'We zijn het gesol beu' Leidse woonwagenbewoners willen met rust gelaten worden ZATERDAG 5 DECEMBER 1987 CT— «OT» W PVV A PAGINA 19 KXTRA M A BIJLAGE VAN HET LEIDSCH/ALPHENS DAGBLAD Het woonwagencentrum aan het Leidse Trekvaartplein staat weer eens ter discussie. De landelijke overheid wil dat het plaats maakt voor kleinere centra, de gemeente suggereert als compromis een verkleining van het kamp. De bewoners zijn 'doodmoe van het gesol'. Ze willen dat het Trekvaartplein blijft zoals het is. Drie bewoonsters en één opbouwwerker leggen uit waarom. In het gesprek strijden woede en achterdocht om de voorrang. "Voordat je het weet wordt er weer gezegddaar heb je die en die van het kamp". Maar in hun verhalen klinkt ook een groot gevoel van trots door. "De saamhorigheid in een woonwagenkamp zul je in een straat niet zo gauw aantreffen". door Bart Jungmann Het gesprek met de woonwagen bewoonsters varieert tussen uit roeptekens en vraagtekens. De uitroeptekens volgen na zinnen waarin de woede doorklinkt over het onrecht dat hen door de over heid wordt aangedaan. De vraag tekens horen bij de achterdocht die wordt gekoesterd ten opzich- te van de buitenwereld, de twij fels ook over de bedoelingen van de verslaggever. Plaats van handeling is clubge bouw Rolleman in het Leidse woon wagencentrum Trekvaartplein. Drie bewoonsters en opbouwwerker Bru no van Veen zijn na enige aarzeling en onder voorbehoud bereid om te pra ten. "We hebben al zoveel nare erva ringen gehad", zegt Annie. "Voordat u ons een interview afneemt willen wij nu eerst wat vragen stellen", zegt Trees en voegt de daad bij het woord. "Als je nagaat wat er voor positiefs over woonwagenbewoners wordt ge schreven, dan is dat helemaal nul komma nul", zegt Bruno van Veen. Te vaak zagen zij de vooroordelen bij de burgermensen gevoed door krantear tikelen. De argwaan is groot. Achternamen liever niet in de krant en ook bij het maken van foto's op het woonwagen kamp wordt langdurig geaarzeld. Waarna er een discussie volgt over het woord kamp. Trees: "Ik heb er niets op tegen. Onderling spreken we toch ook over het kamp". Maar Annie zegt: "Ik houd er niet van. Het doet mij te veel denken aan een gevangenis kamp". "Of een concentratiekamp", vult Connie aan. Trots Dat negatieve beeld van woonwa genbewoners werd onlangs nog eens versterkt. De Leidse wethouder De la Mar (de verantwoordelijke man voor het woonwagencentrum) signaleerde bedenkelijk uitspraken die werden gedaan door ambtenaren van de rijks overheid. 'Een broeinest van crimina liteit', aldus zou een ambtenaar zich volgens De la Mar hebben uitgedrukt. Annie: "Het is het oude verhaaltje". De suggestie als zouden de vooroor delen nu toch wel tot de verleden tijd behoren, wuift ze smalend weg. "Maar voor criminaliteit moet je echt niet bij ons zijn. Dan moetje bij de po litiek zijn. Wat dacht je van zo'n Lub bers met zijn belastingschuld?" De woonwagenbewoners voelen zich achtergesteld, verkeerd begre pen en in een hoek gedrukt, maar één ding is duidelijk: ze zijn er trots op woonwagenbewoners te zijn. Ze zijn trots op hun woonwagencentrum aan de Haarlemmerweg, en ze moeten er niet aan denken het te verlaten. Die kans is zeker aanwezig. In het overheidsbeleid is in principe slechts ruimte voor centra met maximaal vijf tien woonwagens. Daarbij valt het Trekvaartplein met zijn 68 plaatsen danig uit de toon. Om opheffing te voorkomen heeft de gemeente Leiden een compromis voorgesteld. Naast de centra die er in de omliggende dorpen komen en zijn gekomen, wil wethou der De la Mar twee nieuwe kampjes in Leiden creëren en het Trekvaartplein in een kleinere bezetting (40 plaatsen) handhaven. Inmiddels is met de provincie Zuid- Holland over dat voorstel gesproken, maar staatssecretaris Heerma van volkshuisvesting wil een beslissing daarover niet vóór 1990 nemen. De be woners hebben voor zichzelf echter al beslist: het Trekvaartplein moet in zijn huidige omvang blijven, in elk ge val niet kleiner worden. Heen en weer Geen van de gesprekspartners vindt het plezierig dat de bui voorlo pig is overgedreven. "Uitstel van die beslissing heeft geen zin", zegt Bruno van Veen. "Dat is het vooruitschuiven van een probleem. Er moet nu duide lijkheid worden verschaft. Voor geen het natuurlijk verloop hief dat pro bleem zich als vanzelf op. maar door een wijziging van het overheidsbeleid dreigt het woonwagencentrum Trek vaartplein nu opnieuw overbezet te raken. Verbanning Werd er pakweg twintig jaar gele den juist naar een paar grote centra gestreefd (Van Veen: "En men werd dus verplicht naar het Trekvaartplein te komen"), nu is het beleid gericht op kleine centra. Voor de Leidse regio betekent dit dus dat het grote kamp aan de Haarlemmerweg welicht het veld moet ruimen voor kleine centra in Leiden en omliggende dorpen. "En die kleine centra functioneren niet", formuleert Annie bondig het al gemene gevoelen. Bruno van Veen: "Je wordt er gedropt en aan je lot overgelaten. Niemand die verder naar je omkijkt". Annie: "Mijn eigen doch ter hebben ze gedumpt in het cen trum van Katwijk en Noordwijk. Geen enkele instantie die zich verder met haar bemoeit. Een crèche hebben ze er niet en de kinderen hier brengen, dat mag niet". Trees: "Voor ons gevoel is het toch een soort verbanning. Ik vind daarom dat er in Leiden één groot kamp moet komen. Voor de mensen die terug wil len naar Leiden en voor onze kinde ren. Er is toch geen burgermens die je kunt dwingen naar Katwijk te verhui zen?" Bruno van Veen: "Dat is inder daad precies hetzelfde. Deze mensen zijn geboren in Leiden. Dus die moe ten precies dezelfde rechten hebben". Annie: "Wij hebben altijd gezegd dat er grote centra én kleine centra moeten zijn. Niet öf het een. öf het an der". Bruno van Veen: "Natuurlijk zijn er mensen hier die best willen verhuizen. Een paar families wilden graag naar Katwijk, een andere fami lie ging vrijwillig naar Zoeterwoude. Maar dat geldt zeker niet voor ieder een. Die voelen zich geïsoleerd en zouden veel liever in Leiden zitten, al was het maar vanwege de voorzienin gen". "En wat zie je dus gebeuren? Ze worden in een dorp als Katwijk terug geworpen in een isolement. En dan kan de overheid wel de mond vol heb ben van integratie, maar dat is op zich een loze kreet. Zoiets moet spontaan verlopen. Een mooi woord, hoor, inte gratie. Maar kijk eens naar de Meren- wijk waar een behoorlijk grote con centratie Surinamers zit. Die trekken ook naar elkaar toe en dat wordt toch ook niet onder dwang uit elkaar ge haald?". Zo erg "De mensen vergeten dat woonwa genbewoners, net als Surinamers of mensen met een andere nationaliteit, een minderheid vormen. Maar de aan dacht van de overheid voor woonwa genbewoners is miniem". Trees: "Toen die mensen uit Sri Lanka kwa men stond iedereen meteen op zijn kop. Begrijp me goed, ik gun die men sen van harte alle aandacht en hulp die ze krijgen. Maar wij, rasechte Ne derlanders, worden vergeten". Bruno van Veen: "De woonwagenbewoners vallen tussen de wal en het schip". De hoorzittingen die voorafgingen aan de aanleg van de kleine centra stemden de woonwagenbewoners ook niet veel enthousiaster over een eventuele verhuizing. Annie kan er van meepraten. "Het is zo erg geweest dat zo'n hoorzitting werd gestaakt omdat er woonwagenbewoners in de zaal zaten. Naar ons wordt niet geluis terd. Alleen als we met de vuist op ta fel slaan. En als je er op zo'n hoorzit ting stiekem tussen ging zitten kon je je oren niet geloven. De dingen die er over ons werden gezegd, ongelofe lijk". Gezien al het verzet van de buurtbe woners is het dus niet verwonderlijk dat de woonwagencentra, die inmid dels in de regio zijn gerealiseerd, veel al buiten de bebouwde kom liggen. Des te merkwaardiger omdat juist een van de achterliggende redenen voor sluiting van het Trekvaartplein is dat het te geïsoleerd ligt. Onzin, vin den de bewoners. "Met de bus kun je overal komen en de winkels met de eerste behoeften, zoals de bakker en de slager, zitten allemaal in de buurt". Wantrouwen Het wantrouwen van de overheid klinkt vrijwel voortdurend door in het verhaal van de woonwagenbewo ners. Bruno van Veen: "Uit het hele beleid van de overheid blijkt dat het als een probleem wordt gezien. Een pobleem dat moet verdwijnen. Het liefst zien ze dat alle woonwagenbe woners in 'n huis gaan wonen. Dat merk je aan alles. Als een invalide woonwagenbewoner vraagt om aan passingen in zijn wagen wordt er ge zegd: ga maar in een huis wonen". Annie: "Discriminatie van de over heid, dat is ons belangrijkste punt van kritiek. Huizen zonder toilet of dou che, dat kan zogenaamd niet. Maar in de woonwagens die door volkshuis vesting worden verhuurd, kan dat kennelijk wel. Daarin heb je geen wc of douche. Zelfs niet voor minder vali den en ouden van dagen. En die huur wagens hebben een kale huur van 258 gulden per maand. Discriminatie of niet?". "Datje anno 1987 nog voor het toilet naar een schuur moet die vijftien me ter verderop staat, dat is toch te gek voor woorden. Je schaamt je rot met zo'n wagen als je burgermensen op bezoek krijgt en het regent toevallig die avond. Mooie integratie! Maar goed dat niet iedereen zo'n wagen heeft. Wij zijn echt niet zo veeleisend, maar van al dat gedoe word je gewoon opstandig. We zijn doodmoe van dat gesol. Schrijf maar gerust op: de over heid doet geen ene moer voor ons!" Gerief Annie: "Ik ben hier pas na Trees ge komen. In de zomer reisden mijn ou ders en dan kwamen we hipr altijd te rug. We hebben het ook nog een paar keer in een huis geprobeerd. Maar mijn vader kon er niet wennen. Ter wijl mijn moeder juist in een wagen het gerief miste. Ik spreek nu ook van dertig jaar geleden en toen had je nog niet het gerief van een toilet en een kraan. Wassen deed je je buiten". enkel individu is het fijn als onzeker heid zo lang duurt". Namens de bewoners, die boven dien vrezen voor toekomstige wo ningbouw op de plek waar nu het woonwagencentrum staat, zegt An nie: "Ze hebben bij de overheid toch zo'n geldgebrek? Waarom laten ze ons dan niet gewoon met rust? We wor den maar heen en weer geslingerd". Trees: "In feite gebeurt nu hetzelf de als zo'n veertig jaar geleden toen ik met mijn ouders woonde op het kamp dat destijds bij de Mors weg stond. Dat werd opgeheven omdat er huizen moesten komen voor mensen...". An nie valt haar verontwaardigd in de re de: "Wij zijn toch zeker ook mensen". Trees: "Ja, natuurlijk. Daarom zeg ik het ook op zo'n toon. In elk geval, de woonwagenmensen moesten weg. Die pasten zogenaamd niet in het ge heel. Toen hebben mijn ouders een tijdje op het Schuttersveld gestaan en daarna een paar jaar rondgetrokken. Omdat de kinderen naar school moes ten zijn ze weer naar Leiden terug- keerd". "We waren een van de eersten die hier terechtkwamen. Altijd het Trek vaartplein trouw gebleven, ook toen ik met een Leidse man trouwde. Mijn man is een burgerman, maar er zijn er niet veel op het kamp die dat weten. Niet dat het er verder veel toe doet dat het een burgerman is. Hier wordt niet gediscrimineerd". "Ik heb twee zoons. De ene is ge trouwd met een burgermeisje en die zitten hier ook in een wagen. De ander is na zijn trouwen in een huis gaan wonen. Was wel wennen voor hem. In het weekend gingen ze daarom vaak naar de camping, dat heeft zeker acht jaar geduurd. Nu heeft-ie een huisje in de Stevenshof, maar uiteraard komen nog redelijk vaak hier. Familieban den zijn bij ons nu eenmaal sterk". "Hij redt het in elk geval wel, maar ik weet ook van genoeg anderen die het knap moeilijk hebben. Van een andere familie zijn ze ook in de Ste venshof gaan wonen. Ze kregen ruzie over een parkeerplaats en het was meteen schelden: a-sociaal zooitje, stelletje woonwagenbewoners. Er zijn er genoeg die best terug zouden wil len, maar ze krijgen de kans niet. Het zit vol". Grote foto: opbouwwerker Bruno van Veen bij het woonwagenkamp aan de Haarlemmerweg. Hierboven: links Annie, rechts Trees in haar woonwagen. (foto's wim Dijkman) Vlak voor het clubgebouw stopt op dat moment de bestelauto van een banketbakker. Annie: "Dat is ook zo'n typerend iets. Als er dan bijvoor beeld iemand ziek is geweest wordt bijna iedereen bij zo'n gezin uitgeno digd voor koffie met gebak. Om dank baarheid te tonen voor de hulp die ie dereen heeft gegeven". Het gesprek komt op het onder werp werk, een probleem op het Trek vaartplein. Trees: "Met langs de deur venten konden de meesten vroeger aardig in hun onderhoud voorzien. Bijna iedereen verdiende zo zijn eigen brood. Maar je zit nu vaak met te veel handel in dezelfde buurt en het is moeilijk om een vergunning te krij gen. In België en Duitsland bestaan landelijke vergunningen, in Neder land niet. Dat maakt het zo moeilijk". Annie: "Doordat de overheid ons zo heeft vastgezet is veel van die werkge legenheid weg. Dit is trouwens toch een beetje 'n teer punt voor ons. Voor dat je het weet heb je weer het beeld van al die steuntrekkers op het kamp en dat willen we niet". Trees: "Weetje wat het grote verschil is: als u geen baan hebt vindt iedereen het zielig dat u geen stukjes meer in de krant kunt schrijven. Maar voor ons is het met een weer een stempel". Connie beperkt zich tijdens het in terview voornamelijk tot de rol van luisteraar, vult zo nu en dan de ande ren aan. Ze staat nog niet zo lang met haar wagen op het Trekvaartplein. Connie heeft eerst in een paar Noord hollandse woonwagencentra ge woond en kwam door ziekte van haar man in Leiden terecht. Daar woont ze nu sinds 1979. "Net toen zo'n beetje de narigheid begon", zegt Trees. Het Leidse woonwagenkamp raak te overvol. Vijf jaar geleden stonden er ruim honderd wagens, overbezet dus. Daarom moest Connie eerst een tijdlang met haar woonwagen langs de straatkant bivakkeren. Vanwege "Na mijn huwelijk ben ik op het Trekvaartplein gebleven en mijn drie kinderen zijn hier ook geboren. Dat is typerend voor woonwagenbewoners: we willen allemaal graag bij elkaar blijven. Omdat we het zo naar onze zin hebben. We hebben hiervoor geko zen. Vanwege de traditie en vanwege de saamhorigheid. Die is zo ontzet tend groot. Als je zelf geen telefoon hebt kun je 's nachts bij iedereen te recht. Als je de dokter nodig hebt, ie dereen helpt je. Je kunt zo bij ieder een naar binnen lopen". "In een straat heb je het gevoel dat niemand iemand kent. Hier niet, je bent hier niet alleen. Het hele idee dat een man wekenlang dood in huis ligt, dat kan hier gewoon niet. En je hebt natuurlijk de vrijheid hè. Als het in de zomer lekker weer is kan ik lekker buiten gaan zitten. Doe je dat in de stad, met mooi weer lekker voor de deur gaan zitten, heb je de kans dat ze de GGD op je af sturen. Typisch kamp, zeggen ze dan". Bruno van Veen: "Die vrijheid is de laatste jaren natuurlijk wel behoorlijk aangetast. De samenleving eist toch dat je je aanpast". Annie: "Maar aan wie moet ik me dan aanpassen? Aan de slager of zo?". Trees: "Laten we het eens een keertje omdraaien. Waarom zouden de burgermensen zich niet aanpassen aan de woonwagenbewo ners? Dat kan toch ook?". Annie: "Maar Bruno heeft natuur lijk wel gelijk. De mogelijkheid tot reizen is er niet meer. Alleen in de zo mer, als je op familiebezoek gaat. Dan is er altijd wel een plaatsje vrij te ma ken". De crèche in clubgebouw 'Rolleman'.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 19