'Khomeini's positie steeds wankeler' m Verlegenheid (3) Denkwijzer Onze taal Leidse islam-kenner Van Koningsveld voorziet groeiend verzet tegen Iraanse leider eu. ui. ij- oe. ZATERDAG 14 NOVEMBER 1987 EXTRA PAGINA 31 DOOR JOOP VAN DER HORST Op 17 november is het vierhonderd jaar geleden dat Vondel werd geboren: op 17 november 1587. Dat is een aanlei ding voor Vondelherdenkingen. Doordat Vondel nogal oud geworden is en leefde van 1587 tot 1679, hebben we juist de Vondelherdenkingen van acht jaar gele den achter de rug, toen men zijn sterven herdacht. Maar nu moeten we dan ook heel lang wachten op de volgende Von delherdenking, die pas in het jaar 2079 zal plaatsvinden. Omdat ik dat waar schijnlijk niet zal meemaken en omdat ik acht jaar geleden nog geen stukjes schreef voor deze krant, moet het van daag over Vondel gaan. Joost van den Vondel is onze be roemdste schrijver geweest, maar nie mand leest zijn boeken. Of het moest op school gebeuren voor de verplichte lite ratuurlijst. Zowel het een als het ander is goed. Vondel schreef voor een ande re tijd en hij heeft ons weinig meer te zeggen. Maar hij was voor onze ge schiedenis belangrijk genoeg om er op school aandacht aan te besteden. Voor onze taal was Vondel belangrijk omdat hij de eerste grote schrijver was. Nog in zijn tijd was het gewoonte dat wie iets belangrijks wilde schrijven, het Latijn gebruikte. Dat was in de middel eeuwen zo geweest en in Vondels tijd bestond die gewoonte nog steeds. Sa men met schrijvers als P.C. Hooft, Huy- gens, Cats en Bredero vormde Vondel eigenlijk de eerste generatie grote schrijvers in de eigen taal. Het Nederlands was daarop nog niet berekend. De Nederlandse taal was voordien wel gebruikt voorde dagelijkse conversatie, voor volksverhalen, voor liederen, en sedert de Reformatie ook in kerken, maar nog amper voor weten schap en literatuur. Voor grote litera tuur, voor wetenschap en theologie was altijd het Latijn gebruikt of het Frans. Het heeft die eerste generatie Neder landse schrijvers in de 17de eeuw. de Gouden Eeuw, heel wat moeite gekost om de taal geschikt te maken voor hun literatuur. Maar het is hun gelukt. Tot groot voordeel voor de Nederlandse taal. Er moest bijvoorbeeld veel gere geld worden voor een bruikbare spelling en er moesten tal van nieuwe woorden worden ingevoerd. Geeraerdt Brandt (1626-1685), de eerste die Vondels levensgeschiedenis beschreef, vertelt er het volgende over in zijn boek van 1682 (en we nemen zijn woorden precies over zoals hij ze schreef): 'Om op elke stof en zaak de rechte spreekwysen te vinden, onder zocht hy (dat is: Vondel), by allerley slagh van menschen. wat Duytsche woorden elk ontrent zyn werk, handtee- ring, en kunst gebruikte. De landtluiden vraagde hy, hoe zy spraaken ontrent de landtbou, en hoe ze 't geen daar toe behoorde noemden, en uitdrukten. Ont rent den huisbou, vraagde hy op gelyke wyze de timmerluiden en metzelaars; ontrent de zeevaart en 't scheepstuig de zeeluiden: ontrent de schilderkunst, en wat daar toe hoorde, de schilders: en zoo voort ontrent alle ander bedryf, we tenschappen en kunsten. Dit strekte tot opbou der taaie en om van al wat hem voorkwam met woorden die de zaake eigen waaren, te spreeken'. Aldus Geeraerdt Brandt in 1682 over Vondel, drie jaar na zijn dood. Ik weet niet of het echt waar is, want Brandt was een groot bewonderaar van Vondel en bewonderaars stellen de zaken wel eens mooier voor dan ze zijn. In elk ge val hebben veel mensen Vondel hoge lijk gewaardeerd en zijn taalgebruik be schouwd als een voorbeeld. Alleen al om die reden is Vondel belangrijk ge noeg geweest voor onze taal om hem een- of tweemaal per honderd jaar even te eren. training te volgen. Er zijn ook een hele boel zelfhelpboekjes en zelfs geluidstapes in de handel, die goede ontspanningsoe feningen bieden. Begin met regelmatig op een vast tijdstip van de dag, in een si tuatie waar u niet gestoord wordt, met uw ontspanningstraining. Hebt u een maal geleerd om u te ontspannen in een rustige omgeving, begin dan ontspan ningsoefeningen toe te passen wanneer u angstig bent. Tegen de tijd dat u zo ver bent weet u meestal wel welk deel van uw lichaam vooral sterk gespannen raakt. Richt uw aandacht in moeilijke situaties vooral op ontspanning van dat deel. Enige nuttige suggesties (bijvoorbeeld tijdens bezoek of een vergadering): laat uw schouders hangen, vouw uw armen niet strak over elkaar maar laat ze rustig op uw dijbenen of stoel rusten, sla uw be nen niet gespannen over elkaar maar zet ze naast elkaar neer, adem langzaam en rustig (door uw neus) in en (uw mond) uit. Een nuttig ademhalingsritme is drie tellen in en vier tellen uitademen. Contro leer regelmatig hoe gespannen uw li chaam en ledematen zijn en zeg tegen uzelf in stilte vaak zoiets als "ontspan kalm" of "laat gaan die spanning". Ten slotte, probeer uw dagelijkse acti viteiten een voor een en niet haastig te doen. Haast betekent dat uw lichaam ge spannen en snel vermoeid raakt en ver groot de kans dat u angstgevoelens ont wikkelt. Als u een keer die haast niet kunt vermijden, volg dan in elk geval het sche ma van 'twee uur rijden, een kwartier rust'. Conclusie: besluit de komende paar maanden (want sneller gaat het niet) rustig aan uw anti-verlegenheidspro gramma te werken. Als u meent daar voor geen tijd te hebben, heb ik nog maar één ander advies. Lees regelmatig de in formatie uit de drie thans gepubliceerde columns over verlegenheid. Ruim 50 pro cent van een groep verlegen Fransen en Engelsen bleek daar baat bij te hebben. Misschien bent u wel de gelukkige Neder lander. Reacties op deze rubriek naar Leidsch/Al- phens Dagblad, Postbus 54, 2300 AB Leiden. Ayatollah Khomeini geraakt in een steeds groter isolement. Zeker nu de Arabische landen op hun conferentie deze week Iran hebben veroordeeld in verband met de voortdurende oorlog tegen Irak. Maar ook vanuit een andere invalshoek wordt geconstateerd dat Khomeini minder vast in het zadel zit dan algemeen wordt gedacht. Zijn ideeën over de islam stuiten in eigen kring op groeiend verzet, zo constateert de Leidse wetenschapper Pieter Sjoerd van Koningsveld. "Ik ben ervan overtuigd dat als het gezond verstand eenmaal heeft overwonnen, de opvattingen van Khomeini als ketterij worden bestempeld". "Er zit een kern van waarheid in, maar door zijn ongenuanceerdheid is het niet waar". Pieter Sjoerd van Koningsveld, wetenschappelijk me dewerker aan de Leidse universiteit, loopt voor de zoveelste keer tijdens het gesprek naar een modern schoolbord om zijn woorden toe te lichten. door Bart Jungmann De vraag luidde: is het voor westerlin gen eigenlijk niet onmogelijk om de islam goed te kunnen doorgronden? Van Koningsveld is verbonden aan de facul teit godgeleerdheid en binnen die facul teit verantwoordelijk voor onderzoek en onderwijs in de islam. Uit hoofde van zijn functie is het dus al logisch dat vol gens hem het geloof en gedachtengoed van de moslims heel wel te doorgronden is. Maar Van Koningsveld is ook een principieel tegenstander van die toch veel gehoorde veronderstelling. Volgens deze opvatting maakt de islam zo onlosmakelijk deel uit van het dagelijks leven en het denken van mos lims dat zoiets voor mensen uit het wes ten, waar de religie zo nadrukkelijk bin nen strikte grenzen is teruggedrongen, onvoorstelbaar is. Van Koningsveld denkt dat de structurele verschillen tus sen christendom en islam helemaal niet zo groot zijn. Hij vindt dat een dergelijke opvatting geheel ten onrechte het bestu deren van de islam zou kunnen belem meren en ziet daarmee bovendien alle moslims - al even ten onrechte - over één kam geschoren. Samenhang Met een krijtje geeft hij op het bord in zijn werkkamer aan hoe de islam uit drie segmenten is samengesteld. "Allereerst heb je het geloof, daarna de ceremoniële voorschriften en de sociale spelregels. De ceremonieën moet je verticaal zien, dat is de relatie tot God. De sociale stelre gels werken in horizontale richting, zij betreffen de relatie onderling". Dat de verschillen tussen christendom en islam niet louter inhoudelijk van aard zijn, zal Van Koningsveld meteen bea men. "Kijk, wij hebben natuurlijk de Franse revolutie gehad, waardoor die so ciale regels niet meer zo sterk gelden. In de Arabische wereld heeft de religie in dat opzicht nog wel een belangrijke in vloed, bijvoorbeeld op het gebied van het recht". "In zoverre is er zeker wel iets waar van die opvatting. Maar kijk eens naar andere zaken in onze samenleving: de nadruk die wordt gelegd op het geloof in discussies over ethische zaken als abor tus en euthanasie, de predikanten die je nog altijd in ons leger hebt. Religie speelt nog steeds een grotere rol in onze samen leving dan je op voorhand geneigd bent te denken". De sterke samenhang tussen de drie door Van Koningsveld genoemde onder delen van de islam, wordt overigens niet alleen door leken verondersteld. Ook de Leidse arabist Hans Jansen is die me ning toegedaan. Volgens hem staat het geloof in de islam allerminst centraal en zijn de sociale regels en de ceremonieën van even groot belang. Jansen schrijft dat ook in zijn boek 'In leiding tot de islam' dat onlangs ver scheen. Geloof en godsdienst, zo gaat hij daarin verder, zijn sinds de Reformatie en Verlichting in het christendom haast identieke termen geworden. Binnen de islam heeft die identificatie echter niet plaats gehad, schrijft Jansen. 'Vanwege zijn culturele achtergrond is het voor westerlingen moeilijk te begrijpen dat voorschriften die niet in de bijbel staan (of in het geval van de islam: de koran) toch bindende kracht kunnen hebben als van godswege gegeven'. Ouderwets Van Koningsveld is het met de ontken ning van het geloof als basis van de islam beslist oneens. "Het is eigenlijk een heel ouderwetse opvatting. Die kwam je al te gen in het koloniale tijdperk. Zo werd er ook gedacht over de moslims in Neder- lands-Indië. Behalve een ouderwetse is het ook een verouderde opvatting. Lees de islamitische theologie er maar op na. Daarin wordt het zo geformuleerd: het geloof is de wortel, de wet is de tak. Dat lijkt me duidelijk genoeg en hoe zouden durven tegenspreken?" Door van de islam een mystiek en on toegankelijk geloof te maken raakt vol gens hem de nuance zoek. Alsof vrijzin nigheid ook bij moslims niet mogelijk zou zijn. Van Koningsveld: "Ik heb on langs een boek gelezen van een vrijzinni ge moslim, Ghassan Ascha. Dat ging over de rol van de vrouw. Hij is van me ning dat vrouwen binnen de islam meer vrijheden en mogelijkheden moeten krij gen. Dat ging tamelijk ver en ik vroeg hem: kun je dan nog wel moslim zijn? Natuurlijk wel, antwoordde hij. Ik ga toch uit van mijn geloof'. Met een veel zeggend gebaar ziet Van Koningsveld daarmee tevens zijn eerder geponeerde stelling - 'geloof is de basis' - bewezen. Van Koningsveld legt graag de nadruk op dit soort dissidente geluiden die vol gens hem te weinig géhoord worden in het westen. In Amerika is uit een onder zoek al eens gebleken waartoe een ge brek aan nuancering kan leiden. "Er bleek een onmiskenbaar verband te be staan tussen het moslim-extremisme en hoe er over moslims wordt gedacht. Ik heb het zelf ook wel meegemaakt door de manier waarop ik door de media werd benaderd. Bijvoorbeeld na de gebeurte nissen in Mekka dit jaar (Iraanse pel grims maakten daar moeilijkheden, waarna de Saudische politie hardhandig ingreep, red.). Er bestaat in het westen een bepaald beeld over moslims. Ze wor den als één pot nat beschouwd. Sommi gen zien zelfs in elke moslim een terro rist". Sovjetunie Hij vindt die ongenuanceerde aan dacht voor de islam vooral zo opmerke lijk als die vergeleken wordt met de ma nier waarop gebeurtenissen in de Sov jetunie worden benaderd. "Heel terecht wordt daarbij grote waarde gehecht aan wat dissidenten vinden. Hun mening kan immers heel representatief zijn voor wat veel mensen in de Sovjetunie den ken. In de islamitische wereld ligt het precies zo. Alleen moetje wel erg op die dissidente geluiden gespitst zijn omdat er ook geen persvrijheid bestaat". Door zijn ogen en oren goed de kost te geven, werd de aandacht van Van Ko ningsveld getrokken door het boek 'De rampzalige revolutie' van dr. Mousa Al- Mousawi. In dat boek wordt de vloer aan geveegd met Khomeini. Sterker nog: zijn visie op de islam wordt bestempeld als 'ketterij'. Van Koningsveld is gebleken dat het boek - in Iran zelf uiteraard strikt verboden - in een aantal landen wordt verspreid: in Jordanië, in Saudiarabië, en hij kwam het zelf ook al tegen in Ne derland. Uitgaande van de eerder getrokken vergelijking met dissidente geluiden uit de Sovjetunie, acht hij die afwijkende standpunten van groot belang. Een sig naal dat Khomeini lang niet zo stevig in het zadel zit als in het westen wel wordt gedacht. Van Koningsveld: "Ik kan u verzekeren dat dit standpunt door velen wordt gedeeld". Om dat laatste te onderstrepen begint hij met te zeggen dat de steun voor de ideeën van Khomeini marginaal zijn. "Ook binnen de Sji'a", zo voegt hij eraan toe. Een onderscheid dat toelichting be hoeft. De islam kent twee stromingen: de soennieten en de sjiieten. In de meeste Arabische landen bestaat een soennieti- sche meerderheid. Iran is één van de wei nige landen waar de sjiieten in de over grote meerderheid zijn (ruim negentig procent is sjiiet). Er bestaan nogal wat verschillen tus sen die twee opvattingen van de islam. Zo streven de sjiieten naar een theocra tie, een staatsvorm waarin de religie de macht in handen heeft. In zoverre lijkt Khomeini, althans in de ogen van een leek, aan de verwachtingen te beant woorden. Beperkte invloed Toch niet, ontzenuwt Van Konings veld dat idee. "Die theocratische staats vorm is pas mogelijk als de Imam Mahdi, de rechtgeleide imam (imam wil zeggen: voorganger), op aarde is teruggekeerd. Zo lang moet er berust worden in een goddeloze overheid en hebben de ula- ma's, de schriftgeleerden, slechts een be perkte invloed. Maar wat beweert Kho meini nu in een boekje dat hij tijdens zijn ballingschap in Irak schreef en dat nu als leidraad van zijn opvattingen dient: we moeten niet wachten, maar zelf het heft in handen nemen. Het kan nog heel lang duren voor de Imam Mahdi op aarde te rugkeert en in die tussentijd moeten wij Khomeini temidden van zijn on derdanen. Inzet: dr. Pieter Sjoerd van Koningsveld: "Dat hij bij elke gelegenheid nog hele volksmassa's op de been weet te brengen zegt me niets". (foto's alvast de leidsels in handen nemen". "Nu is de Sji'a in feite een heel pragma tische religie. Je moetje dat van de Imam Mahdi voorstellen als wanneer het Ko ninkrijk Gods op aarde komt, iets dat verder zonder een concrete hoop wordt nagestreefd. Khomeini zet dat hier dus helemaal op zijn kop. Sjiietische ge meenschappen buiten Iran hebben er daarom ook heel duidelijk stelling tegen genomen". "Khomeini's positie is uiterst proble matisch, juist omdat hij in strijd handelt met de traditionele opvattingen. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de Adhan, de oproep tot gebed. Die bestaat uit klas sieke formules, en ligt volgens tradities vast. Khomeini heeft daaraan een nieuw element toegevoegd. Na de formule 'God is de grootste' moet nu volgen: 'Khomei ni is de leider'. Het is bekend dat lokale gebedsleiders die toevoeging geweigerd hebben". "Khomeini's ideeën over zo'n Wilayat al-faqih, een opperheerschappij van de hoogste schriftgeleerde, staan dus ver van de traditionele opvatting. Je kunt het een beetje vergelijken met een situa tie waarin de paus zegt: het moet afgelo pen zijn met alle regeringen, alle macht moet bij mij liggen. U denkt toch niet dat de katholieken daarmee zouden instem- Teken "De kritiek die Moussawi nu heeft ge uit is voor mij een teken dat Khomeini niet zo vast in het zadel zit, ook al weet ik niet zeker in hoeverre het boek Iran heeft bereikt. Maar de figuur van Moussawi, telg uit een voornaam geslacht en expo nent van de oude theologische elite, zegt mij voldoende. Het is daarom mijn vaste overtuiging dat als het gezond verstand eenmaal overwint en de traditionele fi guren het weer voor het zeggen krijgen, de opvattingen van Khomeini als ketterij worden bestempeld". "Dat dat ooit zal gebeuren, daarvan Een van mijn collega's kreeg op een dag een hoogst merkwaardig verzoek. De vrouw van een andere collega had zich op zijn spreekuur gemeld en hem verteld dat zij en haar man ernstige relatiepro blemen hadden. Een van de oorzaken daarvan was dat de man een verlegen en sociaal-angstige figuur was, die uitgaan en bij anderen op bezoek gaan verschrik kelijk vond. Het meest op zijn gemak voelde hij zich in zijn eigen huis en zijn spreekkamer, waar hij de dingen zo han dig organiseerde dat zijn cliënten weinig of niets van zijn probleem merkten. Toen mijn collega aan de vrouw vroeg of haar man bereid was, eventueel samen met haar, in behandeling te komen, ant woordde ze dat hij dat beslist zou weige ren. Daarop reageerde mijn collega met: "Nou, dan kan ik niets voor jullie doen". Tot zijn stomme verbazing antwoordde de vrouw: "Maar dat kun je wel degelijk. Kijk, mijn man schaamt zich verschrik kelijk om zijn eigen angst toe te geven. Dus wil hij er ook niet voor in behande ling. Maar als jij, tegen wie hij hoog op kijkt, je nou eens bij hem aanmeldt als patiënt en een bepaald probleem aan hem voorlegt, dan gaat hij zelf ook gelo ven dat een mens zich niet voor zijn emo tionele problemen hoeft te schamen. En dan zal hij waarschijnlijk zelf ook zijn problemen met jou gaan bespreken". De vrouw kreeg haar zin. De collega, die eigenlijk therapeut moest zijn, werd eerst patiënt. En de collega die eigenlijk patiënt moest zijn begon als therapeut. Maar na drie gesprekken waren de rollen al omgedraaid. Wat deze geschiedenis duidelijk laat zien, is dat we onze emotionele proble men, zoals verlegenheid of sociale angst, pas dan kunnen oplossen als we aan vaarden, toegeven, dat we zulke proble men hebben. Mensen die fobische of sterke angstreacties hebben op dingen die niet echt gevaarlijk zijn - zoals een vergade ring, een supermarkt, bezoek ontvangen, iemand aanspreken - schamen zich vaak voor dieirreëleangst. Ze proberen die angst voor anderen verborgen te hou den, bedenken slimme trucs om niet te la ten merken hoe ze bepaalde dingen ver mijden en durven geen hulp aan anderen te vragen. Helaas is het zo dat andere mensen, die zulke angst niet kennen, vaak ook met on begrip reageren en allerlei goedbedoelde adviezen geven die de schaamte alleen nog maar groter maken. Tegen een verle gen volwassene zeggen dat er toch niets is om bang voor te zijn op 'dat feestje' is die persoon voor de zoveelste keer inpeperen wat hij zelf ook wel weet, namelijk dat zijn angst 'irreëel' is. Dat helpt natuur lijk weinig en versterkt hoogstens het ge voel niet helemaal normaal te zijn. Maar verlegen of sociaal angstig zijn is geen symptoom van geestelijke abnormaliteit. Het betekent hoogstens dat men een pro bleem heeft. Niet dat men een 'probleem geval' is. Om dat probleem te verminde ren is het van belang het onder ogen te zien, sommige anderen ook te laten weten dat men het heeft en om hulp te vragen of naar hulp te zoeken. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat er ten minste twee effectieve manie ren zijn om verlegenheid te verminderen. De eerste manier is te oefenen om bepaal de angstverwekkende situaties niet lan ger te vermijden maar zich er geleidelijk- aan steeds langer aan bloot te stellen. Als u het bijvoorbeeld moeilijk vindt om in een restaurant te eten waar iedereen u kan zien, neem u dan voor om een aantal ben ik zeker. Ik kan alleen met geen mo gelijkheid zeggen op welke termijn. Ik weet namelijk niet hoe de situatie in Iran ligt. Over dissidente ideeën hoor je niets, het verzet is monddood gemaakt. En er spelen daarbij nog zoveel factoren een rol. Neem alleen al het verloop van de oorlog met Irak. Dat hij daarvoor nog moeiteloos mensen recruteert en dat hij bij elke gelegenheid nog hele volksmas sa's op de been weet te krijgen zegt me niet zoveel. We hebben hier te maken met een totalitaire staat en u gelooft toch niet dat alle ouders hun kinderen vrijwil lig afstaan voor die oorlog?" Ook op een ander belangrijk punt neemt Van Koningsveld afstand van de opvattingen van zijn universitaire colle ga Jansen. Deze beweert dat het succes van Khomeini een inspirerende werking heeft op fundamentalisten in andere Arabische landen. In een interview met deze krant zei Jansen vorig jaar dat het succes van de revolutie in Iran - zeker in het begin toen er nog geen berichten waren over ge welddadige onderdrukking - strenge moslims elders in hun overtuiging sterk ten. Het verschil tussen sjiieten en soen nieten was daarbij van minder belang. Hij herhaalt die opvatting in zijn boek 'Inleiding tot de islam', waarin hij be weert: 'Khomeini's optreden heeft ook in de soennietische wereld indruk gemaakt en weerklank gevonden. Kennelijk is de begeerte om de islamitische wet alge meen in te voeren geen overwezenhjk- baar streven'. Terugkeer Van Koningsveld: "Het fundamenta lisme in de soennietische wereld heeft een heel andere oorsprong dan in Iran. Bij de soennieten gaat het dus letterlijk om een terugkeer naar de fundamenten, waar door onrechtvaardigheden kunnen wor den opgelost. Zaken die door stagnatie en decadentie verloren zijn gegaan. Het voegt dus niet nieuwe aspecten toe, zoals Khomeini wel heeft gedaan". "De grote vraag onder fundamentalis ten is met welke middelen dat doel kan worden bereikt. Sommige groepjes gaan geweld niet uit de weg, zoals de mensen die Sadat hebben vermoord. Maar de overgrote meerderheid is juist tegen ge weld. Die willen heel geleidelijk en via vrije verkiezingen een rechtvaardiger maatschappij bereiken. Ze hebben een zeker ideaal als doel, maar gaan uit van de praktische politiek". "Vergelijk het maar met het CDA. Wie in Nederland op het CDA stemt zal zich in de regel niet laten leiden door een of andere hogere boodschap, maar kijken langs welke weg die partij dat ideaal wil bereiken. Gewoon wat ze heel concreet in de praktijk met onze belastingcentjes willen doen". weken regelmatig naar een restaurant te gaan. De eerste keren blijft u er maar kort en bestelt hoogstens iets te drinken of een klein gerecht. Daarna voèrt u geleide lijk uw bestelling en de tijd dat u blijft op. Zulke gedragsoefeningen zijn heel be langrijk, want ze vergroten op den duur uw zelfvertrouwen en uw plezier in het le ven. Veel sociaal angstige mensen probe ren ze zonder succes, omdat ze de volgen de regels niet in acht nemen. Begin met eenvoudige, niet al te moei lijke situaties, en stel heel concreet vast wat u gaat oefenen. Bijvoorbeeld, kies niet iets vaags als 'nieuwe mensen ont moeten', maar 'de nieuwe buren woens dagavond op bezoek vragen'. Oefen re gelmatig en veel. Als u veel tijd laat ver lopen tussen twee oefeningen, dan kunt u vaak weer van voren af aan beginnen. Oefen bij voorkeur iedere dag om bij voorbeeld. 'met iemand die ik niet goed ken een praatje aan te knopen, ook al voel ik me gespannen'. Oefen per keer lang genoeg. Oefeningen om verlegen heid. te verminderen moeten bij voorkeur een uur of langer per keer duren. Laat u niet ontmoedigen door gevoelens van angst. Als u iets moeilijks probeert, dan kan het niet anders dan dat u angstig bent, zowel van tevoren als tijdens. Maar bedenk dat de angst afneemt hoe langer u in bepaalde situatie blijft en hoe vaker u oefent. Het probleem met de meeste verlegen mensen is dat ze te snel uit een moeilijke situatie weglopen en het de volgende dag, en de daarop volgende dag enzovoort, niet opnieuw proberen. Verlegenheid is een gewoonte en ge woonten vergen veel herhaling en in spanning om ze te veranderen. Er bestaat geen magische of instant-genezing voor. Bedenk ook dat angstgevoelens in sociale situaties niet gevaarlijk zijn. Niet voor uw lichaam en niet voor uw geest. Ze zijn wel (soms verdomd) oncomfortabel. Dat oncomfortabele angstgevoel kunt u heel effectief verminderen door tegelijk gebruik te maken van de tweede angstre- ductiemethode, namelijk ontspannings training. Angst gaat gepaard met spier spanning, snelle hartslag, snelle ademha ling en andere vage lichamelijke gevoe lens. Ontspanningsoefeningen helpen om de activiteit van uw spieren en andere organen te verminderen. Hoe vaker u per dag de spieren van uw lichaam ontspant, hoe kleiner de kans dat u angstig bent en hoe gemakkelijker u zich aan moeilijke situaties kunt blootstellen. Maar ontspanning moet geleerd wor den. De eerste stap is daarom individueel of in een groep lessen in ontspannings- door René Diekstra hoogleraar psychologie te Leiden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 31