nooit sprake geweest 'Van een echte discussie is 'Erotiek in donkere dagen' Terugblik op werk van Stefan Buys Twee Leidse theaterdirecteuren over de Fassbinderkwestie 'Hitchcock's Driesprong': bla, bla, bla Sonderlijc niet boeiend Sempre Crescendo: wisselend LEIDEN - Het toneelstuk Het vuil, de stad en de dood' van Rainer Werner Fassbinder, waarin in grimmige dialogen de zelfkant van de stad Frankfurt wordt opgeroepen, is in onze kleidelta taboe. Joodse organisaties wisten de opvoering ervan te verhinde ren.' Dit kón niet! Opvoering van een dergelijk antisemi tisch toneelstuk zou teveel oude wonden openrijten. Na een besloten voorstelling te hebben gegeven voor voor- en tegenstanders van het stuk zwichtte de theaterschool voor de zware pressie uitge oefend door deze groeperin gen. Men moest wel, toen door tegenstanders werd aange kondigd dat verdere voorstel lingen door actiegroepen zouden worden verstoord. De banvloek was uitgesproken. Nu de kruitdamp wat is opge trokken, is het tijd om de twee theaterdirecteuren in Leiden eens te vragen naar hun me ning over het stuk van Fassbin der en de trammelant er om heen. Allereerst natuurlijk Rol and Helmer van het LAK-thea- ter, dié Het vuil, de stad en de dood had geprogrammeerd voor 4 en 5 december. Maar ook de mening van Frans Boelen moest worden gehoord. Was hier immers niet de vrijheid van de toneelmaker in het ge ding? door Cees van Hoore In het programmaboekje van het LAK werd het stuk van Fassbinder omschreven als 'een meesterwerk'. Staat Roland Helmer nog steeds achter deze kwalificatie nu het stuk in ongenade is gevallen? Hel mer: "Ach, dat moet je niet zo let terlijk nemen. Een van de taken van een schouwburgdirecteur is natuurlijk om zoveel mogelijk mensen naar zijn theater te krijgen. Maar het is zeker geen slecht stuk. Het is helder geschreven, te helder misschien. En wat dat antisemiti sche karakter betreft: wie de publi catie in de Haagse Post heeft gele zen, weet nu dat dat verwijt ner gens op slaat. Er komt wel antise mitische taal in voor, maar die wordt uitgesproken door verwer pelijke figuren, door een neo-nazi bijvoorbeeld". Helmer was een van de genodig den bij de beslotèn voorstelling in Rotterdam. Frans Boelen is daar niet geweest. Hij had er dolgraag naar toe gewild, maar werd niet in de gelegenheid gesteld. Hij vindt dat al gek, maar nog verwonderlij ker vindt hij het dat de pers niet is uitgenodigd. Boelen:"Dat is een gotspe. En ook zo dom. Als de zaak met open deuren was behandeld, was het-niet zover gekomen als Boelen moet bij zijn oordeel over het stuk afgaan op het script en de onvolledige radio-opvoering ervan door de VPRO. Boelen:" Ja, die VPRO. Ik begrijp dat niet. Als je het doet, doe het dan goed. Nu - met die publikatie in de HP en dat VPRO-gebeuren- weet ik nog maar een kwart, want het gaat natuurlijk om de voorstelling. Een toneelstuk is er alleen maar om gespeeld te •worden. Een script is op zichzelf niks. Maar goed, afgaande op wat ik nu weet had ik het stuk niet op mijn programma gezet. Niet uit laf heid, maar omdat het stuk mij te ver van de realiteit af staat. De figu ren zijn zo verworden, dat een mens in zo'n situatie slechts één ding zou verlangen: sterven. Er ko men wel mooie gedeelten in voor, maar over het geheel genomen vind ik het niet geslaagd. Een parti culiere nachtmerrie van Fassbin der". Helmer: "Dat zegje nu wel, maar er waren daar in Frankfurt wel de gelijk van dat soort toestanden die Fassbinder beschrijft. Hij heeft in zijn stuk de wanhoop van de zelf kant gestalte willen geven. In elke stad heb je van die buurten waar je die zelfkant kunt vinden, neem de Schilderswijk in Den Haag. Mag dat stukje werkelijkheid dan geen onderdeel meer vormen van een to neelstuk. Fassbinder had oog voor deze dingen. Zijn stukken hebben allemaal iets bitters, zijn taalge bruik is zeer cynisch. Ja, hoor eens, hij is geen Annie M.G. Schmidt". Boelen: "Dat weet ik natuurlijk ook wel! Ik heb jarenlang in Am sterdam gewoond, ben er geboren en getogen. Buurten als de Binnen Bantammerstraat en de Warmoes straat - ik weet precies wat voor rot tigheid zich daar kan afspelen. Maar goed, als ik het stuk dan had gebracht, dan was dat in het kader van een Fassbindercyclus ge beurd. Dan had het enig reliéf ge kregen. Bovendien zou ik het heb ben laten spelen door ervaren ac teurs en niet door mensen die pas beginnen. Dit moet zo subtiel ge beuren, dat kunnen alleen de bes ten maar". Tijdens de hevige schermutse lingen tussen de theaterschool en de joodse organisaties heeft Hel mer, die getuige de programme ring van het LAK-theater nogal op Fassbinders werk moet zijn ge steld, zich niet spontaan in de dis cussie gemengd. Helmer: "Ik heb de beslissing van de theaterschool afgewacht en mij welbewust ook niet nog eens in de discussie willen mengen. Dat was alleen maar olie op het vuur geweest. Overigens is er van een echte discussie geen sprake geweest. 'Nooit, nooit, nooit!!!' werd er gescandeerd tij dens de verstoorde try-out. Artis tieke en rationele argumenten maakten geen schijn van kans te gen de talloze emotionele uitingen van gekwetstheid. 'Meneer, ik ben tot in het diepst van mijn ziel ge kwetst!, riep men als iemand zijn standpunt wilde verduidelijken. Nuancering van standpunten was niet meer mogelijk, zeker omdat het voor voorstanders van opvoe ring aanzienlijk moeilijker was om bij de microfoon te komen dan voor vertegenwoordigers van de joodse organisaties. De bedoelde discussie resulteerde slechts in een nog grotere polarisatie. Er heerste zón sfeer van: wie niet met ons is, is tegen ons. Kortom: een genuan ceerde mening werd niet op prijs gesteld. Er was maar één mening mogelijk: het stuk mocht niet wor den vertoond". Hamvraag Wie het stuk van Fassbinder aan dachtig leest, zal ontroerend passa ges aantreffen, maar ook stotende en gruwelijke. 'Les fleurs du mal' - het was niet alleen Baudelaire die er een oog voor had. Zo zit de we reld nu eenmaal in elkaar. Elke sa menleving heeft zijn aarsgat. Zijn de tegenstanders van het stuk mis schien te vergelijken met die man uit het publiek die tegen een to neelmoordenaar 'vuilerotscholt roept? Boelen:"Het stuk - daarvan ben ik nu wel overtuigd - is zeker niet antisemitisch. Maar als het deson danks zulke emoties oproept bij joodse groeperingen, dan moet je je wel afvragen wat zwaarder weegt: de vrijheid van de kunste naar of de ellende die je een aantal mensen bezorgt. Ik vind dat stuk niet zo de moeite waard om on danks alles tot een voorstelling te besluiten. Maar ik zeg het nog maals: ik heb niet alle gegevens toi mijn beschikking, ik heb de voor stelling niet gezien. Ik wil daarmee overigens zeker niet zeggen dat men bij de theaterschool op sensa tie uit is geweest. Maar de ham vraag blijft wel: wat heeft de to neelschool in vredesnaam bewo gen om nu juist dit stuk te nemen? Daar is iets mee. Het is immers zo'n twaalf jaar lang niet opgevoerd ge weest. Waarom, zo kun je je daarbij afvragen, heeft bijvoorbeeld het beroepstoneel het in die tussentijd nooit op haar repertoire gezet?" Helmer: "De emotionele reacties op het stuk zijn door de joodse jon gerenorganisaties welbewust op geroepen. Die emoties waren daar om niet minder echt. Ik weet zeker dat het niet zo uit de hand was gelo pen als men er niet zo'n stampij over had gemaakt. Dan had een handje vol mensen het stuk gezien, mensen die Fassbinders werk ken nen en het stuk kunnen plaatsen. Ik heb het er zeer moeilijk mee ge had. Je kunt je tegen dit soort emo ties niet verdedigen. De ratio is weg. Ik heb mij dan ook neerge legd bij de beslissing van de toneel school het stuk niet op te voeren. Als alle voorstellingen verstoord zouden zijn geworden door actie groepen, dan blijft je immers niet veel anders over. Ik had geen zin in toneel met de ME voor de deur". Mulisch Boelen: "Zo gauw er in een stuk iets ten nadele van joden wordt ge zegd, dan sluit zich bij een aantal mensen 'die koker in de kop'. Neem Mulisch, toch niet de eerste de beste. Als zo iemand schrijft dat het Fassbinder siert dat hij zelf moord heeft gepleegd, dan word je toch niet goed. Mulisch heeft het over afgrondelijk maar wat hij zegt is pas afgrondelijk! Weetje wat het is: er is al veel te veel geluld over deze zaak. Iedere verdere publici teit na dit incident brengt de zaak verder in het slop. Er kunnen ge vaarlijke tegenkrachten worden opgeroepen, als je voelt wat ik be doel". Boelen en Helmer vrezen dat de beslissing die nu is genomen wel precedenten schept. Neem bijvoor beeld het cabaret. Mag een cabaret als 'Zak en As' een kwal van een corpsstudent over een zwarte die hockey speelt nog laten zeggen dat 'zijn lippen over het gras slepen'? Boelen: 'Ik vrees inderdaad allerlei nare bij-effecten. We moeten er bo vendien voor waken dat men straks over Fassbinder zegt: o ja, dat is toch die antisemiet. Dat ge vaar zit er zeker in. We moeten het kind natuurlijk niet met het bad water weggooien. Want we zijn het er natuurlijk over eens dat Fassbin der een groot kunstenaar was". Helmer: "Ik ben van mening dat de vermeende onbetamelijkheid van een stuk alleen kan worden vastgesteld door de rechter. Maar pas dan wanneer het stuk is opge voerd. Nu heeft een handjevol mensen voor een geheel volk be slist. Dat kan natuurlijk niet. Je kunt zeggen: de mensen moeten een geweten worden geschopt. Ak koord. Maar het is natuurlijk wel belangrijk wié er schopt. Het is in teressant wat Mau Kopuit van het Nieuw Israëlitisch Weekblad er over heeft gezegd. Volgens hem was er binnen de joodse jongeren organisaties nauwelijks meer van enige cohesie sprake. Dat hing als los zand aan elkaar. Men had geen identiteit. Bestrijding van antise mitisme fungeerde als bindmiddel. Fassbinders stuk vormde een mooie aanleiding om weer eens ge zamenlijk op te treden". "Maar - de zaken zijn niet be paald erg 'kosjer' aangepakt. De voorstanders van het stuk moesten uitleggen waarom het niet antise mitisch was en werden daarbij bo vendien nog eens ernstig gehin derd. Zo draai je de zaken natuur lijk om. Het vermeende 'antisemiti sche' karakter van het stuk had moeten worden aangetoond door de mensen die het stuk niet opge voerd wilden zien. Ik zie nog Jules Croiset voor me. Hem werd ge vraagd of hij het stuk antisemitisch vond. Nee, dat vond hij niet. Maar het was 'te..te..te defaitistisch', het gaf een te negatief wereldbeeld" Expositie Erotiek in donkere dagen, t/m 5 december. De Waag, Aalmarkt 21. Leiden Openingstijden di. t/m za. van 12.00-17.00 uur. Do. van 12.00-21.00 LEIDEN - Verstrooiing voor mensen die al lang niet meer in Sinterklaas geloven. Dat biedt de expositie 'Erotiek in donkere da gen', die dit jaar georganiseerd is in plaats van de traditionele St. Nicolaasmarkt in de Waag. De pakkende titel maakt meteen duidelijk dat het niet gaat om zo maar een kunstmarkt met, bij voorbeeld, "kado's voor schap pelijke prijzen". In samenwerking met de ge meente Leiden heeft het bestuur van de SKBL (Stichting Kunste naars Belangen Leiden) het plan voor deze tentoonstelling in be trekkelijk korte tijd kunnen rea liseren, waaruit weer mag blij ken dat sommige, meestal Leid se kunstenaars erotisch getint werk in stock hebben of zich door het gegeven hebben laten inspireren. Dat daarbij een tent met suikergoed en roede niet ontbreken, houdt niet zozeer ver band met het Sinterklaasfeest, als wel met de ondubbelzinnige opvatting van het thema in meni ge inzending voor de tentoon stelling. In de ongewone en bonte ver zameling werk komen luchtig ondergoed, zwarte kousen en bloot natuurlijk voor, maar zij blijken geen voorwaarden te zijn om erotisch getinte beelden te scheppen. 'Erotiek in donkere dagen' is geen 'Pin-Up Club' in olieverf of gemengde techniek Het nogal gewaagde foto-drie- luik van Linda Roodenburg en de door twee koeltorens geflan keerde Nikè van André de Regt benadrukken dat van een combi natie van niet voor de hand lig gende beeldelementen een sterk symbolische werking uit kan gaan. Het erotische aspect is duide lijk aanwezig in de bijdragen van Joyce de Gruiter en Fer Hak kaart. Hakkaarts benadering van de erotiek in ht liefdesspel is wel erg serieus, getuige titels als 'Be- Expositie met tekeningen, grafiek en sculp tuur van Stefan Buys, t/m 5 december. K- expo, Kunstuitleen Leiden, Lammermarkt 35, Leiden. Openingstijden wo. t/m za. van 14 00-17.00 uur. LEIDEN - In de expositieruim te van Kunstuitleen is een kleine retrospectieve tentoonstelling gewijd aan het werk van de Leid se kunstenaar Stefan Buys (1943- 1984). Tussen de vroegste hout sneden en de serie Parallelpro jecties aan het eind van de jaren zeventig, lag een periode, waarin Buys een duidelijke ontwikke ling doormaakte. Aanvankelijk hield hij zich bezig met het con strueren van vormen en hieruit ontstonden zijn beelden in hout en staal en meubels. In de serie tekeningen die hij vanaf 1975 maakte, ging Buys juist uit van het ontleden van de kubusvorm. Als voorbeelden van Buys' hout constructies staan op de ex positie schaalmodellen, die de mogelijkheden van een con structivistische werkwijze, het gebruik van de Gordiaanse knoop, diagonalen en open en gesloten vormen laten zien. Een stuk uit dunne, zwarte platen deed mij sterk denken aan het werk van pioniers als El Lissits- ky en Malevich in drie dimensies overgebracht. Naast een paar ijle stoelen met hoge rugleuningen, afkomstig uit de collectie van de Lakenhal. vruchting' en 'Naspel'. Het leuk ste werk is dat waarin op onver wachte en originele wijze met het thema wordt omgesprongen. Als voorbeelden noem ik het ma teriaalgebruik van Herby Nijen- huis in "Ik hou' van Holland" en het grappige, licht spottende "Und jetzt geht's los" van Joke van der Meer-Bouts. In beide ge vallen fallus-sumbolen te over, maar dat is bijna onvermijdelijk. Twee stukken van Naan Rijks zijn mij bijgebleven door de veel zeggende manier waarop situa ties in 'Erotic Scene: who's af raid' en 'Erotic Scene: Suspen se?' in beeld zijn gebracht. Waar bij subtiel ingespeeld wordt op de instelling van de bezoeker. Het nadeel van een expositie als deze is, dat het zwaartepunt vooral bij het thema komt te lig gen, zodat de artistieke kant op een ander plan geraakt. In die zin kan 'Erotiek in donkere dagen' niet opvallend genoemd worden, maar het prikkelt in elk geval de nieuwsgierigheid. NANCY STOOP 'Op scherp' van Herby Nijen- huis, te zien op de expositie 'Ero tiek in donkere dagen' in de Waag. (foto Holvast) Hitchcock's Driesprong' door Artikelen Projecten. Tekst en regie: Frans Strijards, decorontwerp' Niewe den Beste, spelers: Wim van der Grijn, Els Ingeborg Smits, Theo Pont, Marieke van Leeuwen, Mark Rietman en Margreet Kooistra. Gezien op 2 december in het LAK, Leiden. LEIDEN - Zeg Wim. Ja, mijn heer Strijaards. Als je nu eens een paar keer hard met je kop te gen die muur beukt. En dan uh... beuk je nog een paar keer stevig met je kop tegen de grond, ver volgens kruip je piepend naar de sofa, daar ga je op liggen kronke len en dan uh.... weetje wat Wim, knal dan met je kop nog eens lek ker tegen de grond. Fijn, mijn heer Strijards. Wim van der Grijn is een ac teur die bestaat uit duizend re gieaanwijzingen. Hij is als de be perkte voetballer, die trots op merkt voor zijn trainer, als het moet, door een muur te lopen. El ke avond wikkelt Van der Grijn braaf zijn dressuur af. Ooit - en die tijd is nabij - zal zijn geheid gen hem in de steek laten en zal hij met zijn arme, beurse hoofd maken ook modellen in gekleurd kunststof deel uit van dit over zicht. Niet alleen de vorm, ook de kleur van de meubels is zuiver constructivistisch. Evenals Riet veld en andere kunstenaars die met De Stijl verbonden waren, gebruike Stefan Buys hiervoor de primaire kleuren rood, geel en blauw. Rood voor de horizontale delen, geel voor de zittingen en blauw voor de verticale, steunen de elementen. Met de serie Parallelprojecties keerde Stefan Buys zich tussen 1975 en 1977 af van de construc tieve werkwijze en verdiepte zich in de ontleding van vormen, speciaal de kubus. In zes opeen volgende projecties deelde Buys een gesloten kubus op tot een opengevouwen doos. In een an dere serie liet hij de losse vlak ken juist in elkaar grijpen. Een interessante serie ontstond in een tekening uit 1976, waarin de vlakken zo ten opzichte van el kaar verschoven zijn, dat een stervorm ontstond. Maar de ui terste consequentie van het ont ledingsproces is de kubus, die uiteindelijk verdwenen is; slechts zes punten zijn op het witte vlak overgebleven. Deze bescheiden tentoonstel ling brengt een overzicht en enig inzicht in wat Stefan Buys be woog in zijn werk, dat in het te ken stond van de constructie en de ontleding. NANCY STOOP Sculptuur van Stefan Buys Koning en Arnold Riesthuis (zink, zang blokfluit) en Mieneke van der Velden (gam ba). Gespeeld werden werken van o.a. An- toine Busnois. Clemens non papa er Sweelinck. Gehoord op 2 Taffeh-zaal LEIDEN - Het is volstrekt geen bezwaar om in de Taffeh-zaal zijn tijd wachtend door te brengen. Altijd is daar de tempel voor je met zijn fijne ornamenten en zijn evenwichtige architectuur. Dat zullen mét mij nog wel meer be zoekers van het concert gister avond gedacht hebben tijdens het wachten op publiek. Mis schien is het wel geen goed idee geweest om een speciale uitvoe ring van oude muziek in te lassen in de Sinterklaas-week. In elk ge val waren er op zijn zachtst ge zegd niet al te veel toehoorders. Het programma vermeldde muziek uit de renaissance. Méér informatie dan de (onvertaalde) tekst van de gezangen was er niet. Bovendien vind ik het altijd weer een lastige opgave om La tijn, Italiaans of oud-Frans te ontcijferen, terwijl ik ook nog de verschillende melodie-lijnen probeer te volgen van de polyfo ne muziek. Niet alles aan de uitvoering had mijn onverdeelde aandacht. Een onderwerp als de maagd Ma ria inspireerde Clemens non Pa pa (dwz. niet Paus Clemens maar de andere Clemens) tot het prachtige, ingetogen en lyrische motet 'Beata es Virgo Maria', ter wijl de liefde en deszelfs verdriet tot hartstochtelijke en smartelij ke uitbarstingen leidde bij bv. Giaches de Wert 'Misera non cre- dea'. In andere gevallen echter weefde de componist zo'n ond- reddeloos verloren onder de the aterlampen staan. Wat voor Wim van der Grijn geldt, geldt ook voor de andere acteurs, het zijn marionetten. Je kijkt naar zes acteurs, maar ei genlijk kijk je naar het mecha niek van de voorstelling. Of be ter, naar degene die het mecha niek bedient: regisseur Frans Strijards. Natuurlijk, in zekere zin is dat opzet, maar voorstellin gen, waarvan de maker de ac teurs zo nadrukkelijk in de scha duw zet, zijn meestal onverteer baar. 'Hitchcock's Driesprong' van de groep Artikelen Projec ten is daarop geen uitzondering. Korte inhoud van het stuk: een familie - drie broers, een zus, een schoonzus en een kind van een van de broers - komt bij el kaar op de verjaardag van één van de broers en begint collectief een psycho-analytische zoek tocht. Hun jeugd en hun onder linge relaties worden onder de microscoop gelegd: wie js ver antwoordelijk voor hun ongeluk, wie is de dader? De verschillen de familieleden hakken met een genadeloos cynisme op elkaar in. Alles wordt tot op het bot ont luisterd. Tegelijkertijd maakt de voorstelling de Freudiaanse praktijk belachelijk door het rou tineuze gebaar waarmee de per sonages de psychoanalytische gemeenplaatsen uit hun mouw schudden. Niet alleen wordt er satire bedreven, de voorstelling wil ook de lachers op haar hand krijgen via slapstick-effecten, bekkentrekkerij en verdraaide stemmetjes. Wat een ellende en droefenis. Hitchcock's Driesprong is een modern stuk in de zin dat de re flectie en de overbewustheid van het maatschappelijke rollenspel er centraal in staan. Iedereen doorziet alles, maar men kan geen zin of betekenis aan zijn le ven geven. Bovendien is het ook een sterk intellectualistisch stuk. Het woord theorie valt bijna in elke claus. Het stuk bestaat uit honderden sofismen en wijze en gevleugelde woorden: "ik wil oorzaken begrijpen", "de hele kosmos is een groot komplot", "het leven" (100 keer), "waarom ben ik die ik ben", bla bla bla bla. Haal er de ironie vanaf en je houdt niks over. Strijards' we reld is oninterressant en geen en kele keer is er een correctie in werkelijk humoristische rich ting te signaleren. Hitchcock's Driehoek is een onbetekend schijngevecht, uit gevoerd door dociele acteurs en bedacht door een regisseur die te gemakkelijk grijpt naar het machtsmiddel van het cynisme. RADBOUD ENGBERSEN Dièsconcert van het Studentenmuziekge- zelschap 'Sempre Crescendo' m.m.v., Pe ter van Dinther (trompet), Arjan Hageman en Steven Blackstone (piano). Dirigent' Bastiaan Blomhert. Koordirigent: Herman Kofflard. Gehoord in de Stadsgehoorzaal zondering meer. Uitgaande van die benadering leek de uitvoe ring in het kader van het dièscon cert zelfs nog aan de volumineu ze kant, maar dat werd mede ver oorzaakt door een doelbewuste streven van Blomhert de klank zoveel mogelijk bijeen te houden om aldus de homogeniteit te be vorderen. De resultaten waren in de eer ste twee delen bewonderens waardig. Op het professionele af, maar in het scherzo en de finale, door Beethoven veel voorzichti ger georkestreerd, bleek toch dat het moeilijk was aan alle instru mentale eisen te blijven voldoen. Centraal vóór de pauze stond een met veel flair gespeeld trom petconcert van Hummel, waarin na aanvankelijke schommelin gen in de balans Peter van Din ther soleerde op een wijze, die behalve virtuositeit ook een op merkelijk legato verraadde. In Brahms' 'Zigeunerlieder' en het 'Slavenkoor' van Verdi bleek echter dat de onlangs aangetre den Herman Kofflard het koor op het punt van klankvorming en afwerking nog niet tot het ver wachte niveu had weten op te stuwen. 'Made in Japan' van (stu dent) Gerrit Melles bleek een luchtig werkje voor piano en or kest, waaruit bleek - ondanks een zeker gebrek aan harmoni sche inventiviteit - dat de muzi kale creativiteit binnen de uni versitaire gemeenschap nog niet uitgestorven is. PAUL KORENHOF LEIDEN - Een uitvoering van Beethovens 'Eroica' door een ruim vijftig musici tellend stu dentenorkest zou enkele jaren geleden waarschijnlijk nog heb ben geleid tot reacties als: "leuk geprobeerd, maar ongeschikt voor zo'n kleine bezetting". Op dat punt heeft 'Sempre Crescen do' de tijd nu echter mee: bij de huidige stand van de musicolo gie zijn uitvoeringen door een nog kleiner ensemble al geen uit- oorzichtig gordijn van dooreen- klinkende melodieën, dat het voor een twintigste eeuwer heel taai wordt om oplettend te blij ven. Dit gold o.a. 'In hydraulis', een soort leerdicht over de mu ziek - in het Latijn - van Antoi- ne Busnois. De instrumentale werken vond ik lang niet zo inte ressant als de vocale. De klank kleur van renaissance blokflui ten is vergeleken met de mense lijke stem, zeker zo'n stem als van Barbara Borden, nogal ge woontjes. Heel toepasselijk kregen na af loop de leden elk een bloem voor hun individuele inspanningen die tesamen een geheel boeket vormden. MONICA SCHIKS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 21