkloosheid on derging het leger vrijwilligers de af gelopen jaren een gigantische uit breiding. door Gerard van Putten Naar schatting rond vijf miljoen Ne derlanders leggen thans zichzelf vrijwil lig de verplichting op om zich op de een of andere manier dienstbaar te maken aan anderen. Voor hun prestatie vragen zij geen tegenprestatie, hooguit enige waardering. Het ligt voor de hand dat met name mensen zonder beroep zich tot vrijwilli gerswerk aangetrokken voelen. Het le gioen van eer wordt in meerderheid ge vormd door uitkeringsgerechtigden en door huisvrouwen. Niet alleen omdat er door de vervulling van belangeloze ar beid meer inhoud kan worden gegeven aan een bestaan dat bij gebrek aan een werkkring maar al te vaak als sleur wordt ervaren, maar ook omdat men er het gevoel door kan krijgen zinnig bezig te zijn voor anderen. Mede als gevolg van de bezuinigings maatregelen die bijvoorbeeld de gezond heidszorg en instellingen in de cultuur- en welzijnssector hebben getroffen, be staat er een grote vraag naar mensen die bereid zijn 'om niet' werkzaamheden te verrichten. "Vooral in de gezondheidszorg en in de welzijnssector probeert men met vrij willigers zoveel mogelijk de gaten te dichten die daar door het bezuinigings beleid van Brinkman zijn geslagen", stelt Rolf Marselis, penningmeester van de Vrijwilligerscentrale. "Er is op het welzijnswerk dusdanig gekort dat het leeuwedeel van de taken nu door vrijwil ligers wordt gedaan onder leiding van één betaalde stafkracht". Onbetaalde banen Er zou evenwel een verkeerde voor stelling van zaken worden gegeven als het vrijwilligerswerk louter in verband werd gebracht met mensen die tegen woordig enigszins vernederend plegen te worden aangeduid als 'niet-actieven'. In dit land wordt er ook door werkenden vrijwilligerswerk verricht. Denk bij voorbeeld maar aan de verenigingsbe stuurders, aan degenen die week in week uit het beheer voeren over club kantines, aan de bestuurders van wo ningbouwverenigingen. De Stichting trainings- en Begelei dingscentrum voor vrijwillige hulpver lening, in de wandeling de Vrijwilligers centrale genoemd, richt zich echter in hoofdzaak op de onbetaalde banen die overdag moeten worden vervuld. Dit te meer omdat men in het verenigingsle ven geneigd is intern te zoeken naar ge schikte kandidaten voor onbetaalde functies. De Vrijwilligerscentrale, gesubsi dieerd door de gemeente Leiden en ge vestigd aan de Leidse Oude Rijn, filtert een deel van vraag en aanbod op deze markt. Het bestand vermeldt een reeks van werkwilligen, alsmede rond 150 or ganisaties die een beroep willen doen op vrijwilligers. "De Vrijwilligerscentrale mag worden beschouwd als een uitzendbureau voor vrijwilligers", zegt Ida Boon, die met Annemarie Bevers een betaalde arbeids plaats deelt als coördinatrice. Als be heersters van de vacaturebank zijn ze niet gehouden iemand die zich meldt voor vrijwilligerswerk te weerhouden van het voornemen om die werkzaamhe den op te knappen waarvoor die in we zen ongeschikt is. Annemarie Bevers: "Het komt wel eens voor dat we hier mensen krijgen die kampen met een alcoholprobleem. En die willen dan lotgenoten helpen, wat op zich te prijzen valt. Toch raden wij dat die mensen af, die adviseren we dan ander vrijwilligerswerk te gaan doen. Wie alcoholisten hulp wil verle nen, moet eerst zelf proberen van de drank te raken. Slagen ze erin hun pro bleem op te lossen, dan kunnen dergelij ke mensen uitstekende hulpverleners zijn, ook al omdat ze zirh op grond van hun eigen ervaringen kunnen inleven in het probleem van een ander". "Maar te genhouden kun je niemand", zegt Ida Boon, "we zijn geeri selectiebureau, vrij willigerswerk is in principe voor ieder een toegankelijk". Veto Dat ligt anders met betrekking tot de organisaties die een beroep willen doen op de Vrijwilligerscentrale. Wat dat be treft claimen Bevers en Boon wel een ve torecht. Voordat ze overgaan tot in schrijving van de desbetreffende 'werk gever' zullen ze zich er rekenschap van hebben gegeven of de doelstellingen van "die club" in grote trekken correspon deren met de uitgangspunten van de Vrijwilligerscentrale. "We schrijven ze ker niet iedereen in. Een paar jaar gele den bijvoorbeeld meldde het korps Rijkspolitie in Leiderdorp zich met een vacature. Gevraagd werd om een admi nistratieve kracht voor de balie en dat moest beslist een vrouw zijn. Het kwam er op neer dat ze 32 uur per week moest draaien. We hebben teruggeschreven dat hier duidelijk sprake was van een baan die gezien het aantal eisen dat werd geformuleerd een betaalde was". Als regel wordt degene die een vrijwil liger werkgelegenheid wil bieden ge vraagd naar de doelstellingen van de or ganisatie, die hij of zij vertegenwoordigt. "Ons principe is dat instellingen die dis criminatie en onderdrukking van be paalde mensen voorstaan in geen geval in aanmerking komen. Ook organisaties die een commercieel doel nastreven hoe ven van ons geen bemiddeling te ver wachten. Daarnaast willen wij vooraf al tijd weten welke taken vrijwilligers moeten gaan vervullen. De Vrijwilligers centrale beoogt bij de invulling van va catures immers het traditionele rolpa troon te doorbreken. We gaan niet in op aanbiedingen van specifiek mannen- of vrouwenwerk. In dat kader moet ook de Talentenbank worden genoemd. Langs die weg proberen we vrouwen aan inte ressanter werk te helpen. Werk op be leidsniveau, een bestuursfunctie zeg maar, is niet alleen voorbehouden aan de man. Via die Talentenbank proberen wij ook vrouwen klaar te stomen voor bestuursfuncties". Een en ander sluit aan op de Nota vrij- willigersbeleid, waarvan de eerste versie in 1983 in de Leidse gemeenteraad circu leerde. In januari 1985 verscheen deze nota in gewijzigde vorm. Daarin is onder meer gesteld dat de overheid zelf geen vrijwilligerswerk initieert, maar dat het initiatief daartoe uit de samenleving moet voortkomen. Geen recht Ofschoon in de nota Vrijwilligersbe- leid uitdrukkelijk wordt gesteld dat ver zekeringen, reiskosten- en andere on kosten die voortvloeien uit vrijwilligers werk in principe vergoed mogen wor den, gebeurt dat in de praktijk lang niet altijd. Bij de Vrijwilligerscentrale be staat de indruk dat de vrijwilliger bij sommige instellingen niet helemaal voor vol wordt aangezien. Tegenover de mo rele plicht die de vrijwilliger op zich heeft genomen om op gezette tijden op de werkvloer te verschijnen staat naai de mening van Eduard Berentzen, voor zitter van de Vrijwilligerscentrale, geen enkel recht. "Weliswaar wordt er in de nota Vrij- willigersbeleid gesproken over verzeke ringen, maar bij mijn weten heeft de ge meente er bij de koepels nooit op aange drongen om ten behoeve van de vrijwil ligers een collectieve WA-verzekering af te sluiten. Het moet gezegd dat de ge meente wel allerlei vrijwilligersprojec- ten subsidieert, maar aan voorwaarden scheppend beleid wordt weinig gedaan. Ongetwijfeld zal de gemeente in een reactie daarop zeggen dat dit laatste een zaak van de Vrijwilligerscentrale is, maar tot voor kort waren wij niet bij machte hieraan uitvoering te geven. Ge lukkig beschikken wij nu, naast onze twee part-time krachten, over een admi nistratieve kracht. Daardoor kunnen de twee coördinatrices de straat op om be zoekjes af te leggen aan instellingen waar vrijwilligers werken. De ervaring .heeft geleerd dat men na een gesprekje zich veelal bereid toont alsnog de ge maakte reiskosten te vergoeden of als nog een verzekering af te sluiten. Ons probleem is dat we geen sancties kun nen treffen, wanneer het bestuur of een directeur botweg blijft weigeren. Niets staat die mensen immers in de weg om vrijwilligers te werven via een adverten tie in de krant". Onwetendheid Coördinatrice Ida Boon benadrukt dat heel wat instellingen de rechtspositie van de vrijwilligers goed hebben gere geld. Maar ze kent ook de besturen en directies van organisaties die zich amper bekommeren om hun vrijwilligers. Die laten de liefde van één kant komen, naar zij vermoedt uit budgettaire overwegin gen. Al zijn er, benadrukt ze ook, die puur uit onwetendheid nalaten onkos ten te vergoeden en een WA- en ongeval Ida Boon (links) en Annemarie Bevers, coördinatrices van de Leidse Vrij willigerscentrale: "We schrijven zeker niet iedereen in". (foto Holvast) Speld Ze verwijst naar de uitgangspunten van de UVV, zoals die staan geformu leerd in de brochure 'Doe Vrijwillig Mee!'. "De UW biedt hulp op basis van gelijkwaardigheid van hulpverlener en hulpontvanger. Beiden kiezen in vrij heid voor hun onderlinge contact. Ge Vrijwilligers in het Leidse verpleeghuis Zuydtwijck: het mag geen geld opbrengen, maar het mag ook geen geld kosten. (foto's Henk Bouwman» lenverzekering voor de vrijwilligers af te sluiten. Van onwilligheid beticht ze overigens wel een directeur van een revalidatie centrum in de Leidse regio. Ze heeft daar een werkbezoek afgelegd en ze heeft helaas moeten vaststellen dat de bewuste functionaris onder geen beding bereid is de bij hem werkzame vrijwilli gers te verzekeren. "Heel schrijnend is dat, en onverantwoordelijk. Stel je voor dat zo'n vrijwilliger tijdens het werk komt te vallen en daardoor blijvend let sel oploopt, wat dan? Een organisatie die gebruik wenst te maken van de dien sten van vrijwilligers zou gewoon moe ten voldoen aan een aantal randvoor waarden. Vergoeding van onkosten, en betaling van verzekeringspremies. Onze vacaturebank geeft de mensen die hier aankloppen voor vrijwilligerswerk alle informatie hierover. Op de intake-for mulieren vermelden wij of een bepaalde instelling wel of niet genegen is vrijwilli gers in een verzekering onder te bren gen". Bij de stichting Unie van Vrijwilligers, die onafhankelijk van de Vrijwilligers centrale functioneert, kent men geen problemen met directies van instellin gen over assurantie-aangelegenheden. De vrijwilligers die zijn aangesloten bij de UW zijn door de Unie zelf onderge bracht in een collectieve WA-vcrzeke- ring. "De landelijke UW wordt gesubsi dieerd door het ministerie van wvc", vertelt mevrouw Bloklander-Baschwitz, voorzitter van de Leidse afdeling, "de premies worden uit de subsidiepot be taald". Dienstrooster Ook de UW hangt het beginsel aan dat vrijwilligerswerk geen geld mag op brengen, maar zeker ook geen geld mag kosten. Niettemin kunnen ook de instel lingen die geen onkosten aan vrijwilli gers vergoeden in principe rekenen op de medewerking van de UW. Het be stuur van de plaatselijke afdeling onder vangt dat zoveel mogelijk door vrijwilli gers uit de omgeving van zo'n instelling te charteren. Wie wel een afwijzend briefje van de UW kreeg was die ene directeur van een verzorgingstehuis die om vrijwilli gers vroeg en die naar zijn inzichten vol gens een lijvig dienstrooster hun dien sten moesteh draaien. Mevrouw Blok lander-Baschwitz: "Die man had ons een complete lijst met taken toegestuurd. Om acht uur moesten de vrijwilligers het ontbijt klaarzetten, om negen uur moesten de borden worden afgewassen. Kortom, hij had een schema ontworpen dat zich uitstrekte van acht uur 's mor gens tot vier uur 's middags. Daar kon den wij natuurlijk niet aan beginnen, vrijwilligers mogen nooit in de plaats treden van beroepskrachten. Dat is een stelregel van ons: UW-hulp is niet aan vullend of plaatsvervangend op de pro fessionele zorg, maar aanvullend op de mantelzorg". Om dat laatste begrip te verduidelij ken schetst mevrouw Bloklander de mens als middelpunt van een drietal cir kels. De eerste cirkel wordt gevormd door de naaste familie, de tweede door de buren en vrienden, de derde door de samenleving. "Iedere mens hoort een mantel te hebben. Wanneer iemand om de een of andere reden niet beschikt over zo'n mantel, dan fungeren wij als zodanig. Anders gezegd: wij proberen op basis van gelijkwaardigheid persoon lijke aandacht te geven aan alleenstaan den. Bepaalde stromingen in de maat schappij komen soms met het verwijt dat vrijwilligers betaald werk verrich ten. De UW pareert die kritiek door te zeggen dat wij alleen het personeel aan vullen. Gastvrouwen in bijvoorbeeld be jaardentehuizen kunnen een oudere de extra aandacht geven die beroepskrach ten vanwege hun overbelaste dienst rooster nu eenmaal niet kunnen schen ken. Wij zijn er voor het contact met de medemens. Tijdens een contact kan het dan wel eens komen tot een handrei king, daarmee bedoel ik te zeggen dat een gastvrouw thee inschenkt voor een oudere, of een boterham aanreikt. Maar die handreiking mag geen uitgangspunt zijn: het mag niet zo zijn dat gastvrou wen telkens handreikingen doen, de mensen bij wie ze op bezoek zijn regel matig voeren".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 22