nooit sprake geweest
'Van een echte discussie is
'Erotiek in donkere dagen'
Terugblik op werk
van Stefan Buys
Twee Leidse theaterdirecteuren over de Fassbinderkwestie
'Hitchcock's Driesprong': bla, bla, bla
Sonderlijc niet boeiend
Sempre Crescendo: wisselend
LEIDEN - Het toneelstuk Het
vuil, de stad en de dood' van
Rainer Werner Fassbinder,
waarin in grimmige dialogen
de zelfkant van de stad
Frankfurt wordt opgeroepen,
is in onze kleidelta taboe.
Joodse organisaties wisten de
opvoering ervan te verhinde
ren.' Dit kón niet! Opvoering
van een dergelijk antisemi
tisch toneelstuk zou teveel
oude wonden openrijten. Na
een besloten voorstelling te
hebben gegeven voor voor- en
tegenstanders van het stuk
zwichtte de theaterschool
voor de zware pressie uitge
oefend door deze groeperin
gen. Men moest wel, toen door
tegenstanders werd aange
kondigd dat verdere voorstel
lingen door actiegroepen
zouden worden verstoord. De
banvloek was uitgesproken.
Nu de kruitdamp wat is opge
trokken, is het tijd om de twee
theaterdirecteuren in Leiden
eens te vragen naar hun me
ning over het stuk van Fassbin
der en de trammelant er om
heen. Allereerst natuurlijk Rol
and Helmer van het LAK-thea-
ter, dié Het vuil, de stad en de
dood had geprogrammeerd
voor 4 en 5 december. Maar ook
de mening van Frans Boelen
moest worden gehoord. Was
hier immers niet de vrijheid
van de toneelmaker in het ge
ding?
door
Cees van Hoore
In het programmaboekje van het
LAK werd het stuk van Fassbinder
omschreven als 'een meesterwerk'.
Staat Roland Helmer nog steeds
achter deze kwalificatie nu het
stuk in ongenade is gevallen? Hel
mer: "Ach, dat moet je niet zo let
terlijk nemen. Een van de taken
van een schouwburgdirecteur is
natuurlijk om zoveel mogelijk
mensen naar zijn theater te krijgen.
Maar het is zeker geen slecht stuk.
Het is helder geschreven, te helder
misschien. En wat dat antisemiti
sche karakter betreft: wie de publi
catie in de Haagse Post heeft gele
zen, weet nu dat dat verwijt ner
gens op slaat. Er komt wel antise
mitische taal in voor, maar die
wordt uitgesproken door verwer
pelijke figuren, door een neo-nazi
bijvoorbeeld".
Helmer was een van de genodig
den bij de beslotèn voorstelling in
Rotterdam. Frans Boelen is daar
niet geweest. Hij had er dolgraag
naar toe gewild, maar werd niet in
de gelegenheid gesteld. Hij vindt
dat al gek, maar nog verwonderlij
ker vindt hij het dat de pers niet is
uitgenodigd. Boelen:"Dat is een
gotspe. En ook zo dom. Als de zaak
met open deuren was behandeld,
was het-niet zover gekomen als
Boelen moet bij zijn oordeel over
het stuk afgaan op het script en de
onvolledige radio-opvoering ervan
door de VPRO. Boelen:" Ja, die
VPRO. Ik begrijp dat niet. Als je
het doet, doe het dan goed. Nu -
met die publikatie in de HP en dat
VPRO-gebeuren- weet ik nog maar
een kwart, want het gaat natuurlijk
om de voorstelling. Een toneelstuk
is er alleen maar om gespeeld te
•worden. Een script is op zichzelf
niks. Maar goed, afgaande op wat
ik nu weet had ik het stuk niet op
mijn programma gezet. Niet uit laf
heid, maar omdat het stuk mij te
ver van de realiteit af staat. De figu
ren zijn zo verworden, dat een
mens in zo'n situatie slechts één
ding zou verlangen: sterven. Er ko
men wel mooie gedeelten in voor,
maar over het geheel genomen
vind ik het niet geslaagd. Een parti
culiere nachtmerrie van Fassbin
der".
Helmer: "Dat zegje nu wel, maar
er waren daar in Frankfurt wel de
gelijk van dat soort toestanden die
Fassbinder beschrijft. Hij heeft in
zijn stuk de wanhoop van de zelf
kant gestalte willen geven. In elke
stad heb je van die buurten waar je
die zelfkant kunt vinden, neem de
Schilderswijk in Den Haag. Mag
dat stukje werkelijkheid dan geen
onderdeel meer vormen van een to
neelstuk. Fassbinder had oog voor
deze dingen. Zijn stukken hebben
allemaal iets bitters, zijn taalge
bruik is zeer cynisch. Ja, hoor eens,
hij is geen Annie M.G. Schmidt".
Boelen: "Dat weet ik natuurlijk
ook wel! Ik heb jarenlang in Am
sterdam gewoond, ben er geboren
en getogen. Buurten als de Binnen
Bantammerstraat en de Warmoes
straat - ik weet precies wat voor rot
tigheid zich daar kan afspelen.
Maar goed, als ik het stuk dan had
gebracht, dan was dat in het kader
van een Fassbindercyclus ge
beurd. Dan had het enig reliéf ge
kregen. Bovendien zou ik het heb
ben laten spelen door ervaren ac
teurs en niet door mensen die pas
beginnen. Dit moet zo subtiel ge
beuren, dat kunnen alleen de bes
ten maar".
Tijdens de hevige schermutse
lingen tussen de theaterschool en
de joodse organisaties heeft Hel
mer, die getuige de programme
ring van het LAK-theater nogal op
Fassbinders werk moet zijn ge
steld, zich niet spontaan in de dis
cussie gemengd. Helmer: "Ik heb
de beslissing van de theaterschool
afgewacht en mij welbewust ook
niet nog eens in de discussie willen
mengen. Dat was alleen maar olie
op het vuur geweest. Overigens is
er van een echte discussie geen
sprake geweest. 'Nooit, nooit,
nooit!!!' werd er gescandeerd tij
dens de verstoorde try-out. Artis
tieke en rationele argumenten
maakten geen schijn van kans te
gen de talloze emotionele uitingen
van gekwetstheid. 'Meneer, ik ben
tot in het diepst van mijn ziel ge
kwetst!, riep men als iemand zijn
standpunt wilde verduidelijken.
Nuancering van standpunten was
niet meer mogelijk, zeker omdat
het voor voorstanders van opvoe
ring aanzienlijk moeilijker was om
bij de microfoon te komen dan
voor vertegenwoordigers van de
joodse organisaties. De bedoelde
discussie resulteerde slechts in een
nog grotere polarisatie. Er heerste
zón sfeer van: wie niet met ons is, is
tegen ons. Kortom: een genuan
ceerde mening werd niet op prijs
gesteld. Er was maar één mening
mogelijk: het stuk mocht niet wor
den vertoond".
Hamvraag
Wie het stuk van Fassbinder aan
dachtig leest, zal ontroerend passa
ges aantreffen, maar ook stotende
en gruwelijke. 'Les fleurs du mal' -
het was niet alleen Baudelaire die
er een oog voor had. Zo zit de we
reld nu eenmaal in elkaar. Elke sa
menleving heeft zijn aarsgat. Zijn
de tegenstanders van het stuk mis
schien te vergelijken met die man
uit het publiek die tegen een to
neelmoordenaar 'vuilerotscholt
roept?
Boelen:"Het stuk - daarvan ben
ik nu wel overtuigd - is zeker niet
antisemitisch. Maar als het deson
danks zulke emoties oproept bij
joodse groeperingen, dan moet je
je wel afvragen wat zwaarder
weegt: de vrijheid van de kunste
naar of de ellende die je een aantal
mensen bezorgt. Ik vind dat stuk
niet zo de moeite waard om on
danks alles tot een voorstelling te
besluiten. Maar ik zeg het nog
maals: ik heb niet alle gegevens toi
mijn beschikking, ik heb de voor
stelling niet gezien. Ik wil daarmee
overigens zeker niet zeggen dat
men bij de theaterschool op sensa
tie uit is geweest. Maar de ham
vraag blijft wel: wat heeft de to
neelschool in vredesnaam bewo
gen om nu juist dit stuk te nemen?
Daar is iets mee. Het is immers zo'n
twaalf jaar lang niet opgevoerd ge
weest. Waarom, zo kun je je daarbij
afvragen, heeft bijvoorbeeld het
beroepstoneel het in die tussentijd
nooit op haar repertoire gezet?"
Helmer: "De emotionele reacties
op het stuk zijn door de joodse jon
gerenorganisaties welbewust op
geroepen. Die emoties waren daar
om niet minder echt. Ik weet zeker
dat het niet zo uit de hand was gelo
pen als men er niet zo'n stampij
over had gemaakt. Dan had een
handje vol mensen het stuk gezien,
mensen die Fassbinders werk ken
nen en het stuk kunnen plaatsen.
Ik heb het er zeer moeilijk mee ge
had. Je kunt je tegen dit soort emo
ties niet verdedigen. De ratio is
weg. Ik heb mij dan ook neerge
legd bij de beslissing van de toneel
school het stuk niet op te voeren.
Als alle voorstellingen verstoord
zouden zijn geworden door actie
groepen, dan blijft je immers niet
veel anders over. Ik had geen zin in
toneel met de ME voor de deur".
Mulisch
Boelen: "Zo gauw er in een stuk
iets ten nadele van joden wordt ge
zegd, dan sluit zich bij een aantal
mensen 'die koker in de kop'.
Neem Mulisch, toch niet de eerste
de beste. Als zo iemand schrijft dat
het Fassbinder siert dat hij zelf
moord heeft gepleegd, dan word je
toch niet goed. Mulisch heeft het
over afgrondelijk maar wat hij zegt
is pas afgrondelijk! Weetje wat het
is: er is al veel te veel geluld over
deze zaak. Iedere verdere publici
teit na dit incident brengt de zaak
verder in het slop. Er kunnen ge
vaarlijke tegenkrachten worden
opgeroepen, als je voelt wat ik be
doel".
Boelen en Helmer vrezen dat de
beslissing die nu is genomen wel
precedenten schept. Neem bijvoor
beeld het cabaret. Mag een cabaret
als 'Zak en As' een kwal van een
corpsstudent over een zwarte die
hockey speelt nog laten zeggen dat
'zijn lippen over het gras slepen'?
Boelen: 'Ik vrees inderdaad allerlei
nare bij-effecten. We moeten er bo
vendien voor waken dat men
straks over Fassbinder zegt: o ja,
dat is toch die antisemiet. Dat ge
vaar zit er zeker in. We moeten het
kind natuurlijk niet met het bad
water weggooien. Want we zijn het
er natuurlijk over eens dat Fassbin
der een groot kunstenaar was".
Helmer: "Ik ben van mening dat
de vermeende onbetamelijkheid
van een stuk alleen kan worden
vastgesteld door de rechter. Maar
pas dan wanneer het stuk is opge
voerd. Nu heeft een handjevol
mensen voor een geheel volk be
slist. Dat kan natuurlijk niet. Je
kunt zeggen: de mensen moeten
een geweten worden geschopt. Ak
koord. Maar het is natuurlijk wel
belangrijk wié er schopt. Het is in
teressant wat Mau Kopuit van het
Nieuw Israëlitisch Weekblad er
over heeft gezegd. Volgens hem
was er binnen de joodse jongeren
organisaties nauwelijks meer van
enige cohesie sprake. Dat hing als
los zand aan elkaar. Men had geen
identiteit. Bestrijding van antise
mitisme fungeerde als bindmiddel.
Fassbinders stuk vormde een
mooie aanleiding om weer eens ge
zamenlijk op te treden".
"Maar - de zaken zijn niet be
paald erg 'kosjer' aangepakt. De
voorstanders van het stuk moesten
uitleggen waarom het niet antise
mitisch was en werden daarbij bo
vendien nog eens ernstig gehin
derd. Zo draai je de zaken natuur
lijk om. Het vermeende 'antisemiti
sche' karakter van het stuk had
moeten worden aangetoond door
de mensen die het stuk niet opge
voerd wilden zien. Ik zie nog Jules
Croiset voor me. Hem werd ge
vraagd of hij het stuk antisemitisch
vond. Nee, dat vond hij niet. Maar
het was 'te..te..te defaitistisch', het
gaf een te negatief wereldbeeld"
Expositie Erotiek in donkere dagen, t/m 5
december. De Waag, Aalmarkt 21. Leiden
Openingstijden di. t/m za. van
12.00-17.00 uur. Do. van 12.00-21.00
LEIDEN - Verstrooiing voor
mensen die al lang niet meer in
Sinterklaas geloven. Dat biedt de
expositie 'Erotiek in donkere da
gen', die dit jaar georganiseerd is
in plaats van de traditionele St.
Nicolaasmarkt in de Waag. De
pakkende titel maakt meteen
duidelijk dat het niet gaat om zo
maar een kunstmarkt met, bij
voorbeeld, "kado's voor schap
pelijke prijzen".
In samenwerking met de ge
meente Leiden heeft het bestuur
van de SKBL (Stichting Kunste
naars Belangen Leiden) het plan
voor deze tentoonstelling in be
trekkelijk korte tijd kunnen rea
liseren, waaruit weer mag blij
ken dat sommige, meestal Leid
se kunstenaars erotisch getint
werk in stock hebben of zich
door het gegeven hebben laten
inspireren. Dat daarbij een tent
met suikergoed en roede niet
ontbreken, houdt niet zozeer ver
band met het Sinterklaasfeest,
als wel met de ondubbelzinnige
opvatting van het thema in meni
ge inzending voor de tentoon
stelling.
In de ongewone en bonte ver
zameling werk komen luchtig
ondergoed, zwarte kousen en
bloot natuurlijk voor, maar zij
blijken geen voorwaarden te zijn
om erotisch getinte beelden te
scheppen. 'Erotiek in donkere
dagen' is geen 'Pin-Up Club' in
olieverf of gemengde techniek
Het nogal gewaagde foto-drie-
luik van Linda Roodenburg en
de door twee koeltorens geflan
keerde Nikè van André de Regt
benadrukken dat van een combi
natie van niet voor de hand lig
gende beeldelementen een sterk
symbolische werking uit kan
gaan.
Het erotische aspect is duide
lijk aanwezig in de bijdragen van
Joyce de Gruiter en Fer Hak
kaart. Hakkaarts benadering van
de erotiek in ht liefdesspel is wel
erg serieus, getuige titels als 'Be-
Expositie met tekeningen, grafiek en sculp
tuur van Stefan Buys, t/m 5 december. K-
expo, Kunstuitleen Leiden, Lammermarkt
35, Leiden. Openingstijden wo. t/m za. van
14 00-17.00 uur.
LEIDEN - In de expositieruim
te van Kunstuitleen is een kleine
retrospectieve tentoonstelling
gewijd aan het werk van de Leid
se kunstenaar Stefan Buys (1943-
1984). Tussen de vroegste hout
sneden en de serie Parallelpro
jecties aan het eind van de jaren
zeventig, lag een periode, waarin
Buys een duidelijke ontwikke
ling doormaakte. Aanvankelijk
hield hij zich bezig met het con
strueren van vormen en hieruit
ontstonden zijn beelden in hout
en staal en meubels. In de serie
tekeningen die hij vanaf 1975
maakte, ging Buys juist uit van
het ontleden van de kubusvorm.
Als voorbeelden van Buys'
hout constructies staan op de ex
positie schaalmodellen, die de
mogelijkheden van een con
structivistische werkwijze, het
gebruik van de Gordiaanse
knoop, diagonalen en open en
gesloten vormen laten zien. Een
stuk uit dunne, zwarte platen
deed mij sterk denken aan het
werk van pioniers als El Lissits-
ky en Malevich in drie dimensies
overgebracht.
Naast een paar ijle stoelen met
hoge rugleuningen, afkomstig
uit de collectie van de Lakenhal.
vruchting' en 'Naspel'. Het leuk
ste werk is dat waarin op onver
wachte en originele wijze met
het thema wordt omgesprongen.
Als voorbeelden noem ik het ma
teriaalgebruik van Herby Nijen-
huis in "Ik hou' van Holland" en
het grappige, licht spottende
"Und jetzt geht's los" van Joke
van der Meer-Bouts. In beide ge
vallen fallus-sumbolen te over,
maar dat is bijna onvermijdelijk.
Twee stukken van Naan Rijks
zijn mij bijgebleven door de veel
zeggende manier waarop situa
ties in 'Erotic Scene: who's af
raid' en 'Erotic Scene: Suspen
se?' in beeld zijn gebracht. Waar
bij subtiel ingespeeld wordt op
de instelling van de bezoeker.
Het nadeel van een expositie
als deze is, dat het zwaartepunt
vooral bij het thema komt te lig
gen, zodat de artistieke kant op
een ander plan geraakt. In die zin
kan 'Erotiek in donkere dagen'
niet opvallend genoemd worden,
maar het prikkelt in elk geval
de nieuwsgierigheid.
NANCY STOOP
'Op scherp' van Herby Nijen-
huis, te zien op de expositie 'Ero
tiek in donkere dagen' in de
Waag. (foto Holvast)
Hitchcock's Driesprong' door Artikelen
Projecten. Tekst en regie: Frans Strijards,
decorontwerp' Niewe den Beste, spelers:
Wim van der Grijn, Els Ingeborg Smits,
Theo Pont, Marieke van Leeuwen, Mark
Rietman en Margreet Kooistra. Gezien op
2 december in het LAK, Leiden.
LEIDEN - Zeg Wim. Ja, mijn
heer Strijaards. Als je nu eens
een paar keer hard met je kop te
gen die muur beukt. En dan uh...
beuk je nog een paar keer stevig
met je kop tegen de grond, ver
volgens kruip je piepend naar de
sofa, daar ga je op liggen kronke
len en dan uh.... weetje wat Wim,
knal dan met je kop nog eens lek
ker tegen de grond. Fijn, mijn
heer Strijards.
Wim van der Grijn is een ac
teur die bestaat uit duizend re
gieaanwijzingen. Hij is als de be
perkte voetballer, die trots op
merkt voor zijn trainer, als het
moet, door een muur te lopen. El
ke avond wikkelt Van der Grijn
braaf zijn dressuur af. Ooit - en
die tijd is nabij - zal zijn geheid
gen hem in de steek laten en zal
hij met zijn arme, beurse hoofd
maken ook modellen in gekleurd
kunststof deel uit van dit over
zicht. Niet alleen de vorm, ook de
kleur van de meubels is zuiver
constructivistisch. Evenals Riet
veld en andere kunstenaars die
met De Stijl verbonden waren,
gebruike Stefan Buys hiervoor
de primaire kleuren rood, geel en
blauw. Rood voor de horizontale
delen, geel voor de zittingen en
blauw voor de verticale, steunen
de elementen.
Met de serie Parallelprojecties
keerde Stefan Buys zich tussen
1975 en 1977 af van de construc
tieve werkwijze en verdiepte
zich in de ontleding van vormen,
speciaal de kubus. In zes opeen
volgende projecties deelde Buys
een gesloten kubus op tot een
opengevouwen doos. In een an
dere serie liet hij de losse vlak
ken juist in elkaar grijpen. Een
interessante serie ontstond in
een tekening uit 1976, waarin de
vlakken zo ten opzichte van el
kaar verschoven zijn, dat een
stervorm ontstond. Maar de ui
terste consequentie van het ont
ledingsproces is de kubus, die
uiteindelijk verdwenen is;
slechts zes punten zijn op het
witte vlak overgebleven.
Deze bescheiden tentoonstel
ling brengt een overzicht en enig
inzicht in wat Stefan Buys be
woog in zijn werk, dat in het te
ken stond van de constructie en
de ontleding.
NANCY STOOP
Sculptuur van Stefan Buys
Koning en Arnold Riesthuis (zink, zang
blokfluit) en Mieneke van der Velden (gam
ba). Gespeeld werden werken van o.a. An-
toine Busnois. Clemens non papa er
Sweelinck. Gehoord op 2
Taffeh-zaal
LEIDEN - Het is volstrekt geen
bezwaar om in de Taffeh-zaal zijn
tijd wachtend door te brengen.
Altijd is daar de tempel voor je
met zijn fijne ornamenten en zijn
evenwichtige architectuur. Dat
zullen mét mij nog wel meer be
zoekers van het concert gister
avond gedacht hebben tijdens
het wachten op publiek. Mis
schien is het wel geen goed idee
geweest om een speciale uitvoe
ring van oude muziek in te lassen
in de Sinterklaas-week. In elk ge
val waren er op zijn zachtst ge
zegd niet al te veel toehoorders.
Het programma vermeldde
muziek uit de renaissance. Méér
informatie dan de (onvertaalde)
tekst van de gezangen was er
niet. Bovendien vind ik het altijd
weer een lastige opgave om La
tijn, Italiaans of oud-Frans te
ontcijferen, terwijl ik ook nog de
verschillende melodie-lijnen
probeer te volgen van de polyfo
ne muziek.
Niet alles aan de uitvoering
had mijn onverdeelde aandacht.
Een onderwerp als de maagd Ma
ria inspireerde Clemens non Pa
pa (dwz. niet Paus Clemens maar
de andere Clemens) tot het
prachtige, ingetogen en lyrische
motet 'Beata es Virgo Maria', ter
wijl de liefde en deszelfs verdriet
tot hartstochtelijke en smartelij
ke uitbarstingen leidde bij bv.
Giaches de Wert 'Misera non cre-
dea'.
In andere gevallen echter
weefde de componist zo'n ond-
reddeloos verloren onder de the
aterlampen staan.
Wat voor Wim van der Grijn
geldt, geldt ook voor de andere
acteurs, het zijn marionetten. Je
kijkt naar zes acteurs, maar ei
genlijk kijk je naar het mecha
niek van de voorstelling. Of be
ter, naar degene die het mecha
niek bedient: regisseur Frans
Strijards. Natuurlijk, in zekere
zin is dat opzet, maar voorstellin
gen, waarvan de maker de ac
teurs zo nadrukkelijk in de scha
duw zet, zijn meestal onverteer
baar. 'Hitchcock's Driesprong'
van de groep Artikelen Projec
ten is daarop geen uitzondering.
Korte inhoud van het stuk: een
familie - drie broers, een zus,
een schoonzus en een kind van
een van de broers - komt bij el
kaar op de verjaardag van één
van de broers en begint collectief
een psycho-analytische zoek
tocht. Hun jeugd en hun onder
linge relaties worden onder de
microscoop gelegd: wie js ver
antwoordelijk voor hun ongeluk,
wie is de dader? De verschillen
de familieleden hakken met een
genadeloos cynisme op elkaar in.
Alles wordt tot op het bot ont
luisterd. Tegelijkertijd maakt de
voorstelling de Freudiaanse
praktijk belachelijk door het rou
tineuze gebaar waarmee de per
sonages de psychoanalytische
gemeenplaatsen uit hun mouw
schudden. Niet alleen wordt er
satire bedreven, de voorstelling
wil ook de lachers op haar hand
krijgen via slapstick-effecten,
bekkentrekkerij en verdraaide
stemmetjes. Wat een ellende en
droefenis.
Hitchcock's Driesprong is een
modern stuk in de zin dat de re
flectie en de overbewustheid van
het maatschappelijke rollenspel
er centraal in staan. Iedereen
doorziet alles, maar men kan
geen zin of betekenis aan zijn le
ven geven. Bovendien is het ook
een sterk intellectualistisch stuk.
Het woord theorie valt bijna in
elke claus. Het stuk bestaat uit
honderden sofismen en wijze en
gevleugelde woorden: "ik wil
oorzaken begrijpen", "de hele
kosmos is een groot komplot",
"het leven" (100 keer), "waarom
ben ik die ik ben", bla bla bla bla.
Haal er de ironie vanaf en je
houdt niks over. Strijards' we
reld is oninterressant en geen en
kele keer is er een correctie in
werkelijk humoristische rich
ting te signaleren.
Hitchcock's Driehoek is een
onbetekend schijngevecht, uit
gevoerd door dociele acteurs en
bedacht door een regisseur die te
gemakkelijk grijpt naar het
machtsmiddel van het cynisme.
RADBOUD ENGBERSEN
Dièsconcert van het Studentenmuziekge-
zelschap 'Sempre Crescendo' m.m.v., Pe
ter van Dinther (trompet), Arjan Hageman
en Steven Blackstone (piano). Dirigent'
Bastiaan Blomhert. Koordirigent: Herman
Kofflard. Gehoord in de Stadsgehoorzaal
zondering meer. Uitgaande van
die benadering leek de uitvoe
ring in het kader van het dièscon
cert zelfs nog aan de volumineu
ze kant, maar dat werd mede ver
oorzaakt door een doelbewuste
streven van Blomhert de klank
zoveel mogelijk bijeen te houden
om aldus de homogeniteit te be
vorderen.
De resultaten waren in de eer
ste twee delen bewonderens
waardig. Op het professionele af,
maar in het scherzo en de finale,
door Beethoven veel voorzichti
ger georkestreerd, bleek toch dat
het moeilijk was aan alle instru
mentale eisen te blijven voldoen.
Centraal vóór de pauze stond
een met veel flair gespeeld trom
petconcert van Hummel, waarin
na aanvankelijke schommelin
gen in de balans Peter van Din
ther soleerde op een wijze, die
behalve virtuositeit ook een op
merkelijk legato verraadde. In
Brahms' 'Zigeunerlieder' en het
'Slavenkoor' van Verdi bleek
echter dat de onlangs aangetre
den Herman Kofflard het koor
op het punt van klankvorming
en afwerking nog niet tot het ver
wachte niveu had weten op te
stuwen. 'Made in Japan' van (stu
dent) Gerrit Melles bleek een
luchtig werkje voor piano en or
kest, waaruit bleek - ondanks
een zeker gebrek aan harmoni
sche inventiviteit - dat de muzi
kale creativiteit binnen de uni
versitaire gemeenschap nog niet
uitgestorven is.
PAUL KORENHOF
LEIDEN - Een uitvoering van
Beethovens 'Eroica' door een
ruim vijftig musici tellend stu
dentenorkest zou enkele jaren
geleden waarschijnlijk nog heb
ben geleid tot reacties als: "leuk
geprobeerd, maar ongeschikt
voor zo'n kleine bezetting". Op
dat punt heeft 'Sempre Crescen
do' de tijd nu echter mee: bij de
huidige stand van de musicolo
gie zijn uitvoeringen door een
nog kleiner ensemble al geen uit-
oorzichtig gordijn van dooreen-
klinkende melodieën, dat het
voor een twintigste eeuwer heel
taai wordt om oplettend te blij
ven. Dit gold o.a. 'In hydraulis',
een soort leerdicht over de mu
ziek - in het Latijn - van Antoi-
ne Busnois. De instrumentale
werken vond ik lang niet zo inte
ressant als de vocale. De klank
kleur van renaissance blokflui
ten is vergeleken met de mense
lijke stem, zeker zo'n stem als
van Barbara Borden, nogal ge
woontjes.
Heel toepasselijk kregen na af
loop de leden elk een bloem voor
hun individuele inspanningen
die tesamen een geheel boeket
vormden.
MONICA SCHIKS