Oppervlakkigheid is onze redding
OEKEN
Lichte literaire cadeautips
DE
KEER
Sterke thrillers van Elmore Leonard
Aids, de atoombom en
Harry Mulisch' essay
'Zaansch
Veem' een
verademing
On-ltaliaanse
roman Duranti
WOENSDAG 25 NOVEMBER 1987
PAGINA 9
Griezelen - misdaad - dieren
De feestdagen naderen en in de
boekhandels liggen de boeken ho
ger dan ooit opgestapeld. Gepaste
Landsdale (een verhaal met de op
wekkende titel 'Strakke kleine
hechtingen in de rug van een do-
redenen om u nog enkele sugges- de'), John Alfred Taylor ('Het ding^
ties aan de hand te doen om wat
letterkunde van gevarieerd allooi
cadeau te geven.
de vogelkooi') en Brian Lumley
('Necros'). Over een definiëring
van 'horror' zegt de samensteller in
Nederlandse zijn Voorwoord zich niet echt druk
literatuur op deze plek t.z.t. uitvoe- te maken, "zolang het verhaal als
riger besproken gaat worden, be- geheel die lezer maar de kriebels
bezorgt - fysiek of emotioneel - het
liefst allebei natuurlijk". Want hoe
dan ook, besluit Wagner zijn inlei
ding tot de beste achttien griezel-
Griezelen
Over het algemeen wordt maar verhalen dit jaar in het Engelse
weinig aandacht besteed aan het
gruwelgenre, in tegenstelling tot
vroeger, toen vooral de uitgevers
Bruna en Meulenhoff (de befaam
de zwarte pockets!) de gretige
angsthazen met regelmaat lieten
griezelen. Die rol is in beperkte
mate overgenomen door uitgeverij
Loeb met vertalingen van Karl Ed
ward Wagners bekende horroran
thologieën 'The year's best horror
stories'. Onder de titel Horror 87
verscheen al vroeg dit jaar (bij W
L Boeken, een dependance van
Loeb) Wagners bundel uit 1986
(naast veel onbekende namen ook
die van toppers als Ramsey Camp
bell, Tanith Lee en William F. No
lan) en pas is uit die van 1987, pas
sender 'De Beste Horror Verhalen
van het Jaar' geheten. In laatstge
noemde bundel veel engs van on
bekende auteurs, maar ook met
aangename kachelgruwel van Ro
bert Bloch ('De Joegoslaven'), Joe
taalgebied, "Uiteindelijk vloeit
bloed, hoe je het ook noemt, altijd
even rood". (De bundels kosten
25,- p.s.)
Misdaad
Dezelfde uitgever zoekt het toch
al graag in de overtreffende trap,
niet alleen in de SF- en griezellite
ratuur, maar ook in het (buiten
landse) misdaadgenre. Zo is er een
interessante bundel met 'de span
nendste Japanse verhalen', die
worden ingeleid door een wat ge
wild grappige' en inderdaad irri
tante 'Verontschuldiging' van Jan
willem van de Wetering. De navol
gende dertien verhalen, waaronder
'Dood in midzomer' van Yukio
Mishima, wiens overige werk hier
in elk geval onder een trendy be
langstelling lijdt, zijn fascinerend
en Oosters-morbide genoeg voor
de liefhebber. Mij wat te langdra
dig soms, maar aan de andere kant
interessant, ook door de korte ken
schetsen van de auteurs vooraf, (W
L Boeken, 16,50).
Voor wat meer geld lees ik dan
eigenlijk liever 'De beste Russi
sche misdaadverhalen' (Loeb,
32,50) vanwege de gebonden uit
gave en bijdragen van groten der
Russische letterkunde als Toer-
genjev ('De geschiedenis van luite
nant Jergoenow'), Dostojevski ('De
echtgenoot van Akoeljka'), Tsje-
chov (liefst drie verhalen: 'Drama
op de jacht', 'De Moord' en 'De alleen interessant
Zweedse lucifer'). Met een kort,
maar verhelderend nawoord van
samensteller Johannes von Guen-
ther.
De aardigste bijdrage in dit gen
re misschien is eveneens van Loeb:
'De onbekende avonturen van
Sherlock Holmes'. "Het is dit jaar
precies een eeuw geleden", begint
August Hans den Boef zijn goed
gedocumenteerde Nawoord, "dat
het eerste Sherlock Holmes-avon
tuur werd gepubliceerd". Dat eer
ste verhaal, 'Al Study in Scarlet',
werd gevolgd door nog drie ro
mans en 56 korte verhalen. Een
aantal avonturen, w.o. twee paro-
fanatici,
dan nog is het spijtig dat de erfge
namen deze laatste vier niet vrijge
ven. (Loeb, 29,50).
Dieren
Dierenverhalen vormen zo lang
zamerhand ook een literair sub
genre. De schrijver Anton Kool
haas is in Nederland daarvan een
van de bekendste vertegenwoordi
gers, maar naar mijn smaak doet
Midas Dekkers vooral door zijn hu
mor, niet voor hem onder. Zijn ver
halen zijn korter en vooral anekdo-
tischer, waarbij hij er niet voor te
rugdeinst zijn beschrijvingen van
dierlijke eigenaardigheden te
dieën en de bewerking van een to- bineren met de menselijke. 'De Ka-
neelstuk, die nooit werden uitgege
ven, staan dan nu eindelijk in deze
i andere beesten' is alweer verzameld, een vervolg op 'Hondse
zijn zesde bundeling dierenvertel-
bundel. Overigens kan ik het niet lingen en hij bespreekt daarin an-
met de conclusie van Den Boef, dat dermaal alle mogelijke en vooral
Sherlock Holmes nu compleet
eens zijn. Er ontbreken nog v___ 0_
'dramatische werken', constateert greep -: de platvis, de kolibrie, het
onmogelijke representanten
onze fauna, zoals - een willekeurige
Den Boef zelf, en zelfs al zijn deze bieraaltje, de luiaard en de boeken-
Verhalen' vorige herfst. Met verha
len van een flink deel der Bekend
ste Nederlandse Auteurs als Bo-
mans, Annie Schmidt, W.F. Her
mans, J. Bernlef, Couperus, Car-
miggelt en Jac. van Looy. (14,90).
ROB VOOREN.
Raymond Carver en David Leavitt.
Die twee namen schieten mij on
middellijk in gedachten als iemand
het heeft over de hedendaagse
Amerikaanse literatuur. De wer
ken van deze twee schrijvers zijn
gelukkig nog niet aangestoken
door de post-modernistische moe
heid die zoveel produkten van hun
generatiegenoten kenmerkt. Ze
gaan bovendien ook nog ergens
De stijl van Leavitt lijkt niet erg
op die van Carver. Carver is cyni
scher en laat meer onuitgesproken.
Maar de eenvoud en helderheid
waarmee het verhaal wordt ge
bracht hebben beide schrijvers ge
meen. En het talent om spanning
op te bouwen.
Leavitts laatste boek draagt de
intrigerende titel 'De verloren taal
der kranen'. In de vertaling van
Rien Verhoeff verscheen het bij
uitgeverij De Harmonie, die enkele
jaren geleden ook Leavitts debuut,
de verhalenbundel 'Familiedans',
hier introduceerde. De verhalen
werden destijds door de kritiek en
thousiast ontvangen. Als korte-af-
standsschrijver wist Leavitt dus te
boeien. Maar - hoe zou hij het er in
de 'marathon' vanaf brengen, met
Laten we het maar meteen zeg
gen: met 'De verloren taal der kra
nen' laat Leavitt de meeste jonge
romanciers van deze tijd met een
straatlengte achter zich. Het is
geen bloedeloos bedenksel, maar
een waarachtig mensenverhaal.
Èen verhaal waarin de vraag cen
traal staat wat het waard is alles
van elkaar te weten.
Een expliciet antwoord op deze
vraag wordt door Leavitt in deze
roman niet gegeven. Het blijft ten
slotte literatuur. Maar gezien de
wederwaardigheden van zijn
hoofdpersonen is de conclusie ge
rechtvaardigd dat veel beter maar
in de moordkuil van ons hart kun
nen blijven liggen. In die zin is Lea
vitts roman te lezen als een bitter
en fraai verwoord commentaar op
de openheid van de jaren zestig en
zeventig, de tijd van de praatgroe
pen en sensitivity-trainingen.
Kort samengevat komt het ver
haal ongeveer hier op neer: Rose en
Owen, getrouwd met elkaar, bei
den werkend, staan op het punt om
het huis te verliezen waarin zij een
groot deel van hun leven hebben
gewoond. De huiseigenaar heeft
hen de mogelijkheid geboden om
het te kopen, maar daar hebben ze
het geld niet voor. Als Rose op een
Freek de Jonges
jeugdherinnering
f Freek de Jonge.
In opdracht van het gemeentebestuur van Zaanstad schreef entertainer
Freek de Jonge over. zijn jeugd in Zaandam. Ter gelegenheid van de af
ronding van de reconstructie en verfraaiing van de binnenstad van Zaan
dam, zoals het in het stadhuisjargon heet. Gelukkig komen we deze die
ventaal niet tegen in de herinneringen van Freek de Jonge.
Ik weet niet wat dat gemeentebe
stuur precies voor ogen stond - een
bescheiden ogend boekje? - maar
met het resultaat mogen ze meer
dan dik tevreden zijn. 'Zaansch
Veem' is geen gelegenheidswerkje
geworden. (Was het dat wel ge
weest, dan had uitgeverij De Har
monie natuurlijk ook geen han
delseditie op de markt gebracht.)
De herinneringen van Freek de
Jonge beslaan maar een paar jaar.
In de tijd, die hij beschrijft, is hij
een godvruchtige domineeszoon
die zich suf collecteert voor een
nieuwe kerk. Hij woont pas in
Zaandam. "Zij kennen mij niet, ik
ken hen niet", mijmert hij op de
pont over de Zaan, "de rivier die de
stad in Oost en West verdeelt, maar
zijn bewoners bindt". De andere
pontvaarders zijn volgens hem al
lemaal heidenen. "Veel kans mij in
het hiernamaals te ontmoeten, geef
ik ze niet".
Is het collecteren voor de nieuwe
kerk de rode draad in het boek, de
jaren vijftig zijn het décor: Abe
Lenstra, Doris Day, Roy Rogers,
Rock Hudson... Wat de kleine De
Jonge doet is van alle tijden: dro
men over een heldhaftig leven. Dat
hij brandweerman wilde worden,
zullen veel mensen herkennen. Zo
als de episode over het circus ook
zeer herkenbaar is. Na met oom
Frans naar circus Strassburger te
zijn geweest, besluiten Freek,
broer Goof en vriend Teun ook een
circusvoorstelling te geven in de
fietsenstalling die tegen het kolen
hok staat. Niemand stelt belang in
circus Goteufre, maar gelukkig
koopt oom Frans, die in een on
waarschijnlijk glanzende Ameri
kaan rijdt, uiteindelijk alle kaartjes
op.
Het mooiste gedeelte van het
boek handelt over de werkzaamhe
den van Karei Appel in de nieuwe
kerk. De schilder was gevraagd om
de zeven scheppingsdagen te ver
beelden en Freek slaat de kunste
naar ademloos gade. Vooral als de
ze op een witte muur kalkt: De gan
se schepping wacht met reikhal
zend verlangen op het openbaar
worden der zonen Gods. Freek wil
de leerling worden van Karei Ap
pel. Slordig schrijven kan hij al. "Ik
keek nog eens omhoog naar de ra
men. Niemand anders dan Karei
Appel had ze zo kunnen maken. Al
leen neef Fred kon zo rotsen teke
nen. Dat was daarmee hun schep
ping".
Het onvermijdelijke gebeurt: die
beschilderde ramen mogen blij
ven, maar die slordige letters op de
muur, nee, dat gaat het kerkbe
stuur toch echt te ver. Ze moeten
weg. "Hijgend stond ik boven aan
de trap, draaide me om en zag een
witte muur. Ik wist het al bij de
laatste drie treden. Iemand had de
tekst overgeschilderd met witte
verf. Er was geen spat meer van te
zien. In één klap had men uitgewist
wat er die vrijdagmiddag gebeurd
was". Freek rent boos weg, één
ding zeker wetend: dat hij ooit ook
een artiest zal zijn.
Vergeleken bij veel andere ego-
literatuur is 'Zaansch Veem' een
verademing. Zoon van een domi
nee, de jaren vijftig - alle ingrediën
ten om er een calvinistische treur
zang van te maken waren aanwe
zig, maar gelukkig is De Jonge uit
ander hout gesneden dan de mees
te andere zonen Gods die een pen
hanteren. Hij schrijft opgewekt
over zijn verleden, ontroerend ook,
alsof de jongen die hij was het alle
maal ook niet kon helpen. Laten
we hopen dat meer gemeentebe
sturen ter gelegenheid van de re
constructie en verdraaiing van de
binnenstad mensen als De Jonge
uitnodigen om hun herinneringen
op te schrijven. WIM BRANDS
'Zaansch Veem' door Freek de Jonge,
zondag een wandeling maakt om
haar zorgen even te kunnen verge
ten, komt ze haar man tegen. Op
zich is dit niet zo vreemd: Owen
maakt immers elke zondag even
een wandeling. Maar dat hij dat
doet in een nogal obscure wijk van
New York, een buurt vol porno
bioscopen, vindt Rose wel merk
waardig. Ze heeft altijd wel een
idee gehad dat er wat met Owen
aan de hand was, maar is daar nooit
verder op ingegaan. Met vermoe
dens valt te leven. Met kennis in dit
geval niet.
Owen voelt zich betrapt. Hij is
net op weg naar de bioscoop waar
hij elke zondagmiddag homo-eroti
sche films bekijkt en vluchtige
avontuurtjes heeft met mannen.
Door de ontmoeting met zijn
vrouw, die als in een droom plaats
heeft, laat hij zich niet van zijn vas
te programma afbrengen. Hij heeft
het angstige voorgevoel dat iets
hem binnenkort zal dwingen voor
zijn ware aard uit te komen, dat hij
straks uit zijn schulp zal moeten
kruipen. Het is alsof hij straks, te
gelijk met zijn huis, zijn oude, gere
gelde leventje zal verliezen.
Owen en Rose hebben een zoon:
Philip. De jongeman woont al op
zichzelf en het contact dat hij met
zijn ouders heeft is nogal opper
vlakkig. Deze Philip heeft een
aardje naar zijn vaartje: ook hij is
homoseksueel. Wanneer hij denkt
een vriend voor het leven te heb
ben gevonden, vertelt hij zijn ou
ders waar het op staat. Geschokt
hierdoor besluit Owen open kaart
te spelen tegenover Rose. 'We pra
ten over zevenentwintig jaar gehei
men, Rose. Dingen die ik mijn le
ven lang heb opgekropt', zo begint
hij zijn 'biecht'. Het antwoord van
Rose: 'Het feit alleen dat jij ze wil
zeggen betekent nog niet dat ik ze
wil horen'.
Als bindend element heeft Lea
vitt in zijn roman het verhaal inge
voerd van het zogenaamde 'kraan
kind'. Het gaat over een kind dat
door zijn moeder schromelijk
wordt verwaarloosd en als reactie
daarop liefde begint op te vatten
voor de hijskranen die het vanuit
zijn bedje kan zien. Als mensen van
de kinderbescherming het jongetje
vinden, zien ze dat hij dezelfde
'taal' is gaan spreken als de kranen:
net zoals deze hijswerktuigen buigt
en strekt hij zich in zijn bedje. Lea
vitt schrijft: 'Want ieder ont-
David Leavitt.
dekt op zijn manier wat het is waar
hij van houden moet en houdt
daarvan; het raam wordt een spie
gel; dat waar we van houden is wie
we zijn'.
Het is een bizarre geschiedenis,
maar wat wil Leavitt hier nu eigen
lijk mee zeggen? Dat het gedrag
van Philip een imitatie is van het
gedrag van Owen, zijn vader? Dat
Philip evenals het kraankind door
zijn moeder is verwaarloosd? Ik
weet het niet. Misschien heeft Lea
vitt er alleen maar mee willen aan
geven dat het maar het beste is dat
wij onze lasten, onze geheimen, in
stilte dragen, net zoals hijskranen
dat doen.
In onze omgang met elkaar
wordt oppervlakkigheid vooral als
iets negatiefs beschouwd. Leavitts
roman toont aan dat die oppervlak
kigheid juist vaak onze redding is.
De waarheid spreken? Akkoord.
Maar dan wel goed gedoseerd,
want de leugen is en blijft natuur
lijk een van de pijlers van een 'be
schaafde' samenleving.
CEES VAN HOORE
e, Amsterdam. 1987.
ADVERTENTIE
BOEKHANDEL
LEIDEN - LEIDERDORP
OEGSTGEEST - KATWIJK
VOORSCHOTEN
Alle op deze pagina besproken
boeken zijn bij ons dlrekt lever
baar, óf vla onze TERMINAL te
bestellen en dan binnen drie da-
gen verkrijgbaar.
wurm. En uiteraard het dier dat
Dekkers zelf het liefst zou willen
zijn, de poes: "Veel poes. Zo'n dik
ke. Je eigen poes zijn, dat is han
dig". En verderop: "Een poes kan
iets wat ik niet kan en wat me ho
peloos jaloers maakt: een poes kan
domweg zitten, zomaar, uren
achtereen desnoods, in de zon of
voor de kachel, roerloos uitge
strekt of roerloos ineengedoken".
Een situatie die de doorsnee lezer
de poes zal benijden, (uitg. Con
tact, 16,90).
Wie nog niet overtuigd is of geen
kat bezit, raad ik ten slotte het
mooie bundeltje "Poeslief' aan,
waarin uitg. Novella voor 14,90
'de mooiste kattenverhalen' heeft
Het kon niet uitblijven: net zoals
dat met de pest het geval is geweest
(Camus), is nu ook Aids de litera
tuur binnengedrongen. Bij de uit
geverij die luistert naar de Revi
aanse naam 'De Woelrat' is van de
Franse schrijver Dominique Fer
nandez de roman 'De roem van de
paria' uitgebracht in een Neder
landse vertaling.
Fernandez kijkt op een geheel ei
gen wijze tegen de gevreesde ziek
te aan. Hij ziet deze niet geheel en
al negatief. Aids plaatst de homo
seksueel weer in de uitzonderings
positie die deze innam toen de lief
de tussen twee mensen van hetzelf
de geslacht nog werd betiteld als
'the love that dare not speak its na
me'. Zo wordt de homoseksueel
weer de uitgestotene die hij altijd is
geweest. En dat heeft volgens Fer
nandez iets heroisch'.
Voordat de homoseksualiteit in
brede kring werd aanvaard speelde
het nichtenleven zich vooral af in
een aparte subcultuur van duistere
kroegen en kitten. Dat was ener
zijds wel beangstigend, maar het
schiep tegelijkertijd ook een band.
Men hoorde bij elkaar. Toen de mo
raal wat losser werd, verdween dit
saamhorigheidsgevoel voor een
groot deel. Aids nu geeft de homo
seksualiteit weer dat verboden ka
rakter terug. Maakt dat het 'we
against the world'-idee weer op
geld doet.
Fernandez demonstreert deze vi
sie met het dramatische, maar zon
der enige sensatiezucht genoteer
de, verhaal van Bernard en Mare.
'Dc roem van de paria', door Domi
nique Fernandez. Dc Woelrat, Am
sterdam. 19,90.
Monsters
'Einsteins monsters'. Zo noemt
de Engelse schrijver Martin Amis
het nucleaire wapentuig. In zijn es
saybundel met de gelijknamige ti
tel geeft hij lucht aan zijn diepe
angst voor de krankzinnige wapen
wedloop. Hij doet dit op een indrin
gende wijze. Het vooruizicht straks
allemaal naar de bliksem te gaan,
maakt volgens hem de mensen im
moreler dan ze al waren. Er is toch
niks meer te verliezen, zo denken
Dit immoralisme komt sterk tot
uitdrukking in het verhaal 'Bujak
en de sterke kracht of Gods dob
belstenen'. Deze Bujak neemt het
op voor de zwakkeren in de samen
leving. In de wijk waar hij woont
loopt nogal wat tuig rond dat wer
kelijk nergens voor terugdeinst.
Bijna nergens voor dan, want met
Bujak willen ze het niet aan de stok
krijgen. Als deze op een keer op
reis moet, vraagt hij aan Amis of hij
op zijn dochter wil passen. Amis
doet dat, maar in een onbewaakt
ogenblik wordt de dochter van
Bujak op brute wijze verkracht en
daarna vermoord.
Bujak neemt geen wraak, zoals
men dat van hem zou verwachten.
Hij had bij wijze van spreken de ge
zichten van de aanranders 'tegen
elkaar kunnen vermalen', net zo
lang tot ze 'verdronken in eikaars
gezicht', maar hij is zo verslagen
dat hij deze keer de misdadigers
slechts aan de politie uitlevert. 'Als
ik ze had vermoord zou ik nog
steeds sterk zijn. Maar je moet er
gens beginnen'.
Gedichten
Gedichtenbundels - er zijn er
weer heel wat van de persen gerold
dit najaar. Een van de opmerkelijk
ste is 'De ijsgeneraals'. Het is het
debuut van Tomas Lieske, die tot
nu toe alleen bekend was van zijn
poëziekroniek in Tirade. Het is
even doorbijten met deze breed
uitwaaierende verzen, maar wie er
eenmaal in is doorgedrongen krijgt
het gevoel dat hier iets nieuws
wordt geboden. De gedichten lij
ken wel wat op de eerste verzen
van Kees Ouwens, maar zijn veel
Zijn Amerikaanse collega's noe
men thrillerauteur Elmore Leo
nard 'verbazingwekkend goed'.
Toch heeft hij er lang over gedaan
op de lijst van bestsellers te komen.
Hij begon namelijk al in 1949 met
schrijven. Overdag advertentie
teksten, 's avonds aanvankelijk
'cowboyverhalen voor tijdschriften
en later westerns.
Met 'Hombre' trok hij de aan
dacht. Het duurde echter tot 1961
voor hij het advertentiebureau
vaarwel zei en zich volledig op het
schrijven van boeken ging toeleg
gen. Eerst alleen westerns (o.a.
'High Noon'), later ook thrillers, zo
als 'Stick' en 'The Switch'. Titels,
die soms meer bekendheid hebben
gekregen door een verfilming dan
door het boek zelf.
Eigenlijk jammer, want Leo
nards boeken zijn de moeite van
het lezen meer dan waard. Men kan
het zelf ervaren, want er liggen nu
weer staaltjes van zijn kunnen in
een Nederlandse vertaling in de
boekwinkels: 'Mitchell' (uit 1973)
en 'La Brava' (1983).
Typische Leonard-verhalen. Er
komen geen politiemensen, geen
boeken om niet helemaal gewone
mensen, die door ontspoorde figu
ren worden belaagd en dan van een
koude kermis thuiskomen. Ze on
derschatten de inventiviteit
museumdirecteur probeert met
het verwerven van het paneel een
andere miskoop te verdoezelen,
waarbij hij geen middel schuwt.
Ook geen moorden. En we zitten e
hun slachtoffers. En Elmore Leo- lopen naast de verliefde privé-de-
nard heeft wat dat betreft een le-
vendige fantasie. Die zorgt steeds
voor een originele ontknoping.
Maar meer nog dan het verras
sende slot maakt zijn verteltrant de
kracht van zijn boeken uit. Om het
met zijn collega's te zeggen: 'Ver
bazingwekkend goed'.
Rembrandt-paneel
Zoals ik al eerder heb verteld,
hebben ook de voor de bekende
misdaadserie 'Crime de la crime'
van De Arbeiderspers verantwoor
delijken moeite met het vinden van
geschikte titels. Ze zijn nu geko
men met de vertaling van een uit Tibetaanse deel
1980 daterende thriller van Oliver ben gewoond, debuteerde de Brit-
Die voorkennis doet merkwaar
dig genoeg geen afbreuk aan de
spanning, omdat het gegeven op
zichzelf goed in elkaar zit, knap
wordt uitgewerkt en met vakman
schap wordt verteld. Alleen ver
zandt de auteur af en toe in zeer uit
voerige kunsttechnische verhan
delingen. En dat doet het tempo ui
teraard geen goed.
India in hoofdrol
Na jaren in Delhi en Ladah - het
Banks 'Het Rembrandt-paneel'.
Zeker geen slecht verhaal. Het
draait om een paneeltje dat aan
Rembrandt wordt toegeschreven.
Van het begin af aan is de lezer op
schrijfster Elizabeth Ironside
met een misdaadroman ('En Boed
dha was getuige'), waarin zij de in
het Oosten opgedane ervaringen
goed te gelde kon maken. Want al
wordt er in haar verhaal een Engel
se diplomaat vermoord in New
Delhi en poogt een Londense vei
ligheidsofficier achter het hoe,
waarom en door wie van de myste
rieuze moord te komen, India- en
zijn bevolking spelen nadrukkelijk
de hoofdrollen in haar boek.
De kleurrijkdom van het Indiase
land, de diepgang van zijn cultuur,
de ondoorgrondelijkheid van zijn
bevolking cn het voor westerlingen
vaak onbegrijpelijk handelen van
de oosterlingen vormen het domi
nerende decor van het verhaal. En
dit met fijne pen beschreven decor
bepaalt voornamelijk de onweer
legbare waarde van dit meeslepen
de misdaadromandebuut.
KOOS POST
'Mitchell' en 'La Brava', twee thril
lers van Elmore Leonard, verschenen
bij Van Holkema Warendorf. Prijs
ƒ24,90 per boek.
'Het Rembrandt-paneel' door Oliver
Banks, verschenen in de serie Crime de
la crime van De Arbeiderspers. Prijs
hofT. Prijs ƒ24,75.
toegankelijker. Ze zijn neerge
schreven in een melodieus parlan
do, waarin binnenrijm soms op ge
raffineerde wijze is verstopt. Voor
al de drie verzen over Den Haag
maken een sterke indruk. Er is er
een bij over het Bezuidenhout, ge
titeld 'De directeur van het Room-
huis verbreekt het stilzwijgen'. Het
is een raadselachtig gedicht, waar
in een waarnemer die 'in het bed
woont' (een ziekenhuispatiënt?)
heden en verleden van de Bezui-
denhoutbuurt voor zich ziet. Oor
logsherinneringen worden afge
wisseld met gedeelten waarin de
buurt als roemrucht Haags tippel
traject voor schandknapen en he-
roinehoeren wordt geschetst. Lies
ke weet de dreigende sfeer die er
hangt perfect op te roepen.
Schrijverschap
Veel essaybundels in deze don
kere dagen voor de jaarwende. Een
van de mooiste, ook wat de buiten
kant betreft, is van Harry Mulisch.
De titel: 'Grondslagen van de
mythologie van het schrij
verschap'. Het kleinood verscheen
bij uitgeverij Thoth. Thoth is, zoals
wij weten, de Egyptische god van
het schrift. Aaan hem heeft Mu
lisch deze kleine verhandeling over
het schrijverschap opgedragen.
Natuurlijk zijn er nogal wat passa
ges bij die met het vingertje erbij
moeten worden gelezen en herle
zen - Mulisch heeft zijn eruditie
nooit onder stoelen of banken ge-
stoken - maar toch blijft het boekje
ook voor niet-schrijvers goed lees
baar. Een interessant fragment:
'De meeste schrijvers komen in pa
niek als hun werk stokt. Ik be
schouw stokken als een gunstig te
ken: dan ben ik blijkbaar iets van
belang genaderd, dat zich verzet.
Ik probeer niet, de stokking zo snel
mogelijk te overwinnen - in tegen
deel: ook als ik verder kan, wacht
ik nog wat. Een visser, die meteen
optrekt als hij zijn dobber ziet be
wegen, vangt nooit iets anders dan
zijn eigen aas'.
CEES VAN HOORE
'Grondslagen van de mythologie
van het schrijverschap', door Harry
Mulisch. Uitgeverij Thoth, 1987.
'Huis aan maanmeer'
Onlangs werd 'Het huis aan het
maanmeer' van Francesco Duranti
vertaald, een wel zeer on-ltaliaanse
roman, maar daarom niet minder
boeiend. Wat de vorm betreft doet
het nog wel vertrouwd aan, het
boek heeft drie verschillende la
gen. Het bijzondere zit hem in de
inhoud van de verschillende lagen,
een zogenaamde manuscript-ge
schiedenis, een psychologische
thriller met 'gothische' trekjes en
een kritiek op de moderne cultuur.
Hoofdpersoon is de Milanees Fa-
brizio Garrone, een vertaler van te
gen de veertig. Wanneer hij op een
volkomen onbekend boek stuit.
Das Haus am Mondsee van de Oos
tenrijker fin-de-scièle auteur Fritz
Oberhofer, meent hij stellig dat een
Italiaanse vertaling van het boek
een succes zal worden en ook hem
zelf beroemd zal maken. Beide ver
wachtingen worden vervuld, al
leen berust de beroemdheid van de
vertaler voornamelijk op een gro
tendeels gefingeerde biografie van
Oberhofer. Wanneer Garrone een
brief ontvangt van een Oostenrijk
se dame die hem schrijft over nage
laten bezittingen van haar plot-
klaps beroemde landgenoot te be
schikken, vreest hij ontmaskering,
of op zijn minst chantage. Hij be
sluit haar op te zoeken in haar huis
aan het Maanmeer.
Dan krijgen we het tweede ni
veau: de dame blijkt een geheim
zinnige vrouw te zijn die de Italiaan
maandenlang in haar huis weet
vast te houden. Niet alleen actief,
door de telefoon door te snijden en
Carrones vriendin die op bezoek
komt met een smoesje buiten te
houden, maar ook passief. Garrone
ziet zijn vriendin onverrichter za
ken weggaan en hij mist de energie
om haar aandacht te trekken. Zoals
hij allang tot geen enkele activiteit
meer in staat is, zeker niet tot
vluchten. Het lijkt erop alsof de
vrouw als een vampier alle kracht
uit hem wegzuigt.
Waarom laat Garrone dat toe?
Het heeft te maken met zijn per
soonlijkheid. Hij is afkomstig uit
een bourgeois-milieu, zonder erfe
nis, voelt zich in de moderne tijd
volkomen misplaatst, en probeert
als vertaler de eindjes aan elkaar te
knopen. Naar zijn gevoel leven we
in een wegwerpmaatschappij waar
alles onecht is, van plastic, ook de
menselijke relaties. De kans om
zijn leven zin te geven met het
Oberhofer-project grijpt Garrone
met beide handen aan, tot hij vast
loopt in het huis aan het meer.
BYancesca Duranti weet in de di
verse niveaus vrijwel altijd de juis
te toon te vinden. De manuscript
geschiedenis vertelt ze bijzonder
spannend en het verblijf aan het
meer omvat een kundig gedoseer
de hoeveelheid beklemming, in
een fraaie stijl. Ook in dat opzicht is
het boek toch weer heel Italiaans.
Het amalgaam van Italiaanse en
'Duitsche' elementen werkt uitste
kend. Het huis aan het maanmeer
is zo'n roman die je direct weer
voor de tweede keer gaat lezen.
AUGUST HANS DEN BOEF
Het huls aan het maanmeer. Frances-
ca Duranti Uitgeverij Bert Bakker
27,90.