TAD LEIDEN
Leidse kunsthistoricus schrijft
geschiedenis van het bankbiljet
cliccDank
Verontrusting onder personeel bank na vier overvallen
LEIDSCH A DAGBLAD
Rijk geïllustreerde studie vanaf 1814
Japanse boogbrug
s
ZATERDAG 28 NOVEMBER 1987
LEIDEN - Of we het nu leuk vin
den of niet: de wereld draait om
geld. Zonder geld kan de maat
schappij letterlijk en figuurlijk niet
gezond blijven. De Romeinse kei
zer Vespasianus had dat al in de ga
ten: "Pecünia non olet" (geld stinkt
niet) is de aan hem toegeschreven
lijfspreuk, die nadien door velen is
gebezigd. Dat hij onder dat mom te
veel belastingpenningen van zijn
onderdanen eiste, is een verwerpe
lijke zaak. Velen zijn hem niette
min op dat slechte pad gevolgd.
door
Annemiek Ruygrok
De mens heeft iets met geld. Ko
men we het tekort, dan voelen we
ons niet prettig. Immers het gezeg
de "Geld maakt niet gelukkig",
wordt door velen eigenmachtig
aangevuld met "maar gelukkig wèl
rijk".
Geld is een betaalmiddel, waar
mee, zo lijkt het in de huidige sa
menleving, alles te koop is: mooie
spullen, kleren, fantastische hui
zen, supersnelle auto's en - helaas
tegenwoordig ook - gezondheid.
Dat geld méér is dan een betaal
middel, wordt duidelijk in de door
de Leidse kunsthistoricus Jaap
Bolten in opdracht van de Neder-
landsche Bank gemaakte studie
van het Nederlandse bankbiljet en
zijn vormgeving. In zijn voorwoord
zegt de president van de Neder-
landsche Bank, dr. W.F. Duisen-
berg al: "Het bankbiljet is naast be
taalmiddel ook een Nederlands
cultuurgoed".
De rijk geïllustreerde studie
waarin alle al dan niet uitgevoerde
•ontwerpen sinds 1814 op ware
grootte staan afgebeeld (behalve de
huidige in omloop zijnde, want dat
mag niet) belicht de esthetische
kant van het bankbiljet.
Prentenkabinet
Dr. Bolten, hoofd-conservator
van het Prentenkabinet, was aan
vankelijk gevraagd slechts een
hoofdstuk te maken in de door de
Bank uitgegeven monografie Het
Nederlandse bankbiljet in zijn ver
scheidenheid. "De Leidse universi
teit is de enige in Nederland met
grafische collecties. Die zijn opge
slagen- in het Prentenkabinet van
het kunsthistorisch instituut. Er
was nog niets gedaan aan het aan
zien van het bankbiljet. Toen ik be
zig was om daarover een hoofdstuk
te schrijven, heb ik het voor elkaar
gekregen dat de bank zei: "Doe
maar een groot onderzoek, want dit
is de moeite waard om er meer aan
te doen. Zo is het idee voor het
boek ontstaan. En het hoofdstuk is
eigenlijk de conclusie geworden
van wat in het boek staat".
De studie behandelt de geschie
denis van het bankbiljet vanaf
1814, toen het eerste biljet werd ge
drukt, tot het nu met de nieuwe se
rie vrijwel afgesloten tijdperk van
Oxenaar. Eigenlijk waren die eer
ste biljetten - 'de roodborstje-serie'
vanwege de rode kleur - niet meer
dan veredelde certificaten. Vóór
die tijd waren er ook alleen maar
waardepapieren zoals kwitanties
en promesses. De firma Enschedé
en Zonen, bedreven in het drukken
van deze waardepapieren, werd
dankzij die ervaring door de Ne-
derlandsche Bank belast met het
drukken van de eerste bankbiljet
ten. Het Haarlemse bedrijf had zich
een zekere faam verworven, omdat
het de waardepapieren bescherm
de tegen vervalsing door in de rand
gebruik te maken van een set mu-
ziektekens waarover geen enkele
andere drukker beschikte. Het eer
ste Nederlandse bankbiljet is dan
ook een formulier, bestaande uit
op wit papier in rood gedrukte tek
sten, open of door muziekbalken
aangegeven ruimtes waarin met ro
de inkt waarde, nummering, hand
tekening e.d. werden aangegeven.
De bank vulde nog met de hand het
bedrag van de waa'rde van het
bankbiljet in.
lO GULDEN
1 ('«èsioKs:
Catalogus
'Het 'tientje van Lieftinck'.
Dr. Bolten had voor zijn studie
toegang tot de archieven van zowel
de Nederlandsche bank als de fir
ma Enschedé. "Een zeldzaamheid.
Twee werkstudenten, door de
Bank in dienst genomen, hebben
eveneens een groot deel van het ar
chiefonderzoek verricht". In de
studie, een boekwerk van ruim 200
pagina's, is eveneens een complete
catalogus opgenomen van door de
Nederlandsche Bank uitgegeven
bankbiljetten. "De oud-archivaris
van de bank, P.J. Soetens, heeft
een groot deel van zijn werkzame
leven besteed aan het bijeenbren
gen van gegevens voor een catalo
gus. Het aardige is nu dat dit boek
aanleiding is geweest om die lijst
achterin op te nemen. Zo zijn twee
vliegen in één klap gevangen: de
catalogus is nu in druk verschenen
en het versterkt elkaar. Mijn deel
van het boek is een lopend verhaal
en de gegevens daaruit zijn weer op
te zoeken in de catalogus".
De bankbiljetten, zo blijkt uit het
lijvige boekwerk, zijn stuk voor
stuk kunstwerken. Bolten maakt
overigens gewag van de spanning
die vooral in het verleden heerste
tussen de ontwerpend kunstenaar
enerzijds en de Bank en drukker
anderzijds. Die spanning was - van
zelfsprekend - van invloed op het
uiterlijk: wat de kunstenaar in zijn
hoofd had, kon niet altijd worden
uitgevoerd. Vaak werd een com
promis gesloten en gold de esthe
tiek als kind van de rekening. La
ter, wanneer de kunstenaar steeds
meer grafisch ontwerper wordt, die
in samenspraak met opdrachtge
ver (de Bank) en de drukker tot zijn
eindresultaat komt, werd de span
ning verminderd en waren de eind
resultaten compromislozer.
Mercurius
Een duidelijk dieptepunt in de
Nederlandse bankbiljettenproduk-
tie werd volgens dr. Bolten bereikt
tijdens de episode van het type
Mercurius. De geschiedenis hier
van begint in 1908, wanneer de di
recteur van de Rijksacademie,
prof.dr. A.J. der Kinderen, als ont
werper wordt aanbevolen om nieu
we ontwerpen te maken voor de
biljetten van 25, 40 en 60 gulden.
Zijn eerste ontwerpen worden
door de Bank goedgekeurd, maar
in de zomer van 1912 maakt En
schedé kenbaar ernstige bezwaren
te hebben tegen de 'teekening van
de voorzyde van uw nieuwe billet
kleine coupures. Nu wy van de ge
heel afgewerkte teekening hebben
kennis genomen, blijkt ons, dat de
ze niet geschikt is om de onmisbare
waarborgen tegen namaak vol
doende aan te brengen. Voorlopige
besprekingen met de Heeren Altis
ten mochten tot nu toe tot geen re
sultaat leiden".
Der Kinderen en zijn graveur
Aarts, die de inmiddels overleden
graveur Dupont was opgevolgd,
bleken niet bereid zich te schikken
naar de opvattingen van Enschedé.
De kwestie sleepte zich voort tot
1915. Op 24 september van dat jaar
bespraken Der Kinderen en de pre
sident van de Bank de problemen.
De president had inmiddels zelf
ook bezwaar tegen de afbeeldingen
van Mercurius. Zijn voorkeur ging
uit naar het opnemen van een por
tret van een bekend persoon als
waarborg tegen namaak. De onder
handelingen mochten niet baten
en Der Kinderen kreeg, na betaling
van de reeds gemaakte kosten, zijn
congé.
Uiteindelijk verscheen, na veel
vijven en zessen, in 1921 de door J.
Visser ontworpen Mercurius. Een
dieptepunt, aldus de critici van die
tijd. Ook dr. Bolten kon weinig
waardering voor het uiteindelijk
uitgevoerde ontwerp van Visser
opbrengen: "Der Kinderen's Mer
curius mag zich dan enigszins ver
baasd aan de rand van de ijszee te
rugvinden, het is in ieder geval niet
het keurige, triviale popje van Vis
ser, en zijn gebaar is groot, vergele
ken met de preutse wachtkamer-
houding van zijn dubbelganger. De
forse, virtuoos gegraveerde orna
mentiek van Der Kinderen en Du-
pont vormt wel het allergrootste
contrast; daarnaast gezien wettigt
de timide tuiteligheid van het ont-
le".
Tweede Wereldoorlog
Tijdens de Tweede Wereldoorlog
kwam het Nederlandse bankbiljet
er zeer bekaaid vanaf. Er was ge
brek aan goed papier, aan poetska
toen voor de drukpersen en aan
goede inkt. Grauw en grijs waren
de resultaten. Daarna kwam de
geldsanering en het beroemde
'tientje van Lieftinck', waarmee de
Nederlandse economie moest wor
den opgestart.
Eind jaren veertig, het begin van
het optimistische tijdsgewricht,
klinkt er 'bij verschillende gelegen
heden een poëtischer of gevoelvol
ler akkoord in de doorgaans stram
me, vaderlandse marsmuziek van
het Nederlandse bankbiljet". In de
ze tijd wordt de door Bolten meest
gewaarde Flora door J. Roozendaal
ontworpen. "Het is vermoedelijk
voor de eerste maal dat er getracht
is in een Nederlands bankbiljet iets
meer dan allegorie en decorativi-
teit te leggen: een gloedvolle sfeer,
flora in plaats van de Nederlandse
Maagd, een wat lieflijker lied dan
de wat afgemeten Nederlandse fan
fare, artisticiteit zélf in plaats van
het alibi van een Rembrandt-por-
tret.
De ontwerpen van Roozendaal in
aquarel en potlood getuigen inder
daad van Roozendaals 'subtiliteit,
omzichtigheid en precisie', zoals
Bolten omschrijft. Helaas is het
eindresultaat qua kleurstelling
veel minder dan het oorspronkelij
ke ontwerp: pok hier moest de kun
stenaar buigen voor de techniek.
"De doelstellingen van drukker en
ontwerper moeten ver van elkaar
gelegen hebben. Keurig en onper
soonlijk drukwerk is wat de Haar
lemse firma graag afleverde. Roo
zendaal wilde iets meer dan dat",
constateert dr. Bolten.
'Het alibi van een Rembrandt-
portret' werd overigens toch weer
ter hand genomen, toen de serie
'Erflaters van onze beschaving' uit
het historische werk van Annie en
Jan Romein aan de orde kwam. Er
werd een prijsvraag uitgeschreven
- de derde in de ontwerpgeschiede
nis van het Nederlandse bankbiljet
- die door Eppo Doeve werd ge
wonnen. Hugo de Groot, Erasmus,
Christiaan Huygens, Boerhaave,
en jawel Rembrandt, sieren dan
ook deze reeks uit de jaren vijftig.
Prof. R.D.E. Oxenaar is verant
woordelijk voor de tweede serie
erflaters in de jaren zestig. "Deze
reeks vind ik persoonlijk sterker
dan Oxenaars nieuwe bankbilet-
ten", aldus Bolten. "Met die reeks
is iets tot stand gebracht. Het was
nieuw dat hij niet als kunstenaar
met zijn visioen moest opboksen
tegen de drukker, maar als eerste is
uitgegaan van de technische moge
lijkheden".
Over de nieuwe biljetten van
Oxenaar (Snip, Zonnebloem,
Vuurtoren) schrijft Bolten in zijn
studie dat deze recente uitgaven in
iconografisch opzicht iets geheel
nieuws in de vorm van natuurmo
tieven lijken te bieden. Maar:"In
wezen is dit soort onderwerpen
niet nieuw, want Roozendaals Flo
ra bevat al plantaardige motieven,
terwijl er een horde dieren, ook
niet-heraldische, het buitenlands
bankbiljet van meet af aan be
volkte".
Het tijdperk Oxenaar is thans, na
ruim twintig jaar voltooid. Volgens
het voorwoord van Duisenberg
staan de Nederlandsche bank, de
nieuwe ontwerpers en de drukkerij
Joh. Enschedé Zonen daarbij
"voor een nieuwe uitdaging van
grote maatschappelijke en ook
kunsthistorische betekenis. De
studie van Bolten biedt een goede
basis om deze uitdaging te aan
vaarden".
('Het Nederlandse bankbiljet en
zijn vormgeving': door dr. J. Bolten;
ontwerp: Arlette Brouwers: uitgave:
De Nederlandsche Bank; distributie:
Stenfcrt Kroese. Leiden; prijs: 120
gulden)
Jan van Zijp. (foto Jan Holvast)
Jan van Zijp (67)
verlaat Leidato
LEIDEN - Jan van Zijp (67).
sinds 1964 secretaris en leiden
de functionaris van de Leidato
Huishoud Show, zal per 1 ja
nuari zijn functie neerleggen.
Hij wil het "wat rustiger aan
gaan doen en wat meer tijd vrij
maken om dingen te doen die
jaren zijn blijven liggen", zo
heeft hij gisteravond meege
deeld.
Half maart 1988 zal Van Zijp
officieel afscheid nemen.
Zijn opvolger in het Leidato-
bestuur wordt Jan Bemer (33).
Deze was acht jaar werkzaam
in de publiciteitssfeer bij uitge
versmaatschappij Leidsch
Dagblad. Sinds 1984 heeft Be
mer een eigen produktiebureau
in Leiden.
Nutsspaarbank aan Bevrijdingsplein vaker doelwit
Vogeltentoonstelling
LEIDEN - Ten onrechte stond gis
teren in de agenda vermeld dat er
dit weekeinde een vogeltentoon
stelling van de vereniging Avibus
in het clubgebouw van 'Blauw-
kras' aan de Voorschoterweg zou
worden gehouden. Die tentoon
stelling is evenwel pas volgend
weekeindè.
LEIDEN - Onder het personeel
van het filiaal Bevrijdingsplein van
de Nutsspaarbank is grote onge
rustheid ontstaan nu daar gister
ochtend voor de vierde keer bin
nen een jaar een overval is ge
pleegd. De dader is nog op vrije
voeten, maar het onderzoek is vol
gens de politie in volle gang. De be
drijfsleiding van de bank wilde in
het belang van het personeel niet
de omvang van het bedrag bekend
maken. De politie maakte bekend
dat het wel om een groot bedrag
ging, maar niet meer dan 100.000
gulden.
Een onbekende man liep gister
morgen om 10.00 uur de bank in
Zuid-West binnen en dwong mede
werkers en bezoekers op de grond
te gaan liggen. De dader eiste de
cassette met geld die net daarvoor
door een geldtransportauto was af
geleverd. Daarna verdween de man r
met een auto die aan de Hoflaan, 258651 of 258888)
een paar straten daar vandaan,
werd teruggevonden. Of de over
valler te voet of met een andere au
to er vandoor is gegaan, is nog niet
bekend.
Het colbertje was niet licht
grijs, maar donker met een ruit. De
blauwe geldcassette heeft de dader
meegenomen in een lichtgekleur
de, linnen tas zonder opdruk. De
politie zoekt nog getuigen (tel.
OKOCK1 /-.P OKOOOOI
Het signalement van de dader is
anders dan uit de eerste getuigen
verklaring duidelijk werd. De man
is niet kort donkerblond, maar
heeft kort zwart haar en ook een
Waarom uitgerekend het filiaal
aan het Bevrijdingsplein het mik
punt is van overvallen kan de poli
tie niet precies duidelijk maken.
Vermoedelijk speelt de ligging van
de bank aan een parkeerplaats en
aansluitende grote wegen een be
langrijke rol. "Overvallers hebben
natuurlijk weinig tijd. Goede
vluchtwegen zijn voor hen een eer
ste voorwaarde voor het laten sla
gen van een overval", zegt politie
woordvoerder Graveland.
Directie-secretaris van de
Nutsspaarbank J.A. de Bruijne
meent eveneens dat de ligging van
het filiaal Bevrijdingsplein een be
langrijke verklaring kan zijn voor
de vier overvallen in korte tijd. Hij
weet daarom ook niet wat de lei
ding van de Nutsspaarbank hier
aan kan doen. "Het plaatsen van
een schildwacht voor alle vestigin
gen is een ondoenlijke zaak. De po
litie is inmiddels erg alert en sur
veilleert geregeld in die omgeving,
maar die mensen kunnen natuur
lijk niet daar doorlopend aanwezig
zijn. Van het filiaal kunnen we ook
geen vesting maken, want klanten
moeten gewoon binnen kunnen
komen. Het enige wat we kunnen
doen is het personeel zo optimaal
op zulke gebeurtenissen voorberei
den", aldus De Bruijne.
De personeelsleden die met een
overval te maken hebben gehad,
worden in eerste instantie door de
overige personeelsleden en direc
tie opgevangen. In de zogenaamde
tweedelijns opvang wordt de be
drijfsarts ingeschakeld. Die zijn
volgens De Bruijne ook gespeciali
seerd in dergelijke opvang. "Als
dat niet voldoende is kan diepere
zorg worden verleend door specia
listen van een stichting die zich be
zighoudt met de opvang van men
sen die te maken hebben gehad
met schokkende gebeurtenissen".
"De reactie van personeelsleden
kunnen heel verschillend zijn. De
één is heel kwetsbaar voor zo'n ge
beurtenis, terwijl de anderen dat
wonderlijk snel kunnen verwer
ken". Een voorbeeld van de laatste
categorie is volgens De Bruijne de
bedrijfsleider van het filiaal Bevrij
dingsplein. Hoe lang het filiaal nog
gesloten is, kon hij niet vertellen.
Dat hangt af van de mate waarin
voor vervangend personeel kan
worden gezorgd. Mogelijk gaat het
filiaal morgen weer open.
LEIDEN - Leiden wordt hoogst
waarschijnlijk weer een bruggetje
rijker. Over de Morssingel in de
bocht bij de Plesmanrotonde zal,
als alles volgens plan verloopt, vol
gend jaar een Japanse brug met
een bijzondere boogvorm en fel
rood van kleur worden gebouwd.
De bedoeling van deze voetgan
gersbrug is om de toegankelijkheid
tot het Rijksmuseum voor Volken
kunde te vergroten maar bovenal
om de aandacht op het museum te
vestigen en bezoekers aan te trek
ken. Op de plek waar de brug komt
zal hij van verschillende kanten
goed zichtbaar zijn: vanaf de Rijns-
burgerbrug (tussen Stationsweg en
Steenstraat), vanaf de Morspoort-
brug en vanaf de Plesmanrotonde
waar veel bezoekers per auto de
stad binnenkomen. Zelfs vanuit de
trein, komend uit de richting Den
Haag, zou men de opvallende brug
kunnen zien. "De bijzondere boog
vorm en de felrode kleur moeten
de passant intrigeren en zo moge
lijk tot museumbezoek prikkelen",
zo vinden museumdirectie en de
gemeente.
Een bqkomend voordeel van de
nieuwe voetgangersbrug is dat een
logische en korte voetgangersroute
ontstaat tussen het Rijksmuseum
voor Volkenkunde en de toekom
stige Nationale Natuurhistorische
Presentatie in het Pesthuis. Verder
wordt ook de toegankelijkheid
voor wandelend publiek tot de mu-
seumtuin als onderdeel van groen-
gordel rond de binnenstad ver
groot. In verband met veiligheids
voorschriften zal de tuin en de brug
's avonds en 's nachts worden afge
sloten.
Door de bouw van de brug hoe
ven touringcars met museumbe
zoekers straks niet meer tot voor de
ingang aan de Steenstraat te wor
den gebracht maar kunnen ze het
publiek ook bij de Japanse boog
brug afzetten en ophalen. De aan
sluiting van de brug op het muse
umterrein zal niet op zich zelf staan
.maar worden omringd door een Ja
pans tuindekor.
Verantwoordelijk voor het ont
werp van de Japanse boogbrug is
de afdeling nieuwbouw bruggen
Een tekening van de boogbrug die volgend jaar tussen het Rijksmuseum voor Volkenkunde en de Morssingel wordt aangelegd.
van de directie civiele werken van ontwerp op de tekening gaat men
de gemeente. Het ontwerp verkeert uit van een relatief hoge, asymme-
overigens nog in een vroeg stadi- trische brug waarbij het mogelijk
um. Wijzigingen in het ontwerp is om onder het gedeelte dat aan
zijn nog heel goed mogelijk. In het sluit op het museumterrein door te
lopen.
De bouwkosten van
brug worden begroot op maximaal
150.000 gulden. Het rijksmuseum
tracht dit geld te verzamelen via Ja
panse sponsors. Gemeente en mu
seumdirectie verwachten dat hal
verwege het volgend jaar met de
bouw van de Japanse boogbrug zal
worden begonnen.
icwdm
Het eerste Nederlandse, met de hand uitgeschreven bankbiljet uit 1814.
-STAD LEIDEN STAD LEIDEN STAD LEIDEN STAD LEIDEN STAD LEIDEN STAD LEIDEN STAD LEIDEN