mm ii\ Melkrobot geeft meer vrijheid 'Vooral de laaggeschoolden komen buitenspel te staan' vwuiS! Wisbare CD maakt farce van totale auteursrecht MmrawmmwF bovendien tot taak stelt meer vrou wen in het arbeidsproces op te ne men en werknemers tot hoge leef tijd inzetbaar te houden door scho ling? Een leger van permanent werklozen met weinig scholing? Zó somber ziet Van den Brand het niet. Grote kansen biedt vol gens hem de zakelijke dienstverle ning. 'die in Nederland in haar ont wikkeling is blijven steken als ge volg van de hoge prijs van arbeid'. Als die prijs omlaag gaat, redeneert hij. kan de zakelijke dienstensector enorm in omvang toenemen. De behoefte aan tal van - betaalbare - diensten bestaat al jaren. Aanzet ten zie je nu al in diverse sëctoren, merkt hij op. Zo zie je in het open baar vervoer de conducteur terug komen en warenhuizen bewa kingspersoneel inhuren. Vos. die het bestuur van de In dustriebond FNV adviseert over strategisch beleid, is het met Van den Brand eens dat de werkgele- fienheid in de zakeliike dienstver- ening aanzienlijk kan groeien. Maar loonsverlaging is niet de eni ge manier om dat bereiken. Vol gens hem kan produktiviteitsver- hoging tot hetzelfde resultaat lei den. Stokpaardjes Wat Vos echter vooral belangrijk vindt, is dat er in Nederland een systeem van de grond wordt getild voor permanente scholing van vol wassen werknemers. Vakbewe ging, overheid en bedrijven zouden samen in dat systeem moeten parti ciperen. Omdat ze er alle drie be lang bij hebben, aldus Vos. De be drijven omdat ze goed opgeleid personeel nodig hebben. De vakbe weging vanuit het oogpunt van pragmatische belangenbeharti ging: scholing verbetert de ar beidsmarktpositie van de individu ele werknemer. En de overheid ten slotte is gebaat bij een sterke be roepsbevolking. Maar dan moet men wel van ideologische stokpaardjes afstap pen. Vakbonden zijn volgens Vos nog te zeer geneigd om te zeggen dat de opleidingsinspanning van bedrijven die gericht is op het be drijfseconomisch belang, niet deugt. En als de bonden een stem in het kapittel willen hebben, leg gen de werkgevers dat te gauw uit als bemoeizucht. Vos ziet om-, her- en bijscholing als het strategisch middel bij uit stek om de technologische revolu tie enigszins in goede banen te lei den. De vroegere scheiding tussen leer- en actieve periode is een ver spilling geweest van menselijk ont- wikkelingspotentieel, stelt hij vast. „Onderwijs moet tijdens de hele actieve periode worden voortgezet. ENSCHEDE - Destijds leek het een prachtig idee: een fabriek speciaal voor kans arme jongeren als 'opstap' naar het reguliere bedrijfs leven, een fabriek waar jon gens en meisjes met een la ge of afgebroken opleiding praktijk-ervaring konden opdoen en zich bijscholen. Prof. dr. H. J. van Zuthem, hoogleraar sociaal manage ment aan de Universiteit Twente, is de geestelijke va der van de Jeugdfabriek Twente, die in 1982 met steun van het rijk begon te draaien. door Frits Koffijberg Vorig jaar kwam er echter een einde aan de subsidie-periode en sindsdien moet de Jeugdfabriek zelf de kost verdienen. En wat ge beurt er? Om de concurrentie aan te kunnen wordt er gecomputeri seerde apparatuur aangeschaft. Voor het bedienen daarvan is een bepaalde scholingsgraad vereist. Dus worden er geschoolde jonge ren aangetrokken die de 'drop outs', voor wie de fabriek was op gezet, verdringen. Het is een ontwikkeling die Van Zuthem ronduit pijn doet. „Jaren lang voer je een heel bewust beleid en dan dwingt de markt je om ap paratuur aan te schaffen, waarvoor de mensen die je wilt helpen, niet de capaciteiten hebben". Zo weerspiegelt de Jeugdfabriek Twente in het klein wat in Neder land op grote schaal gaande is. „Overal worden mensen met wei nig scholing weggesaneerd", aldus Van Zuthem. Eén van de kenmer ken van de nieuwe technologie isr namelijk de integratie van taken: wie een machine bedient, zal deze veelal ook programmeren en on derhouden en hij zal bovendien Zelfstandig een aantal beslissingen moeten nemen. Trendbreuk Piet Vos, wetenschappelijk se cretaris van de Industriebond FNV, stelt dat er sprake is van een trendbreuk. Sinds het begin van de industriële revolutie is de geschie denis van de technische ontwikke ling verbonden geweest met-het scheppen van eenvoudige arbeid. „Het is niet zo lang geleden, dat een te vérgaande arbeidsdeling zelfs Je moet blijven scholen, want ken nis veroudert en dat leidt indirect tot werkloosheid. Daardoor stag neert de economie steeds". Daar om vindt hij dat allereerst de scho ling van volwassenen moet worden aangepakt. Overigens stelt Vos vast dat er de laatste jaren in de discussie over automatisering al heel wat is veran derd. „De werkgevers zijn tot het inzicht gekomen, dat ze niet maar raak kunnen automatiseren. De vakbonden zijn erachter dat tech nologische ontwikkeling niet uit sluitend wordt toegepast door be drijven om van de mensen af te ko men. En de overheid ontdekt lang zamerhand, dat haar geroep om flexibiliteit en aanpassingsbereid heid van de beroepsbevolking kre tologie blijft, als daarvoor niks wordt georganiseerd". Na een kor te pauze: „Van die drie is de over heid het minst ver, denk ik". Van Zuthem intussen houdt zijn twijfels. Hij vreest dat de scho lingsmaatregelen waarvoor over heid en sociale partners ijveren, voor een belangrijk deel voorbij gaan aan de groep die hij op het oog heeft. „Wat weieens wordt verge ten, is dat deze mensen niet altijd in staat zijn om scholing van een ze ker niveau te volgen door een ge brek aan capaciteiten, vaak in com binatie met gebrek aan ambitie. Deze mensen zijn alleen maar ge baat bij een er-werksituatie waar in vaardigheden worden ontwik keld. Maar dat vraagt een sterke be geleiding en is dus een kostbare aangelegenheid". door Nicole Lucas sloten Sony en Hewlett Packard een overeenkomst voor het op slaan van computergegevens; het verdrag tussen Sony en HP legde ook de standaard voor de floppy disc vast. De computer-ta pe zou de inhoud van duizend floppy discs (meer dan een mil jard byte) kunnen bevatten en eenvoudig te gebruiken zijn op een huiscomputer. Vooral grote databestanden kunnen op deze manier snel in het geheugen wor den geladen. En achter de DAT staat de 'wisbare CD' te wachten. Dat is een compact disc waarmee onbe perkt kan worden opgenomen, gewist en veranderd. Ook de wis bare CD werkt digitaal, en ook met de CD's zullen de kopieer problemen steeds groter wor den. Op een gewone CD kunnen zeshonderd miljoen lettertekens, dat zijn zo'n tweeduizend floppy discs bij elkaar op een enkel zil veren schijfje. De complete En cyclopaedia Britannica kan op een enkele CD, zo pocht de in dustrie. Computerfabrikanten hebben al CD-spelers ontwik keld waarin dergelijke vraagba ken kunnen worden afgespeeld. Voor niets Met de wisbare en beschrijfba re CD komt automatisch de kopi eerbare CD. Stop een lege en een volle CD in de disc-drive, geef de opdracht 'kopieer' aan de com puter, en de volle CD wordt bin nen een paar minuten overge schreven naar de lege (of, eventu eel, naar de digitale band). Of er nu muziek van Madonna of een encyclopedie opstaat. Niet alleen Madonna, maar de hele Encyclo paedia Britannica komt vrijwel voor niets beschikbaar. Muziek, boeken, landkaarten, cursuspakketten, niets is meer veilig als het eenmaal digitaal is opgeslagen op band of plaat. Met de digitalisering van gege vens wordt eigenlijk het hele au teursrecht een farce, en daarmee het inkomen van de oorspronke lijke samensteller. Wie zal nog bloedig werken op encyclopedie of woordenboek als daar geen in komsten tegenoverstaan? Welke uitgeverij begint er nog aan? De problemen waarmee de muziek uitgeverij worstelt, zijn nog slechts een voorproefje van wat komen gaat met de DAT en de wisbare CD. Het vreemde van het geheel is echter, dat daarover nog steeds niet wordt nagedacht. Iedereen gaat blijmoedig door met het on derzoek naar de digitale cassette en de wisbare compact disc, geeft eens in de paai' jaren een persbericht uit dat het onder zoek vordert, maar denkt niet na over de andere voorspelbare pro blemen. Eerst de technologie en de octrooien rond hebben, ver volgens de markt veroveren, en pas dan kijken wat er wordt aan gericht. Dat is commerciële high tech ten voeten uit: de vlucht naar voren. als het voornaamste pijnpunt van die ontwikkeling werd gezien", zegt hij. „Maar nu is sprake van het omgekeerde. Het blijkt ook moge lijk produktiviteitswinst te beha len met het integreren van taken. Dat vergt van de betrokken werk nemers meer kennis. Bij een aantal bedrijven zie je dan ook, dat de mensen met weinig scholing uit de boot vallen". Volgens Van Zuthem kunnen wij niet met de armen over elkaar toekijken. „Want dan aanvaarden we, dat straks minstens 10 a 15 pro cent van de beroepsbevolking niet mag meedoen in een samenleving, waarin een baan nog steeds geldt als het middel bij uitstek voor per soonlijke ontplooiing en maat schappelijk aanzien. Die groep zal een subcultuur ontwikkelen, waar van op geen enkele wijze is te over zien welke gevolgen die zal hebben voor onze samenleving in de zin van criminaliteit en maatschappe lijke onrust". Geruisloos De uitstoot van laaggeschoolde arbeid is al jaren aan de gang, maar ze is tot dusver vrij geruisloos ver lopen via 'kanalen' als de 57,5-jari- gen-regeling, de wao en de vut. Drs. E. A. Bolhuis, hoofd van de af deling sociale verzekeringen van •het Centraal Planbureau, onder schrijft dat. „Veel werknemers zijn arbeidsongeschikt verklaard om dat ze de technologische ontwikke lingen niet konden bijbenen. Daar is de laatste jaren de vut als aan trekkelijker alternatief bij geko men". Hij meent evenwel, dat het probleem dat de Twentse hoogle raar aanroert, vooral betrekking heeft op oudere werknemers die weinig opleiding hebben en veelal ook psychisch niet meer in staat zijn veranderingen snel op te pak ken. Bolhuis is aanzienlijk minder pessimistisch dan Van Zuthem. Hij wijst erop dat de scholingsgraad van de Nederlandse beroepsbevol king de laatste jaren snel stijgt. „Er zal altijd wel een groep zijn die niet NIEUW VENNEP - Drie weken met vakantie gaan en de koeien on beheerd achterlaten is er ook straks voor de boer nog niet bij. Maar de melkrobot die bij Vicon, fabrikant van landbouwwerktui gen, wordt ontwikkeld geeft hem wel meer bewegingsvrijheid. „Hij kan zich 's ochtends om zes uur nog eens omdraaien als hij dat wil", aldus Eric Aurik. Hij is ruim ander half jaar als elektronicus betrok ken bij het project dat uiteindelijk een volautomatische melkinrich ting moet opleveren. Aan het mel ken komt dan geen mens meer te pas. Dat is dan het einde van een ont wikkeling die zo'n 130 jaar geleden begon. Omstreeks 1850 werd voor het eerst een poging gedaan om het arbeidsintensieve handmelken te vervangen door andere methoden van melkwinning. Het duurde ech ter zo'n honderd jaar (vanaf 1950) voordat het machinaal melken een hoge vlucht nam. Inmiddels zijn bovendien veel stallen zo ingericht dat de koe snel op de juiste plaats terecht komt. Bij deze automati sche 'koeverkeerssystemen' moet de boer alleen nog de melkmachine aansluiten. Ook dat zal straks automatisch kunnen gebeuren. Het grote 'ge heim' zit natuurlijk in de methode die is gevonden om de robot de melkbekers om de spenen van de koe te laten doen. Aurik: „Je kunt het apparaat omschrijven als een arm met oogjes. Het kan zelf opzoe ken waar de uiers hangen en ver schillende patronen herkennen". De door Vicon, onderdeel van Greenland, ontwikkelde techniek betekent volgens projectmanager Dick 't Hoogt niet alleen een door braak op het gebied van de melk- technologie, maar ook op het ter rein van de robots. Kwaliteit Het melken gebeurt nu twee keer per dag. Het zou beter zijn om dat minstens drie en eigenlijk liefst vier tot zeven keer per dag te doen. 't Hoogt: „Als je vaker melkt, wordt de kwaliteit van de melk beter, om dat het proces natuurlijker ver loopt. Een kalfje drinkt ook gemid deld vijf keer per dag bij de moe der". Drie keer per dag melken zou echter betekenen dat de boer om vijf uur 's ochtends de eerste beurt moet geven, om twaalf uur 's mid dags de tweede en om zeven uur 's avonds de laatste. En dat zeven da gen per week, want de koeien stop pen op zondag niet met de produk- tie. „Dat kun je een boer natuurlijk niet aandoen. Hij werkt nu al ze ventig tot tachtig uur in de week", aldus 't Hooft. Voor een robot zijn lange werktijden uiteraard geen punt. Vaker melken zou ook de span ning op de uier kunnen verminde ren, waardoor de veel voorkomen de melkklierontstekir.g mastitis *Inde 'stal van de toekomst' lopen de koeien vrij rond. Ze zorgen zelf dat ze ruwvoer rechts) en krachtvoer mid denachterkrijgen en dat ze worden gemolken (links). De boer houdt via de computer allesin de gaten en grijpt in als dat nodig is. (foto pn kan worden voorkomen. Dat zou heel wat geld besparen, want die ren die dat eenmaal hebben, moe ten in ieder geval met penicilline worden behandeld. De robot kan met zijn 'oogjes' de ziekte boven dien sneller signaleren. Aurik: „De boer kan mastitis pas vaststellen als het duidelijk zichtbaar is. De ro bot kan als het ware door de uier heenkijken". De kwaliteit van de melk wordt volgens 't Hooft ook verbeterd doordat het apparaat ook het schoonmaken van de tepels voor zijn rekening neemt. „Ik trap nu misschien een heleboel boeren op de tenen, maar het zal de hygiëne ongetwijfeld ten goede komen". Melkplas Met de robot kan niet alleen bete re, maar ook méér melk worden ge produceerd. Per koe zo'n 15 pro cent. Dat lijkt niet erg gewenst ge zien alle moeite die de EG zich moet getroosten om de toch al enorme melkplas niet groter te la ten worden. Volgens 't Hooft is die redenering niet juist: „Verhoging van de melkproduktie per koe be tekent dat de boeren hun.veestapel kunnen inkrimpen en dus bespa ren op voer en land. Met de robot kunnen de produktiekosten om laag en de kwaliteit wordt beter. Dat is de enige manier om de con currentie aan te kunnen". Daarom is er volgens hem een duidelijke markt voor de robot, hoewel hij wat voorzichtig toe voegt: „Als je het de boeren nü vraagt, zeggen ze allemaal 'ja'. Maar je moet natuurlijk nog maar af wachten wat ze doen als er 2,5 ton op tafel moet komen". Zo veel moet de hele installatie namelijk gaan kosten. Die is daarom alleen rendabel voor boeren met mini maal zo'n zestig koeien. Die staan echter op het punt hun 10 jaar gele den aangeschafte en inmiddels af geschreven melkmachines te ver vangen, zodat de afzetkansen voor Vicon toch gunstig lijken. Het bedrijf uit Nieuw-Vennep ontwikkelt de robot overigens niet op eigen houtje. Er wordt onder meer samengewerkt met Philips, Nedap, het Nationaal Rundvee Syndicaat, het ministerie van eco nomische zaken en de Landbouw universiteit in Wageningen. „Bo vendien", benadrukt 't Hooft, „hebben we regelmatig gesprek ken met boeren. Die moeten de ro bot tenslotte straks gaan gebrui ken". Proefmachines Volgens de project-manager zul len de eerste proefmachines in het najaar van 1988 op de markt ko men. Hij verwacht dat Vicon een van de eerste zal zijn met een der gelijk apparaat, 't Hooft denkt jaar lijks enkele honderden installaties te kunnen verkopen, niet alleen in Nederland, maar ook in Engeland, Frankrijk, West-Duitsland en Noord-Amerika. Koeien zullen er dan aan moeten wennen zelf het initiatief te nemen om gemolken te worden. Het zal, zo verwacht Aurik, geen problemen geven om de koeien naar de melk inrichting te krijgen. „Je moet er voor zorgen dat de koe het melk- proces prettig vindt, zodat zij weer terugkomt". Dat gebeurt onder meer door extra krachtvoer te ge ven tijdens het melken. In de door Vicon ontworpen vol automatische melkinrichting komt een koe eerst bij een soort poort, die bepaalt of het dier de melkbox binnen mag. Aan de hand van ge gevens als het tijdstip waarop de koe het laatst binnen is geweest en het aantal keren dat zij gemolken mag worden, bepaalt het systeem of het deurtje open gaat of niet. Vervolgens komt dan de robot langs, die het melkstel grijpt en aansluit. Beeldscherm In het begin zal dat bij zo'n vijf procent van de veestapel niet pro bleemloos gaan, verwachten de mensen van Vicon, bijvoorbeeld omdat koeien te groot of te klein zijn. De boeren zullen dus moeten selecteren. Aurik verwacht dat, net als bij de introductie van de eerste melkmachines, de fokkers daar in de toekomst rekening mee zullen gaan houden. „Het is echter niet zo dat de robot slechts 'past' op één ras", aldus 't Hooft. Bij het ontwer pen is rekening gehouden met de in Nederland meest voorkomende rassen. In het nieuwe systeem kijkt de boer op zijn beeldscherm of alles goed loopt en grijpt hij in bij pro blemen. „Want", zo stelt 't Hooft nadrukkelijk, „de robot vervangt de boer niet. Hij neemt alleen een aantal routinehandelingen van hem over". De compact disc heeft de platen industrie op het nippertje gered. Toch wordt nu al weer, amper vijf jaar later, opnieuw haar te loorgang voorspeld: de digitale audiocassette maakt het kopi ëren zo eenvoudig dat de CD-ver- koop zal kelderen. Ruzie dus tus sen de fabrikanten onderling en tussen fabrikanten en muziekin dustrie. En dan komt ook de wis bare CD nog: daarmee worden de kopieerproblemen weer gro ter. door Hans van Maanen Aan het eind van de jaren ze ventig was de 'digitale techniek' zo ver gevorderd dat het moge lijk werd muziek op deze manier vast te leggen: de compact disc kreeg vorm. 'Digitaal' wil zeg gen: 'met cijfers'. Een gewone grammofoon werkt doordat de naald in de plaatgroef heen en weer slingert: die slingerbewe ging wordt met negentiende- eeuwse technieken doorgegeven tot de luidsprekers die, analoog aan de armbeweging, gaan tril len. Bij digitale technieken wordt geluid omgezet in cijfers. Dat werkt nauwkeuriger, be trouwbaarder en moderner. En ruis behoort tot het verleden: de belangrijkste winst van de CD is eigenlijk de stilte. Maar ruis was ook de redding van de industrie, want het voor komt oneindig kopiëren. Vroe ger kon men, met twee bandre corders, wel kopieën van banden maken, maar het werd al moeilij ker om van die kopie weer een kopie te maken: dan begon de bandruis toch het geluidssignaal te overheersen. Ook de bandre corder is een analoog apparaat: het geluid wordt nagebootst met magnetische veldjes op de band. Geen ruis Nu komt echter de digitale au diocassette, kortweg DAT. De DAT schrijft eenvoudig de cijfer tjes die op de compact disc staan over, en er ontstaat een perfecte, natuurgetrouwe kopie zonder ruis. De rijkste jongen van de klas koopt een tweede DAT-re corder, en hij verkoopt, voor iets meer dan de kostprijs van zijn cassettes, de nieuwe DAT van Madonna aan de hele klas. Ma donna kan fluiten naar haar au teursrechten, en de platenindus trie naar haar omzet. Kopieën gaan overigens op grotere schaal dan schoolklassen de wereld rond. Vooral uit Indo nesië komen illegaal gekopieer de cassettes: er is wel eens be weerd dat van elke tien verkoch te cassettes er drie illegaal zijn. Niet verwonderlijk dat de mu ziekindustrie daar maatregelen tegen eist. In de DAT-recorder moet een apparaat zitten dat het kopiëren van CD's onaantrekke lijk maakt. Daarbij zijn er twee mogelijkheden: een apparaat dat juist de cijfers van de CD niet kan overnemen en ze dus eerst moet omzetten in een analoog signaal voordat het gekopieerd wordt, of de CD beveiligen zodat de cassetterecorder 'merkt' dat er van digitale bron wordt geko pieerd en dan eenvoudig afslaat. Het probleem bij de eerste optie is dat de geluidskwaliteit te wei nig afneemt om de kopieerders te ontmoedigen, bij de tweede dat de geluidskwaliteit te veel af neemt zodat de CD niet meer zo mooi klinkt. Ondergang De DAT lijkt, kortom, een on overkomelijk probleem te wor den. Philips en Sony zitten el kaar, voor de buitenwereld al thans, verschrikkelijk in de ha ren. De muziekindustrie vreest opnieuw haar ondergang en dreigt al met verschraling van het aanbod. De computerindustrie wacht echter gespannen af. Onlangs De binnenkant van een CD-speler. Nieuwe technieken vragen om voortdurende scholing. Wie niet meedoet, zal als eerste uit de boot vallen. (archieffoto) kan meekomen, maar 10 tot 15 pro cent van de beroepsbevolking lijkt me erg veel", aldus Bolhuis. De klacht van werkgevers dat zij niet aan voldoende goed geschoold personeel kunnen komen, komt volgens de FNV'er Vos ook door dat menig bedrijf bij de invoering van een nieuwe technologie zich te weinig heeft afgevraagd in hoever re deze wel paste bij de organisatie en het werknemersbestand dat men al had. „Vaak is onvoldoende bekeken, of het niet beter was de mensen die men had, om te scho len in plaats van op de arbeids markt nieuwe categorieën aan te trekken". „Ook worden er wel mensen bin nengehaald die veel verstand heb ben van nieuwe machines, maar niet van de dingen die daarmee moeten worden gedaan. Dan heeft men toch weer de kennis van de oude vakman nodig. Waarom die man dan niet meteen omge schoold?" Nieuwe technieken vra gen ook om nieuwe organisatievor men. „Anders bestaat het gevaar dat je met nieuwe technieken din gen die je al fout deed, efficiënter fout gaat doen". Fouten Fouten als Vos bedoelt, zijn in het verleden ook wei bij Philips ge maakt. Ing. F. L. van den Brand, lid van de raad van bestuur van de Ne derlandse Philips Bedrijven, onder meer belast met sociale zaken, geeft dat ruiterlijk toe. Maar men heeft er wel van geleerd. „De tech nologie is weliswaar dominant, maar geen dictaat", benadrukt hij. „We moeten vooral niet het idee la ten ontstaan van een toverformule die zich buiten ons om Voitrekt. Het is een fout te denken dat er geen maakbare technologie zoU zijn. En bij de besluitvorming daar over dient zowel de autonomie als de inzetbaarheid van mensen mee te spelen". Philips - zowel ontwikkelaar èn producent als gebruiker van tech nologieën - is in dit bestek uiter aard een fraai voorbeeld van een bedrijf waar de technologische ont wikkeling diep in elke sector in grijpt. Dat proces zet onherroepe lijk door, stelt Van den Brand voor op. „Er is geen keus". Dat is trou wens ook de mening van Vos en Van Zuthem. De laatste: „In de particuliere sector is de technologi sche ontwikkeling een absolute must in verband met de internatio nale concurrentie". De afgelopen vijf jaar steeg bij Philips het aandeel van de hoger geschoolden in het personeelsbe stand van 12 tot 18 procent. Van den Brand wijst er evenwel op, dat de bijna zevenduizend nieuwe me dewerkers die vorig jaar werden aangetrokken (een record overi gens) een getrouwe afspiegeling vormen van de uitstroom van het onderwijs. Te vaak wordt volgens hem over het hoofd gezien, dat Phi lips ook vele lager geschoolden in dienst heeft en en nog steeds aan neemt. Kansen De technologie zal niet alleen bij Philips, maar bij vrijwel elke in dustrie de werkgelegenheid uitein delijk doen afnemen. Wat betekent dat voor een samenleving die zich

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 9