Oppervlakkigheid is onze redding OEKEN Lichte literaire cadeautips DE KEER Sterke thrillers van Elmore Leonard Aids, de atoombom en Harry Mulisch' essay 'Zaansch Veem' een verademing On-ltaliaanse roman Duranti WOENSDAG 25 NOVEMBER 1987 PAGINA 9 Griezelen - misdaad - dieren De feestdagen naderen en in de boekhandels liggen de boeken ho ger dan ooit opgestapeld. Gepaste Landsdale (een verhaal met de op wekkende titel 'Strakke kleine hechtingen in de rug van een do- redenen om u nog enkele sugges- de'), John Alfred Taylor ('Het ding^ ties aan de hand te doen om wat letterkunde van gevarieerd allooi cadeau te geven. de vogelkooi') en Brian Lumley ('Necros'). Over een definiëring van 'horror' zegt de samensteller in Nederlandse zijn Voorwoord zich niet echt druk literatuur op deze plek t.z.t. uitvoe- te maken, "zolang het verhaal als riger besproken gaat worden, be- geheel die lezer maar de kriebels bezorgt - fysiek of emotioneel - het liefst allebei natuurlijk". Want hoe dan ook, besluit Wagner zijn inlei ding tot de beste achttien griezel- Griezelen Over het algemeen wordt maar verhalen dit jaar in het Engelse weinig aandacht besteed aan het gruwelgenre, in tegenstelling tot vroeger, toen vooral de uitgevers Bruna en Meulenhoff (de befaam de zwarte pockets!) de gretige angsthazen met regelmaat lieten griezelen. Die rol is in beperkte mate overgenomen door uitgeverij Loeb met vertalingen van Karl Ed ward Wagners bekende horroran thologieën 'The year's best horror stories'. Onder de titel Horror 87 verscheen al vroeg dit jaar (bij W L Boeken, een dependance van Loeb) Wagners bundel uit 1986 (naast veel onbekende namen ook die van toppers als Ramsey Camp bell, Tanith Lee en William F. No lan) en pas is uit die van 1987, pas sender 'De Beste Horror Verhalen van het Jaar' geheten. In laatstge noemde bundel veel engs van on bekende auteurs, maar ook met aangename kachelgruwel van Ro bert Bloch ('De Joegoslaven'), Joe taalgebied, "Uiteindelijk vloeit bloed, hoe je het ook noemt, altijd even rood". (De bundels kosten 25,- p.s.) Misdaad Dezelfde uitgever zoekt het toch al graag in de overtreffende trap, niet alleen in de SF- en griezellite ratuur, maar ook in het (buiten landse) misdaadgenre. Zo is er een interessante bundel met 'de span nendste Japanse verhalen', die worden ingeleid door een wat ge wild grappige' en inderdaad irri tante 'Verontschuldiging' van Jan willem van de Wetering. De navol gende dertien verhalen, waaronder 'Dood in midzomer' van Yukio Mishima, wiens overige werk hier in elk geval onder een trendy be langstelling lijdt, zijn fascinerend en Oosters-morbide genoeg voor de liefhebber. Mij wat te langdra dig soms, maar aan de andere kant interessant, ook door de korte ken schetsen van de auteurs vooraf, (W L Boeken, 16,50). Voor wat meer geld lees ik dan eigenlijk liever 'De beste Russi sche misdaadverhalen' (Loeb, 32,50) vanwege de gebonden uit gave en bijdragen van groten der Russische letterkunde als Toer- genjev ('De geschiedenis van luite nant Jergoenow'), Dostojevski ('De echtgenoot van Akoeljka'), Tsje- chov (liefst drie verhalen: 'Drama op de jacht', 'De Moord' en 'De alleen interessant Zweedse lucifer'). Met een kort, maar verhelderend nawoord van samensteller Johannes von Guen- ther. De aardigste bijdrage in dit gen re misschien is eveneens van Loeb: 'De onbekende avonturen van Sherlock Holmes'. "Het is dit jaar precies een eeuw geleden", begint August Hans den Boef zijn goed gedocumenteerde Nawoord, "dat het eerste Sherlock Holmes-avon tuur werd gepubliceerd". Dat eer ste verhaal, 'Al Study in Scarlet', werd gevolgd door nog drie ro mans en 56 korte verhalen. Een aantal avonturen, w.o. twee paro- fanatici, dan nog is het spijtig dat de erfge namen deze laatste vier niet vrijge ven. (Loeb, 29,50). Dieren Dierenverhalen vormen zo lang zamerhand ook een literair sub genre. De schrijver Anton Kool haas is in Nederland daarvan een van de bekendste vertegenwoordi gers, maar naar mijn smaak doet Midas Dekkers vooral door zijn hu mor, niet voor hem onder. Zijn ver halen zijn korter en vooral anekdo- tischer, waarbij hij er niet voor te rugdeinst zijn beschrijvingen van dierlijke eigenaardigheden te dieën en de bewerking van een to- bineren met de menselijke. 'De Ka- neelstuk, die nooit werden uitgege ven, staan dan nu eindelijk in deze i andere beesten' is alweer verzameld, een vervolg op 'Hondse zijn zesde bundeling dierenvertel- bundel. Overigens kan ik het niet lingen en hij bespreekt daarin an- met de conclusie van Den Boef, dat dermaal alle mogelijke en vooral Sherlock Holmes nu compleet eens zijn. Er ontbreken nog v___ 0_ 'dramatische werken', constateert greep -: de platvis, de kolibrie, het onmogelijke representanten onze fauna, zoals - een willekeurige Den Boef zelf, en zelfs al zijn deze bieraaltje, de luiaard en de boeken- Verhalen' vorige herfst. Met verha len van een flink deel der Bekend ste Nederlandse Auteurs als Bo- mans, Annie Schmidt, W.F. Her mans, J. Bernlef, Couperus, Car- miggelt en Jac. van Looy. (14,90). ROB VOOREN. Raymond Carver en David Leavitt. Die twee namen schieten mij on middellijk in gedachten als iemand het heeft over de hedendaagse Amerikaanse literatuur. De wer ken van deze twee schrijvers zijn gelukkig nog niet aangestoken door de post-modernistische moe heid die zoveel produkten van hun generatiegenoten kenmerkt. Ze gaan bovendien ook nog ergens De stijl van Leavitt lijkt niet erg op die van Carver. Carver is cyni scher en laat meer onuitgesproken. Maar de eenvoud en helderheid waarmee het verhaal wordt ge bracht hebben beide schrijvers ge meen. En het talent om spanning op te bouwen. Leavitts laatste boek draagt de intrigerende titel 'De verloren taal der kranen'. In de vertaling van Rien Verhoeff verscheen het bij uitgeverij De Harmonie, die enkele jaren geleden ook Leavitts debuut, de verhalenbundel 'Familiedans', hier introduceerde. De verhalen werden destijds door de kritiek en thousiast ontvangen. Als korte-af- standsschrijver wist Leavitt dus te boeien. Maar - hoe zou hij het er in de 'marathon' vanaf brengen, met Laten we het maar meteen zeg gen: met 'De verloren taal der kra nen' laat Leavitt de meeste jonge romanciers van deze tijd met een straatlengte achter zich. Het is geen bloedeloos bedenksel, maar een waarachtig mensenverhaal. Èen verhaal waarin de vraag cen traal staat wat het waard is alles van elkaar te weten. Een expliciet antwoord op deze vraag wordt door Leavitt in deze roman niet gegeven. Het blijft ten slotte literatuur. Maar gezien de wederwaardigheden van zijn hoofdpersonen is de conclusie ge rechtvaardigd dat veel beter maar in de moordkuil van ons hart kun nen blijven liggen. In die zin is Lea vitts roman te lezen als een bitter en fraai verwoord commentaar op de openheid van de jaren zestig en zeventig, de tijd van de praatgroe pen en sensitivity-trainingen. Kort samengevat komt het ver haal ongeveer hier op neer: Rose en Owen, getrouwd met elkaar, bei den werkend, staan op het punt om het huis te verliezen waarin zij een groot deel van hun leven hebben gewoond. De huiseigenaar heeft hen de mogelijkheid geboden om het te kopen, maar daar hebben ze het geld niet voor. Als Rose op een Freek de Jonges jeugdherinnering f Freek de Jonge. In opdracht van het gemeentebestuur van Zaanstad schreef entertainer Freek de Jonge over. zijn jeugd in Zaandam. Ter gelegenheid van de af ronding van de reconstructie en verfraaiing van de binnenstad van Zaan dam, zoals het in het stadhuisjargon heet. Gelukkig komen we deze die ventaal niet tegen in de herinneringen van Freek de Jonge. Ik weet niet wat dat gemeentebe stuur precies voor ogen stond - een bescheiden ogend boekje? - maar met het resultaat mogen ze meer dan dik tevreden zijn. 'Zaansch Veem' is geen gelegenheidswerkje geworden. (Was het dat wel ge weest, dan had uitgeverij De Har monie natuurlijk ook geen han delseditie op de markt gebracht.) De herinneringen van Freek de Jonge beslaan maar een paar jaar. In de tijd, die hij beschrijft, is hij een godvruchtige domineeszoon die zich suf collecteert voor een nieuwe kerk. Hij woont pas in Zaandam. "Zij kennen mij niet, ik ken hen niet", mijmert hij op de pont over de Zaan, "de rivier die de stad in Oost en West verdeelt, maar zijn bewoners bindt". De andere pontvaarders zijn volgens hem al lemaal heidenen. "Veel kans mij in het hiernamaals te ontmoeten, geef ik ze niet". Is het collecteren voor de nieuwe kerk de rode draad in het boek, de jaren vijftig zijn het décor: Abe Lenstra, Doris Day, Roy Rogers, Rock Hudson... Wat de kleine De Jonge doet is van alle tijden: dro men over een heldhaftig leven. Dat hij brandweerman wilde worden, zullen veel mensen herkennen. Zo als de episode over het circus ook zeer herkenbaar is. Na met oom Frans naar circus Strassburger te zijn geweest, besluiten Freek, broer Goof en vriend Teun ook een circusvoorstelling te geven in de fietsenstalling die tegen het kolen hok staat. Niemand stelt belang in circus Goteufre, maar gelukkig koopt oom Frans, die in een on waarschijnlijk glanzende Ameri kaan rijdt, uiteindelijk alle kaartjes op. Het mooiste gedeelte van het boek handelt over de werkzaamhe den van Karei Appel in de nieuwe kerk. De schilder was gevraagd om de zeven scheppingsdagen te ver beelden en Freek slaat de kunste naar ademloos gade. Vooral als de ze op een witte muur kalkt: De gan se schepping wacht met reikhal zend verlangen op het openbaar worden der zonen Gods. Freek wil de leerling worden van Karei Ap pel. Slordig schrijven kan hij al. "Ik keek nog eens omhoog naar de ra men. Niemand anders dan Karei Appel had ze zo kunnen maken. Al leen neef Fred kon zo rotsen teke nen. Dat was daarmee hun schep ping". Het onvermijdelijke gebeurt: die beschilderde ramen mogen blij ven, maar die slordige letters op de muur, nee, dat gaat het kerkbe stuur toch echt te ver. Ze moeten weg. "Hijgend stond ik boven aan de trap, draaide me om en zag een witte muur. Ik wist het al bij de laatste drie treden. Iemand had de tekst overgeschilderd met witte verf. Er was geen spat meer van te zien. In één klap had men uitgewist wat er die vrijdagmiddag gebeurd was". Freek rent boos weg, één ding zeker wetend: dat hij ooit ook een artiest zal zijn. Vergeleken bij veel andere ego- literatuur is 'Zaansch Veem' een verademing. Zoon van een domi nee, de jaren vijftig - alle ingrediën ten om er een calvinistische treur zang van te maken waren aanwe zig, maar gelukkig is De Jonge uit ander hout gesneden dan de mees te andere zonen Gods die een pen hanteren. Hij schrijft opgewekt over zijn verleden, ontroerend ook, alsof de jongen die hij was het alle maal ook niet kon helpen. Laten we hopen dat meer gemeentebe sturen ter gelegenheid van de re constructie en verdraaiing van de binnenstad mensen als De Jonge uitnodigen om hun herinneringen op te schrijven. WIM BRANDS 'Zaansch Veem' door Freek de Jonge, zondag een wandeling maakt om haar zorgen even te kunnen verge ten, komt ze haar man tegen. Op zich is dit niet zo vreemd: Owen maakt immers elke zondag even een wandeling. Maar dat hij dat doet in een nogal obscure wijk van New York, een buurt vol porno bioscopen, vindt Rose wel merk waardig. Ze heeft altijd wel een idee gehad dat er wat met Owen aan de hand was, maar is daar nooit verder op ingegaan. Met vermoe dens valt te leven. Met kennis in dit geval niet. Owen voelt zich betrapt. Hij is net op weg naar de bioscoop waar hij elke zondagmiddag homo-eroti sche films bekijkt en vluchtige avontuurtjes heeft met mannen. Door de ontmoeting met zijn vrouw, die als in een droom plaats heeft, laat hij zich niet van zijn vas te programma afbrengen. Hij heeft het angstige voorgevoel dat iets hem binnenkort zal dwingen voor zijn ware aard uit te komen, dat hij straks uit zijn schulp zal moeten kruipen. Het is alsof hij straks, te gelijk met zijn huis, zijn oude, gere gelde leventje zal verliezen. Owen en Rose hebben een zoon: Philip. De jongeman woont al op zichzelf en het contact dat hij met zijn ouders heeft is nogal opper vlakkig. Deze Philip heeft een aardje naar zijn vaartje: ook hij is homoseksueel. Wanneer hij denkt een vriend voor het leven te heb ben gevonden, vertelt hij zijn ou ders waar het op staat. Geschokt hierdoor besluit Owen open kaart te spelen tegenover Rose. 'We pra ten over zevenentwintig jaar gehei men, Rose. Dingen die ik mijn le ven lang heb opgekropt', zo begint hij zijn 'biecht'. Het antwoord van Rose: 'Het feit alleen dat jij ze wil zeggen betekent nog niet dat ik ze wil horen'. Als bindend element heeft Lea vitt in zijn roman het verhaal inge voerd van het zogenaamde 'kraan kind'. Het gaat over een kind dat door zijn moeder schromelijk wordt verwaarloosd en als reactie daarop liefde begint op te vatten voor de hijskranen die het vanuit zijn bedje kan zien. Als mensen van de kinderbescherming het jongetje vinden, zien ze dat hij dezelfde 'taal' is gaan spreken als de kranen: net zoals deze hijswerktuigen buigt en strekt hij zich in zijn bedje. Lea vitt schrijft: 'Want ieder ont- David Leavitt. dekt op zijn manier wat het is waar hij van houden moet en houdt daarvan; het raam wordt een spie gel; dat waar we van houden is wie we zijn'. Het is een bizarre geschiedenis, maar wat wil Leavitt hier nu eigen lijk mee zeggen? Dat het gedrag van Philip een imitatie is van het gedrag van Owen, zijn vader? Dat Philip evenals het kraankind door zijn moeder is verwaarloosd? Ik weet het niet. Misschien heeft Lea vitt er alleen maar mee willen aan geven dat het maar het beste is dat wij onze lasten, onze geheimen, in stilte dragen, net zoals hijskranen dat doen. In onze omgang met elkaar wordt oppervlakkigheid vooral als iets negatiefs beschouwd. Leavitts roman toont aan dat die oppervlak kigheid juist vaak onze redding is. De waarheid spreken? Akkoord. Maar dan wel goed gedoseerd, want de leugen is en blijft natuur lijk een van de pijlers van een 'be schaafde' samenleving. CEES VAN HOORE e, Amsterdam. 1987. ADVERTENTIE BOEKHANDEL LEIDEN - LEIDERDORP OEGSTGEEST - KATWIJK VOORSCHOTEN Alle op deze pagina besproken boeken zijn bij ons dlrekt lever baar, óf vla onze TERMINAL te bestellen en dan binnen drie da- gen verkrijgbaar. wurm. En uiteraard het dier dat Dekkers zelf het liefst zou willen zijn, de poes: "Veel poes. Zo'n dik ke. Je eigen poes zijn, dat is han dig". En verderop: "Een poes kan iets wat ik niet kan en wat me ho peloos jaloers maakt: een poes kan domweg zitten, zomaar, uren achtereen desnoods, in de zon of voor de kachel, roerloos uitge strekt of roerloos ineengedoken". Een situatie die de doorsnee lezer de poes zal benijden, (uitg. Con tact, 16,90). Wie nog niet overtuigd is of geen kat bezit, raad ik ten slotte het mooie bundeltje "Poeslief' aan, waarin uitg. Novella voor 14,90 'de mooiste kattenverhalen' heeft Het kon niet uitblijven: net zoals dat met de pest het geval is geweest (Camus), is nu ook Aids de litera tuur binnengedrongen. Bij de uit geverij die luistert naar de Revi aanse naam 'De Woelrat' is van de Franse schrijver Dominique Fer nandez de roman 'De roem van de paria' uitgebracht in een Neder landse vertaling. Fernandez kijkt op een geheel ei gen wijze tegen de gevreesde ziek te aan. Hij ziet deze niet geheel en al negatief. Aids plaatst de homo seksueel weer in de uitzonderings positie die deze innam toen de lief de tussen twee mensen van hetzelf de geslacht nog werd betiteld als 'the love that dare not speak its na me'. Zo wordt de homoseksueel weer de uitgestotene die hij altijd is geweest. En dat heeft volgens Fer nandez iets heroisch'. Voordat de homoseksualiteit in brede kring werd aanvaard speelde het nichtenleven zich vooral af in een aparte subcultuur van duistere kroegen en kitten. Dat was ener zijds wel beangstigend, maar het schiep tegelijkertijd ook een band. Men hoorde bij elkaar. Toen de mo raal wat losser werd, verdween dit saamhorigheidsgevoel voor een groot deel. Aids nu geeft de homo seksualiteit weer dat verboden ka rakter terug. Maakt dat het 'we against the world'-idee weer op geld doet. Fernandez demonstreert deze vi sie met het dramatische, maar zon der enige sensatiezucht genoteer de, verhaal van Bernard en Mare. 'Dc roem van de paria', door Domi nique Fernandez. Dc Woelrat, Am sterdam. 19,90. Monsters 'Einsteins monsters'. Zo noemt de Engelse schrijver Martin Amis het nucleaire wapentuig. In zijn es saybundel met de gelijknamige ti tel geeft hij lucht aan zijn diepe angst voor de krankzinnige wapen wedloop. Hij doet dit op een indrin gende wijze. Het vooruizicht straks allemaal naar de bliksem te gaan, maakt volgens hem de mensen im moreler dan ze al waren. Er is toch niks meer te verliezen, zo denken Dit immoralisme komt sterk tot uitdrukking in het verhaal 'Bujak en de sterke kracht of Gods dob belstenen'. Deze Bujak neemt het op voor de zwakkeren in de samen leving. In de wijk waar hij woont loopt nogal wat tuig rond dat wer kelijk nergens voor terugdeinst. Bijna nergens voor dan, want met Bujak willen ze het niet aan de stok krijgen. Als deze op een keer op reis moet, vraagt hij aan Amis of hij op zijn dochter wil passen. Amis doet dat, maar in een onbewaakt ogenblik wordt de dochter van Bujak op brute wijze verkracht en daarna vermoord. Bujak neemt geen wraak, zoals men dat van hem zou verwachten. Hij had bij wijze van spreken de ge zichten van de aanranders 'tegen elkaar kunnen vermalen', net zo lang tot ze 'verdronken in eikaars gezicht', maar hij is zo verslagen dat hij deze keer de misdadigers slechts aan de politie uitlevert. 'Als ik ze had vermoord zou ik nog steeds sterk zijn. Maar je moet er gens beginnen'. Gedichten Gedichtenbundels - er zijn er weer heel wat van de persen gerold dit najaar. Een van de opmerkelijk ste is 'De ijsgeneraals'. Het is het debuut van Tomas Lieske, die tot nu toe alleen bekend was van zijn poëziekroniek in Tirade. Het is even doorbijten met deze breed uitwaaierende verzen, maar wie er eenmaal in is doorgedrongen krijgt het gevoel dat hier iets nieuws wordt geboden. De gedichten lij ken wel wat op de eerste verzen van Kees Ouwens, maar zijn veel Zijn Amerikaanse collega's noe men thrillerauteur Elmore Leo nard 'verbazingwekkend goed'. Toch heeft hij er lang over gedaan op de lijst van bestsellers te komen. Hij begon namelijk al in 1949 met schrijven. Overdag advertentie teksten, 's avonds aanvankelijk 'cowboyverhalen voor tijdschriften en later westerns. Met 'Hombre' trok hij de aan dacht. Het duurde echter tot 1961 voor hij het advertentiebureau vaarwel zei en zich volledig op het schrijven van boeken ging toeleg gen. Eerst alleen westerns (o.a. 'High Noon'), later ook thrillers, zo als 'Stick' en 'The Switch'. Titels, die soms meer bekendheid hebben gekregen door een verfilming dan door het boek zelf. Eigenlijk jammer, want Leo nards boeken zijn de moeite van het lezen meer dan waard. Men kan het zelf ervaren, want er liggen nu weer staaltjes van zijn kunnen in een Nederlandse vertaling in de boekwinkels: 'Mitchell' (uit 1973) en 'La Brava' (1983). Typische Leonard-verhalen. Er komen geen politiemensen, geen boeken om niet helemaal gewone mensen, die door ontspoorde figu ren worden belaagd en dan van een koude kermis thuiskomen. Ze on derschatten de inventiviteit museumdirecteur probeert met het verwerven van het paneel een andere miskoop te verdoezelen, waarbij hij geen middel schuwt. Ook geen moorden. En we zitten e hun slachtoffers. En Elmore Leo- lopen naast de verliefde privé-de- nard heeft wat dat betreft een le- vendige fantasie. Die zorgt steeds voor een originele ontknoping. Maar meer nog dan het verras sende slot maakt zijn verteltrant de kracht van zijn boeken uit. Om het met zijn collega's te zeggen: 'Ver bazingwekkend goed'. Rembrandt-paneel Zoals ik al eerder heb verteld, hebben ook de voor de bekende misdaadserie 'Crime de la crime' van De Arbeiderspers verantwoor delijken moeite met het vinden van geschikte titels. Ze zijn nu geko men met de vertaling van een uit Tibetaanse deel 1980 daterende thriller van Oliver ben gewoond, debuteerde de Brit- Die voorkennis doet merkwaar dig genoeg geen afbreuk aan de spanning, omdat het gegeven op zichzelf goed in elkaar zit, knap wordt uitgewerkt en met vakman schap wordt verteld. Alleen ver zandt de auteur af en toe in zeer uit voerige kunsttechnische verhan delingen. En dat doet het tempo ui teraard geen goed. India in hoofdrol Na jaren in Delhi en Ladah - het Banks 'Het Rembrandt-paneel'. Zeker geen slecht verhaal. Het draait om een paneeltje dat aan Rembrandt wordt toegeschreven. Van het begin af aan is de lezer op schrijfster Elizabeth Ironside met een misdaadroman ('En Boed dha was getuige'), waarin zij de in het Oosten opgedane ervaringen goed te gelde kon maken. Want al wordt er in haar verhaal een Engel se diplomaat vermoord in New Delhi en poogt een Londense vei ligheidsofficier achter het hoe, waarom en door wie van de myste rieuze moord te komen, India- en zijn bevolking spelen nadrukkelijk de hoofdrollen in haar boek. De kleurrijkdom van het Indiase land, de diepgang van zijn cultuur, de ondoorgrondelijkheid van zijn bevolking cn het voor westerlingen vaak onbegrijpelijk handelen van de oosterlingen vormen het domi nerende decor van het verhaal. En dit met fijne pen beschreven decor bepaalt voornamelijk de onweer legbare waarde van dit meeslepen de misdaadromandebuut. KOOS POST 'Mitchell' en 'La Brava', twee thril lers van Elmore Leonard, verschenen bij Van Holkema Warendorf. Prijs ƒ24,90 per boek. 'Het Rembrandt-paneel' door Oliver Banks, verschenen in de serie Crime de la crime van De Arbeiderspers. Prijs hofT. Prijs ƒ24,75. toegankelijker. Ze zijn neerge schreven in een melodieus parlan do, waarin binnenrijm soms op ge raffineerde wijze is verstopt. Voor al de drie verzen over Den Haag maken een sterke indruk. Er is er een bij over het Bezuidenhout, ge titeld 'De directeur van het Room- huis verbreekt het stilzwijgen'. Het is een raadselachtig gedicht, waar in een waarnemer die 'in het bed woont' (een ziekenhuispatiënt?) heden en verleden van de Bezui- denhoutbuurt voor zich ziet. Oor logsherinneringen worden afge wisseld met gedeelten waarin de buurt als roemrucht Haags tippel traject voor schandknapen en he- roinehoeren wordt geschetst. Lies ke weet de dreigende sfeer die er hangt perfect op te roepen. Schrijverschap Veel essaybundels in deze don kere dagen voor de jaarwende. Een van de mooiste, ook wat de buiten kant betreft, is van Harry Mulisch. De titel: 'Grondslagen van de mythologie van het schrij verschap'. Het kleinood verscheen bij uitgeverij Thoth. Thoth is, zoals wij weten, de Egyptische god van het schrift. Aaan hem heeft Mu lisch deze kleine verhandeling over het schrijverschap opgedragen. Natuurlijk zijn er nogal wat passa ges bij die met het vingertje erbij moeten worden gelezen en herle zen - Mulisch heeft zijn eruditie nooit onder stoelen of banken ge- stoken - maar toch blijft het boekje ook voor niet-schrijvers goed lees baar. Een interessant fragment: 'De meeste schrijvers komen in pa niek als hun werk stokt. Ik be schouw stokken als een gunstig te ken: dan ben ik blijkbaar iets van belang genaderd, dat zich verzet. Ik probeer niet, de stokking zo snel mogelijk te overwinnen - in tegen deel: ook als ik verder kan, wacht ik nog wat. Een visser, die meteen optrekt als hij zijn dobber ziet be wegen, vangt nooit iets anders dan zijn eigen aas'. CEES VAN HOORE 'Grondslagen van de mythologie van het schrijverschap', door Harry Mulisch. Uitgeverij Thoth, 1987. 'Huis aan maanmeer' Onlangs werd 'Het huis aan het maanmeer' van Francesco Duranti vertaald, een wel zeer on-ltaliaanse roman, maar daarom niet minder boeiend. Wat de vorm betreft doet het nog wel vertrouwd aan, het boek heeft drie verschillende la gen. Het bijzondere zit hem in de inhoud van de verschillende lagen, een zogenaamde manuscript-ge schiedenis, een psychologische thriller met 'gothische' trekjes en een kritiek op de moderne cultuur. Hoofdpersoon is de Milanees Fa- brizio Garrone, een vertaler van te gen de veertig. Wanneer hij op een volkomen onbekend boek stuit. Das Haus am Mondsee van de Oos tenrijker fin-de-scièle auteur Fritz Oberhofer, meent hij stellig dat een Italiaanse vertaling van het boek een succes zal worden en ook hem zelf beroemd zal maken. Beide ver wachtingen worden vervuld, al leen berust de beroemdheid van de vertaler voornamelijk op een gro tendeels gefingeerde biografie van Oberhofer. Wanneer Garrone een brief ontvangt van een Oostenrijk se dame die hem schrijft over nage laten bezittingen van haar plot- klaps beroemde landgenoot te be schikken, vreest hij ontmaskering, of op zijn minst chantage. Hij be sluit haar op te zoeken in haar huis aan het Maanmeer. Dan krijgen we het tweede ni veau: de dame blijkt een geheim zinnige vrouw te zijn die de Italiaan maandenlang in haar huis weet vast te houden. Niet alleen actief, door de telefoon door te snijden en Carrones vriendin die op bezoek komt met een smoesje buiten te houden, maar ook passief. Garrone ziet zijn vriendin onverrichter za ken weggaan en hij mist de energie om haar aandacht te trekken. Zoals hij allang tot geen enkele activiteit meer in staat is, zeker niet tot vluchten. Het lijkt erop alsof de vrouw als een vampier alle kracht uit hem wegzuigt. Waarom laat Garrone dat toe? Het heeft te maken met zijn per soonlijkheid. Hij is afkomstig uit een bourgeois-milieu, zonder erfe nis, voelt zich in de moderne tijd volkomen misplaatst, en probeert als vertaler de eindjes aan elkaar te knopen. Naar zijn gevoel leven we in een wegwerpmaatschappij waar alles onecht is, van plastic, ook de menselijke relaties. De kans om zijn leven zin te geven met het Oberhofer-project grijpt Garrone met beide handen aan, tot hij vast loopt in het huis aan het meer. BYancesca Duranti weet in de di verse niveaus vrijwel altijd de juis te toon te vinden. De manuscript geschiedenis vertelt ze bijzonder spannend en het verblijf aan het meer omvat een kundig gedoseer de hoeveelheid beklemming, in een fraaie stijl. Ook in dat opzicht is het boek toch weer heel Italiaans. Het amalgaam van Italiaanse en 'Duitsche' elementen werkt uitste kend. Het huis aan het maanmeer is zo'n roman die je direct weer voor de tweede keer gaat lezen. AUGUST HANS DEN BOEF Het huls aan het maanmeer. Frances- ca Duranti Uitgeverij Bert Bakker 27,90.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 9