Beroering in Stevenshof over premies koophuizen Niets unieks meer aan 'stalen' huizen DE TIJD/ 'kroniek over VAN TOEN/ÊÊMki DE OUDE SCHATTEN VAN DE UNIVERSITEITSBIBLIOTHEEK Leden PCW in principe ook akkoord met fusie VRIJDAG 30 OKTOBER 1987 LEIDEN Premie-B-huizen nu in premie-A-sector Project in Stevenshof gepresenteerd als revolutionair LEIDEN - Onder de ko pers van een aantal 'stalen' nieuwbouwwoningen in de Stevenshof is beroering ontstaan nu die huizen door toedoen van het rijk niet in de beloofde premie-B-, maar in de premie-A-rege- ling worden gebouwd. De wijziging werd doorgevoerd nadat het voorlopig koop contract al was getekend. De meeste toekomstige bewoners kunnen hierdoor rekenen op een onverwacht financieel voordeel van maximaal 20.000 gulden. Maar een aantal anderen voelt zich ech ter bekocht omdat de nieuwe pre mieregeling voor hen slechter uit valt. Eén van de gedupeerden, de voorzitter van de vereniging van ei genaren, heeft aangekondigd af te zien van de aankoop van een 'sta len' woning en heeft zijn voorzitter schap neergelegd. door Gert Visser De kritiek geldt vooral de ge meente. Die wordt verweten dat de kopers te laat over de wijzigingen zijn ingelicht en dat de financiering nog niet volledig duidelijk is. Het bestuur van de vereniging van ei genaren heeft zich echter gedistan tieerd van negatieve acties van zijn ex-voorzitter wat betreft het nieuwbouwcomplex. Volgens een woordvoerder van het bestuur had de gemeente wel 'iets meer aan dacht kunnen besteden aan het doorspelen van informatie'. Het standpunt van de gemeente is dat het geen zin had de kopers van de onderhandelingen met het rijk op de hoogte te houden omdat zij daar toch geen invloed op kon den uitoefenen. "Daags nadat er overeenstemming was, hebben wij hen op de hoogte gesteld", aldus ambtenaar Verkoren van de ge meente. Volgens Verkoren is 90 procent van de toekomstige bewo ners tevreden met de gang van za- I ken. Ex-voorzitter Van Donzel weet echter dat 'niemand gelukkig is met de manier waarop de zaak is geregeld'. Betaalbaar Oorspronkelijk was het de be doeling het als revolutionair aange kondigde nieuwbouwproject in de premie-C-sector te bouwen, een re geling waarvoor de overheid een minimale subsidie beschikbaar stelt. Om de woningen financieel aantrekkelijk te maken, werd er Morgen, 31 oktober, is het pre cies 400 jaar geleden dat de ope ning van de bibliotheek van de Leidse universiteit plaatshad. Het gezelschap dat de plechtig heid bijwoonde, is aanzienlijk kleiner geweest dan dat wat van daag de herdenking van dat heu gelijke feit meevierde. Waren er nu zo'n negenhonderd mensen bijeen in de Pieterskerk, toen zullen er misschien 40 of 50 aan wezig zijn geweest in de Gewelf- kamer van het Academiegebouw aan het Rapenburg. Natuurlijk was het bestuur van de universiteit er, bestaande uit de drie curatoren, onder wie Ja nus Dousa (die we nog later in dit verhaal zullen tegenkomen) en de vier Leidse burgemeesters, vergezeld van hun secretaris Jan van Hout; de 15 toen in functie zijnde professoren, vier uit de ju ridische, twee uit de medische, drie uit de theologische en zes uit de 'literaire' faculteit; overige functionarissen van de universi teit zoals de rentmeester en de twee pedellen; en enkele gasten. In feite is het verbazingwek kend dat de universiteit, die in 1575 was gesticht, 12 jaar op haar bibliotheek heeft moeten wach ten, want in die periode had zij toch wel enige boeken verwor ven. Allereerst was daar de Bi- blia Regia, de koninklijke bijbel, zo geheten omdat Fhilips II de kosten ervoor grotendeels be taald had. En die kosten waren aanzienlijk, want het ging om acht dikke folio-delen met de tekst van de bijbel in het He breeuws, Chaldeeuws Ara mees), Grieks en Latijn. Dit- fraaie geschenk bereikte, welis waar in ongebonden toestand, de universiteit in april 1575. Pas vier jaar later ging men er toe over de delen aan de binder Jan Paets Jacobszoon mee te ge ven. Deze had het karwei ge klaard in 1581 en diende bij de af levering zijn rekening ten bedra ge van 28 gulden in. Hij kreeg er nog in dezelfde maand 20 voor betaald, de resterende acht volg de pas in 1590. Ook moeten er in Leiden al de drie delen zijn geweest die de Antwerpse drukker/uitgever Christoffel Plantijn in 1581 aan de universiteit heeft geschon ken, al waren die in 1595 nergens meer te vinden. En ten slotte wa ren er de 60 banden die de hoog leraar in de theologie Johannes Holmannus Secundus bij zijn uiteindelijk voor gekozen om 67 huizen in de premie-B te verwezen lijken, een middenklasse categorie waarvoor maximaal 20.000 gulden subsidie per woning kan worden verkregen. Op de verkoopadver tentie in de krant kwamen meer ge gadigden af dan er woningen be schikbaar waren. Een deel van de geïnteresseerden haakte af (er staan nog drie woningen te koop), met de overigen werd in juli een voorlopig koopcontract gesloten. Vervolgens werden op aandrang van het rijk de huizen naar de pre- mie-A-regeling overgeheveld. De ze regeling biedt de mogelijkheid om 40.000 gulden rijkssubsidie te verkrijgen en maakt het mogelijk dat ook mensen met een laag inko men een huis kopen. Niet uitgeslo ten wordt dat een aantal mensen dat op de advertentie reageerde, niet afgehaakt had wanneer toen bekend was geweest dat er zoveel rijkssubsidie beschikbaar was. De premie-A-regeling is bedoeld voor mensen met een inkomen tot 51.000 gulden. Deze groep kopers van een 'stalen' woning gaat er door de laatste ontwikkelingen flink op vooruit. De toekomstige bewoners die meer verdienen, heb ben recht op de premie van de B-re geling, maximaal 20.000 gulden. Voor hen verandert er financieel niet veel. Ogenschijnlijk wordt daarmee niemand minder van de wijziging in de premieregeling, ware het niet dat in de A-regeling een beding is opgenomen dat wie zijn huis bin nen 10 jaar verkoopt, een deel van de premie moet terugbetalen. Dit anti-specualtiebeding maakt geen deel uit van de beloofde B-rege- ling. "De aanwezigheid van zo'n re gel in het contract maakt je huis al gauw 10.000 gulden minder waard. Voor wie van plan is slechts enkele jaren in zijn nieuwe woning te blij ven wonen, is dit beding een fikse strop", aldus Van Donzel. Een andere tegenvaller is dat de A-regelirTg minder ruimte biedt voor het verrichten van meerwerk in de woning zoals het aanbrengen van een duurdere keuken of mooi ere tegels. De eigenaar die had ge dacht zijn toekomstige woning naar eigen wens aan te passen, loopt al snel het risico de totale subsidie te verspelen. De gemeente erkent dit. "De marge voor meer werk is iets kleiner geworden", zegt Verkoren. Het heeft Van Donzel vooral ge kwetst dat hij door de gemeente voor een voldongen feit is ge plaatst. "Er is totaal geen overleg geweest, geen briefje, geen in spraak, niets. Ik geloof echt wel dat de gemeente iedereen zal geven waar hij nu recht op heeft. Maar het overlijden eind 1586 aan de uni versiteit had nagelaten. Dit le gaat schijnt de directe aanleiding te zijn geweest om de zaak van een bibliotheek nu eens serieus ter hand te nemen. In een vergadering van 26 april 1587 besloot het universiteitsbe stuur dat er een bibliotheek zou komen in de Gewelfkamer van het Academiegebouw, een zaal tje met een grondoppervlak van nog geen 90 vierkante meter, di rect links van de ingang en nu in gebruik als tentoonstellings ruimte bij het Academisch Histo risch Museum. Er werden wat kasten getim merd en het in aantal schamele boekenbezit werd daarin ge plaatst. Tot bibliothecaris werd de curator Janus Dousa be noemd, met terugwerkende kracht tot 1 maart 1585 (dat zal wel in de financiële beloning ge scheeld hebben). Hij vervulde het ambt tot 1593. (Het werkelij ke werk zou door anderen als Pe trus Bertius, sinds 1593 in Lei den, gedaan gaan worden). Maar, de zaken werden voortvarend aangepakt. Gelijk ging men ertoe over geld ter beschikking te stel len waarvoor bij de Leidse boek handelaren Franciscus Raphel- engius (die ook hoogleraar Oos terse talen was) en later bij Louis Elsevier (die ook pedel was), als mede bij particulieren uit de stad en hoogleraren flink gekocht werd. Er werd redelijk systematisch aangeschaft; elk vakgebied werd met een zekere regelmaat aange vuld. De boekhandelaren kregen de opdracht de Parijse boeken markt, maar vooral de twee keer per jaar gehouden Frankfurter Messe in de gaten te houden en daar te kopen wat voor de biblio theek van belang kon zijn. Een aantal van hun rekeningen is be waard en daaruit kunnen we op maken dat tot en met 1595 ruim 3200 gulden aan boeken en het binden ervan is besteed, een voor die tijd zeer fors bedrag. Maar dat was nog niet alles: er kwamen nog andere kosten bij, die van de huisvestine. komt er uiteindelijk op neer dat mij een andere woning wordt geleverd dan was beloofd. Een aantal andere kopers denkt er precies zo over". De gemeente wijst iedere kritiek dat het bouwproject onvoldoende en slecht zou zijn voorbereid van de hand. "Wat er is gebeurd, was niet te voorzien. Voor niemand niet", aldus Verkoren. De heer Beemer die het nieuw bouwproject vanuit de Stichting Welzijn begeleidt, kiest voor de gulden middenweg in het conflict. "Er zijn kopers die er geen proble men mee hebben en er zijn kopers die er grote problemen mee heb ben. Dat is vooral afhankelijk van hun inkomen. De gemeente is ook maar met het probleem opgeza deld. Hoewel je achteraf kan zeg gen dat de gemeente sneller op de vereniging van eigenaren had moe ten afstappen toen duidelijk was dat er een probleem was". LEIDEN - De 'stalen woningen' die momenteel worden neergezet in de nieuwe woonwijk Stevenshof wor den toch niet zo revolutionair als aanvankelijk in de bedoeling lag. Het niet in de pas lopen van de in dustriële produktie met de aan de dag gelegde vernieuwingsdrang heeft het project vanaf het begin parten gespeeld. Uiteindelijk wordt nu niet volledig bereikt wat de bedoeling was, namelijk: een woningtype voor een redelijke prijs en dat bovendien als een tech nische hoogstandje aangemerkt kan worden. door Jan Rijsdam Volgens het ontwerpplan dat de Voorhoutse architect Verheijen vo rig jaar presenteerde, zouden de 115 zogeheten stalen woningen een ommekeer in de bouw teweegbren gen. Op papier was dat ook zeker het geval. Daarvoor bevatte het plan drie essentiële onderdelen die als 'revolutionair' werden aange merkt. In de eerste plaats was dat de zogeheten prefab-kern van de woning, een uit twee verdiepingen bestaande unit waarin alle noodza kelijke voorzieningen, zoals trap pen. toilet, badkamer, keuken, cv- installatie en nagenoeg alle leidin gen voor gas, water en licht zijn op genomen. Deze kern zou kant-en- In 1589 namelijk, nog geen twee jaar na de opening, werd de Gewelfkamer opgeëist als colle geruimte voor de theologen. Te vens bleek het zaaltje nogal vochtig en dus minder geschikt als opslagruimte voor boeken. Daarom werd in 1591 besloten een nieuwe ruimte voor de bi bliotheek te maken en wel in de Faliede Begijnenkerk, schuin aan de overkant van het Rapen burg. Deze kerk werd in drieën verdeeld. Het achterstuk werd ingenomen door het Anatomisch theater en het voorstuk werd ho rizontaal gesplitst, waarbij het bovenste gedeelte tot biblio- klaar uit de fabriek komen en op de bouwplaats worden gemonteerd zodra de fundering en de begane grondvloer waren aangebracht. Hoogstandje Grote voordeel van de industri eel vervaardigde kern is, volgens de architect, dat het de kosten drukt en de kwaliteit verhoogt. Im mers: het maken van een keuken, toilet enz. in een beschermde om geving (de fabriek) en volgens een efficient produktieproces kan niet anders dan een kwalitatief veel hoogstaander produkt opleveren dan wanneer dat produkt wordt ge maakt op een koude, natte bouw plaats waar de tegelzetter, cv-mon- teur, schilder enz. elkaar op een paar vierkante meter in de weg zit ten. De produktie van de prefab-kern in de fabriek bleek evenwel nog niet te zijn begonnen. Een aantal gemeenten in den lande heeft be langstelling voor deze nieuwig heid, maar feitelijk was de gemeen te Leiden de eerste die haar schre den op dit pad zetten. Zolang de fa bricage van woningkernen nog geen lopende-band-werk is, blijkt ook de kostenbesparing niet wat men ervan gehoopt had. Uiteinde lijk verklaarde de aannemer de wo ningkern ruim 1500 gulden goed koper te kunnen maken dan de fa briek. Architect Verheijen: "Daar mee was ik mijn belangrijkste ar- theek werd ingericht. Deze ver bouwing heeft tot 1595 geduurd en de opening zal ook wel ge vierd zijn. Het meubilair bestond uit zo genaamde pulpita, die een capsa (ruimte voor boeken) omvatten, met daaraan vastgemaakt een pluteus (plank waarop de boeken voordat men erin kon lezen ge legd moesten worden). In de cap sa stonden de folio-delen, door middel van een ketting en een ring vastgemaakt aan een staaf, en op hun kop, zodat ze, wanneer ze op de pluteus gelegd werden, eerst verticaal een halve slag ge draaid moesten worden. Onder de capsa bevond zich een ruimte die later met boeken van kleiner formaat opgevuld werd. (Hele kostbare boeken zoals die uit het legaat van Josephus Justus Sca- liger, dat in 1609 in de biblio theek kwam, kregen een plaats in een afsluitbare kast). gument, namelijk dat een industri eel vervaardigde kern goedkoper is, kwijt. Natuurlijk zou het ook een technisch hoogstandje zijn ge weest. Maar, ik ga mensen geen duurdere woning aansmeren om wille van een technisch hoogstand je. Op een gegeven moment heb ben we besloten, hoe jammer het ook is, er van af te zien", aldus de architect. De kern van de woning bestaat nog steeds uit een soort unit met alle nodige voorzieningen, maar nu op de traditionele manier, op de bouwplaats zelf, vervaar digd. Skelet Een tweede 'revolutionair' on derdeel van het project was dat de woningen zouden worden opge trokken met een volledig leiding loos skelet. Ook dit zou weer een flinke kostenbesparing betekenen. Het leidingloze casco bleek even wel alleen haalbaar als de woning met een prefab-kern zou worden uitgevoerd. Een concentratie van leidingen in de muren van de tradi tioneel gemaakte kern zou name lijk zo duur worden dat de kosten besparing van een leidingloos ske let weer teniet werd gedaan. Een derde belangrijk onderdeel, dat wel overeind is gebleven, is dat gevels en wanden van de woningen voor een groot deel bestaan uit sta len panelen. De gevelbeplating be paalt straks voor een belangrijk Tegen de rugzijde van de pul pita was een bank bevestigd, waarop zij, die de boeken uit de daaraan grenzende kast wilden raadplegen, konden gaan zitten. Ook zal er wel een klein vertrekje voor het personeel zijn geweest, dat de bezoekers tijdens de enke le openingsuren per week aan hun boeken kon helpen. De hoogleraren beschikten ieder over een sleutel, waarmee ze de bibliotheek op elk gewenst mo ment konden binnen gaan. Over die sleutels was echter doorlo pend gezeur, omdat ze ook aan studenten werden uitgeleend. Dit leidde ertoe dat het slot regel matig vervangen moest worden. Hoe kwamen de bezoekers aan hun boeken? In de Gewelfkamer zullen wel nauwelijks bezoekers zijn geweest, maar in het nieuwe gebouw stond hun een noviteit ter beschikking: een gedrukte catalogus van het gehele biblio theekbezit. de Nomenclator au- torum omnium quorum libri vel manuscripti, vel typis expressi exstant in Bibliotheca Academi- ae Lugduno-Batavae (Naam lijst van alle schrijvers wier boe ken, of in handschrift, of ge drukt, aanwezig zijn in de biblio theek van de Leidse universi teit). Deze catalogus, de eerste in zijn soort, was samengesteld door Petrus Bertius. De samen stelling en verschijning ervan in 1595 hangen ongetwijfeld samen met de ingebruikname van de nieuwe bibliotheekruimte. Het boekje is door Franciscus Rap- helengius, die toen ook nog uni- versiteitsdrukker was, in een op lage van 625 exemplaren gedrukt voor in totaal 62 gulden en 15 stuivers, wat neerkomt op een kostprijs van 2 .stuivers per exemplaar. Tot 1603 werden er losse velletjes bijgedrukt waar mee de catalogus up to date ge houden werd. Zo, in een nieuwe behuizing en met een adequate catalogus, kon de bibliotheek haar dienende functie, niet alleen voor de Leid se universiteit, maar ook voor wetenschappers ver daarbuiten, gaan vervullen. En deze functie vervult ze nog steeds, ook al is ze na 391 jaar vanuit de Faliede Be gijnenkerk verhuisd naar de Wit te Singel. Wat de bibliotheek in de loop van 400 jaar aan schatten bijeen heeft weten te brengen is vanaf morgen tot 17 januari 1988 te zien in het Rijksmuseum van Oudhe den aan het Rapenburg, de ver trouwde gracht, waarheen dus nu weer, zij het tijdelijk, ruim honderdtwintig kostbaarheden zijn teruggekeerd. R. BREUGELMANS deel het uiterlijk van de woningen die er daardoor wel anders zullen uitzien dan gebruikelijk is in de nieuwbouw. Over de oorzaken van het gedeel telijk mislukken van het project lo pen de meningen uiteen. Gemeen te-ambtenaar en bouwcoördinator J.M.E. Verkoren houdt er op dat ie dereen van goede wil was, maar dat de ontwikkeling van de prefab kern achter liep bij andere onder delen. Architect Verheijen meent dat het project ook te lijden heeft gehad onder het conservatisme dat de aannemerij kenmerkt. "Men wil er eigenlijk niet aan dat iets op een andere manier beter en goedkoper kan. Zolang het bewijs daarvoor niet is geleverd, doet men het liever op de conventionele manier. Ik wil de dat bewijs nu juist met dit pro ject leveren. Het is een beetje de vraag van het kip en het ei. Wie be gint er". Concurrerend Een woordvoerder van de bouw maatschappij die de woningen neerzet, Vermeulen bv uit Breda, meent dat de architect van alles te veel wilde: "Een industrieel pro dukt, een grotere woning en een la gere prijs. Dat was niet allemaal haalbaar". De vraag of de bouwer de prijs van het traditioneel gemaakte pro dukt niet kunstmatig laag wil hou den omdat hij bang is een deel van zijn produktie voorgoed kwijt te ra ken, beantwoordt de aannemer ontkennend. "Helemaal niet. De bouw moet geïndustrialiseerd wor den. Daar zijn we helemaal voor. We moeten wel omdat het in ons ei gen belang is een produkt te ma ken dat verkoopt en concurrerend is. Maar dan moeten wel de prijzen omlaag. Kennelijk is de industrie nog niet zover dat ze de concurren tie met het traditioneel vervaardig de produkt aan kan". Volgens gemeente-woordvoer der Verkoren zijn de kopers van de woningen er in elk geval niet min der van geworden omdat ze nog steeds een woning krijgen voor een redelijke prijs die een stuk groter is dan woningen van een vergelijkba re prijs in de Stevenshof. Boven dien krijgen ze als extra een fraai dakterras. "Maar we hebben ons doel niet helemaal bereikt", geeft Verkoren toe. "Dat is heel jammer en misschien proberen we het daarom nog weieens". Van Putten officier LEIDEN - Prof. dr. L.M. van Put ten uit Leiden is benoemd tot offi cier in de Orde van Oranje Nassau. Burgemeester Goekoop overhan digde hem gisteren in het Radio biologisch Instituut TNO in Rijs wijk de bijbehorende versierselen. Van Putten is vanaf 1956 aan het Radiobiologisch Instituut verbon den. In 1960 werd hij benoemd tot onderdirecteur, maar deze functie moest hij om gezondheidsredenen eind 1984 neerleggen. LEIDEN - De leden van de Protes tants Christelijke Woningbouw vereniging (PCW) zijn gisteren in principe akkoord gegaan met de fusie tussen hun vereniging en Tuinstadwijk en Ons Belang. Een definitief besluit konden de leden nog niet nemen. De statuten van de nieuw te vormen vereniging zijn namelijk nog niet gereed. Die statuten hadden eigenlyk al lang klaar moeten zijn. Tot twee keer toe zijn ze echter door de be sturen van de drie woningbouw verenigingen teruggetrokken. De eerste keer omdat het ministerie van volkshuisvesting erop wees dat de statuten niet aan de jongste richtlijnen voldoen, de tweede keer omdat de besturen zelf en een aan tal leden van de drie verenigingen 'Meer centra in Nederland voor gewrichts- en spierziekten' LEIDEN - In Nederland moeten grotere centra komen voor onder zoek naar betere behandelingsme thoden voor bot-, spier- en ge wrichtsziekten. Bovendien moet er meer geld en aandacht worden be steed aan de behandeling van der gelijke ziekten, omdat deze de maatschappij naar verhouding veel geld kosten. Dat betoogde prof. dr. P.M. Ro- zing vanmiddag tijdens zijn aan vaardingsrede in het Academiege bouw van de Leidse universiteit. Prof. Rozing is benoemd gewoon hoogleraar in de orthopaedie (de leer van bot en spierziekten). Hij toonde zich in zijn aanvaar dingsrede een groot voorstander van de oprichting van enkele grote orthopaedische centra waar in eer ste instantie onderzoek wordt ge daan naar de verbetering van pa tiëntenzorg. De orthopaedische af delingen van ziekenhuizen kun nen, zo bleek uit zijn woorden, de huidige vraag naar dergelijke inge- repen nauwelijks aan. De overheid maar ook de direc ties van ziekenhuizen ondernemen niet of nauwelijks stappen om iets te doen aan dit probleem. Doordat orthopaedische klachten een be langrijke oorzaak van ziektever zuim en arbeidsongeschiktheid, kost dit de maatschappij veel geld. Ongeveer 35 procent van de mensen met aandoeningen aan botten en spieren blijft langer dan drie maanden van het werk thuis terwijl uiteindelijk een kwart van alle wao-uitkeringen naar mensen gaat met dit soort klachten. Ook door de toenemende vergrijzing zullen steeds meer mensen een be roep doen op orthopaedische hulp. Volgens Rozing is er ook grote behoefte aan meer orthopaedisch onderwijs, vooral onder huisart sen. Hij vindt het een slechte zaak dat het aantal opleidingen hiervoor juist wordt verminderd. 'Pedologische instituten met rijk samen financieren' LEIDEN - Wethouder Van Don gen van onderwijs heeft staatsse cretaris Ginjaar-Maas gevraagd te overleggen met gemeenten en uni versiteiten over een manier om pe dologische instituten gezamenlijk te financieren. Zij deed deze op roep vandaag tijdens een symposi um over speciaal onderwijs dat ter gelegenheid van het 25-jarig be staan van het Leidse Pedologisch Instituut in de Stadsgehoorzaal wordt gehouden. Pedologische instituten zijn in stellingen waar onder meer wordt onderzocht hoe het onderwijs aan kinderen met leer- en gedrags moeilijkheden kan worden verbe terd. De deskundigen die aan een dergelijk instituut zijn verbonden, zijn voornamelijk in dienst van de universiteit. Voor het overige zijn deze instellingen een zaak van de gemeente. Die is dan ook de eerst aangewezene om bepaalde kosten te betalen. De manier waarop de instituten nu worden gefinancierd kan tot problemen leiden, zo is in Leiden gebleken. Het Pedologisch Insti tuut barst door een enorme toena me van leerlingen bijna uit zijn voegen. Het rijk heeft Leiden in middels toestemming gegeven voor nieuwbouw. Hoewel de uni versiteit het instituut belangrijk vindt, kan en wil zij geen bijdrage leveren. De gemeente Leiden is daardoor gedwongen een bedrag van 700.000 gulden uit te trekken om de nieuwbouw mogelijk te ma ken. Overigens erkende wethouder Van Dongen dat de nog steeds groeiende toeloop van kinderen naar het speciaal onderwijs enigs zins moet worden ingedamd. Dat moet volgens haar echter wel op een verantwoorde wijze gebeuren. Ze kondigde aan dat de gemeente maatregelen in de maak heeft waarmee kinderen met leer- en ge dragsmoeilijkheden op de 'norma le' basisscholen zelf kunnen wor den opgevangen. Het is namelijk de bedoeling dat dat scholen, wan neer zij dit willen, extra mensen in dienst krijgen die deze leerlingen kunnen helpen en begeleiden. er wijzigingen in wilden aanbren gen. Eerder deze maand verklaarden de leden van Tuinstadwijk en Ons Belang zich in principe al akkoord met de fusie, die per 1 januari 1988 moet ingaan. Of die datum wordt gehaald nu de statuten nog niet ge reed zijn, is nog niet helemaal ze ker. Maar voorzitter De Geus van PCW verklaarde gisteravond dat de besturen er alles aan zullen doen om die datum te halen. Een werkgroep van bewoners, die naar aanleiding van de fusie is opgericht, heeft de besturen uitge nodigd om begin volgende maand te praten over de notulen. Volgens De Geus is het nog niet zeker of de besturen op deze uitnodiging zul len ingaan. Daarover besluiten ze begin volgende week. NOMENCLATOR AVTORVM OMNIVM, quorum libri Vel manufcriptivel typis exprtfi cxïlanL> in Bibliotheca Academie Lvg dv no-Batav^. cum Epiftola Ue ordme ciuj atqut ifu, A d NOBILES ET MAGNIFICOS Academiae Cvratores et consvles. Lvgdvni Batavorvm, Apud Franafcum Raphelengium. clo. Ia. xcv. De titelpagina van de uit 1595 stammende Nomenclator de eerste naamlijst van in de Leidse universiteitsbibliotheek aanwezige boeken en geschriften.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 15