Paraskiën in Oostenrijk
De sportieve sjiek van Pontresina
'Ik heb ingespeeld op passie van vele bridgers'
M
Eeri zalige, sensationele ervaring
Niet zo duur
WINTERSPORT
KIRCHDORF (GPD) - Na vijf meter glijden op de ski's
hang ik al. Eerder dan ik verwacht tilt de wijdgeopende
parachutematras mij over de steile helling. Gelijk valt
alle bibberigheid van voor de start van mij af. Whaauuw,
ik zweef. In alle rust zie ik het besneeuwde landschap
onder me wegglijden. Ik drijf af naar hoge
elektriciteitsmasten die links staan. Met mijn
rechterarm trek ik de rechter stuurlijn naar beneden en
de parachute corrigeert mijn koers naar rechts. Precies
zoals de instructeur me gezegd had.
Voor mij, een stuk lager liggen de
vriendelijke huisjes van Erpfen-
dorf en Kirchdorf. Beneden staat
een medecursist te fotograferen. Ik
geef een schreeuw van enthousias
me. Als ik hem passeer hang ik nog
maar een paar meter boven het
stuk licht glooiende sneeuwhel-
üng.
Dan doemt echter de tweede
'steilhang' op en onder het ruisen
van de wind door de geopende
windsluizen van mijn parachute
drijf ik verder.
door
Wim Breedveld
Dan moet de daling worden inge
zet, waar de sterke glooiing van de
wand uitloopt in een vlakke be
sneeuwde Alpenweide, op hon
derd meter van de skilift. Met beide
armen trek ik via de stuurlijnen de
uiteinden van de parachute dicht.
Helemaal volgens het boekje en de
instructies raak ik de grond met de
achtervlakken van mijn ski's, dan
de voeten en de teenstukken. Ik
maak een snelle remschwung, trek
de parachute naar me toe en maak
er een bundeltje van, dat ik over
mijn schouder leg.
Als ik die eerste vlucht achteraf
reconstrueer, dan zal die niet lan
ger dan twintig tot dertig seconden
hebben geduurd. Daarin legde ik
een afstand af van ongeveer vijf
honderd meter, waarbij een hoog
teverschil van een honderdvijftig
meter werd overbrugd. Een zalige,
sensationele ervaring.
Vijfduizend
Het paraskiën is in 1979 in Frank
rijk begonnen. Inmiddels vliegen
er al vijfduizend paraskiërs van de
Alpentoppen naar beneden. Ook in
Oostenrijk heb ik ze vaak onder
grote belangstelling van toekijken
de skiërs zien dalen.
Het zien wekte in elk geval bij
mij wel enig verlangen, maar tege/
lijk ook een zekere 'angst voor een
ongekend gevaar.
Die onrust praatte de 40-jarige
Christian Steinbach, paraski-in-
structeur uit Kirchdorf ook niet
weg, toen we met hem in de auto
naar boven reden; naar de start
plaats. Het mocht dan geruststel
lend klinken, dat al zeshonderd
cursisten ons waren voorgegaan en
dat daarvan niemand maar ook de
geringste kneuzing, laat staan
breuk had opgelopen, uiteindelijk
zou je even later toch worden over
geleverd aan de grillen van de
wind, aan tien koorden en een ma
tras hangen en een sprong in het
onbekende moeten maken.
Een ervaren paraskiër word je
echter niet na één start en ook niet
na de drie starts die ik die dag
maakte.
Routine
Volgens Christian Steinbach
heeft een leerling dertig tot veertig
starts en vluchten nodig om de no
dige routine te krijgen in het paras
kiën. Dan ook krijgt hij van de
school een brevet en mag hij van de
hoogste bergtoppen naar beneden.
Vanaf dat moment mag hij of zij
zelfstandig en met eigen parachute
de bergen in om van de grootste
hoogte naar beneden te glijden.
Christian: „Het voordeel van de
ze sport in de winter is, dat het veel
minder moeite kost. Je neemt na
de landing de parachute over je
schouders en je pakt de skilift te
rug naar boven voor de volgende
start. In de zomer moet je dat voor
het grootste deel lopend doen."
Deltavleugels
Christian Steinbach begon twee
jaar geleden met een paraskischool
in Kirchdorf, vlak bij de plaats in
het dal waar hij een eigen atelier
heeft met twaalf medewerkers.
Daar worden parachutes gemaakt,
maar ook de deltavleugels. Want
hij heeft het paraskien ontwikkeld
vanuit zijn delta-activiteiten.
Christian Steinbach is een erva
ren deltavlieger en in die sport, die
hij al vanaf 1973 beoefent, heeft hij
letterlijk en figuurlijk grote hoog
ten bereikt. In 1980 was hij wereld
kampioen deltavliegen (afstand) en
in 1984 Europees kampioen (snel
heid) met door hem zelf vervaar
digde deltavleugels.
Juist dat deltavliegen en het pa
rachutespringen, voor mij synonie
men van gevaar en risico's, maak
ten mij aanvankelijk huiverig.
Want is het paraskiën niet een afge
leide van beide sporten?
„Dat wel", beaamt Christian
Steinbach, maar hij voegt er over
tuigend aan toe, dat het een erg vei
lige afgeleide is. Bij een paraski-
vlucht overbrug je ook grote hoog
teverschillen. Het grote verschil
met de sprong uit een vliegtuig is,
datje eigenlijk nooit erg ver boven
de grond komt. Zeker niet in de
eerste starts.
Bij een start ligt de parachute al
open gevouwen, in een U-vorm,
achter de skier. Deze heeft zich dan
inmiddels in een 'stoelbroek' gehe
sen. Dat is een kunststof-zittinkje,
waarvan hij de flappen om zijn be
nen kan gespen. Aan die vastgegor-
de zitting zijn de koorden van de
parachute bevestigd.
Per start moet zorgvuldig wor
den gecontroleerd of die lijnen niet
in elkaar zijn verstrengeld en recht
en ongehinderd naar de parachute
lopen.
Uiterst belangrijk zijn ook de
twee stuurkoorden, die de paras
kiër bij de start met de andere koor
den in de hand houdt. Daarmee
kan tijdens de vlucht de baan ge
corrigeerd en helemaal of half ge
draaid worden.
De parachute bestaat uit twee
rechthoekige lagen kunststof met
een oppervlakte van 27 m2; de
grootte is afhankelijk van de
zwaarte van de skiër of van zijn
vaardigheid. De twee lagen van de
parachute worden onderbroken
door verticale banen, die van voor
naar achteren lopen.
De skiër staat bij de start op een
licht hellend vlak. Hij moet dan een
sneeuwploeg maken om niet van
zelf naar beneden te glijden of
schraap een hoopje sneeuw bijeen
om er startblokken van te maken.
Is hij startklaar dan moet nog
worden gecontroleerd of de vlucht-
baan vrij is en globaal berekenen,
waar de para-skiër wil landen. Vrij
zijn betekent in dit verband vooral
vrij van obstakels als bomen, licht-
KIRCHDORF - Het paraskiën is
een betrekkelijk goedkope aan
gelegenheid. Voor de hele cursus
wordt 2500 shilling gerekend, on
geveer 375 gulden. In deze prijs
zijn begrepen de dertig tot veer
tig starts, de huur van de para
chute, de skilift, het vluchtboek
en de theorielessen. Een eigen
parachute is ook betaalbaar voor
de liefhebbers: tussen de 3000 en
4000 gulden.
Het in een langgerekt dal lig
gende Kirchdorf, met de aan
grenzende kern Erpfendorf, is
vooral bekend als langlaufge-
bied. Het geniet ook een goede
naam bij de beginnende skiërs,
die hier op de hellingen van be
scheiden afmetingen (650 tot 1200
meter) vooral rustige medeskiërs
aantreffen.
Daarnaast liggen er in de na
bije omgeving uitgebreide moge
lijkheden voor grotere en moei
lijke afdalingen. Derhalve raakt
Kirchdorf steeds meer in bij de
skiërs, die willen bezuinigen op
de verblijfskosten en toch in de
betere gebieden willen skiën.
masten of liftmasten en -kabels.
Dan kan vaart worden gemaakt.
Ski's paralel, eventueel wat bij-
schaatsen om snelheid te maken en
dan slaat de parachute al na een
paar meter naar boven.
De paraskiër moet op dat mo
ment direct de lijnen, die hem met
de parachute verbinden loslaten,
waardoor hij in de 'stoel-broek'
komt te hangen. Hij houdt wel de
stuurlijnen, die met klitteband om
zijn handen zijn gebonden vast, om
controle op de vlucht te houden.
Waarom die dertig tot veertig
starts? Het lijkt immers allemaal zo
eenvoudig en volgens Christian
Steinbach is het ook allemaal niet
moeilijk.
Christian: „Juist die eenvoud is
misschien wel het grootste gevaar
van deze sport. De deelnemers en
deelneemsters kunnen er noncha
lant door worden. Overmoedig. En
overmoed of valse moed is de
grootste vijand van elk risico-sport.
Je moet je juist uiterst bewust zijn
van wat er gebeurt. Je moet jezelf
onder alle omstandigheden onder
controle kunnen houden. Daarom
gaat onze praktijkcursus ook ge
paard met een theoriecursus, waar
bij we stap voor stap de theorie vol
gen."
Christian: „Er zijn zoveel om
standigheden, waarmee rekening
gehouden moet worden. Voor elke
moeilijkheid is een oplossing. Je
kan een leerling, die start en vliegt
echter niet vragen tegelijk aan alles
te denken. Per start maken we de
cursist steeds op twee punten at
tent. Die moet 'ie onthouden. Meer
kan niet van iemand worden ver
wacht. Daarom zijn zoveel starts
nodig. De bewegingen in de lucht
moeten een automatisme worden.
Iemand gaat pas verder met een oe
fening, als de voorgaande oefening
er geheid in zit".
Kwart vrouwen
In vergelijking met parachute
springen en Deltavliegen, kent het
paraskiën een ruime mate van
deelneming van vrouwen. Onge
veer een kwart.
Christian: „Ik geef ook les in Del
ta-vliegen. Als er dan vrouwen mee
zijn met hun man, proberen ze mij
altijd over te halen hun man te la
ten afzien van die sport. Ze vinden
het eng en riskant. Maar als bij pa
raskiën de vrouwen mee zijn wor
den ze juist zelf enthousiast en wil
len ze zelf gaan meedoen. Het is
niet gevaarlijk en het oogt niet eng.
Het is een bevallige manier van af
dalen, die de vrouwen erg aan
spreekt."
Zijn er reglementen?
Christian: „Zolang een parachu
tist niet hoger dan 150 meter boven
de grond komt, mag hij wij rond
vliegen. Hoger komt 'ie ook beslist
niet. Want ook al start hij op de Kit-
zbüheler Horn, hij raakt niet zover
van de grond. En waar 'ie eens toe
vallig hoger komt als een dal wordt
gepasserd, niemand zal dat name
ten. Om toch gevaar voor parachu
tist en skiërs te vermijden zijn er
gedragsregels, die ik mede met on
ze ministerie-ambtenaren heb op
gesteld. Daarvan is het halen van
een brevet een belangrijk onder
deel van de afspraak".
Gelukkig staat er een paal. Maar
hoe betrekkelijk is geluk. Het
ding breekt knappend af onder
de stormachtige omarming en
met wild maaiende benen don
dert de arme langlaufer holder
debolder voorover naar beneden.
Vlak boven het idyllisch rui
sende beekje blijft hij naar adem
happend in de diepe sneeuw lig
gen en het duurt zeker vijf minu
ten voordat hij zichzelf weer
enigszins in verticale postie ma
noeuvreert.
Altijd al beweerd dat langlau
fen aanmerkelijk gevaarlijker is
dan alpineskiën. Maar het is ze-
ker zo aardig. Vooral in het Eng-
adin. Een honderd kilometer lan
ge, soms vijftienhonderd meter
diepe voor in het altijd witte
hoogland van het uiterste zuid
oosten van Zwitserland. Toeris
tisch centrum van oudsher. Met
Sankt Moritz als poepsjiek cen
trum. Verwarmde trottoirs en
bontjassen van 4200 Zwitserse
francs in zwartgouden etalages.
Oma's ook die met wit gepoeder
de gezichten en in zilverbestïkte
maïlots krullen draaien op zïl-
verspiegelende ijsbaantjes en on
geschoren machomannen die op
het bevroren meer op wildbrie-
sende paarden polo spelen.
Snel uitgeweken dus maar
naar Pontresina. Zes kilometer
verderop, ook sjiek, maar spor
tief. Zetel bijvoorbeeld van de
'Club 8847'. Een club waarvan ie
dereen lid kan worden zolang hij
er maar in slaagt op een en de
zelfde dag elf afdalingen te ma
ken van de Lachalb, een kreng
van een berg aan de voet van de
Beminapas. En of dat niet vol
doende is, dient de van vermoeid
heid trillende kandidaat ook nog
eens op skischoenen de top van de
berg te bedwingen. Zodat hij op
het eind van de test een hoogte
verschil van precies 8847 meter
heeft overwonnen: exact de hoog
te van de Mount Everest.
door
Rob van den Dobbelsteen
Tweeduizend leden telt deze
club van mannetjesputters.
Maar dat zullen er nog dit jaar
2.500 worden. Kandidaten vol
doende nu de Club Méditarrenée
het voorname plaatsje een bloed
transfusie van jewelste heeft toe
gediend. 'Club Med' zocht zich be
gin vorig jaar een onderkomen
langs de enige straat van het be
hoedzaam naar modernere tij
den schuifelende dorp en de ge
volgen zijn nu al merkbaar.
Nog steeds zondag middag con
certen in de sprookjesachtige di
nerzaal van het eerste hotel ter
plaatse 'Kronenhofmaar ook
zwiepende beat in de met alarm-
lichten en rookinstallaties volge
stouwde disco van Sarazena. Ge
rimpelde langlaufers stijfjes
schuivend op weg naar een
theerum in de Roseghutte, maar
ook felgekleurde afdalers die zich
in wolken van sneeuw van de
Diavolezza slingeren en in het
Berninahaus aan zo'n gluiperige
Zwetschgen sippen, een met een
dot slagroom afgedekte beker
koffie waarin een of andere on
verlaat een onbeschoft grote
scheut pruimenlikeur heeft ge
mikt.
Op woensdagavond om de
veertien dagen manifesteert die
merkwaardige salade van strak
ke jeans tussen driedelig grijs en
matglimmende parelkettingen
zich het duidelijkst. Dan verzorgt
de skischool op de verlichte piste
midden in het dorp een show die
de ontwikkeling van de skisport
als thema heeft. Van de in pof
broek gekleden deftige dame die
omstreeks 1900 met een remknup-
pel tussen haar benen in wijde
bochten uit de bergen komt zwie
ren tot die langharige snowsur-
fers die in 1987 als skippyballen
over de sneeuw gieren en spron
gen maken van vijf meter of
meer. Een 'Holiday on snow-
show'waarnaar zelfs vanuit het
verwende Sankt Moritz mensen
komen kijken.
Dat kost die mensen niets. Zo
lang ze tenminste gebruik maken
van de toverkaart. Die sesam-
open-u-kaart die alle deuren van
het Oberengadin doet open
zwaaien. Tweehonderd francs
per week kost dit wondermiddel
dat je met een onbekommerd ge
voel overal op af doet stappen.
Voor trein en bus hoeft op vertoon
van de kaart niet meer te worden
betaald; voor zwembaden even
min. En bovendien heb je onbe
perkt toegang tot alle skigebie
den van de regio.
Ski-safari naar eigen smaak, 's
Ochtends skiën op de Diavolezza
(zon), 's middags op de vijf minu
ten verderop gelegen Lachalb
(zon) en een dag later naar het
vier kilometer van Pontresina
verwijderde Cerviglia-skigebied
(zon). De befaamde pistes onder
de Bemina en de Corvatsch (bij
Sankt Moritzkunnen dan ver
derop in de week wel worden be
zocht.
En de langlaufers en de wan
delaars? Die glisten of kuieren op
hun akkertje richting Maloja (om
maar een van de vele mogelijkhe
den aan te geven) en laten zich
per trein of postbus weer terugbe-
rengen. Leuk voor de niet meer zo
piepjonge langlaufer die liever
naar beneden glijdt dan naar bo
ven loopt. Hij kan zich in het Obe
rengadin tot in het oneindige
overgeven aan zijn favoriete wij
ze van voortbewegen, maar moet
dan wel bedenken dat hij de Ro
seghutte nooit zal zien. Want die
ligt tweehonderd meier boven.
Pontresina. Altijd in de zon en op
een plek waar de wereld lijkt op
te houden.
De mooiste plek van het Obe
rengadin? Wie zal het zeggen. De
schok is groot. De adembenemen
de schok die je krijgt als je vanuit
het nauwe Roseg-dal een rechter-
bocht maakt en ineens het witte,
tweeëneenhalve kilometer lange
?n bijna even brede 'plein' voor je
ziet liggen. Met aan het eind de
glefscher die als een kathedraal
van ijs en sneeuw het beeld be
heerst. Daar liggen ze, wit fonke
lend in de zon: de gletschers van
de Palü, de Bemina en de Morte-
ratsch. Je zou bijna vergeten dat
je hier ook nog kwam om te skiën.
Op bijvoorbeeld de Diavolezza.
een schat van een berg. Wilde na
tuur en een niet te moeilijk afda
ling. De Lachalb is al een stuk ge
niepiger. Een rode piste met
smalle paden en een zwarte die
trefzeker De Muur wordt ge
noemd. Op deze piste staakt zelfs
de krachtigste klimmer onder de
prepareer-machines pruttelend
de strijd. Als je tenminste al van
een piste mag spreken. Bobbel,
na bobbel, na bobbel.
Zonder twijfel de steilste afda
ling van de regio, die 'Muur'.
Maar, daaraan moet onmiddel
lijk worden toegevoegd, dat het
ook niet zo moeilijk is. Natuurlijk
er zijn hier en daar nog wel enige
schavuiten te vinden. Maar in zo
wel het Cervigliagebied boven
Celerina als het Bemina- en het
Corvatsch- boven respectievelijk
Sankt Moritz en Silvaplana over
heerst het vrolijke rood en blauw.
Het vrolijke rood en blauw van
de simpele tot niet te moeilijke
pisten, die je soms even dat heer
lijke gevoel geven, dat je warem
pel kunt skiën.
Na gedane winstersport is het goed bridgen. (foto gpd>
LEXMOND (GPD) - Bridgen in de
skivakantie. Het blijkt een nieuwe
en succesvolle formule te zijn, die
vorig jaar in het Vorarlbergse
Brandnertal werd geïntroduceerd
door de Nederlandse Helen Hag-
oort. Zij behartigt al jaren de belan
gen van het toerisme in dit wel be
kende, maar minder massaal be
zochte Oostenrijkse skigebied.
door
Wim Breedveld
Helen Hagoort: „We zijn het eer
ste jaar begonnen met drie weken;
twee in januari en één in maart.
Daarvoor boekten 135 mensen. Dit
jaar loopt het storm en zijn alle rei
zen vol geboekt."
In haar boerderij in Lexmond
vertelt ze zelf een enthousiast wed
strijd-bridger te zijn. Dit enthousi
asme wordt gedeeld door haar man
en 23-jarige zoon.
De wintersport laat in de avond
uren nog voldoende tijd over voor
een gezellig partijtje kaarten. Met
name de mensen, die niet zo ge
charmeerd zijn van het steeds ru
moeriger wordende uitgaansleven,
willen hun avonduren anders vul
len. Kaarten is één van die typische
avondspelletjes en bridge is voor
die liefhebbers toch de koningin
van de kaartspelen.
Helen: „Er werd natuurlijk al
lang door skiërs gebridged. De fa
miliepartijtjes. Toen we in Brand
aan het praten waren wat de men
sen nog meer kon worden gebo
den, heb ik de bridge-drive naar vo
ren geschoven. Ik ken de passie
van veel bridgers voor het wed
strijd-bridgen. Ik kreeg volle me
dewerking om eens wat te probe-
Er rolden enkele speciale aanbie
dingen van goede hotels over tafel.
Een week half pension voor 429 en
559 gulden, kortingen op de skipas
en skiliften, officiële bridgeleiding,
een mooie bokaal voor de winnaars
en de mogelijkheid de bij bridgers
zo gretig begeerde meesterpunten
te halen.
Overdag zouden de bridgers
kunnen wandelen, skiën, een arres-
leerit maken, meedoen aan specia
le attracties. Het hoogtepunt werd
natuurlijk gevormd door de serie
van zeven bridge-avonden. Om
mee te dingen naar de eerste prijs,
de naar het ontvangende hotel ge
noemde Taleu-bokaal, werd be
paald, dat de wedstrijd-bridgers
twee avonden in het programma
mochten overslaan.
„Dat heeft niemand gedaan. Ie
dereen is alle avonden komen spe
len en dat bewijst toch wel, dat we
midden in de roos hebben ge
prikt."
Het aardige var. dit initiatief is
dat een nieuwe categorie vakantie
gangers is ontstaan. Tussen de vijf
tien en twintig procent van de deel
nemers kon niet skiën of langlau
fen en had nog nooit een winters
portvakantie beleefd. Ze hebben
de mogelijkheden van Brand en
Bürserberg wandelend verkend en
dat is kennelijk zo bevallen, dat de
ze deelnemers en deelneemsters al
weer voor de komende winter heb
ben geboekt.
Vallen de deelnemers 's avonds
niet rozig in slaap tijdens het kaar
ten? Of vergooien ze zich niet?
„Absoluut niet. De mensen zijn
na een lekkere douche en de
avondmaaltijd fit genoeg om ge
concentreerd te kaarten. Het is ook
pure ontspanning van mensen, die
daar bewust voor hebben gekozen.
Er wordt doorgaans tot tegen elf
uur gespeeld en tegen half twaalf
zoeken de meesten hun kamer op.
Alleen op de laatste wedstrijd-
avond beginnen we vroeger."
De reis, die Helen Hagoort in sa
menwerking met het regionale toe
risme organiseert, is welsiwaar een
groepsreis, maar iedereen komt
per eigen vervoer. De deelnemers
zijn vrij voor hun dagprogramma,
maar het eerste jaar leerde dat de
meeste mensen - verenigd in een
gezamelijke passie, het bridgen -
inhaken op het dagprogramma dat
was opgesteld.
Helen Hagoort reist al vijffien
jaar af naar het Brandnertal even
ten westen van Bludenz. De laatste
jaren komt ze er beroepshalve, als
gastvrouw en vraagbaak voor de
Nederlandse gasten.
Waarom valt ze juist zo op het
Brandnertal?
„Dit mooie gebied is me van het
eerste moment af bevallen. Het is
knus, overzichtelijk, mooie oude
dorpen en kernen, goede sneeuw-
condities. En daarboven heeft
Brandnertal en vooral de mensen,
die er wonen en werken iets aparts
dat me aanspreekt. Ik noem ze wel
eens de Friezen van Oostenrijk.
Oppervlakkig lijken ze wat stug.
Bij nadere kennismaking blijken
ze erg hartelijk te zijn".
Voor Helen Hagoort was het wer
ken in de wintersport toch een hele
omschakeling. Jarenlang heeft ze
in de modewereld gewerkt. Vooral
als choreografe voor modeshows
op het gebied van sportkleding.
Voor kleine zaken en firma's regel
de ze modeshows in ons land en
Duitsland. Ze werkte ook als mo
deredactrice. Veel werk, veel van
huis.
„Zeven jaar geleden vroeg Klaus
Aldhorn, de regionale VW-baas,
of ik interesse had dit gebied in ons
land te vertegenwoordigen en hier
in de winter als gastvrouw op te tre
den. Toen heb ik de mode vaarwel
gezegd. Het lijkt of ik in een sei
zoen lang v?.n huis ben. Mijn man
en zoon kornen hier echter ook ge
regeld en alles bij elkaar ben ik
minder van huis dan vroeger met
de reizende modeshows. Het be
valt me prima zo".