WDM blijft maar brandjes blussen 'De communicatie komt pas op gang als je je agressief opstelt' ZATERDAG 5 DECEMBER 1987 PAGINA 21 In scène gezette foto uit het WDM-archief met als titel 'Geweld, tegen soldaten'. Het gekozen voorbeeld betreft de oefening 'knevelen van een krijgsgevangene'. Beefrht aan alle moeders „Mevrouw, als uw zoon in dienst is of nog moet, kunt u trots op hem zijn. Zo'n goeie baas heeft hij nog nooit gehad. Wij kleden hem voor u in fraai olijfgroen, geven hem een paar degelijke schoenen en een exquise stropdas. Om de spoor wegen wat retidabeler te laten draaien en om hem alvast te laten wennen aan het land dat hij moet verdedigen, sturen wij hem zo ver mogelijk van huis. Als uw zoon nog niet rookt of drinkt, geen nood, dat brengen wij hem ook nog wel bij. We leren hem nog allerlei nuttige zaken, zoals het precies in de pas lopen met tientallen anderen, het schieten op hardhouten borden en het wandelen in groepsverband. We leren hem ook een heleboel dingen af, zoals het handelen op eigen initiatief, het wandelen met de handen in de zakken en het nadenken in het algemeen. Ja mevrouw, uw zoon wordt bij ons een echte vent. U moest hem eens zien boenen, poetsen, dweilen en vegen, knopen aanzetten, waslabels in naaien. U gaf ons uw jongen, wij geven er een man voor terug. En daar bent u blij mee, begrepen!" Uit: 'Opkomstkrant', extra uitgave van het WDM-maandblad 'Twintig'. De instructeur „Deze is (in elk geval veel te vaak) jong. Soms nog jonger dan de dienstplich tige zelf. Soms ook heeft de instructeur een lagere schoolopleiding dan menige recruut. Zijn leidinggevende functie waarmaken leidt veelal tot grote psychi sche druk; twijfelen is een teken van zwakte en uit den boze. Een uitstraling van zekerheid is een vereiste, hetgeen niet zelden leidt tot ridicuul rolgedrag, waarbij een piepjong kaderlid een borst opzet alsof hij de oorlog zelf heeft uitgevonden". Uit: 'EGO', maandblad van de Humanistische Geestelijke Verzorging bij de Krijgsmacht. Recruut „Kenmerk van een recruut is zijn volstrekte onwetendheid (vooral met be trekking tot rechten en plichten), zijn naïveteit (mede als gevolg van zijn onbe kendheid met wat hoort en wat niet, heeft hij de neiging alles aan te nemen), zijn angst (durft niets te ondernemen uit angst voor represailles) en zijn ont worteling (is al het vertrouwde van eigen milieu op slag kwijt). Van deze jongens kan nauwelijks verwacht worden dat zij weten hoe onbedreigd hun recht te halen. De positie van de recruut is die van volstrekte afhankelijkheid. Binnen de kortste keren weet de recruut één ding heel zeker, namelijk dat het voor zijn lijfsbehoud absoluut noodzakelijk is zich aan groep en kader volledig over te geven". Uit: EGO, maandblad van de humanistische, geestelijk verzorging bij de krijgsmacht. Woensdag 7 november „Adjudant S., die de supervisie over zijn instructie-setheeft, maakt het de week daarna erg bont. Als slot-les houdt hij een toespraak waarin wordt ge waarschuwd voor alle studenten, vooral voor hen die iets studeren dat eindigt op -oog. Voor die mensen moetje uitkijken, die zijn niet te vertrouwen. Die zijn gevaarlijk, die zijn bovendien allemaal homofiel". Het dagboek van de oefening 'Pantserstorm', het eerste zwartboek van de WDM. Grote mond „Samen met drie andere Surinaamse jongens liep infanterist S. wat te klet sen. De vier jongens waren met 23 andere boordschutters voor een opleiding gedetacheerd in Veldhoven. De sergeant viel grof uit naar S. „Ik kan niet begrijpen dat je een grote mond hebt in een land waar je niet bent geboren. Doe dat maar thuis. S: „Ik werd agressief en gaf een grote mond terug". Hij kreeg vervolgens vier dagen licht arrest. Nadat de sergeant ook nog opmerkte dat het „een schande is voor het Nederlandse leger dat er buitenlanders in zitten" stapte S. naar WDM-bestuurder Willem-Jan Bloem. Deze raadde hem aan een klacht in te dienen bij de marechaussee. Dat heeft S. inmiddels gedaan. Uit: 'Twintig' (augustus 1985), maandblad WDM. De Vereniging van Dienstplichtige Militairen (WDM) bereikte onlangs de eerbiedwaardige leeftijd van 21 jaar. Ruimschoots volwassen dus, maar indachtig de tijdgeest niet meer zo het radicalisme van de jaren zeventig uitstralend. Al zijn er nog genoeg 'brandjes' te blussen, zoals de afgelopen weken nog in kazernes te Oirschot en Ermelo. De balans van een reeks conflicten tussen legerkader en soldatenvakbond anno nu. door Peter Heerkens Het was de Vereniging van Dienst plichtige Militairen (WDM) niet ge gund lang te genieten van een ver rassende decoratie, behaald aan het front waar nu alweer 21 jaar wordt gestreden voor 'vermaatschappelij king' van het leger. Vreugde en tevredenheid bij de solda tenvakbond, toen op 15 oktober de Stichting Maatschappij en Krijgsmacht bij gelegenheid van haar zilveren jubi leum uit waardering een legpenning toe kende aan de WDM. De onderschei ding werd in het bijzijn van minister Van Eekelen van defensie uitgereikt aan de oprichter en eerste voorzitter van de WDM, Loebas Oosterbeek (40 jaar nu, en directeur van een reclamebureautje in Amsterdam). Drie weken later stonden de gezichten bij de WDM-bestuurders alweer grim mig en schoten ze met scherp: een pers bericht onder <je kop 'Wantoestanden in Den Bosch. Soldaten als honden behan deld'. Het communiqué werd verspreid via het Algemeen Nederlands Persbu reau (ANP), dat er een gekuiste versie ygn maakte Robotten Enkele passages die de krantenlezers niet bereikten: „Soldaten lopen rond als robotten met holle, levenloze ogen waaruit elke eigen wil en persoonlijkheid is verdreven. Ze leven niet, ze worden geleefd". „Deze vormen van hersenspoelen van gezonde Hollandse jongens die voor hun nummer opkomen is ontoelaatbaar en schokkend". „Hoe is het in godsnaam mogelijk dat dit soort wantoestanden anno 1987 nog voorkomen in het Nederlandse leger?" Pittige taal, de WDM eigen. In een in terview met het dagblad TYouw zei deze zomer de toenmalige voorzitter Piet de Vey Mestdag: „Het lukt bijna nooit een kazerne-commandant te pakken te krij gen. Je merkt dat de communicatie pas op gang komt als je je agressief opstelt. Dat is een foute zaak, maar het is niet anders". Secretaris André Krul omschrijft de WDM als „een vakbond die meer haar kop durft uit te steken". Dat 'meer' houdt verband met de positie van de an dere soldatenbelangengroep, de Alge mene Vereniging Nederlandse Militai ren (AVNM), die in 1972 werd opgericht uit onvrede over wat dienstplichtigen er- vaarden als een te radicale en te linkse koers van de WDM. De afscheidingsbeweging en de moe derorganisatie leven in een haat-liefde verhouding. In belangrijke zaken, zoals gesprekken op het ministerie over ar beidsvoorwaarden, is er samenwerking op bestuursniveau. Zo goed als het dan gaat, zo fel concurrerend kan het zijn bij de ledenwerving. Schrikbewind Indirect is het optreden van de AVNM (21.000 leden) bij de lichting '87-6 in de Koning Willem I kazerne te Den Bosch aanleiding geweest voor de WDM (14.000 leden) om de publiciteit te zoe ken. Toen de WDM daar aan het werk ging, overeenkomstig de geldende bepa lingen dat voor ledenwerving de solda- tenkamers na 21.00 uur bezocht kunnen worden, bleek de AVNM er al geweest te zijn. WDM-secretaris Krul: „De kapitein van de Bravo-compagnie, Vlijm, had op eigen houtje diensttijd afgestaan aan de AVNM voor voorlichting en het inschrij ven van recruten als lid. We voelden ons zo bedonderd dat we er geen enkele be hoefte aan hadden om de misstanden waar de soldaten ons op attendeerden, intern te houden. De letterlijke tekst van het WDM- persbericht: „Het schrikbewind van ka pitein Vlijm en zijn kader ziet er als volgt uit: om zes uur opstaan (half zeven is normaal); verplicht douchen: met vier man tegelijk onder de douche want an ders duurt het te lang; in looppas naar de eetzaal om verplicht te ontbijten en in looppas terug om de kamers te poetsen en te boenen; verplicht avondeten op de kazerne (dat is niemand verplicht)". "Na het dagprogramma mag iedere Nederlandse soldaat zijn burgerkleren aandoen, naar de kantine gaan, telefone ren en van de kazerne af. Kapitein Vlijm hanteert zijn eigen regeltjes: niemand de kazerne af, niemand naar de kantine en burgerkleren zijn uit den boze. Soldaten worden gedreigd met straffen als ze dat toch zouden proberen". "Alles gebeurt groepsgewijs, zoals ver plicht voetbal kijken of een feestavond bijwonen. Even naar huis of naar vrien din bellen is er niet bij". "Orders worden door kaderleden niet met de stem gegeven, maar met behulp van fluitjes waarop de soldaten als hon den reageren". "Normaal gaan soldaten om 12 uur 's avonds slapen, nu worden ze gecontro leerd of ze om 11 uur slapen, want an ders "Alle vakantiedagen worden verplicht opgelegd, iets wat volstrekt tegen de re gels is. De soldaten moeten op zondag om 12 uur binnen zijn terwijl maandag morgen normaal is". Structureel Behalve de ergernis over de bevoorde ling van de concurrerende Algemene Vereniging Nederlandse Militairen was er voor de WDM nóg een reden om de ze punten in de openbaarheid te bren gen. Secretaris André Krul: „In Den Haag zegt men al gauw dat het inciden tele voorvallen zijn, maar het is structu reel. Ik herken dezelfde problemen; ze komen op veel kazernes in het land voor. Wat wij doorsturen naar het klachtenbu reau van de landmacht behandelen ze daar wel, maar verder doet men er niets mee. De organisatie voorziet niet in con trole om herhalingen te voorkomen. Op de bijeenkomst van de Stichting Maat schappij en Krijgsraad waar we die leg penning kregen, werd lovend gesproken over de signaalfunctie die de WDM heeft. Maar als je er dan zo'n geval als Den Bosch overheen krijgt denk je: wat schieten we daar nou mee op als er geen voorzieningen zijn om de langere ter mijn te bewaken? Wat we nu in Den Bosch meemaken is in variaten daarop vaak door ons aangekaart. Dan kun je toch niet anders dan constateren dat er structureel iets fout zit?" Krul zegt per week gemiddeld tien klachten te ontvangen over het kader. „Met name misdragingen van instruc teurs ten opzichte van recruten. Het staat voor ons vast dat het er per maand tientallen meer zouden zijn als alle jon gens hun mond durfden opendoen. Uit de gesprekken op de soldatenkamers weten we dat er angst heerst voor maat regelen. De intimidatie is groot. We ma ken vaak mee dat ons advies om aangifte te doen bij de marechaussee niet wordt overgenomen omdat men bang is voor de gevolgen. Ik durf te stellen dat de ruim 500 klachten die wij per jaar bin nenkrijgen slechts het topje zijn van de ijsberg". Paniekreactie Uit de inventarisatie van de WDM blijken de klachten zich voornamelijk af te spelen bij de infanterie, in soldatenjar- gon aangeduid met 'de zandhazen' en 'het kanonnenvoer'. Er werden twee zwartboeken uitgebracht die zich con-1 centreren op dit onderdeel. In oktober 1980 het zwartboek 'Pantserstorm', in september 1985 het zwartboek 'Het is geen mens, het is geen dier, het is een pantsergrenadier'. De WDM heeft een derde zwartboek in voorbereiding waar van de titel nog niet vaststaat, maar wel de verschijningsperiode: eerste helft '88. En weer zal het over de infanterie gaan. WDM-secretaris André Krul: „In te genstelling tot de meeste andere onder delen heeft de infanterie geen specifieke recrutenopleiding. De instructie gaat daar uit van het gevechtsklare militaris me; de parate troepen dus. Zo gauw er een ervaren groep afzwaait ontstaat er blijkbaar een soort paniekreactie bij het kader. In de sfeer van: we zijn gerouti neerde mannen kwijt, ons onderdeel wankelt. Ze gaan er dan met man-en- macht tegenaan om de nieuwkomers - zij spreken overigens over 'die burgers' - op niveau te brengen. Dan uit zich die oude landmacht-instelling van: niet lul len maar doen, en laat het denken maar In het tweede zwartboek vatte de WDM dat samen met: „Ondergeschikt heid is, volgens het Reglement Krijgs tucht, nog steeds de ziel van de militaire dienst. De krijgsmachtmens moet het als gewoon gaan beleven geen eigen oor deel te vormen om daaruit consequen ties te trekken voor eigen handelen". André Krul: „Er is sinds dat laatste zwartboek weinig of niets veranderd, zo moeten we concluderen uit de klachten die ons bereiken. Hooguit kunnen we zeggen dat na de affaire-Oirschot, die in 1985 aan het licht kwam, het aantal mis handelingen is afgenomen". In het zwartboek 'Het is geen mens, het is geen dier, het is een pantsergrena dier' schreef WDM's vertrouwensarts Kees Hertog: „Het lagere kader is over wegend politiek rechts geörienreerd en, bij gebrek aan Russen in de tuin, vaak op zoek naar een vijand in de keuken: Onkruit, WDM-ers, linksen, studen ten". Bloot op de hei De basis voor de zwartboeken waren steeds publicaties in het WDM-maand blad 'Twintig'. Om een indruk te geven: drie klachten van verschillende strek king uit genoemd blad gedurende de af gelopen twee jaar (het tijdvak dat de WDM thans inventariseert) en die een goede kans maken in het derde zwart boek te komen: - „De soldaat (J.D, gelegerd te Schaarsbergen) verhaalde van een oefe ning van zijn peloton waarbij twee ver kenners 'om niet herkend te worden' omstreeks middernacht op een koude, mistige hei van hun sergeant het bevel kregen zich, op hun kistjes en sokken na, volledig uit te kleden en met koppel, gasmasker en wapen het bos in te krui pen en terug. Toen D. bij zijn sergeant kenbaar maakte dit soort zaken niet te zien zitten antwoordde deze dat „het geen zin heeft om in beklag te gaan, want hij zou toch van boven af gedekt worden". Bovendien, zo vervolgde de sergeant volgens D., was dit nog niks vergeleken bij de pantserstorm in Roo sendaal, want daar ligt iedereen op zijn blote gat in de hei te kruipen. Ook de vaandrig verzekerde D. dat dit soort praktijken normaal zijn bij de pantserin fanteristen en „in Duitsland zou het alle maal nog erger worden". Het beklag werd bij de kapitein per soonlijk ingediend. Uit ooggetuigen- verklaringen werd duidelijk dat het bloot door de hei kruipen niet het enige staaltje van machtsmisbruik van de be treffende sergeant was. De recruten moesten ook bomen groeten en een sol daat, die zijn wapen verloor, kreeg het pas terug nadat de sergeant het ding zorgvuldig met zand had bewerkt ('Twintig', september 1986). - „De opper van A.V. in Ede heeft een opmerkelijke manier van straffen uitde len. Het noodlot bepaalt wat voor corvee je moet doen als straf voor een kleinig heid. „Wij noemen het PSU-bingo, zegt V. Hij vervolgt: „Als er bij de kamerin spectie iets niet in orde is moet je later bij de opper Van E. komen. Die heeft een grote beker op zijn bureau staan met een aantal opgevouwen papiertjes erin. Daar staan allemaal corveewerkzaamhe den op. Tussen de lootjes zitten twee briefjes met het opschrift 'je hebt geluk'. Dat betekent dat je geen corvee hoeft te doen ('Twintig', juli 1986). - „Op de Palm-kazerne in Bussum heeft de instructiecompagnie toch wel rare tijden beleefd. Daar moesten de sol daten met een 'klef-nek-steen' op bivak. Deze grote straatsteen moest iemand die een fout had gemaakt tijdens de mars meesjouwen. Het idee was afkomstig van sergeant Van Haan die zei dat het eigelijk een grote eer was om de klef- nek-steen te dragen omdat ze nadien hun naam erin mochten zetten ('Twin tig', september 1987). Geen publiciteit Voor de WDM waren de klachten uit Den Bosch, zoals die begin deze maand werden gesignaleerd, het derde ernstige voorval binnen een half jaar op een ka zerne. Daaraan vooraf gingen Zuidlaren („de koploper op onze lijst van pro bleemkazernes", zegt de WDM) en Arn hem (Saxen Weimar-kazerne). De problemen daar zijn door de WDM uit de publiciteit gehouden. Se cretaris Krul:,, Wij hebben de naam tuk te zijn op persberichten. Dat is niet waar. In de zaken Zuidlaren en Arnhem wil den we die openbaarheid vermijden ten einde kansen te scheppen de situaties op te lossen. Dat is niet gebeurd, en toen kwam er ook nog eens Den Bosch over heen. Aan Zuidlaren en Arnhen zouden we een weektaak kunnen hebben. Het is daar dweilen met de kraan open. We we ten het wat in te dammen door de boel daar goed in de gaten te houden; dat ma tigt het kader. Het werkt als ze weten dat we weer opletten. Daarom ook vonden we het met Den Bosch weer tijd om de pers in te seinen. Een waarschuwing dus voor alle commandanten in het land. Iets van: denk erom, de WDM slaapt niet". De klachtenlijst die Krul nu alsnog prijsgeeft toont veel overeenkomsten met 'Den Bosch': beperkende maatrege len die niet overeenstemmen met de voorschriften. Een voorval in Zuidlaren springt er overigens sterk uit. Krol kwa lificeert dat als een van de meest opmer kelijke feiten die hem ooit zijn gemeld. „Buiten diensttijd belde een soldaat met zijn vriendin. Een sergeant trok hem uit de telefooncel en nam het gesprek over. Hij vroeg de vriendin naar haar leeftijd, naar haar gewicht en hoe ze er uitzag. Tot slot vroeg hij haar of ze die vriend niet beter kon opvoeden". In Arnhem spande een incident aan gaande wc-deuren de kroon. Krul: „Er zou op gekrast zijn, waarna een com mandant de deuren uit de sponningen liet tillen. Soldaten die het toilet wilden bezoeken moesten eerst een deur opha len, daarvoor tekenen, en na afloop te rugbrengen". Eerder gebeurde hetzelfde in Hollandse Rading. Gespierde taal De chef van het 'klachtenbureau' in Den Haag (gevestigde in de Prinses Juliana-kazerne) waar misstanden als deze dienen te worden gemeld, is luite nant-kolonel (overste) P.L. de Haan. Heel officieel: hoofd sectie rechtspositie en overleg, onderdeel van de afdeling personeel van de landmachtstaf; kort weg RPO. De sectie telt zes militairen, onder wie een jurist en een bedrijfskun dige. Het behandelen van klachten is slechts één facet van het totale werk waarbij overste De Haan optreedt na mens de bevelhebber landmacht. Drie kernpunten voorgelegd aan overste De Haan. - Het klachtenbeeld zoals de WDM dat schetst ziet er alarmerend uit. „Mijn indruk is anders. Ik vind dat het meevalt. Daarmee wil ik wat de WDM aanbrengt niet bagatelliseren, want ie dere klacht is er een te veel. U moet ech ter bedenken dat de WDM een vak bond is die het conflictmodel heeft ge kozen. Dat levert gespierde taal op en een houding die meer gericht is op actie voeren dan op praten, zoals die andere bond doet". De Haan: "Als ik naga hoe omvangrijk de militaire organisatie is (permanent 49.000 dienstplichtigen onder de wape nen en 56.000 beroeps - red.), hoe inge wikkeld ook, en met welke hoeveelheid regeltjes men in dienst te maken heeft, dan ligt het aantal keren dat comman danten verkeerd handelen relatief laag. Hoe vaak gemiddeld per jaar? Daarvan houden we geen statistieken bij. In elk geval zijn lang niet alle klachten van de WDM gegrond". Nog geen balans - De WDM richt een ernstige aan klacht tegen de kaderleden, met name die van de infanterie. De Haan: „De militaire organisatie is er een waar in oorlog-nabootsende om standigheden snel gehandeld moet wor den. Dan ontbreekt de tijd om te praten. Men kan en mag dat niet vergelijken met de overlegstructuren in de burgermaat schappij. Van de andere kant vind ik dat commandanten in vredestijd-situaties de nodige ruimte moeten laten voor in spraak. En ik ben eerlijk genoeg om te zeggen: die balans is nog niet overal ge vonden. Op dat punt wringt het wel eens. Enerzijds omdat de regels niet al tijd uitblinken door duidelijkheid, an derzijds omdat jonge commandanten hun eigen opleiding nabootsen en verge ten dat de tijden veranderen. Kapitein Vlijm in Den Bosch bijvoorbeeld, heeft een commando-opleiding gehad en daarbij ging alles in looppas, om de con ditie op te voeren. Hij trok die lijn door en daar hebben we hem op gewezen. In z'n algemeenheid was de klacht van de WDM over de situatie in Den Bosch niet onterecht. Dat geldt ook voor die kwestie van de wc-deuren in Arnhem en Hollandse Rading. Wij zijn daarbij corri gerend opgetreden. Ik vond het ook on juist dat die deuren waren weggehaald. De militaire maatschappij zal moeten wennen aan het gegeven dat er zaken uit de burgermaatschappij overkomen die niet meer te bestrijden zijn zoals ze vroe ger te bestrijden waren. Waarmee ik niet wil zeggen dat we moeten berusten in het vandalisme, maar als we wc-deuren gaan verwijderen zijn we niet goed be zig. Dat durf ik best toe te geven. Mijn stelling is dat we niet te beroerd moeten zijn om door kaderleden gemaakte fou ten te erkennen. Als je die misstappen gaat verdoezelen verlies je je geloof waardigheid". Geen doen - Wat de WDM mist is een structurele aanpak van de incidenten. De klachten herhalen zich. „Wanneer wij meerdere malen dezelf de problemen tegenkomen is er wel de gelijk sprake van een landelijk beleid. Enige tijd geleden bleken op nogal wat kazernes misverstanden te bestaan over het verlenen van toegang aan vertegen woordigers van de soldatenbonden en de vrijheid die ze hebben om actie te voeren. Daar is toen door de bevelheb ber een brief over gestuurd naar alle commandanten. Maar om als systeem ie dereen in alle gevallen te informeren over de aard van ingediende klachen en de behandeling daarvan, dat is om prak tische redenen geen doen. Ook al zou het landelijk wel gebeuren, dan garandeert dat niet dat die klachten nooit meer voorkomen. Commandanten en kaderle den wisselen zo vaak van positie dat een aanpak zoals de WDM die wenst onuit voerbaar is. Er vond overigens een ge sprek plaats tussen kazerne-comman dant majoor Matser, compagnie-com mandant kapitein Vlijm en een WDM- bestuursdelegatie. In het belang van de herstelde relatie spraken de partijen af geen mededelingen aan de pers te ver strekken over het besprokene. De orders waarop de WDM kritiefc uitoefende zijn (volgens kazerne-waar nemers van genoemde soldatenvak bond) intussen allemaal teruggedraaid. WDM-posters en -stickers die door de Krijgsraad als 'krijgstucht ondermijnende afbeeldingen' werden verboden voor de soldatenkamers.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 21